Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schilder-boeck (1969)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schilder-boeck
Afbeelding van Het schilder-boeckToon afbeelding van titelpagina van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6.74 MB)

XML (3.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

De levens van Ioan Francisco Penni, gheseyt den Factoor, Florentijnsch Schilder: en Pellegrino, Schilder van Modana.

Het is de Ieucht menichmael oorsaeck geweest van een toevallende gheluck, dat in hun ghespuert was een seker bevallijckheyt, oft inclinatie tot eenighe goede Const, alst gheschiedde met Ioan Francisco Florentijn, die van der Natuere van jongs tot de Schilder-const gheneghen wesende, was daerom t'samen met Iulio Romano van Raphael Vrbijn in huys ghenomen, en beyde als zijn kinderen gehouden, het welck hy wel bewees in zijn sterven, hun beyden latende erfghenaem van zijn Const en tijdtlijcke goederen. Alsoo Ioan noch een kindt wesende, doe hy in Raphaels huys quam, uyt boerde genoemt wiert Factoor, behiel hy desen naem al zijn leven. In zijn teyckeninge volghde hy altijts de maniere van Raphael. Hy was meer gheneghen tot teyckenen als schilderen, gebruyckende altijt grooten vlijt, zijn dinghen wel te voldoen. Van zijn eerste Schilderije is te sien in de Logie van den Paus, daer hy wrocht in gheselschap van Perijn del Vaga, Ioan da Vdine, en ander excellente Meesters. In welck werck men siet een seer goede gratie, als van een Meester, die toeleyde op de perfectie. Hy was universael oft vlijtich om van als te doen, hem oeffenende in Landtschap, en metselrije. Hy coloreerde seer wel in Oly op t'nat kalck, en van Eyverwe. Hy conterfeytte excellent nae t'leven: en sonder groote studie, verstondt hy lichtelijck alles wat de Const belanghde, t'welck Raphael groot voordeel was, want hy veel dinghen voor hem dede, als in de Cartons van Tapijtserije en anders: oock met zijn Cartons veel dingen makende, als het welfsel van de Logie tot Augustijn Gigi, en veel Ta-

[Folio 123r]
[fol. 123r]

felen, Tafereelen en wercken: daer hy hem soo wel in droegh, dat hy meer en meer van Raphael bemint wert. Hy maeckte in S. Maria di Anima, een S. Christoffel, van acht ellen, een schoon Beeldt: Oock isser eenen Hermijt in een speloncke, met eenen Lanteern in de handt, hebbende goede teyckeninghe, en wel gedaen wesende, maeckte veel meer wercken: bysonder nae Raphaels doot, voldede hy met Iulio Romaen, veel dinghen, die van Raphael onvoldaen waren gebleven, bysonder in s'Paus wijngaert, en in de sale Constantini, daer sy die Historien maeckten, met een fraey handelinghe en veel schoon figueren: hoewel d'inventien en schetsen der Historien veel quamen van Raphael. T'wijlen dese wercken ghedaen werden, Pierijn del Vaga, excellent Schilder, nam te Wijve een Suster van Ioan Francisco, des Pierijn hun derde gheselle werdt, en deden verscheyden dinghen t'samen. T'geviel dat Paus Clement hun liet maken een Tafel, ghelijck die op S. Pieter Montorio van Raphael, om te schicken nae Vrancrijck, daer d'eerste toe ghedestineert was. In dese te maken, werden sy oneenich, deelden sy twee de goederen, en teyckeninghen, van Raphael hun nagelaten: en Iulius trock nae Mantua, daer hy voor den Marquijs veel dinghen dede. Daer volghde hem Ioan, oft getrocken door vriendtschap, oft hope van daer werck te hebben: maer hem vindende van Iulio weynich vriendtschap bewesen, keerde weder te Room en trock van daer nae Napels, volgende den Marquijs del Vasto, daer hy cortlijck (van quade complexie wesende) sieck werdt, en starf, tot groot leetwesen van den Marquijs, en alle die hem kenden. Hy hadde een Broeder, geheeten Lucas Penni, desen wrocht in gheselschap van zijn swagher Pierijn, tot Genua, en elder veel plaetsen in Italien: eyndlijck quam hy in Engelandt, daer hy voor den Coningh, en eenige Cooplieden wrocht. Ten lesten begaf hy hem te maken teyckeninghen, om in coper te snijden, die van Vlamingen ghesneden uytgaen, die boven zijn manier oock aen zijnen naem worden bekent. Onder ander isser een Print van een Badtstove met naeckte Vroukens. Ioan Francisco leefde 40. Iaer. Sijn wercken zijn van ontrent Anno 1528.

Sijn mede-discipel by Raphael, en zijnen vriendt was Pellegrino van Modana, die van jongs in zijn Stadt hadde alree eenen goeden naem in de Const ghecreghen: maer hoorende t'loflijck gherucht van Raphael, is te Room by hem ghecomen, welcken hem oock by hem gaf te wercken, als die noyt yet weygherde die van de Const waren: want doe waren te Room wonder veel fraey jongers, die toeleyden malcander t'overtreffen in de Const, om te comen in gratie by Raphael, dien sy alle beleeftheyt bewesen, gheleydende hem (die meer een Prince, als Schilder gheleeck) seer statelijck te Hove, wel 40. oft 50. in ghetal, en wel in orden. Pellegrino wert in de Const een goet Meester, en wrocht oock met d'ander in de Logien, daer hy hem soo wel droegh, dat hem Raphael in veel meer dinghen ghebruyckte, in verscheyden plaetsen: oock dede hy veel ander dinghen in Room alleen, en in gheselschap. nae de doot van Raphael, keerde hy weder te Modona, daer hy veel wercken dede, en troude, en hadde eenen soon, die welcke een oorsake van zijn doot waer: want desen met ander jonghers zijn ghesellen woorden crijghende, eenen ombracht. En alsoo Pellegrino dit gebootschapt wert, gingh haestlijck uyt, om den soon te verberghen voor de Iustitie: maer noch niet verre van zijn huys wesende, ontmoetten hem de vrienden van den dooden, die welcke den dootslagher sochten: en

[Folio 123v]
[fol. 123v]

Pellegrino geenen tijdt hebbende t'ontwijcken, overvielen hem in de gramschap, en gaven hem soo veel wonden, dat hy ter aerden doot bleef.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken