Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Voorwaarden voor hergebruik
    • Disclaimer
    • Voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid

Informatie terzijde

Het schilder-boeck
Toon afbeeldingen van Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6,74 MB)






Genre

proza

Subgenre

non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander– Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

T'leven van Ian den Hollander, Schilder van Antwerpen.

Wel bevind' ick, dat onder de Conterfeytselen der Nederlandtsche vermaerde Schilders, over eenighe Iaren in Coper-druck uytgegaen, niet vergheefs oock wort plaets verleent en ghegheven Ian den Hollander, gheboren t'Antwerpen: want ick hebbe genoegh vernomen, en verstaen, dat hy een seer uytnemende Meester is gheweest in Landtschap. Hy heeft al vroegh geleeft: want hy was geweest den Man van de Moeder van Gillis van Conincx Loy. Hy wrochte Oly en water-verwe: hy lagh dicwils en veeltijts ter venster, en sagh in de Locht, om alles nae t'leven te doen: veel had hy oock de manier, van al swadderende op de Penneeelen oft doecken de gronden mede te laten spelen, het welck Brueghel seer eyghentlijck nae volghde: zijn Huysvrouw reysde op de Marcten, in Brabant en Vlaender, alles vervullende met schilderije, en won daer wel mede. Soo dat Ian, al en reysde hy niet, seer weynigh wrocht: doch zijn Landtschappen hebben op dese tijt geen ander te wijcken. Hy is t'Antwerpen ghestorven. Tot hem seght Lampsonius:

 
Neerlanders altijt lof met Landtschap maken halen,
 
D'Italiaen met Mensch en Goden wel te malen,
 
Dit is geen wonder groot, en can wel zijn ghelooft:
 
Want den Italiaen heeft d'hersens in zijn hooft.
 
Maer niet vergheefs men seght, hoe dat de Nederlander,
 
Heeft in zijn handt vernuft, soo wouw desen Brabander
 
Landtschappen maken eer, dan qualijck te verstaen
 
Hooft, Godt, oft Menscher beeldt, oft hem daer in misgaen.


Vorige Volgende