Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
DBNL Logo
DBNL Logo

Hoofdmenu

  • Literatuur & Taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taal
    • Limburgse literatuur
    • Friese literatuur
    • Surinaamse literatuur
    • Zuid-Afrikaanse literatuur
  • Selecties
    • Onze kinderboeken
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • E-books
    • Publiek Domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Gebruiksvoorwaarden
    • Hergebruik
    • Disclaimer
    • Informatie voor rechthebbenden
  • Over DBNL
    • Over DBNL
    • Contact
    • Veelgestelde vragen
    • Privacy
    • Toegankelijkheid
Het schilder-boeck

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (6,88 MB)






Genre
proza

Subgenre
non-fictie/biografie
non-fictie/naslagwerken (alg.)
non-fictie/kunstgeschiedenis


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

 

Het schilder-boeck

(1969)–Karel van Mander

Vorige Volgende

Van Daphne.

De veranderinghe van Daphne in Lauwerboom is versiert, ter oorsaken* dat in't dal Tempe veel Lauwer wast: sy wort geseyt Dochter van Peneus, een vliet, vloyende door dat selve dal. De beduydinge hier van is dese, dat Daphne vliedende d'oncuyssche Liefde, aenwijst, dat een Maeght, die haer Maeghdlijcke eere sorghvuldich bewaert, blijft jeughdich, en behoudt een geduerigh goet welrieckende gherucht, ghelijck den Lauwer ghestadich groen, goeden reucke van hem gheeft: Want sulck moet de Maegdhlijcke reynicheyt oock wesen onverandert, om spoedich in eeren te bloeyen: En even alsoo den Lauwer in't vyer geworpen wesende groot getier maeckt, schijnende al brandende de vlamme te wederstrijden, sulck moet wesen den aerdt van een eerlijcke Maeght, de vlamme der oncuysheyt wederstaende, oock met ghecrijt, als sy met eenigh ghewelt onbehoorlijck tot oneeren wort versocht, oft ghedwonghen. Eenighe willen, dat Ovidius dees Fabel heeft versiert, om Augusto te behagen, meenende met Apollo. Augustum, en met Daphne, Liviam. Den Lauwerboom is by den Heydenen van oudts voor Apollons boom ghehouden ghe-

[fol. 9r]

weest, en also Apollo ghehouden was voor den Godt des waerseggens en des gheheymnis, waren oock daerom de Louwerbladeren tot waersegghen bequaem gheacht, en tot droom beduydinghen, leyden daerom onder hun peulwen des hoofts Louwertackskens, om waerheyt te droomen, als sy slapen ginghen: te meer heefgt den Poeet hier op zijn versieringhe ghebouwt, en eenen schijn ghegheven.

*
Van Daphne in Lauwer, en de beteyckeninge daer van.

Vorige Volgende