Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het boeck der psalmen Davids (1985)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het boeck der psalmen Davids
Afbeelding van Het boeck der psalmen DavidsToon afbeelding van titelpagina van Het boeck der psalmen Davids

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.63 MB)

Scans (89.05 MB)

XML (0.73 MB)

tekstbestand






Editeur

Gert-Jan Buitink



Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het boeck der psalmen Davids

(1985)–Philips van Marnix van Sint Aldegonde–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Waerschouvvinge aen den Christelijcken Leser.

MY en twijffelt niet, Christelijcke Leser, of dese myne arbeydt sal velerleyenopspraken onderworpen sijn. Ouermidts vele lieden dit dichten der Psalmen gantselijck voor onnut ende vruchteloos sullen achten. De eene latende sick duncken, dat het onnoodigh sy de Psalmen ofte geliederen die ons de geest des Heeren inder Hebreische tale heeft voorghedragen, in onse Nederduytsche sprake ouer te setten, maer datmen sick behoort met de Latijnsche ghemeyne ouersettinghe te laten ghenoegen. De andere straffende ons, als of wy in M. Peeters Datheni ooghst hadden willen treden, ende hem van syne eere ende loff beroouen. De sommighe sullen ons ooc willen berispen van wegen der wyse van spreken die wy in dese onse ouersettinghe hebben alomme gebruyct, stellende inde plaetse van (ghy) ende (v) (dwelck hedensdaegs meest in desen landen ghebruyckelijck is, alsmen eenen persoon alleene aenspreeckt) de oude ende ongewoonlijcke woorden van (du ende (dy.) Hierop tot antwoorde willen wy de eerste aen den Apostel Paulum verseynden, welck opentlijck ende duydelijck verbiet dat in Gods ghemeynte ende versamelinghe gheene sprake en sal ghebruyckt werden, dan die tot stichtinghe dienen can, ende van den ghemeynen man verstaen werden, ende wilt derhaluen dat alle leeringhen, Psalmen ende ghebeden sullen gedaydet werden ende in de ghemeyne sprake ouergheset. De

[Folio A4v]
[fol. A4v]

tweede sullen wy bidden, dat sy willen ghedachtigh sijn, als dat de gauen des heyligen geestes menigerley ende verscheyden sijn. Wy en willen M. Peeter Dathenum niet schelden ofte straffen, noch syne ouersettinghe der Psalmen uyt des ghemeynen mans handen niet rucken: Maer soo de Gheest des Heeren ons oock wat heeft verleent, van syne menigerley gauen, die selue willen wy (sonder niemants nadeel) der gemeynte Godes gerne ende mildelijck hebben medegedeyldt. Den arbeyt die wy hier toe gedaen hebben, kendt God de Heere, ende sal een yegelijck Christen mensche, die in de heylige Schriften ervaren is, genoechsaem kunnen oordeelen. Hebben wy yet gedaen dat tot stichtinghe des volcx Godes dienstigh sy, daervan moet de Heere ghedancket ende ghepresen sijn. So niet, wy kunnen seer wel lyden, dat de Psalmliederen van M. Peeter Dathenus ouerblyuen, ende de onse onderdruckt werden: Alleen het Christelijcke herte sal alle dingen ten besten duyden, alle dingen versoecken ende kiesen tgene dat beste is: geuende den Heere van alles loff ende prijs.

Soo vele het derde poinct aen gaet, vander spraecken, moeten wy segghen, dat wy ons schamen, dat onse ingeborene nederlanders haer eygene moederspraccke verwerpen. Wy weten doch dat onse voorvaders voor tsestich ofte tseuentich iaeren niet anders en hebben ghesproken noch gheschreuen (insonderheyt sprekende God aen,) dan du hebst, du bist, du salst oft salt ende dierghelijcken, ghelijck als alle de oude boecken met der handt geschreuen, so in Vlaenderen, als in Brabandt ende elders wel duydelijck te kennen gheuen. Ooc en hebben de nacomelingen, in stede van dien niet anders beter daernae gevonden noch gebruict: Maer ter contrarie, hebben hare gebreckelijckheyt genoech te kennen gegeuen, als sy niet en hebben kunnen onderscheyden het getal van velen, van het ghetal van eenen, segghende (ghy) voor (du) ende (v) voor (dy) ende daernae om wat onderscheyts te maecken, hebben lieuer ghehadt de Spaensche verdoruene wyse van Nos ortos ende Vos otros, dat is, wy lideen ende ghy lieden onbequamelijck nae te volgen, dan haer oude duytsche landt ende moeder spraecke wederomme int ghebruyck te brenghen om sick te behelpen met duydelijcke woorden, welcke nochtans in vele Landen ende Provincien: als namelijck in Hollandt, Gelderlandt, Vrieslandt, Ouerijssel, ende lancx de Oostersche zee henen, tot aen Dantzijck toe voor goede, nederlantsche ende bequame woorden noch heden te daghe bekent, aenghenomen ende ghebruyckt worden. Ja selue oock in andere vremden Landen ende spraken, daerinne d'een den anderen int ghetal van vele aenspreect, nochtans is het ghebruyck onuerbrekelijck ghebleuen dat so wanneermen God den Heere aenspreeckt ofte bidt, men niet anders en spreeckt dan int getal van eenen, om dies te meer de hooge ende eenige Maiesteyt Godes (die met s'menschen smeekelijcke woorden niet en can verciert ofte verhoogt werden) te kennen te gheuen, als namelijck in hoochduyts, Italiaens ende Francois, het welcke wy oock ten allerminsten behoorden na te volgen, indien wy immers onsseluen wil-

[Folio A5r]
[fol. A5r]

len oorloff geuen om d'een den anderen in de gemeyne sprake, menschelijcker wyse, wat te smeecken ofte te pluymstrijcken, verkeerende het ghetal van eenen int getal van velen. Doch wy laten gherne eenen yegelijcken by synen sin. Soo wie tot Godt ofte eene persoone alleene sprekende wilt seggen, ghy hebt, oft ghy doet, om daernaer sprekende tot velen, gedrongen te sijn sick te behelpen met dat bywoorde (lieden) die mach synen sin daerinne volghen ende singhen de Psalmen van M. Peeter Dathenofte selue andere betere dichten. Wy hebben alleen gesocht den text des Propheten ende den sin des h. Geestes blootelijck ende slechtelijck uyt te leggen, dwelc wy verhopen alsoo naewe nae der waerheyt des Hebreischen textes, ghedaen te hebben, datmen het onderscheyt van andere ouersettingen wel lichtelijck sal konnen gewaer werden. Dat is geschiet eensdeels sijnde in de Ballingschap, eensdeels in de gevangenisse onder de handen der vyanden, eensdeels oock onder vele andere becommernissen. Wy hopen dat Gods ghemeynte hier uyt sal mogen stichtinge endeonderwysinghe ontfangen: indien sulcx gheschiedt, hem sy loff ende eere: So niet, ick bidde alleen dat een yegelijck wilt aennemen het ghene dat hem dunct het allerbequaemste te wesen om de oogen sijns verstants te openen, ende sijn herte tot Godes dienst ende liefde te verwecken. Ons sal ghenoech wesen dat Gode den heere alle lof ende prijs ghegeuen werde. Dit en hebbe ick u Christelijcke Leser ende Broeder inden Heere, uyt goede ende Christelijcke meyninghe niet willen verswyghen, u hiermede des allerhoogsten beschuttinge ende bescherminge van gantser hertenbevelende. Datum tot Antwerpen desen xviij. in Maio. 1580.

Vvve dienstvvillighe Philips van Marnix.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken