Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naar de letter (2003)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naar de letter
Afbeelding van Naar de letterToon afbeelding van titelpagina van Naar de letter

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (17.26 MB)

Scans (40.86 MB)

XML (1.17 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/boekwetenschap


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naar de letter

(2003)–Marita Mathijsen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Handboek editiewetenschap


Vorige Volgende

2.1. De keuze van het werk

Het is niet de editeur alleen die beslissingen over edities neemt. Als hij zeker wil zijn van uitgave, zal hij overleg moeten voeren met uitgevers, die zelf in veel gevallen voor edities afhankelijk zijn van subsidies.Ga naar voetnoot7 Als de editeur verbonden is aan een onderzoeksinstituut of universiteit, zal hij zich moeten verantwoorden over de keuze. Onderzoeksinstituten, in Nederland met name het Constantijn Huygens Instituut voor tekstedities en intellectuele geschiedenis, kunnen ook het initiatief tot een editie nemen en editeurs aanstellen als uitvoerder van een bepaald project.

De investeringen die zelfs voor een weinig omvangrijke editie nodig zijn op het gebied van werktijd en produktiekosten, maken het noodzakelijk dat de keuze voor een editie goed overwogen wordt. Over prioriteiten heeft elke editeur of literair-historicus misschien een andere mening, maar over een aantal criteria kan wellicht overeenstemming worden bereikt.

Slechts zeer weinig auteurs kunnen in aanmerking komen voor een wetenschappelijke editie van het volledig werk. Onder het volledig werkGa naar voetnoot8 van een literair auteur valt alles wat hij ooit geschreven heeft in de volgende literaire genres: romans, verhalen, essays, toneelstukken, gedichten. Ook omvatten volledige werken gewoonlijk teksten die strikt genomen niet bij de genoemde genres horen: historische studies, recensies etc. Daaraan kunnen nog toegevoegd worden dagboeken, memoires en brieven.

[pagina 35]
[p. 35]

Edities van volledig werk die de toets der kritiek van de moderne editiewetenschap kunnen doorstaan, zijn er in Nederland nog weinig tot stand gebracht. De meeste zogenaamd volledige of ‘verzamelde’ werken blijken niet compleet te zijn. Bovendien is de editieverantwoording vaak onduidelijk en is er niet voldoende onderzoek gedaan naar de status van de drukken.Ga naar voetnoot9 Voorbeeldig is de leeseditie van Couperus' Volledige werken, die geheel volgens de tegenwoordige editienormen tot stand gebracht is.

 

Welke criteria zou men kunnen hanteren om te beoordelen of een auteur in aanmerking komt voor een volledig-werkeditie?

Van belang is in ieder geval het literair-historisch gewicht dat aan de desbetreffende auteur wordt toegekend. Dit gewicht blijkt in de historie geen vast gegeven te zijn. Men kent het voorbeeld van Shakespeare die in de achttiende eeuw als derderangs auteur beschouwd werd en in de Romantiek tot de canon ging behoren. Bredero, een van de weinige auteurs uit de zeventiende eeuw van wie het werk volledig uitgegeven is,Ga naar voetnoot10 werd pas tegen het eind van de negentiende eeuw gewaardeerd als een oorspronkelijk talent. De editeur moet zich realiseren dat literair-historische waardering tijdgebonden is. Ze berust op verschillende, vaak normatief gehanteerde factoren als originaliteit, esthetische zeggingskracht of inhoudelijke diepgang. Ook kan een auteur niet om zijn literair werk gewaardeerd worden, maar als voortrekker van een nieuwe beweging, als oprichter van een belangrijk tijdschrift of als sleutelfiguur in een stroming. Rekening houdend met de verschillende invalshoeken van de waardering, overweegt de editeur de wenselijkheid van een volledig-werkeditie. Daarbij zal hij zich in het brandpunt bevinden van de canonvorming. Een volledige uitgave betekent voor de auteur een ereplaats op het literaire podium. Maar een editie van de volledige werken kan alleen uitgegeven worden als er ook vraag naar is, en de canonvorming dus al op gang gebracht is.

Een ander criterium voor de vervaardiging van een nieuwe editie is de beschikbaarheid van andere uitgaven. Is er van een auteur al een volledigwerkeditie gemaakt en is deze nog verkrijgbaar? Is deze wetenschappelijk aanvaardbaar of niet? Zo niet, is het belang van de auteur dan toch zo groot dat de verouderde editie vervangen moet worden? Toen er plannen voor een nieuwe Couperus-editie gemaakt werden, was de oude, die niet voldeed aan wetenschappelijke criteria, nog volop beschikbaar.Ga naar voetnoot11 Ook de poëzie van Leopold was nog in een verouderde editie te verkrijgen toen een nieuwe,

[pagina 36]
[p. 36]

ingrijpend andere leeseditie uitgebracht werd.Ga naar voetnoot12 De uitgevers namen het risico toch met nieuwe edities te starten. Daartegenover staan edities die, ofschoon ze verouderd zijn, niet zo snel vervangen zullen worden. De volle-dig-werkeditie van Multatuli, die in 1995 afgesloten is, werkte voort op een stramien dat dateerde uit de jaren vijftig en niet meer voldeed aan nieuwere editie-eisen.Ga naar voetnoot13 Toch zal geen uitgever of editeur het werk op dit moment opnieuw willen doen. Alleen Max Havelaar is volgens hedendaagse editieopvattingen heruitgegeven, onafhankelijk van de Volledige werken.Ga naar voetnoot14

Het kan ook voorkomen dat een bestaande volledig-werkeditie gedeeltelijk nog bruikbaar is, maar dat bepaalde delen vervangen moeten worden of aanvullende delen gepubliceerd. Er kunnen ná de voltooiing van een editie nog nieuwe brieven of manuscripten gevonden zijn. Commentaardelen kunnen aan vervanging toe zijn, terwijl de tekstdelen nog voldoen aan wetenschappelijke eisen. Sommige volledig-werkedities zijn samengesteld door verschillende editeurs, en de editorische kwaliteit van de delen is daardoor wisselend.Ga naar voetnoot15 Men zou zich kunnen voorstellen dat alleen bepaalde, wetenschappelijk gezien onaanvaardbaar uitgegeven delen opnieuw gemaakt worden.

Natuurlijk stelt de editeur er zich van op de hoogte of er niet elders al een editie van het werk wordt voorbereid.

 

De editeur dient zich af te vragen of het gehele werk van een auteur een dergelijke waarde heeft dat het compleet beschikbaar moet zijn. Als de kwaliteit wisselend is, kunnen er andere argumenten zijn om toch naar volledigheid te streven. Is er bij voorbeeld een duidelijke samenhang in het oeuvre, waardoor het ene werk zonder het andere niet of minder goed begrepen kan worden? Vaak verdient een volledige editie van alleen één bepaald genre de voorkeur. Herman Heijermans is een belangrijk auteur, maar zou al zijn journalistiek werk opnieuw uitgegeven moeten worden? Eerder moet gestreefd worden naar een editie van zijn toneelwerken, eventueel aangevuld met zijn romans en verhalen. Bij Bloem en Leopold is er voor gekozen een weten-

[pagina 37]
[p. 37]

schappelijke editie van alle poëzie te maken, en geen prioriteit te geven aan een proza-editie.Ga naar voetnoot16 Een editie van een bepaald genre wordt een deeleditie genoemd, ook al is de uitgave binnen het genre compleet.

 

Bij edities van afzonderlijke werken dient de editeur weer te beginnen met de vraag naar het literair-historisch belang en met onderzoek naar de status van de beschikbare edities. Is er behoefte aan een wetenschappelijke editie van het desbetreffende werk en is er voldoende belangstelling te verwachten, bij voorbeeld omdat het werk hergewaardeerd wordt in literaire studies? Of is er nieuwe belangstelling te verwachten na de uitgave van een betrouwbare editie? Bij werk dat nog niet eerder uitgegeven is, moet het literair-historisch belang zich nog bewijzen. Hier kan de editeur alleen zijn eigen oordeel volgen, en het belang van een editie afwegen. Bepaalde correspondenties kunnen esthetisch gezien de moeite van het uitgeven niet waard zijn, maar zoveel informatie bevatten over het werk van een auteur, dat dit de doorslag geeft. Sommige jeugdwerken hebben in zichzelf geen belang, maar werpen licht op de genese van later werk. Een zedenschets kan niet interessant zijn als literair produkt, maar wel informatie over maatschappelijke gewoonten bevatten die nergens anders te vinden is.

Ook de zeldzaamheid van een bepaalde uitgave kan aanleiding zijn voor een editie. Van de eerste druk van Van Deyssels Een liefde uit 1887 zijn slechts enkele exemplaren overgeleverd, doordat de auteur zelf de verspreiding tegenhield. Door een facsimile-uitgave kwam dit werk, dat een sleutelpositie in de receptiegeschiedenis van het naturalisme in Nederland inneemt, in 1974 opnieuw ter beschikking.Ga naar voetnoot17 Als een bepaalde zeldzame oude druk veel bestudeerd wordt of dient te worden, heeft een editie prioriteit, alleen al om de kostbare originelen te beschermen.

De vraag of er al een betrouwbare editie beschikbaar is of voorbereid wordt, moet ook bij de uitgave van een afzonderlijk werk gesteld worden. Helaas komt het maar al te vaak voor dat er verschillende onbetrouwbare edities, of beter gezegd heruitgaven, tegelijk op de markt zijn, maar geen enkele betrouwbare.Ga naar voetnoot18 Toch kan het verdedigbaar zijn dat er twee edities naast elkaar bestaan, bij voorbeeld een specialistische en een die gericht is op een breed publiek. Naast de historisch-kritische edities van de poëzie van Leopold en Bloem zijn er leesedities uitgegeven door dezelfde editeurs. De vondst van tot dan toe onbekende informatie kan een nieuwe editie nodig maken, ofschoon de oude volgens wetenschappelijke maatstaven is vervaar-

[pagina 38]
[p. 38]

digd.Ga naar voetnoot19 Ook is het mogelijk dat er zulke grote verschillen bestaan tussen drukken van een literair werk, dat het uitgeven van edities die de tekst volgen van uiteenliggende drukken, gerechtvaardigd is. Tussen de eerste (1916) en tweede (1926) druk van Martinus Nijhoffs De wandelaar zijn zoveel verschillen dat beide versies naast elkaar uitgegeven zouden kunnen worden.Ga naar voetnoot20

voetnoot7
Deze situatie is in ieder geval geldig voor Nederland. Het taalgebied is te klein om grote edities zonder overheidssteun uit te kunnen brengen. Het Nederlands Literair Produktie- en Vertalingenfonds is ingesteld om bij te dragen in de produktiekosten van kostbare edities. De adressen van subsidiërende instellingen vindt men in het enigszins verouderde Handboek letteren. Informatie over landelijke, provinciale en lokale organisaties, subsidies en regelingen (1986). Voor particuliere fondsen kan geraadpleegd worden het Fondsenboek (1991). Overigens worden ook in het buitenland, met name Duitsland en Frankrijk, wetenschappelijke edities door de overheid gesubsidieerd.
voetnoot8
De term verzameld werk reserveren wij hier voor een uitgave die door een auteur aan het eind van zijn leven, of kort na zijn dood door zijn vrienden of erfgenamen samengesteld is, en die doorgaans een keuze bevat uit het volledig werk. Alleen wat de auteur representatief achtte is dan opgenomen. Zie voor het oneigenlijk gebruik van de term ‘verzameld’ het artikel van Fokkema, ‘Verzamelde gedichten: een loze term?’.
voetnoot9
Zie hiervoor het genoemde artikel van Fokkema en het artikel van Frans A. Janssen, ‘Bij de tombe. Gedachten over het uitgeven van verzamelde werken’. Kritiek op de verzameldwerk-editie van F. Bordewijk levert Blomme in Literatuur.
voetnoot10
Gerbrand Adriaensz. Bredero, De werken. (1968-1986).
voetnoot11
Couperus, Verzamelde werken. 2e dr. 12 dln. (1975). De eerste druk was verschenen tussen 1953-1957.
voetnoot12
Leopold, Verzameld werk. 3e dr. Dl. 1 (1977). De eerste druk van deze door P.N. van Eyck bezorgde editie dateert van 1952. De historisch-kritische editie verscheen in 1983: Leopold, Gedichten 1. De tijdens het leven van de dichter gepubliceerde poëzie. Historisch-kritische uitgave, verzorgd door A.L. Sötemann en H.T.M. van Vliet. Een leeseditie op basis van het historisch-kritische materiaal, verzorgd door dezelfde editeurs, was al in 1982 uitgekomen.
voetnoot13
Multatuli, Volledige werken. (1950-1995). Het eerste tot en met het zeventiende deel verschenen onder redactie van G. Stuiveling, die in 1985 overleed. Vanaf het achttiende deel uit 1987 bezorgden H. van den Bergh en B.P.M. Dongelmans de editie. De opdracht aan deze editeurs was om de resterende delen in zo hecht mogelijke aansluiting bij de eerdere delen te doen verschijnen (volgens het voorwoord van dl. 18, 9). Vanaf dl. 23 is Dongelmans vervangen door D. van der Meulen.
voetnoot14
Multatuli, Max Havelaar of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelmaatschappy. historisch-kritische uitgave, verzorgd door A. Kets-Vree.
voetnoot15
Zie als voorbeeld de evaluatie van de Brederode-editie in Verkruijsse, Mattheus Smallegange (1624-1710): Zeeuws historicus, genealoog en vertaler, 25-26. De Brederode-editie is door verschillende editeurs vervaardigd, die elk een andere werkwijze volgden om een leestekst tot stand te brengen.
voetnoot16
Noch in de historisch-kritische edities van Bloem en Leopold, noch in de daarop gebaseerde leesedities, wordt iets bekend gemaakt over plannen voor een volledig-werkeditie. Zie Leopold, Gedichten 1 en Verzamelde verzen; Bloem, Gedichten. Historisch-kritische uitgave, verzorgd door A.L. Sötemann en H.T.M. van Vliet; Bloem, Verzamelde gedichten (1979). Inmiddels is een leeseditie van Bloems kritisch werk verschenen (Het onzegbare geheim. Amsterdam, 1995).
voetnoot17
Van Deyssel, Een liefde. Fotografische herdruk (1974).
voetnoot18
Zie hiervoor Mathijsen, ‘Het editeren van historische teksten’. Hierin worden uitgaven van Beets' Camera obscura en Multatuli's Max Havelaar, zoals die toen op de markt waren (1986), geëvalueerd.
voetnoot19
Vaker wordt dan in een supplementdeel het nieuw gevonden materiaal verwerkt. Nadat G.H. 's-Gravesande zijn documentenuitgave: De geschiedenis van De nieuwe gids. Brieven en documenten (1955) had uitgebracht, werd het archief van Frank van der Goes, dat in de Tweede Wereldoorlog ontvreemd was uit het Internationaal Instituut voor Sociale Geschiedenis, ongeschonden teruggevonden in Polen. In 1961 kwam een supplementdeel uit, waarin ook het inmiddels toegankelijke archief van Jacobus van Looy en andere vondsten verwerkt waren. De vondst van honderden nieuwe documenten na de eerste druk van de Gorter-documentatie (1964), noopte Enno Endt tot een ‘zeer vermeerderde’ tweede druk (1986) waarin hij een concordantie op de oude opnam (Herman Gorter documentatie 1864-1897).
voetnoot20
Vgl. Nijhoff, Verzamelde gedichten. Tekstverzorging W.J. van den Akker en G.J. Dorleijn, 410-411.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken