Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Als wind en rook (1980)

Informatie terzijde

Titelpagina van Als wind en rook
Afbeelding van Als wind en rookToon afbeelding van titelpagina van Als wind en rook

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.89 MB)

Scans (8.53 MB)

ebook (2.93 MB)

XML (0.32 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Als wind en rook

(1980)–Josepha Mendels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 159]
[p. 159]

Achtentwintig

Drie dagen na haar laatste bezoek aan Simon stuurde Louise hem een brief. Goeddoen, atmosfeer, liefde en godsdienst waren de woorden die hierin herhaaldelijk voorkwamen, uitsluitend omdat zij voor het wagen van haar laatste kans geen andere tot haar beschikking had.

Want van die laatste kans was ze zich wel bewust in de nachten welke op het verzenden van die brief volgden en waarin zij vergeefs naar antwoord lag te hunkeren. Nachten zonder slaap en met confectie-dromen. ‘Lieveling,’ fluisterde zij soms, ‘lieveling, lig je wel goed?’ En ze strekte haar arm uit, opdat zijn hoofd hierop kon rusten. Soms ook sprak zij tegen hem, alsof hij in de Brabantse fauteuil zat. ‘Wat Elisa jou door haar halfslachtigheid heeft onthouden,’ zei ze bijvoorbeeld, ‘zal ik je nu brengen. Ik zal godvruchtiger worden dan de meest godvruchtige jodin; ik zal al je wetten uit mijn hoofd leren en mijn leven op jou instellen. Nimmer, hoor je me, Simon, nimmer zal je ook maar iets op mij aan te merken hebben. Ook niet in de liefde. Ik ben nog maagd, Simon, ik had je dat al zo lang willen zeggen, maar je gaf mij er de gelegenheid niet voor. Je zult het een genot vinden dat er nooit een man van mijn zinnelijkheid heeft geprofiteerd. Nieuw zal ik bij je komen, nieuw van geest en van lichaam. Zo zal je mij in je armen nemen en dan zal het gebeuren, het, het, het, eindelijk...’

Dikwijls ook, midden in de nacht, sloop Louise uit haar bed, glipte in haar pantoffels en zocht in haar boekenkast achter Staring en Ina Boudier-Bakker naar een lijvig deel: De Erotiek in het Huwelijk. Niet lang geleden is ze naar een andere stad gereisd waar niemand haar kende en daar heeft ze dat boek toen

[pagina 160]
[p. 160]

gekocht: ‘... Een geschenk voor een vriendin die trouwen gaat, ziet u.’ Maar de verkoopster had niet eens geluisterd, een bon geschreven en het geld aangenomen. Louise kent de opeenvolging van de verschillende onderwerpen al uit haar hoofd. Telkens herleest ze dezelfde bladzijden, want er is iets dat ze nog beter zou willen weten, wat ze reeds zou willen voelen, om nog sterker en bewuster tegenover hem te kunnen staan. Zo, met De Erotiek in het Huwelijk in haar handen, valt ze dan ten slotte toch in die slaap met de confectie-dromen.

 

Binnen een week wist iedereen in die noordelijke provinciestad dat Simon en Elisa gingen scheiden. Daar had Klazien weer voor gezorgd. Ze had het wel niet openlijk gezegd, ‘maar nietwaar, als mevrouw werkelijk voor haar gezondheid op reis was gegaan, dan had ze niet zo veel persoonlijke dingen meegenomen waar ze blijkbaar aan gehecht was. Er is zelfs een vaasje weg, nee, nog mooier, het schoorsteenkleed uit de slaapkamer is ook verdwenen. Dus ze komt vast en zeker niet meer terug. Waar de kinderen zullen blijven weet ik ook niet, jullie moeten me nou niet het hemd van 't lijf vragen...’

In plaats dat Simon het door de houding van zijn leerlingen moeilijker zou krijgen, was het of die schijnbaar zo ongevoelige adolescenten daar in de schoolbanken iets begonnen te begrijpen van het kortstondige van iedere verbintenis, waarvoor de dood een oplossing is, stellig, maar waarvoor ook nog zo vele andere uitwegen bestaan. Simon, van zijn kant, legde zich er in die dagen op toe zijn lessen zo boeiend mogelijk te maken. Hij behandelde in de hoogste klassen de moderne Franse schrijvers en telkens ontmoette hij in deze romans familiedrama's met dezelfde uiteindelijke afloop, maar steeds bleef hij in de literatuur als aanleiding van een scheiding naar het probleem der godsdienst zoeken.

Intussen toonden ook zijn collega's zich buitengewoon vriendelijk. Ze inviteerden hem op de thee - iedereen was ervan

[pagina 161]
[p. 161]

op de hoogte dat hij bij hen geen maaltijd gebruikte - en zij maakten hem het leven draaglijk. Met De Bruin, een vurig katholiek, had hij vele en diepgaande gesprekken. De Bruin was ervan overtuigd dat een kind van een katholieke moeder en een joodse vader en zonder godsdienst opgevoed, later bewust één kant op moest gaan. ‘Welnu, Cohen, voor jouw vrouw was niet de joodse, doch de katholieke godsdienst weggelegd. Het is overigens verwonderlijk dat zij dit niet eerder gevoeld heeft.’ ‘Maar nee,’ antwoordde Simon, wrevelig door andermans eenzijdigheid, ‘voor haar zal er nimmer een religieuze gedachte bestaan, voor haar is er slechts een leegte die ze door menselijke goedheid en geluk moet zien te vullen. God zal in haar leven nooit enige betekenis krijgen.’ ‘Amice,’ zei toen De Bruin die merkte dat Simon geen begrip tonen wilde, ‘die oorlog waarvoor ik je onlangs zo bang heb gemaakt, wees daar voorlopig maar niet meer ongerust over. Het schijnt dat de gemoederen weer wat gekalmeerd zijn. Jij blijft dus maar hier in ons midden en vertrekt niet naar het zuiden. En verder, sterkte en moed.’

Hij begeleidde Cohen tot diens huis. Bijna machinaal greep Simon met zijn hand in de brievenbus. Hij haalde er een krant en een brief uit. Hij las op het poststempel van die brief de naam van zijn stad en was enigszins verwonderd dat hij het handschrift niet kende. Hij scheurde de enveloppe open, zette zijn dubbele leesbril op, las en voelde een driftbui opkomen die terzelfdertijd verdreven werd door een golf van triomf. Want daarvoor was hij tenslotte toch een man, een vrouw wilde iets van hem, deze vrouw wilde iets van hem, terwijl hij aan haar woorden van die zondagmorgen generlei geloof had gehecht. Opeens moest hij toen aan Minouche denken. Hij wist niet waarom, want wat had Louise, die eenzame, wat verstarde vrouw met dit van levenslust bruisende meisje gemeen? En hij dacht nog aan Minouche toen hij in een paar regels Louise wees op het absurde van de veronderstelling dat er tussen haar en hem ooit iets van een liefde, in welke vorm dan ook, sprake kon zijn... ‘Na de mislukking van mijn

[pagina 162]
[p. 162]

huwelijk met een half-jodin kan je toch wel vermoeden dat ik nu niet met een christin ga trouwen, hoeveel sympathie jij dan ook al voor het jodendom mag voelen.’ Hij streepte deze zin weer door en toen hij op een schoon blad opnieuw begon vroeg hij zich af waarom hij ze niet had laten staan. Eerst wist hij er geen antwoord op, maar toen werd hij er zich van bewust: niet de christin kon hem meer afschrikken, want van haar zou hij een gelovige kunnen maken, zo gelovig dat zij als uitzondering op een dag in het jodendom opgenomen kon worden. Na zijn experiment met Elisa was dit werkelijk niet een te moeilijke opgave een vrouw als Louise tot een wetsgetrouwe jodin te maken. Maar het was het woord huwelijk dat hij nimmer meer schrijven of uitspreken wilde, dat hij vergeten zou eens en voor altijd, en vervangen moest door twee andere: godsdienst en wetenschap.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken