Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De bevrijders (1921)

Informatie terzijde

Titelpagina van De bevrijders
Afbeelding van De bevrijdersToon afbeelding van titelpagina van De bevrijders

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.87 MB)

Scans (7.05 MB)

ebook (2.94 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De bevrijders

(1921)–P.H. van Moerkerken jr.–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

Hoofdstuk XXXVIII

WIJCKERVELT LAG GROEN EN BLOEMRIJK IN de zomerzon. De paden waren gewied en geharkt, de grasranden bijgestoken, de hoge beukenhagen gesnoeid. In de verzorgde berceaux was de schaduw haast ondoorbroken; met zuiver rond gewelf openden zij in de verte naar de trekvaart en het blinkend verschiet der duinen. Op de meetkunstiggetrokken perken bloeiden gele en rode rozen in sierlijke bogen. En het dicht-geloverd scherm der linden aan den zuidkant van het huis gaf een zacht koel licht op de gekleurde steentjes van het terras.

In haar koepeltje op den heuvel aan de Leidse vaart zat grootmoeder Kee-Jans van Wijck. Zij genoot van het zonnig vergezicht; en zij dacht weer aan een halve eeuw geleden, aan de hofstede harer ouders aan de Vecht. Wijckervelt was schoon en lieflijk geworden, gelijk haar zoon haar eenmaal had beloofd. Zo waren de tijden dan toch gekenterd; zo was na veel donkeren rampspoed het geluk der welvaart opnieuw tot hen gekomen. 's Heren wegen waren onnaspeurlijk...

De oude dame sloot de ogen, vouwde de handen in stille zaligheid. Zij had het niet durven dromen in die lange gruwzame jaren van omwenteling, van telkens wisselende regering, van bespotting der altijd geëerbiedigde tradities, dat eens nog de oude schone statigheid van leven zou weerkeren. En toch was het werkelijkheid. Zij opende de ogen en zag over den bloejenden hof waar zij nu al de deftige sieraden wist, die onontbeerlijk waren voor den droom harer jeugd. O, hoe dankte zij God, dat Hij haar een beminnenden zoon had geschonken en aan dien zoon de gaven en middelen om zijn liefde tastbaar te maken ... Het oude hek tussen de helder-geschuurde zuilen blonk van nieuw verguld; in het midden van het sterrebos schitterde een vergulde Merkurius; de parterres achter

[pagina 147]
[p. 147]

het huis, afdalend naar het westen, eindigden in een achtkanten vijver waarin vlugge goudvissen glansden onder het zomerlicht; acht porceleinen potten met aloë's pronkten aan de hoeken en een fontein met Neptunus en Tritonen spoot er 's Zondagsmiddags zijn vrolijken straal. De taxishagen waren in vroegere vormen geschoren: er waren paarden en pralende pauwen, spoelkommen, hagedissen en tabakskomfoortjes. Doch het lieflijkst was dat nu ook een grafeuil de dichterlijke landelijkheid harer jeugdjaren kon doen gedenken. David had voor zijn vriend Tobias Soelens een monument gesticht, omgeven door vier cypressen; het was een gebroken marmeren zuil met het borstbeeld des Dichters op een medaillon; het jonggestorven hoofd was met den klassieken lauwerkrans getooid; een treurende Muze van zandsteen legde een palmtak neer aan den zuilvoet. Een bouwval, een grot, een hermitage ontbraken nog; maar moest er niet iets te wensen blijven? Was het zo niet genoeglijk, te kunnen mijmeren op die stille rustieke plek? Moest zij niet tevreden zijn, dat de oude orde der tijden was weergekeerd, Holland vrij en onafhankelijk, de tyran, de revolutie overwonnen ... Ja, zij was tevreden, en met dankbaren glimlach zag zij naar de trekschuit die voorbij gleed langs het zachtbewogen riet.

Doch de domestique, bescheiden kuchend aan den ingang van het priëel, verstoorde haar gepeins: Mijnheer David verwachtte Mevrouw op het terras: de jonker was plotseling uit den oorlog gearriveerd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken