Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1 (1911)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (11.41 MB)

ebook (6.56 MB)

XML (6.30 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 1

(1911)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Frederik, Willem Frederik Karel]

FREDERIK (Willem Frederik Karel), prins der Nederlanden, geb. te Berlijn 28 Febr. 1797, gest. huis de Pauw te Wassenaar 8 Sept. 1881, zoon van Willem, prins van Oranje en Nassau, later koning Willem I, en Frederica Louisa Wilhelmina, prinses van Pruisen. Hij doorleefde zijn jeugd, terwijl zijn ouders in ballingschap waren, eerst te Berlijn, te Schönhausen, te Fulda, later weder te Berlijn; vrienden zijner jeugd aan het berlijnsche hof waren de latere koning Friedrich Wilhelm IV en Wilhelm I, later koning van Pruisen en keizer van Duitschland. Zijne opvoeding was zoo geheel duitsch, al bleven de herinneringen aan het verloren vaderland leven; onder zijne militaire leermeesters, tevens die zijner koninklijke neven, behoorden Clausewitz en Scharnhorst, onder de burgerlijke Delbrück, Niebuhr en Ancillon. Hij werd 23 Maart 1813 pruisisch officier en nam deel aan den grooten veldtocht van het silezische leger onder Blücher, onderging den vuurdoop bij Lützen (2 Mei), woonde de slagen bij Bautzen (21 Mei), bij Dresden (26 Aug.), bij Kulm (30 Aug.), bij Wachau (16 Oct.) en bij Leipzig (16-19 Oct.) bij en werd 17 Nov. overgeplaatst naar het voor de Nederlanden bestemde korps van Bülow; 26 Nov. ontmoette hij den uit den Haag naar zijn vader afgezonden kapitein Wauthier te Frankfort. Kort na de aankomst zijns vaders in den Haag vervoegde ook hij zich daar (8 Dec.). Hij nam verder deel aan Bülows veldtocht in Brabant, België en Noord-Frankrijk. Tot kolonel en grootmeester der artillerie bij het nederlandsche leger benoemd, trad hij bij het beleg van Bergen-op-Zoom als luitenantgeneraal der infanterie, tweede bevelhebber van het eerste nederlandsche korps op; hij bezocht in Mei 1814 het veroverde Parijs, deed later ook een reis naar Engeland. Hij bezocht vervolgens in het najaar voor korten tijd de leidsche hoogeschool onder leiding van van Reede, d'Yvoy en van Assen en kreeg bij de invoering der grondwet den titel van prins der Nederlanden, terwijl voor zijne aanspraken op

[pagina 897]
[p. 897]

de nassausche erflanden, later door die op Luxemburg vervangen, een aantal domeingoederen hem werden toegewezen. Bij de dreigende oorlogsgevaren van Maart 1815 verliet hij de hoogeschool en werd (23 Maart) aangesteld tot bevelhebber van het mobiele nederlandsche leger onder opperleiding van zijn broeder, den prins van Oranje. Door den algemeenen opperbevelhebber, lord Wellington, werd hij onder lord Hill, bevelhebber der tweede divisie der Verbondenen, in Mei met de indische brigade en de eerste divisie van het nederlandsche leger in Vlaanderen geplaatst als reserve, met Sottegem, later Hal in Brabant als hoofdkwartier, zoodat hij den slag bij Waterloo niet bijwoonde. Wel nam hij deel aan den tweeden veldtocht in Frankrijk, waar hij bij de belegeringen van Quesnoy, Valenciennes en Condé zich met zijn troepen onderscheidde; hij deelde ook in de uitdeeling van ridderkruizen bij St. Denis en nam te Parijs het bevel over de nederlandsche troepen over van zijn nog niet herstelden broeder; hij voerde na den vrede in December de troepen naar het vaderland terug en zorgde voor de teruggave der door de Franschen hier geroofde kunstschatten. Door zijn vader, koning Willem I, werd hij opvallend verkozen boven zijn ouderen broeder, wiens oneenigheden met dezen hem zeer bedroefden en die hij telkens trachtte te voorkomen of te beëindigen, soms met goeden uitslag. Hij keerde na den oorlog niet meer naar Leiden terug maar werd (19 Sept. 1815) lid van den Raad van State en oefende zijne functie als grootmeester der artillerie sedert 1818 zelfstandig uit, totdat hij (15 Juni 1826) tot commissaris-generaal van oorlog werd aangesteld, einde 1829 tot admiraal en kolonel-generaal van de landmacht. In deze functiën deed hij veel voor het militair onderwijs volgens duitsche denkbeelden, met name bij de stichting der Kon. Mil. Academie te Breda (1826) en ten behoeve der artillerie. Hij steunde ook van den Bosch' pogingen tot oprichting der Maatschappij van Weldadigheid, zelf voorzitter der in 1818 opgerichte Commissie van Weldadigheid. De Orde der Vrijmetselaren in Nederland had hem reeds in 1816 tot haren grootmeester benoemd, in welke betrekking hij met zijn grooten weldadigheidszin, zijn beminnelijke welwillendheid en tegemoetkoming hooge waardeering vond en tot zijn dood met voorliefde werkzaam was. De wet van 25 Mei 1816, regelende zijne schadeloosstelling uit de domeinen, wees hem die in de rentambten Breda, Niervaart, Oosterhout, Zevenbergen en Zwaluwe toe, tot een bedrag van ongeveer ƒ 190.000, ook toegekend aan zijn mannelijke afstammelingen; hij kwam na den troonsafstand zijns vaders (Oct. 1840) in het bezit daarvan. Hij huwde 21 Mei 1825 met zijn nicht Louise Augusta Wilhelmina Amalia, prinses van Pruisen (geb. 1 Febr. 1808 te Koningsbergen), dochter van koning Friedrich Wilhelm III, waardoor zijne betrekkingen tot het pruisische Hof nog versterkt werden, en vestigde zich sedert 1818 in het nieuwe paleis in het Korte Voorhout te 's Gravenhage, waar hij verder zijn hoofdverblijf had, sedert 1838 afgewisseld door dat op het toen aangekochte huis De Pauw onder Wassenaar met de later gekochte goederen aldaar. In 1829 was er sprake van zijne candidatuur voor den griekschen troon.

Nog eenmaal zou de Prins een belangrijke militaire functie te vervullen hebben. Na den opstand te Brussel vergezelde hij zijn broeder aan het hoofd van het tot onderdrukking daarvan gezonden leger bij Vilvoorde,

[pagina 898]
[p. 898]

maar zijne poging om (23-26 Sept. 1830) Brussel onder ongunstige omstandigheden te bedwingen moest hij ten slotte opgeven en met zijne geslagen troepen trok hij naar Antwerpen en over de grenzen van Noord-Brabant terug. Er is in de daarop volgende woelige tijden herhaaldelijk sprake geweest van eene administratieve scheiding der beide Nederlanden, zelfs van abdicatie van den prins van Oranje in het Noorden, waar dan de daar zeer beminde prins Frederik troonopvolger zou geworden zijn; van deze plannen is niets gekomen, evenmin als van latere plannen om hem in Luxemburg te doen opvolgen. Hij leidde nog de reorganisatie van het door de desertie der belgische officieren en soldaten ontredderde leger en bereidde met generaal de Constant Rebecque in het kamp van Rijen een veldtocht in België voor, waarbij de leiding echter ten slotte aan den prins van Oranje werd gegeven, al bleef prins Frederik dezen ter zijde staan. Later heeft de prins, die in Juli 1839 zijn ontslag nam als kolonel-generaal en nog in 1840 tot veldmaarschalk werd verheven, welken post hij tot 1868 bekleedde, noch in het militaire noch in het staatkundige leven meer een in het oog vallende rol gespeeld maar het is geen geheim gebleven, dat hij èn bij het leven zijns vaders èn bij dat zijns broeders, koning Willem II, èn bij dat van zijn neef, koning Willem III, herhaaldelijk is opgetreden tot verzoening bij opkomende moeilijkheden en oneenigheden in het Oranjehuis zoowel als tot verzachting van tegenstellingen en vereffening ook van staatkundige bezwaren vooral ten opzichte van Duitschland, in het bijzonder van Pruisen, met welks vorstenhuis hij steeds de hartelijkste betrekkingen bleef onderhouden. Overigens leefde hij stil in den Haag en Wassenaar, zorgend voor het beheer zijner goederen, ook voor die in Silezië, die hem uit de erfenis zijns vaders waren toegedeeld, en zich vooral inlatend met zaken van weldadigheid, overigens zich vergenoegend met een bescheiden rol aan het nederlandsche Hof. De dood zijner echtgenoot (6 Dec. 1870 te Wassenaar) trof den buitengemeen huiselijken en gemoedelijken vorst zeer. Hij overleefde haar nog elf jaren, hoog geëerd om zijn voortreffelijk karakter (zijn lijfspreuk was: ‘ehrlich währt am längsten’) en zijn kalme welwillende gezindheid. Zijne twee zoons zijn jong gestorven; zijne dochters waren prinses Louise (geb. 6 Aug. 1828 in den Haag, gest. 30 Maart 1871, 19 Juni 1850, geb. met Karel Lodewijk Eugenius, kroonprins, later koning Karel XV van Zweden) en prinses Marie, (geb. te Wassenaar 5 Juli 1841, overl. Juni 1910 geh. 19 Juli 1871 met Willem, prins van Wied).

Uit verschillende leeftijden zijn van hem portretten in prent uitgegeven, die vrijwel volledig opgesomd zijn in de portretlijsten van Muller en van Someren.

Zie: J. ten Brink, Prins Frederik der Nederlanden ('s Grav. 1881); P.H. Witkamp en P.H. Craandijk, Prins W.F.K. der Nederlanden (Deventer 1882); P. van Bemmelen, Le domaine du prince Frederic des Pays-Bas (La Haye 1882); F. de Bas, Prins Frederik der Nederlanden en zijn tijd (Schiedam 1887 vlg., thans 4 deelen).

Blok


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over Frederik van Oranje-Nassau, prins der Nederlanden

  • P.J. Blok