Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9 (1933)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9
Afbeelding van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9Toon afbeelding van titelpagina van Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (9.68 MB)

XML (5.33 MB)

tekstbestand






Genre

sec - letterkunde
sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek. Deel 9

(1933)–P.J. Blok, P.C. Molhuysen–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende

[Gobbelschroy, Mr. Pierre Louis Joseph Servais van]

GOBBELSCHROY (Mr. Pierre Louis Joseph Servais van), geb. te Leuven 10 Mei 1784, overl. te St. Lambrechts Woluwe (Zuid-Brabant) 3 Oct. 1850, was de zoon van M.J. van Gobbelschroy, onder Willem I tot zijn overlijden 9 Mrt. 1825 lid. van den Raad van State.

Hij studeerde te Leuven, waar hij den graad van licencié en droit verkreeg, en ging in de fransche administratie. In 1812 werd hij benoemd tot onder-prefect te Deventer. In Nov. 1813 ging hij in zuidnederlandschen dienst over en werd hij te Brussel secretaris van de staats-secretarie. In 1815 ging hij in nederlandschen dienst over en op 10 Jan. 1816 werd hij benoemd tot referendaris 1e klasse.

Hij werd 19 Juni 1825 benoemd tot minister van Binnenlandsche Zaken, Onderwijs en Waterstaat. Toen Goubau d'Hovorst (dl. VIII, kol. 626) op 10 Juli 1826 met ingang van 1 Aug. d.a.v. ontheven werd van zijn ambt van directeurgeneraal van den roomsch-katholieken eeredienst en dit departement tegelijk werd opgeheven, werden de zaken daarvan onder van Gobbelschroy gebracht. Hij heeft dit deel van zijn dienst,gesteund door den referendaris Mr. P.G. van Ghert, geheel beheerd in den geest van Goubau. Het in 1825 opgerichte collegium philosophicum te Leuven, waarvan de bedoeling was, priesters van meerdere ontwikkeling dan de uiterst bekrompen plattelands-geestelijken, vooral in Vlaanderen, te vormen, stuitte af op den tegenstand van ultraclericale zijde, en de kleine seminariën, die Goubau

[pagina 292]
[p. 292]

had willen uitroeien, bleven bestaan. Over de geheele lijn werd door den Koning in 1829, hopende het verbond tusschen liberalen en clericalen te breken, toegegeven en het collegium in dat jaar gesloten, hoewel de gematigde aartsbisschop van Mechelen prins de Méan er curator van was. Het verbond bleef evenwel in stand. Met den pauselijken stoel werd 18 Juni 1827 een concordaat gesloten, dat geheel buiten medewerking van van Gobbelschroy door de Celles (dl. VII, kol. 290) tot stand gebracht werd. Voorloopig werd het door zijn tegenwerking niet ingevoerd en ook later, na den belgischen opstand, is dit in Nederland niet geschied.

Toen de Koning meende, dat door zijn toegeven de vrede met de zuidelijke ultra-clericalen bezegeld zou worden, achtte hij het ook wenschelijk, dat van Gobbelschroy, vrijdenker op religieus gebied, door geloovige Roomsch-Katholieken vervangen zou worden. Het departement van roomsch-katholieken eeredienst werd 4 Dec. 1829 weder ingesteld met ingang van 1 Jan. 1830 en tegelijk van Gobbelschroy voor de afdeelingen Binnenlandsche Zaken en Onderwijs door den gematigden roomschen de la Coste vervangen. Tegelijk werd het departement van Marine, Nationale Nijverheid en Koloniën opgeheven en werden een departement van Marine en een van Waterstaat, Nationale Nijverheid en Koloniën geschapen. Van dit laatste werd van Gobbelschroy minister. Toen de belgische opstand uitbrak en 4 Oct. 1830 Brussel door de troepen van prins Frederik ontruimd moest worden, werd de Prins van Oranje door den Koning naar Antwerpen afgevaardigd en belast met het tijdelijk beheer der Zuidelijke Nederlanden. Hem werden als ministers toegevoegd de hertog van Ursel, oudminister van Waterstaat, president, van Gobbelschroy en de la Coste. De Prins benoemde 5 Oct. een raad, bestaande uit 11 zuid-nederlandsche Kamerleden. Hij vaardigde een proclamatie uit, waarin hij administratieve scheiding beloofde. Toen de zaak van den Prins niet vorderde, verlieten de meesten Antwerpen en eindelijk verlieten de Prins en allen, die hem nog trouw gebleven waren, nadat de bovengenoemde opdracht 20 Oct. was ingetrokken, die stad. Van Gobbelschroy verkreeg op zijn verzoek 22 Oct. eervol ontslag, trok zich op zijn goederen terug en heeft geen politieke rol meer gespeeld.

Hij werd in 1825 associé van de Brusselsche Academie royale en in 1826 lid van de Maatschappij der Nederlandsche Letterkunde te Leiden.

Ramaer


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Nieuw Nederlandsch biografisch woordenboek (10 delen)


Over dit hoofdstuk/artikel

auteurs

  • over P.L.J.S. van Gobbelschroy

  • Johan Christoffel Ramaer