Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Loreley (1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van Loreley
Afbeelding van LoreleyToon afbeelding van titelpagina van Loreley

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Loreley

(1882)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 204]
[p. 204]

XXI.

 
Van u, de valschheid zelf, heb ik gedroomd....
 
 
 
Dood waart gij.... In uw blonde lokkenpracht
 
gehuld als in een dwijle, laagt gij daar,
 
op 't ruwe kluitenbed des killen grafs,
 
dicht toegedekt met zoden, waar het gras
 
reeds lange halmen schoot, zelfs hier en daar
 
een enkel blauwig bloemken uitsproot, dat
 
mij onweêrstaanbaar aan uw oog deed denken....
 
 
 
En 't scheen me: ik was de grafworm.... en ik sloop
 
door al die lijkasch heen, en voelde mij,
 
als eertijds - toen ik, als het zeekompas,
 
naar u, mijn blinkend Noord, werd aangelokt -
 
zoo voelde ik mij getrokken naar uw lijk,
 
met onweêrstaanbre hertstocht....!
 
Rond uw leên,
 
de poezlig-blanke - zag ik, hoe reeds de aerd,
 
de vruchtenzwangre, 't nauwliks zichtbaar zaad
 
ontkiemen deed, wen, naast uw linkerborst
 
een dorenwortel duizend peesjes schoot....
 
Daar riep ik, rond uw lichaam, al 't gewormt
[pagina 205]
[p. 205]
 
van 't kerkhof saam. - En zie: als op zijn prooi
 
een hongrend tijgerkroost het heet gebit
 
woest knagend scherpt - zóó viel de gansche zwerm,
 
tienduizend duizenden, uw lichaam aan!....
 
Eerst uwe voeten, die zoo menigwerven,
 
met rhytmisch trippelen, het enge pad
 
gansch dichtjes nevens mij betraden, wreed
 
de bloemkens nedertrappelend.... - Dàn uw hand,
 
die mollig-witte, rozenkleurge hand,
 
die gij zoo vaak, in zaalgen zoenensstond,
 
der mijne toestaakt.... Dun uw wang, nog warm,
 
warm van mijn laatste kussen; uwen mond,
 
voorheen een roos gelijk, zoo frisch, zoo rood,
 
waaruit zoo vaak, als uit een springfontein
 
vol gouden waters, eed op eed ontsteeg,
 
zoo menig liefdewoord, als melodij,
 
door u gefluisterd, maar niet ééns gevoeld,
 
oprees, van valschheid dik! -
 
Doch, toen 't gediert,
 
nooit zat geknaagd, plots rond uw hert verdrong;
 
toen zij - een zwarte, wemelende vlek -
 
hun vraat'ge zuigers in uw donker bloed
 
met gulzige wellust doopten; - toen, ô vrouw!
 
toen had, ondanks de dood die 't àl verkracht,
 
ondanks de grafsteê, die het àl verteert,
 
uw stilstaand hert - die zetel des gevoels! - ja!
 
zóóveel venijn nog in, dat gansch de zwerm,
 
vergiftigd, stikte in 't rortend boezemvleesch!

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken