Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Loreley (1882)

Informatie terzijde

Titelpagina van Loreley
Afbeelding van LoreleyToon afbeelding van titelpagina van Loreley

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

ebook (3.05 MB)

XML (0.27 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Loreley

(1882)–Pol de Mont–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 206]
[p. 206]

XXII.

 
De gloeiendroode zonne stijgt
 
omlaag, in de wijde, schomlende,
 
zilvergrauwe wereldzee.
 
Luchtbeelden, rozig aangekleed,
 
zwermen heur na, en - haar tegenover,
 
uit den scheemrenden wolkensluier des herfstes
 
- als een treurig doodsbleek gelaat -
 
breekt zacht de Mane,
 
en achter haar, blikkeren als lichtvonken,
 
door rozige dampen, de sterren.
 
 
 
Eens, aan de hemelen, glansten
 
echtlik vereend,
 
Luna, de gade, - en Sol, de God,
 
en toen wemelden rond het paar de sterren,
 
de kleine, de onschuldige kinderkens!
 
 
 
Doch booze tongen zaaiden tweespalt,
 
en daar scheidde, in veede,
 
het hooge, lichtschenkende Echtpaar.
[pagina 207]
[p. 207]
 
Nu, des daags, in eenzame pracht,
 
wandelt daarboven de Zonnegod,
 
zijner heerlikheidswegen
 
aangebeden en vaak bezongen
 
door vermetele, heilontbeerende menschen;
 
maar des nachts,
 
kuiert droef Luna de sfeer door,
 
de arme moeder
 
met hare verweesde sterrenkinderen,
 
en glanst in spraakloozen weemoed,
 
en minnende meisjes en dweepende dichters
 
wijden haar.... tranen en liedjes!
 
 
 
De weeke Luna! Vrouwlik van zin,
 
mint zij nog immer den schoonen Gemaal.
 
Tegen den avond, siddrend en bleek,
 
lonkt zij eens even door 't wolkengordijntje
 
en schouwt naar den Scheidenden, smertlik,
 
en wou wel angstvol roepen: ‘Kom!
 
Kom! De kinderen verlangen naar u -’
 
Doch de trotsche Zonnegod,
 
bij d' aanblik der Eega, daar gloeit hij
 
in dubbelen purpurglans
 
van toorn en smert,
 
en onverbiddelik ijlt hij omneêr
 
in des vloeds bevrozen weduw'naarsbed.
 
 
 
Booze, snijdende tongen
 
brachten alzoo smert en verderf
[pagina 208]
[p. 208]
 
zelfs onder de aleeuwige Goden.
 
En die arme Goden, hoog in de heemlen,
 
wandlen zij, van kwalen zat,
 
troostloos, hunne oneindige baan voort,
 
en kunnen niet sterven,
 
en sleepen met zich
 
hunnen glansenden weedom!
 
Ik echter, de Mensch,
 
de needrig geborene, proeie der dood,
 
ik klage niet langer!Ga naar voetnoot1)
voetnoot1)
Zie nota's.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken