Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsche spraekkunst (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsche spraekkunst
Afbeelding van Nederduitsche spraekkunstToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsche spraekkunst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.24 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Editeur

F.A.M. Schaars



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsche spraekkunst

(1988)–Arnold Moonen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het VIII. Kapittel.

WY zouden nu van de Letteren kunnen afscheiden, waere 'er niet iets te zeggen van het schryven van zommige woorden en van de Talletteren.

Omtrent het schryven eeniger woorden moet men deeze regels waerneemen:

I. Zommige woorden moet men dus schryven, Zuid- en Noordhollant, dagh- en gedenkschriften, voor- en tegenspoet; op dat men door dit teken zie, dat Zuid mede aen Hollant, dagh aen schriften, en voor aen spoet behoore. Dus schryvende Zuid- en Noord-hollant, is het, als of'er stond Zuidhollant en Noordhollant. Dagh- en gedenkschriften is zoo veel, als daghschriften en gedenkschriften, en voor- en tegenspoet, als voorspoet en tegenspoet. Dit heeft ook plaets in alle andere woorden van gelyken aert.

II. De woorden aerd-bodem, werelt-kloot, schout-

[pagina 38]
[p. 38]

amt, man-slagh, pest-huis, en diergelyke laschwoorden meer, dient men aldus zonder afscheidinge aen een te hechten, aerdbodem, wereltkloot, schoutamt,&c. want al is zulk een laschwoort uit twee woorden samengezet, het is nochtans door de aeneenlasching een woort geworden.

III. Begonze, hadze, deedmen, zoomen, zalmen, en diergelyke behoort men van een te scheiden, en aldus te schryven, Begon ze, had ze, deed men, zoo men, zal men. Dus moet men ze scheiden, om dat het twee woorden zyn. Ook om dubbelzinnigheit te myden: want schryft men zoomen in plaetse van zoo men, en zalmen voor zal men, het schynt, dat men van zoomen van kleederen, en van zalmen, vischen, spreeke.

IV. Men moet groote of hooftletters stellen voor eigene naemen van persoonen, landen, steden, stroomen; ook voor de naemen van waerdigheden, bedieningen, godtsdiensten, gevoelens &c. Het begin van elk zinslot of periodus in ons schryven, en de eerste letter van elk vaers in een gedicht moet insgelyks een hooftletter zyn.

V. Gelyk van de twee SS, die de Nederlanders in hunne schriften gebruiken, de eene gemeenlyk lang en de andere kort is, als volgt, ss, zoo moet met de eerste het begin van een woort dus gemaekt worden, sabel, sap &c. met de leste het einde op deeze wyze, glas, huis &c. Ook wordt de korte s bequaemlyk gebruikt in het midden van een woort, uit twee, welker eerste met deeze letter eindigt, samengevoegt, op deeze wyze, paskaert, pasloot, busschieter, misslagen, en diergelyke.

[pagina 39]
[p. 39]

Het geen geschiedt, om dat pas, bus, mis niet met eene lange s maer met eene korte s gespelt worden.

De Talletters, die by de Nederlanders in het gebruik zyn, om talen tytschriften by een te stellen, zyn zeven, en deeze volgende, C, D, I, L, M, V, X.

Van deeze beteekent I, die uit eene enkele rechtopgaende streep bestaet, het getal van een; de V, uit twee schuinsche I samengestelt, vyf; de X, die niet anders is, dan twee V, met het scherpe tegens elkandere gestelt, tien. L, bestaende uit eene rechte en een dwersse I, beduidt vyfmael X, of vyftigh; C, of eerst twee L, waer van de eene recht, de andere omgekeert is, op deeze wyze [, betekent tweemael L, of hondert; D, of eene [, van alle kanten geslooten op deeze wyze □, betekent vyfhondert, en M duizent, of tweemael □.

Voorts gelyk het minder achter het meerder getal, de I, achter de V en X aldus gezet VI en XI, vyf en een, dat is, zes, en tien en een, dat is, elf betekent, zoo drukken IV. aldus gezet, vyf min een, dat is, vier, en IX op deeze wyze tien min een, dat is negen uit.

Dus stelt men ook XIV voor veertien, XIX voor negentien, XL, voor veertigh, XC voor negentigh.

Doch deeze IV, IX, XIV, &c, worden in de tytschriften niet gebruikt, maer wel in andere en enkele getallen.

Dus schryft men dit jaer, duizent zevenhondert en vier met deeze letteren, MDCCIV, of naer de wyze der Romeinen die geene M en D, maer

[pagina 40]
[p. 40]

deeze merken CIƆ en IƆ voor duizent en vyfhondert in hunne getallen gebruikten, aldus, CIƆIƆCCIV. Maer zestienhondert negen en negentigh wordt geschreeven, MDCXCIX, of op zyn Roomsch dus; CIƆIƆCXCIX.

Dat de XC en IX in geen tytdicht kan gebraght worden, heeft deeze reden, om dat elke Talletter, waer die ook in het tytdicht staet, volgens haer eigen getal wordt getelt, en eene X, voor eene C staende, van de C of hondert geene tien aftrekt, maer de eigene betekenis van tien behoudt; zoo dat XC in een enkel jaertal maer negentigh, en in een tytdicht hondert en tien uitbrengt.

Dat ondertusschen de X tot de zevende Talletter gestelt wordt, geschiedt op den gront van alle, die haer, waer voor wy liefst Ks gebruiken, in het spellen en schryven van Nederduitsche woorden behouden.

Voorts magh in een tytschrift of tytdicht niet een eenige Talletter meer worden gevonden, dan de letters, die het jaertal, dat men wil aenwyzen, net uitdrukken; gelyk het jaer 1568. toen Don Karel, Prins van Spanje, wierd vermoordt in

 
FILIVS ante DIeM patrIos InqVIrIt In annos,
 
De zoon VIt LVst tot hoogh gezagh
 
Haekt naer zIIn VaDers sterrefDagh;

En het jaer 1583. toen de toelegh des Hertogen van Anjou op Antwerpen mislukte in dit tytschrift, aVXILIVM sVIs DeVs, dat, te Antwerpen voor de Kipdorperpoort gezet, in onze taele luidt, GoDt VVas VerDaDIger zIIns VoLX.

[pagina 41]
[p. 41]

In deeze tytdichten, die veel arbeit en tyt kosten, en daerom ten aenzien der spellinge niet te naeu bepaelt behoeven te worden, moet men, zoo veel mogelyk is, eene goede en vaste spelling houden, zonder D voor T, CH voor G te gebruiken, of ook, om een getal van hondert te vinden, eene onnoodige C voor een K te schryven; op dat men niet schyne by stoelen en banken te gaen, daar men recht op zyn lyf en rustigh moet wandelen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken