Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Nederduitsche spraekkunst (1988)

Informatie terzijde

Titelpagina van Nederduitsche spraekkunst
Afbeelding van Nederduitsche spraekkunstToon afbeelding van titelpagina van Nederduitsche spraekkunst

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.24 MB)

XML (0.68 MB)

tekstbestand






Editeur

F.A.M. Schaars



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Nederduitsche spraekkunst

(1988)–Arnold Moonen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Het XXXIX. Kapittel.

GElyk de voorgaende Overeenkomst de Woorden betreft, die een Getal onderworpen zyn, zoo is 'er ook eene Overeenkomst van Woorden, waer in geen Getal plaets heeft, dat is, van Bywoorden en van Voegwoorden met Werkwoorden en Naemwoorden.

Van der Bywoorden Overeenkomste kunnen de volgende Regels worden gegeeven:

1. De Bywoorden, die de Werkwoorden in een enkel zinslot vergezelschappen, worden in hunne Overeenkomste achter de Bepaelde Werkwoorden, met Voornaemwoorden of Zelfstandige Naemwoorden overeenkoomende, geplaetst; als in, Ik treede langzaem; gy loopt ras; hy vloekt schriklyk, wy liegen nooit; zy hooren naeulyks; de starren schynen helder; de vesten ryzen hoog; Dafnis zat by geval.

Doch, wanneer het Vraegende of Verwonderende Bywoort Wat de Natuurlyke Overeenkomst der Naem- en Werkwoorden omgekeert heeft, worden de Bywoorden achter de Naemwoorden geplaetst; als in, Wat schynen de starren helder! wat ryzen de vesten hoog! wat buldert de wint geweldigh!

Dit wordt insgelyks verandert, wanneer een der Voegwoorden, Hoewel, Schoon, Naerdien, Dewyl, Indien, Zoo, en diergelyke de enkele rede voorgaet;

[pagina 272]
[p. 272]

want dan wordt het Bywoort tusschen de overeenkoomende Naem- en Werkwoorden gestelt; als in, Hoewel ik langzaem treede; Schoon gy ras loopt; Naerdien hy schriklyk vloekt; Dewyl wy nooit liegen; Indien zy naeulyks kunnen; Zoo de starren helder schynen.

Achter de Bywoorden van den Onbepaelden Tyt, Als, Toen, Wanneer, Nadat, Zoolang, Terwyl, Daer, heeft de zelve Woortvoeging plaets; als in, Als ik gevaerlyk krank lagh; Toen gy my troulyk bystondt; Wanneer zy dikwyls vraegden; Nadat zy spade aenquaemen; Zoo langh hy voorspoedigh regeerde; Terwyl Hontwolf vreesselyk baste; Daer die heuvels allengs afloopen.

Wanneer de rede vraegswyze door Hoe wordt voorgestelt, gaen de Bywoorden, de Naem- en Werkwoorden, in Overeenkomste staende, doch nu omgekeert, voor; als in, Hoe vinnigh steekt de zon! hoelieflyk zingt de nachtegael! hoe luide ruischen de boomen! In welke gelegenheit beide deeze Bywoorden, als aen een gelascht, schynen.

Het Bywoort, in eene rede gestelt, die met een Betreklyk Voornaemwoort begint, gaet voor het Werkwoort hene; als in, Die eeuwighlyk heerscht; die nergens vry ben; die te voore over landen en lieden regeerde; dat zoo verre van alle de werelt aflegt; die tweemael 's daegs gemolken wordt; die deerlyk om hals geraekte.

In de Onbepaelde of Eindigende Wyze der Werkwoorden, het zy Bedryvende en Onzydige, of ook Lydende, wordt het Bywoort tot de Overeenkomst voor het Werkwoort gestelt; als in, Wel leeven; snellyk beweegen; eerlyk handelen; quaelyk hooren; jammerlyk weenen; hoog vliegen; laeg daelen; deerlyk omkoomen; gansch vergaen; heimelyk vermoort worden; 's avonts begraeven worden.

[pagina 273]
[p. 273]

3. In de Overeenkomste der Zelfstandige met Byvoeglyke Naemwoorden, of met Lydende Deelwoorden, Byvoeglyker Wyze genoomen, wordt het Bywoort voor het Byvoeglyke gezet, het zy in deeze woortvoeginge een Geslachtwoort of Voorwoort het Byvoeglyke Naemwoort of Deelwoort voorgae, of uitgelaeten worde; als in, Een zeer grys man; eene gansch oude vrou; eene wel geschikte rede; de schier onnavolgbaere styl; uwe net besneede pen; onlangs gevalle sneeu; versch ontlooke bloemen.

4. Het Bywoort wordt ook in de woortvoeginge voor allerlei Deelwoorden, het zy van Bedryvende, het zy van Lydende of ook Onzydige Werkwoorden gezet; als in, Een schat, van outs begraeven; Dido, aldus gewaerschuwt; Orion, schielyk opsteekende; de storm, te geweldigh aenwassende; onvoorziens verschynende; wel gedient met Achates; zwaerlyk zuchtende; duiven, schielyk neêrgevallen; langduurigh in ballingschap omzwervende; ik, zoo schandelyk uitgestreeken; wy, zoo deerlyk verdrukt.

5. Het Bywoort Genoeg, in eene Bevestigende of ook Loochenende rede by een Byvoeglyk Naemwoort gestelt, neemt zyne plaets altyt achter dit Naemwoort; als in, Eene stiefmoeder, die boos genoeg is; ik ben niet wys genoeg; een overout verleider, verwaent genoeg.

De Voegwoorden, die van het voegen den naem draegen, hechten in de Overeenkomste allerlei Woorden met huns gelyken aen een, om alle de deelen eener rede te vereenigen.

Hier toe dienen deeze Regels:

I. De Samenbindende Voegwoorden, En, Noch,

[pagina 274]
[p. 274]

Nochte, en de Redeschiftende, Of, Ofte, worden gestelt tusschen de Bywoorden in eenen Toestemmenden of ook Ontkennenden zin. Dus zegt men, Hier en daer, Heden of morgen, Nu en dan, Gisteren of eergisteren; en wederom, Min noch meer, Vroeg noch laet; in welke leste loochenende spreekwyzen zommigen eene uitlaeting van Niet of Noch voor de eerste Bywoorden Min en Vroeg erkennen.

II. De Voegwoorden En en Of laeten zich ook plaetsen tusschen twee Voorzetsels met hunne Beheerschte Naemvallen, achter het leste alleen geplaetst; als in, Voor en na den val, Met of zonder hulpe.

III. De Voegwoorden En en Noch binden Zelfstandige Naemwoorden, Eigene en Gemeene, in hunne Naemvallen te zamen.

En dit geschiedt in de Gemeene Naemwoorden met byvoeging hunner Geslachtwoorden; als in, Het gezagh en de kroon des ryks te verzekeren; in den buik en het ingewant beslooten; Thaddeus ontvout den afval der Engelen, en de straf, daer op gevolgt; den leeu en den draek.

Somtyts geschiedt het dus, dat in het eene deel der rede het Geslachtwoort des Naemwoorts uitgedrukt en in het andere verzweegen worde; het zy de Naemwoorden van het zelve Geslachte zyn; als in, Den bliksem en donder nabootsende; de hovaerdy en nydigheit; het misbruik der schepselen en elementen: het zy dat zy van twee verscheidene Geslachten zyn; als in, Tot afbreuk van d'eere en naeme des Allerhoogsten; in de lommer van eene spelonke en priëel; Noë, het voorbeelt van godtvruchtigheit en boetgezant; naer den staet en gesteltenis der persoonaedje.

[pagina 275]
[p. 275]

In de Overeenkomste der Eigene Naemen door de Voegwoorden worden by de Naemwoorden geene Geslachtwoorden toegelaeten; als in, Lucifer en Michaël, Homeer en Euripides, Jakobs en Rachels zoon, geen zoon van Polybus nochte Merope: voor welk leste woort eene uitlaeting is des Voorzetsels Van.

Voor Gemeene Naemwoorden, door Voegwoorden aen elkander gehecht, worden ook dikwyls ter wederzyde de Geslachtwoorden uitgelaeten; als in, Met glimp en schyn; bier en wyn; water en broot; visch noch vleesch; rook en smook; vlammen en aerdbeevingen; hemel en aerde; wint en weder; lant en zee; huis en hof; in heerlykheit en hoogmoet; brant van tweedraght en oorloge; gezant en geheimenistolk. In welke voorbeelden zommige voorkoomen, waer in Naemwoorden van twee verscheidene Geslachten door het Voegwoort aen elkander gekoppelt worden. Maer dit is ook alreede aengemerkt by de Overeenkomst der Geslachtwoorden met hunne Zelfstandige Naemwoorden.

Gelyk ondertusschen de zelve Naemvallen door deeze Voegwoorden aen elkandere gehecht worden, zoo geschiedt dit niet nootzaekelyk in de zelve Getallen; dewyl door de Voegwoorden het Eenvouwige en Meervouwige Getal met hunne Geslachtwoorden te zamen gehecht worden; als in, Het tooneel en de persoonaedjen zyn zoodaenigh; de Paradysslang en de zwynskudden; Sint Jan beeldt de geheimenissen en den stryt in den hemel uit.

Evenwel heeft de uitlaeting der Geslachtwoorden in deeze schakelinge der Naemwoorden door de Voegwoorden ten deele of in het geheel plaets; als in,

[pagina 276]
[p. 276]

Maghtigh de oogen en aendacht des kenners te bekooren; de zoonen verlieten den wandel van Seth en offeranden en altaeren; door de opgezette sluizen des hemels en geduurigen slagregen; daer de Geslachtwoorden in het eene deel der rede worden uitgelaeten; en ook in, Een bedienaer van instellingen en afgodendienst; scholieren en opluikende jongkheit worden geoeffent; door spitsvondigheden en hoogdraevenden tooneelstyl geraekt; schoon 'er uitspraek nochte zeden nochte spreuken ontbeeren; in welke leste voorbeelden de Geslachtwoorden ter wederzyde ontbreeken.

IV. Byvoeglyke Naemwoorden, het zy in hunne Overeenkomste by de Zelfstandige gevoegt, het zy op zich zelfs staende, of als Zelfstandige gerekent, worden door de Voegwoorden En, Noch, Of, Maer, Doch, aen elkander gehecht, of ook van elkander gescheiden.

En dit geschiedt in het eerste dus, dat voor het eerste Byvoeglyke Naemwoort het Geslachtwoort henegae, gelyk het voor het tweede verzweegen wordt; als in, De eendraghtige en eerwaerdigste aeloutheit; het derde en leste bewys; de naeryver der hoogmoedige en nydige geesten; de inbeelding der waenwyze of averechtsche wysheit; een niet schoon, maer welspreekend redenaer; eene goelyke, doch onkuische jongkvrou: hoewel ook het Geslachtwoort voor het eene en andere Byvoeglyke somtyts uitgelaeten wordt; als in, Oude en jonge historiën; quaetwillige en goede Engelen; openbaere en schaemtelooze misbruiken; het nut van stichtelyke en vermaeklyke spelen; stomme of spraekelooze dieren; vaerdige, doch onbezuisde geesten.

Wanneer ten tweeden de Byvoeglyke Naemwoorden op zich zelfs staen, worden zy zonder Geslachtwoort, als eigentlyk tot het Zelfstandige behoor-

[pagina 277]
[p. 277]

ende, door de Voegwoorden te zamen gehecht; als in, Die Gode aengenaem en waert was; het was noodigh en loflyk; ongekust en ongerept; aenvalliger en kuisch; Jefta staet tusschen vroom en onvroom; hy sprak goet noch quaet.

Byvoeglyke Naemwoorden, als Zelfstandige gerekent en geboogen, worden door de Voegwoorden, doorgaens zonder eenigh Geslachtwoort, aen elkander gehecht; als in, Aen naekten en gekleeden; goeden en quaeden worden gemengt; die heiligh en onheiligh onder een mengen; tot stichting van inheemschen en uitheemschen.

V. De Voegwoorden En, Noch, Nochte, Of, Maer, Doch, welker zommige den zin en betekenis vereenen en versterken, en andere die beide met eenige tegenstreevinge schiften en scheiden, hechten de Werkwoorden en hunne Byzondere Wyzen en Tyden aen elkander; als in deeze voorbeelden, waer in de Werkwoorden zonder Helpwoorden zyn, De Geesten wapenen en verweeren zich; het bootsvolk haelt de zeilen in, en wendt de voorstevens naer strant toe; men behoort niet te ziften, noch te regelen; het vee proefde niet eenen druppel nats, nochte zette zynen mont aen het gras; die de ondeugden niet streelde, maer geesselde; Damon bekende het, doch dorst ze niet leveren.

Wanneer de Werkwoorden, met hunne Helpwoorden gesterkt, door deeze Voegwoorden aen een gehecht worden, wordt het eene Helpwoort, het zy van het voorgaende, het zy van het volgende Werkwoort, in de Overeenkomste naer den eisch der spreekwyze uitgelaeten.

In de Eindigende of Onbepaelde Wyze wordt het Helpwoort van het eerste Werkwoort uitgelaeten; als in, Gevloekt en gelastert worden; gezongen en ge-

[pagina 278]
[p. 278]

sprongenhebben; en, door byvoeging van het Woordeken TE, Gekoomen en gegaen te zyn.

In de Aentoonende Wyze, waer in het Helpwoort zyn Werkwoort, dat het begin der rede maekt, pleegt voor te gaen, gaet ook het eerste Helpwoort het eerste der gekoppelde Werkwoorden voor, en wordt voor het tweede uitgelaeten; als in, De hemelsche Waerheit werd belaegt en geplaegt; het licht was benevelt en verduistert; de kruisgezanten hebben gepredikt en geschreeven; Herkules werden kerken en altaeren gebout en toegewydt.

Deeze zelve Woortvoeging wordt gevolgt van de redenen, die van de Vraegende Bywoorden Hoe, Waer, Waerom, Wanneer, Of, als mede van de Bywoorden der Gelykenisse, Alzoo, Zoo, Aldus, Dus, en van de Redeneerende Voegwoorden, Hierom, Daerom, Derhalve, Dieshalve en Want aenvangen; als in, Hoe worde ik geschokt en geslingert? Waer is de man overvallen en vermoort? Waerom worden wy gelastert en beloogen? Wanneer zyn de helden besprongen en gesneuvelt? Of wordt hy gewellekoomt en ingehaelt? Aldus werd dit kint Hageroos geheeten en Grooten Vreryk overgelevert; Alzoo worden deugtzaeme mannen van de gemeente bemint en geëert; Zoo ben ik gehavent en getaistert; Dus was het in den Raet beraemt en beslooten; Hierom zyn de tyden gehouden en verplicht; Daerom wordt dit bedryf gepreezen en vereeuwigt; Derhalve zyn braeve veltheeren in het heir bemint en gezien; Dieshalve worden de kunsten geoeffent en gehanthaeft; Want dit treurspel wordt gewraekt en afgekeurt.

Deeze Woortvoeging wordt omgekeert, en het

[pagina 279]
[p. 279]

Helpwoort der gekoppelde Werkwoorden by heteerste uitgelaeten en achter het tweede gevoegt, wanneer de rede met een Betreklyk Voornaemwoort begint, of met de By- en Voegwoorden, Gelyk, Gelykerwys, Hoewel, Schoon, Dat, Hoe (verklaerender wyze genoomen) Indien, Zoo, Dewyl, Omdat, Naerdien, Als, Wanneer, Toen, Bywoorden van den Tyt, die het Latynsche Quum vertaelen; als in, Die in hunne heerlykheit bestraft en gedreigt worden; Welke kennis onder het tapytwerk gebloemt en overschaduwt wordt; Waer over (over welke zaek) hy achterhaelt en ontdekt werd; Waer mede (met welken geest) zyn hooft gebalsemt en overgooten was; Waer uit (uit welken hemel) verstooten en ter eeuwige duisternisse verdoemt werd; Wat bedorvene tyden daer op gevolgt en gestraft zyn; Gelyk dit in meer kunsten vereischt en gepreezen wordt; Gelykerwys het ons niet geweigert, maer toegestaen wordt; Hoewel het huwelyk geslooten en aengegaen is; Schoon hy van minne ontsteeken en betovert is; Dat de kinderen door den Doop afgewasschen en in het licht van Godts ryk overgevoert worden; Hoe Saul en de zynen omgekoomen en gestraft zyn; Indien het my geoorlooft en toegelaeten is; Zoo wy achterhaelt en beklapt worden; Dewyl de gestarrenten afgetekent en by de profeeten gedacht worden; Omdat wy geweigert en tegengesprooken hebben; Naerdien wy berooft en geplondert zyn; Als de wegh ter deugt gezocht en bewandelt wordt; Wanneer vroomen beproeft en geloutert worden; Toen de koning gezalft en gekroont werd.

VI. Zommige deezer Voegwoorden, die Voorgaende zyn, eischen tot hunne Overeenkomste met

[pagina 280]
[p. 280]

de Werkwoorden, een Werkwoort van de Aentoonende Wyze; zommige van de Aenvoegende Wyze; zommige van de beide Wyzen.

Het Werkwoort der Aentoonende Wyze volgt de Besluitende Voegwoorden, Want, Omdat, Dewyl, Vermits, Nademael, Naerdien, Aengezien, Alzoo; als blykt in, Want de melk droogt op van hitte; Omdat zy boven hem staen; Dewyl wy wel op malkander passen; Vermits het vonnis uitgesprooken is; Nademael de vlooten uitgeloopen zyn; Naerdien al het lant in rep en roer is; Aengezien deeze dieren zinnebeelden verstrekken; Alzoo hy haer des schoffeerders handen ontweldigde.

De Samenbindende Voegwoorden, Nochte, Daerenboven, de Wederstreevende, Maer, Doch, en de Redeneerende, Waerom, Weshalve eischen in de tweede plaetse en in het bloote verhael eener tegenwoordige of verleede zaeke tot hunne Overeenkomste het zelve Werkwoort der Aentoonende Wyze; als in, Nochte de Goden ontzagen zich niet; Daerenboven bloeiden de wildernissen; Maer men zal u een beelt van louter gout gieten; Doch ik laete dit niet aen my leunen; Waerom bergen en heuvels zich verheffen; Weshalve bosschen en beemden lustigh en vrolyk zyn.

De Toegeevende Voegwoorden Schoon, Hoewel, Of, en de Voorwaerdelyke Indien, Zoo, Zooverre, Is 't dat, koomen eindelyk ook overeen met het Werkwoort der Aentoonende Wyze; als in, Schoon gy myne moeder zyt; Hoewel ik myne vryheit traeg verworf; Wat schaedt het toch, of Amyntas bruin is?Indien wy van boschen zingen; Zoo het op gaven aenkoomt; Zoo verre hy dit gehengt, Is 't dat wy niet naekt, maer bekleedt gevonden worden.

[pagina 281]
[p. 281]

De Oirzaeklyke Voegwoorden, Dat, Opdat, Zoo dat, Zulks dat, alle het Latynsche Ut en Adeo ut beantwoordende, en de Redeschiftende Of, in twyffelinge gebruikt, eischen tot hunne Overeenkomste een Werkwoort der Aenvoegende Wyze; als in, Tityr magh zingen; Dat 'er het bosch naer luistere; de boomsnoeier zal u toezingen, Dat het klinke; zeg dan, Dat Amyntas tegens my zinge; bekranst uwen poëet met veil, Dat Kodrus hart van spyt berste; Opdat zyne tong den dichter niet hindere; Opdat het steeken der zomerzonne de klai kooke; Opdat de halm niet bezwyke; Zoo dat 'er geen gras door hene wasse; Zulks, dat zy min werks van Samos maekte; hy wist zich Zulks te quyten, dat hy gebezigt wierd; die in bedenken neemt, Of u de regeering der stede stae te aenvaerden.

De Wederstreevende Voegwoorden, die Onverschilligh zyn, dat is, die voor of achter het Werkwoort van een zinslot kunnen plaets hebben, Niettemin, Nochtans, Echter, Evenwel, met het Toegeevende Wel, en de Redeneerende Hierom, Daerom, Derhalve, Dieshalve, Dies, en het Samenbindende Ook, buiten de koppeling aengemerkt, hebben in hunne Overeenkomste een Werkwoort der Aentoonende Wyze; als in, Niettemin liet ik myn werk dryven; Nochtans quam ik nooit met de hant vol gelts t'huis; Evenwel zullen de tortels niet ophouden van korren; Wel is waer; hy wist Wel, hoe haetlyk de gelykenis was; Hierom blinkt zy met recht in Godts klaerheit; ik geeve my Daerom de eere; Derhalve is myne bede; het is Dieshalve niet te verwonderen; Dies zal het niet ondienstigh zyn; het strekte Ook Homeer tot geene kleene eere; Ook ben ik zoo leelyk niet.

[pagina 282]
[p. 282]

In eene Aengevoegde rede, en die tot eene voorgaende betreklyk is, voornaemelyk wanneer getwyffelt of beraetslaegt of ook toegegeeven wordt, dienen zich de Voegwoorden Hierom, Daerom, Derhalve, Dieshalve, Dies, gelyk het Toegeevende Al, tot de Overeenkomste van een Werkwoort der Aenvoegende Wyze in den Verleedenen Onvolmaekten Tyt; als in de voorbeelden by doorluchtige schryvers te zien is.

De Verhaelende Voegwoorden Dat en Hoe eischen, gelyk ook Dat en Zoo, wenschender of betuigender Wyze en achter een woort van vreeze gebruikt, tot hunne Overeenkomste het Werkwoort der Aenvoegende Wyze; als in, My dunkt niet, Dat ik by Varus en Cinna te pas koome; hy zong, Hoe de wereltkloot in zynen vorm gegooten wierd; Hoe Faëtons zusters met eene bittere schorsse overtrokken wierden; Dat hy, die u bemint, zich ook met u verblyde; Dat de Syrische roos op zyne doorne hage bloeie; Galatea wou wel, Dat ik haer eerst zaege; zoo lang hy ducht, Dat zy my boven hem stelle; och, Dat het scherpe ys uwe teere voetjes niet snyde; zal ik noch beleeven, Dat my gebeure uwen naem uit te breiden; ik moet u bitterder schynen, dan Sardinisch kruit, Zoo my dees dagh niet langer, dan een geheel jaer valle.

De Toegeevende Voegwoorden, Het zy, Het zy dat, en de Voorwaerdelyke Ten zy, Ten waere, vorderen tot hunne Overeenkomst de Werkwoorden der Aentoonende en Aenvoegende Wyze; als in, Het zy daer een staend of loopend water omtrent is; Het zy dat die gloet 's aerdryks aders verharde en toeschroeie; Ten zy hy den Vader dat ziet doen; Ten zy uwe gerechtigheit overvloediger zy; Ten waere my te zingen stond.

[pagina 283]
[p. 283]

Ondertusschen vallen by de hedensdaegsche schryvers de Overeenkomsten tusschen de Voeg- en Werkwoorden wel anders, als wy ze boven gestelt hebben; maer wy hebben in deeze Woortvoeginge den schryfstyl van Vondel, als den naeukeurigsten, liefst willen volgen; hoewel hy zich zelven noch niet alomme gelyk is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken