Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De geheimtalen (2002)

Informatie terzijde

Titelpagina van De geheimtalen
Afbeelding van De geheimtalenToon afbeelding van titelpagina van De geheimtalen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (33.98 MB)

Scans (49.69 MB)

XML (4.38 MB)

tekstbestand






Editeur

Nicoline van der Sijs



Genre

sec - taalkunde

Subgenre

non-fictie/naslagwerken (alg.)
woordenboek / lexicon
taalkunde/sociolinguistiek


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De geheimtalen

(2002)–J.G.M. Moormann–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Bron 59. Dieventaal (1950)

Genoteerd door een gedetineerde in een strafgevangenis. De gedetineerde heette ‘brandkast-Hein’ en kwam uit Amsterdam. In maart 1953 ontvangen van de directeur van de strafgevangenis. In 1950 opgesteld.

Deze lijst is van belang omdat ze naar tijd van ontstaan en plaats van oorsprong precies bepaald is. De directeur van een strafgevangenis, die ze me toezond, schreef:

De lijst is in 1950 opgesteld door een oudgediende. Ik had hem namelijk gevraagd alle vreemde uitdrukkingen alfabetisch voor mij eens op te schrijven. Dat heeft hij bereidwillig gedaan. Alhoewel daar niet geboren, was Mokum, of beter Groot Mokum, zijn verblijf. Zijn werkterrein lag voornamelijk in het Westen des lands. Hij had een zekere naam als brandkastenkraker. Hij is er mee opgehouden, zoals hijzelf zei, omdat er te weinig geld meer in zat vanwege de giro en ook omdat hij een dagje ouder werd en toch wel een goede vrouw had.

De opsteller van deze lijst heeft uitstekend de dieventaal gekend. Niet alles heeft

[pagina 633]
[p. 633]

hij uit zijn hoofd opgetekend. Bij vergelijking met De Boeventaal (bron 32) valt het op dat speciaal de dieventaalwoorden, vaak zelfs mét de voorbeelden, uit deze bron van 1906 geput zijn.

Deze lijst is vooral van belang omdat we de plaats van het gebruik van de woorden weten (westen van het land, voornamelijk Amsterdam) en de tijd van notering (1950).

aangebrand, venerisch
aankatsen, praten (vgl. katsen)
aankwatsen, aanspreken
een niese aankwatsen
aanslaan, aanspreken; een poging in het werk stellen
sla die brocher an, misschien heeft hij poen
achelen, eten
afleggen, beloeren, verkennen
een smeris legt je af
afloeken, afloeren
askelen, kopen, handelen
 
badderen, zwemmen
batterik, schip
begieten, bevreesd
je bent toch niet begieten dat zaakje op te knappen?
beheime, beest, dier; ook ‘dikke vrouw’
behojje, vrouwelijk schaamdeel
behojjebikker, souteneur
beis, 1 buurt; 2 twee
beis knaken ‘twee rijksdaalders’
bekaan, hier; ook wel pekaan noppes bekaan
bekattering, uitbrander
beknijsd, bekend
beknijzen, bekijken
betoegd, goed bij kas
een betoegde bink
bink, man
binnen meluk, binnenzak
blad, dak (van een huis)
blafferik, pistool
bommelen, dobbelen
bonjer, gesnapt; of ‘ruzie’
als ik weer bonjer ben
bonk, leugen, verzinsel
boutkitje, of boutspieze, privaat
branderig, heet, belust
breektiejijs, breekijzer
brocher, een man
broeier, zwerver
bronzen, slapen
broochum, voorwerp
bijl: met de - schrijven, met dubbel krijt schrijven
bijt, teleurstelling
bijter, nijptang
 
daai, steen, diamant
dajem, eed
een loense of linke dajem ‘een valse eed’
dalven, bedelen
dansspieze, danshuis
deinzen, afzakken, weggaan
deisje, stil
derig, weg
ik ga de derig op
dofgajes, recherche
doft, knap, netjes
dofte flep, goede papieren
dolmen, slapen
dolmspieze, slaapstee
doorkleumen, bekennen
doorslaan, bekennen
dopkien, sleutel zonder gat
duimen, vals spelen
 
eens, achterdocht
de grandigers hebben eens op je
emmes, goed
een emmese lik
 
fakkel, bedelbrief
fakkelen, schrijven
[pagina 634]
[p. 634]
fladder, krant; of ‘een spel kaarten’
flep, getuigschrift
linke flep ‘valse papieren’
flik, spel kaarten
met de flik pezen
flok, hemd
foks, goud
fokse malochemer ‘werkplaats van een goudsmid’; fokse oksenaar ‘gouden horloge’; fokse spieze ‘goudsmidswinkel’; fokse veemsteker ‘gouden ring’
 
gabber, vriend
gabbertaal, Bargoens
gajes, volk
dof gajes ‘recherche’; link gajes ‘niet te vertrouwen lieden’; het gajes is pleite ‘de bewoners zijn uit’
gallach, pastoor
gammel, ziek
gannef bedrieger
gassenen, trouwen
gassie, pet, muts
gebeft gajes, heren van het gerecht
gebroedsel, familie
gedegen, bekend
gedekt, aan het gezicht onttrokken
geeltje, ƒ25,-
gefloten, gestolen
geilkemen, delen (bron 32: geilkenen)
gekloft, netjes geldeed
gemot, 't, het gerecht
gescheft of gesjeft, iemand die veel in de gevangenis heeft gezeten
geschoten, begrepen
geteisem, uitvaagsel
gevazel, vals spel
geweldje, geweldpleging
een krakie met een geweldje
gewoerig maken, wegstoppen
gimme, boter
glimmerik, oog
gnajen, zeventig
godin, oprecht, echt, best
godinne schorem
goferd, hoed (bron 16: kowert)
gondel, dame
gondel-bajes, bordeel
gondel-spieze, bordeel
grandig, voornaam, deftig
grandige, heerschap
gribus, gevangenis; verdachte buurt
grijpelingen, vingers
 
haai, sterk, groot
een haaie goze ‘sterke vent’
half meijer, ƒ50,-
handje, waarschuwing; een seintje
heit, vijf
hiep, schoen
hip, snol
hollanders, sleutels met kruizen (bv. bovenkruis-middendek-sleuf-onderkruis)
hoog gaan, gearresteerd worden
hoogstapelaar, iemand die bedelbrieven schrijft in hoogdravende stijl
 
immes, goed, echt, prettig
immese schore ‘best goed’
inspringer, een opgeschoven raam
 
jan, een jaar gevangenis
hij heeft twee jannen
jat, hand
met de jat peze ‘bedelen’
joekel, hond
joetje, ƒ10,-
jouker, duur
jovel, goed, mooi
 
kaaien, vallen
kabs of los, alles kwijt
kalle, bruid
kalletje, hoer
kanker: de makke en de -, ƒ0,35
kasavie feberen, een brief schrijven
kaskienen, kleine sleutels
katsen, kijken (vgl. aankatsen)
kedin, veilig
[pagina 635]
[p. 635]
kenijve, brood
kiebes, hoofd
kienen, 1 opensluiten; 2 sleutels
hij kient de keur open
kim, goed
kimmel, drie
kippen, aandeel, portie
heb je er ook kippen aan
kit, zaak, winkel, huis, etc; politiebureau
klapper, kamer
bovenklapper of luchtklapper ‘bovenhuis’
kleum, slaag
je kunt kleum krijgen
kleur houden, blijven ontkennen
kloft, kleding
knaker, portemonnee
knijzen, kijken; ook ‘kennen‘
knijs even uit; ik knijsde hem noppes ‘ik kende hem niet’
koler, spoortrein
kone, aangezicht
kotsen, opbiechten
krabber, breekijzer
kraken, inbreken
kwak, winkelbel
kwinten, zakken rollen
 
lamp, politie, onraad
laten zakken, in het water gooien
lenzelink, luisteren (bron 32: lunzelink)
lichten, rollen
link dajem, valse eed
linken, bedriegen
lippies, sleutels
loeken, kijken
loene, slecht, kwaad
loenenaar, valse kerel
loepie, horloge
lood, geld
looien, kloppen
louwloene, slechte zaken
louwpoekele, niets zeggen
louwsmoeze, niets zeggen
lovie, geld
luimen, slapen
luimkit, slaapstee
 
maholle, bedorven, kapot
malochum, werkplaats
malogemen, werken
malogemer, werkplaats
mansjen, aanprijzen; centen ophalen bij een draaiorgel
meeluk of meelik, zak
meier, ƒ100,-
mem, veertig
merode, armoede
miezig, schuldig
misslaan, te kort doen, geld achterhouden
misslaander, iemand die niet goed heeft gedeeld
molm, geld
morig, vrees
ben je morig
muntmeter, brandkast
muziekdoos, brandkast
mijlie, moord
lees ‘mond’, zie het woordregister (fout overgetypt)
 
nafkone, meisje
nepschoren, onbruikbare goederen
neuzen, rondgaan of er iets te stelen valt
niese, meid
nifteren, doden
nifterik, mes
nobel, geschikt
nosempie, vreemdeling, sufferd
nosselen, stelen
 
oks, degelijk, goed
olf, één
olms, oud, kinds
olmse, ouders
olmspieze, oudemannenhuis
omslaan, bekennen
opgaan, gestraft worden
[pagina 636]
[p. 636]
ousten, praten
overbruggen, praten
 
pafferik, pistool
paraplu, koepelgevangenis
patet, hoofd
patsjif, gezicht
pekaan, hier, aanwezig, voorhanden pekaan nemen ‘in beslag nemen’
penne, slaapstee
penoze, kostwinning, jacht, werk
personsie, verdenking
pesaules, venerisch
pezen, werken
piemelen, huilen
pil: iemand de - ingeven, suggereren
pin, ketel
planten, verstoppen
plat, stil
plattekit, een winkel waar men gestolen goed verkoopt
pleite maken, weggooien
pleite scheften, weglopen
poekelaar, prater
poekelen, praten
pompertje, valse sleutel
pooien, eten
zij kan haar pooien verdienen
pooier, 1 souteneur; 2 staalboor
posterik, deur
pot, smeltkroes
poteten, beloning
de versliegeraar kreeg ƒ25,- voor een poteten
prames, deel, portie
priem, dolkmes
priemerik, dominee of geestelijke
pij, pijtje, jas
 
rachmones, medelijden
raggeling, mislukking of tegenvaller
ramen, ogen
hij heeft het in de ramen
ramsjen, opkopen
rausjen, stelen
alles wil ook rausjen
reizen, lopen
ze reizen op hem
rekel, voet
rojemen, kijken
ik kan noppes rojemen
ros, hoofd
rus, rechercheur
 
sabberaar, koevoet
sabberen, inbreken
salens, vuur; ook ‘heet’ (bron 32: salans)
sappelen, talmen
saskenen, lopen
scheffen, zitten
een scheffer of schefter ‘iemand die veel heeft gezeten’
schim, 1 gezicht; 2 bewijs; 3 naam
1 ze hebben z'n schim wel gezien; 2 maak de schim asjeweine ‘verdonkeremaan de bewijzen’; 3 ik zal je feberen op een ageren schim ‘ik zal je schrijven op een andere naam’
schok, goed geluk
uitgaan op de schok
schoot, schotel, onderdeel van een slot
schoren, goederen
goeie schoren
schriebes, honger
schrooi, schroei, trek, eetlust of honger
schrijfspieze, kantoor
seibel, bedrog, zwendel; slechte waar: laat je geen seibel in de jatten stoppen
seigel, verstand
ik heb daar geen seigel of sjoege van
sereife, brand
ik zit in de sereife
seribel, ongeluk, misère
serrore, heer
een olmse serror ‘een oud heer’
sjaak, sjakies, kalm
hou je sjakies
sjaskelen, drinken
sjerfen, sjerpen, opkopen
sjoeche, begrip, verdenking
[pagina 637]
[p. 637]
sjoechem, antwoord
ik kreeg geen sjoechem
sjoele, kerk
slaan, stelen
geslagen schoren
slamassel, ongeluk
slang, horlogeketting
snaar, onwettige vrouw
snees, opkoper van gestolen goederen
snezen, opkopen
snuiven, bemerken
snuif je hem ‘begrijp je hem?’
spankeren, vluchten, weglopen
spannen, kijken, zien
spanje imme ‘kijk goed’
spieze, huis
neuriespieze ‘drankwinkel’
standel, sleutel
steunen, zijn, vertoeven; zitten; logeren waar steunt de poen ‘waar zit het geld?’; ik steun op de luimspieze ‘ik logeer in de slaapstee’; steunt de kien in 't slot? ‘zit de sleutel in het slot?’
stiek, stand
stieken, geven
stiek een kassavie an je gabber
stoot: ze hebben een mooie - gehad, ze hebben een goede slag geslagen
 
tandels, sleutels
tapijtje, jas
temeie, meid uit verdachte omgeving
temeiespieze, bordeel
tiejijs, huis, brandkast; en verder ieder ding waarvoor de naam niet direct te binnen schiet, ‘dinges’
timmer, slaag
tinnef, slechte kost
toeren, rondgaan met de voddenzak
tof, goed, eerlijk
louw tof ‘niet goed’
trederikken, schoenen
treiter, brood
tremmen, op de baan lopen; de hoer spelen
tuffel, kerk
 
val, gelegenheid, huis, deur; ook wel ‘rendez-vous’
de val is nobel ‘de gelegenheid is schoon’; op de val steunen ‘op logement leven’
vazelen, vals spelen
veberen, schrijven
een kassavie veberen
veemsteker, ring
vel of velletje, jas
vemen, vingers
verkienen, verkopen
verkleffen, verklikken
verknijzen, verraden, bespieden
verkruimelen, zich wegmaken, uitknijpen
verlenzen, bespieden, beloeren, beluisteren
verlinken, verraden
vernollen, sluiten; vernold, op slot
verschilt gaan, betrapt worden
verschutting, stoornis; ook ‘uitbrander’
versliegeraar, verrader
versmiegelen, verraden
versnezen, verkopen
vliegerik, vogel
vonk, licht, lamp, zaklantaarn
kun je in die val met de vonk werken
vreempie, vreemdeling
 
wiepsjen, bedriegen bij kaartspelen
winde, plaats waar iets te verdienen is
wip of wipper, een raam
 
zakken: laten -, in het water gooien
zeferaar, dief; ook wel ‘geslachtsziekte’
zeferen, stelen, zweten
zitterik, stoel
zoeterik, koek
zwirren, kijken
zwir link


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken