Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 38] [p. 38] Hartslag De hemel loopt vol sterren, wind en water gaan voor ons uit, wij ruiken van elkaar de drift der schouders, weemoed van het haar, daglang verzilt, verzond in licht en water. Wij zijn nog jong en angstig van verlangen in deze zomeravond die ons warm verheft boven onszelf en ons met zwijgen treft, dat zij het eerst verbreekt, hees en bevangen. Ik weet geen wederwoord, mijn hand te moe om haar te strelen, zoekt naar rust en koelte, ik voel haar nagels met mijn vingertoppen... En plotseling verliest mijn stem haar zwoelte, ik spreek haar aan en lach om wat ik doe diep in mij, vlak bij waar 'k mijn hart voel kloppen. Vorige Volgende