Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 41] [p. 41] De Edelvrouw Een riddervrouw die aan het venster leunt en uitziet op de groenbegroeide helling waarlangs het pad zijn brede toegang steunt. Hoe zoet vertrouwd is haar de zachte zwelling van 't land, de beek die tussen oevers kreunt als een eentonige natuurvertelling. Hier ging een jaar van volle vreugd voorbij... weer waait de voorjaarswind de zoete geuren der bloemen uit nabijgelegen wei. Waarom moet 't hart bij zoveel weelde treuren? zijn niet haar ogen schoon, haar haren zacht als zij? kan ieder ogenblik het wonder niet gebeuren? Bij zoveel vraag en aandrang glimlacht zij. Vorige Volgende