Verzamelde gedichten(1961)–Adriaan Morriën– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 76] [p. 76] Weerzien Berustend in het einde En wetend dat de dood niet verder leidt Dan tot een kerkhof op de heide Of in de weide, Betekent niet dat ik zijn komst aanvaard Voor moeder, vriend, vriendin te vroeg verreisd. Hun dood vergroot mijn wrok tegen het zijnde En nooit zal ik bekennen dat wij moesten scheiden. De wereld is hun eigendom Meer dan van hen die ik zie lijden. Hun zoete lichamen werden doorschijnend. De wind vooral weet van hun komst. Hij brengt onzekerheid in de geluiden En doet de afstand tussen hen en ons, Toch al zo klein, dikwijls ineens teniet, Met lange vlagen van verdriet, Maar ook met blijdschap in verdriet gedoopt. Zij leven nog, al zijn zij dood, Denk ik, wanhopig en getroost, Als ik hun lieve spoken zie verschijnen. Vorige Volgende