Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën III (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën III
Afbeelding van Ideën IIIToon afbeelding van titelpagina van Ideën III

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.97 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën III

(1876)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

766.

Wat overigens 't stuk ‘Over Vrye Studie’ in 't byzonder aangaat, ik zei reeds dat ik die nummers aanvankelyk heb voorgedragen in 't studentengenootschap van dien naam, te Delft. Ik vond daartoe aanleiding in 't hooren eener redevoering van den heer van vloten, die in 't licht gekomen is, en waarnaar ik verwys. De geheel verschillende manier van behandeling zal onnoodig maken aan welwillende lezers te verzekeren dat ik in 't minst niet bedoelde den arbeid van dien moedigen geestverwant tegentewerken, of iets van wat hy over Vrye Studie zei, te bestryden. Integendeel. Met ge-

[pagina 183]
[p. 183]

noegen hoorde ik z'n flinke redevoering, die ik later met niet minder genoegen gelezen heb. Maar instemmende met nagenoeg alles wat de heer v. vl. over dit onderwerp zeide, bleef er naar myn inzien ruimte voor 'n andere opvatting, en daarvan heb ik gebruik gemaakt.

Ik acht my tot deze opmerking verplicht, omdat er by sommigen zekere neiging bestaat om munt te slaan uit schynbare verdeeldheid tusschen de leden van 'n tegenparty. Ik ken personen en korporatien, die gaarne myn stuk over Vrye Studie zouden willen doen voorkomen als in tegenspraak met dat van den heer van vloten, en tegen deze poging protesteer ik. Indien ik hier-en-daar de waarheid gezegd heb, belet dit niet volstrekt - en zelfs volstrekt niet - dat de heer van vloten insgelyks wáár kan geweest zyn. Ik beveel de lezing van z'n hartig stuk ten-zeerste aan. Ga naar voetnoot*

Als bydrage eindelyk tot de gronden waarop ik publieke voordrachten afkeur, verzoek ik den lezer zich aftevragen of 't aanhooren van m'n beschouwingen over vrye studie voldoende kan geweest zyn, om de daarin voorkomende denkbeelden te beoordeelen, te schiften, in zich optenemen of op redelyken grond te bestryden? Dit ware my onaangenaam, daar ik hierin 'n hoogst ongunstig kenmerk van 't gehalte myner ‘Vrye Studien’ zou meenen te ontdekken.

Doch al ware dit onjuist gezien, ik hoop dat eenige kommentaar, beantwoordende aan 't algemeen program van deze ideen (Zie ‘vryen-arbeid’ druk van 1873, blz. 100) niet onwelkom wezen zal, en wensch daarmee zoo geleidelyk voorttegaan als 't rumoer van en over den oorlog - om nu niet te spreken van verdriet en kommer - me zal veroorloven.

voetnoot*
Noot van 1876. Ik geloof niet dat men zich zachtmoediger en welwillender kan uitdrukken, dan hier door my omtrent Dr. v. vl. geschiedt. Toch schynt die heer euvel te hebben geduid dat ik de vryheid nam na hèm 't onderwerp: Vrye-Studie tot 'n punt van behandeling te maken. Dit blykt ook de meening te zyn van den heer j. versluys, die in 't‘Schoolblad’ van 19 Januari 1875 lucht gaf aan z'n verontwaardiging over de hatelykheden waarmee Dr. v. vloten my, weken achtereen, in ‘Onze Tolk’ overstelpte. Ik verwys naar dat stuk, vooral ook omdat daarin almede de leugen gereleveerd wordt, waarmee Dr. v. vl. gemeend heeft m'n oordeel over bilderdyk's Floris V te ontzenuwen, en 'n brokje van z'n eer als gewezen letterprofesser te redden. (Vgl. de Noot op 742.) Eenige weken vroeger reeds (‘Schoolblad’ 8 December 1874) had dezelfde heer versluys de opmerking gemaakt: ‘het komt me voor, dat Dr. v. vl. Multatuli bepaald sart.’ Juist! Dit is dan ook een van de redenen waarom ik me niet leen tot wederlegging van al den kwaadaardigen zotteklap dien hy sedert eenigen tyd tegen my uitslaat. Hy houde my ten-goede dat ik me niet gebruiken laat om hem z'n geschryf en z'n stuiptrekkenden ‘Onze Tolk’ aan wat meer opgang te helpen dan die dingen tot-nog-toe mocht ten-deel vallen. Toch verbind ik me niet tot zwygen. Mocht ik me eenmaal betrappen op de stemming die tot zulken arbeid noodig is, dan behoud ik my 't recht voor, z'n ‘Kritiek’ te onderwerpen aan 'n gezet onderzoek. Misschien krygen dan ook 's mans andere litterarische voortbrengselen 'n beurt, te beginnen byv. met de vernuftige en diepzinnige taal- en dichtkundige toelichtingen by de vondel-uitgaaf, en meer kwakzalvery van die soort. Intusschen raad ik den godgeleerden Doctor van vloten wat bescheidenheid aan, 'n hoedanigheid die wel geen deugd is, maar die, oppervlakkig gezien, by zeker soort van lieden de plaats van verdienste vervullen kan. Ook in zaken van geest en gemoed behoort men de tering naar de nering zetten.
Ik sprak zoo-even van ‘één der redenen’ die me tot-nog-toe weerhielden van uitvoerige repliek. De hoofdoorzaak is walging.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken