Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën III (1876)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën III
Afbeelding van Ideën IIIToon afbeelding van titelpagina van Ideën III

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.97 MB)

ebook (3.34 MB)

XML (1.06 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën III

(1876)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

894.

Ik moet 'n aanmerking beantwoorden die ik te-gemoet zie van de katholieken. Ze zouden kunnen beweren dat ik onrechtvaardig was in 't kiezen van m'n modellen. Waarom 'n oud mannetje met sluik haar? Waarom onaanzienlyke besjes? Waarom 'n arme waschvrouw?

Lezer, om niet te liegen mòcht ik geen fyner modellen kiezen. Het smart my, maar 't is zoo! Liever had ik aristokratische zotterny ten-toongesteld, doch de waarheid is dat de aanzienlyken zich terugtrekken van zoodanige publieke manifestatien hunner meening. In zeer letterlyken zin is 't katholicismus het Evangelie der armen. In alle landen waar ik kerken bezocht - en ik verwaarloosde nooit de gelegenheid daartoe - merkte ik op dat openbare vroomheid tot de onfatsoenlykheden begint te behooren. Wel bezoeken nog altyd sommige personen uit hoogeren stand de mis - en ook dit slechts in geringe verhouding met de lagere klassen - doch dat prevelen van gebedjes buiten de eigenlyke diensturen schynt niet meer du monde te zyn. Ik kan ieder die de juistheid van deze opmerking betwyfelt, 'n gemakkelyke manier aan-de-hand doen om hiervan zekerheid te verkrygen. Men stelle

[pagina 321]
[p. 321]

zich op den weg van 'n beevaart naar Kevelaar, of van 'n processie in de Rynlanden, en zal ontwaren, niet alleen dat de aanzienlyken zich onttrekken aan zulke vertooningen, maar dat zelfs de middelstand zeer schraal - ik durf zeggen: byna in 't geheel niet - vertegenwoordigd is. By de protestanten is 'n dergelyk verschynsel waartenemen. (704)

En meer nog. Ook zonder van stand te spreken, en nu eenmaal aannemende dat het de geringe klasse is, die by voortduring de akteurs levert voor zulke schouwspelen, viel het me in 't oog dat de menschensoort welke daaraan deelneemt - vooral in groote steden - zich onderscheidt door iets byzonders. Lang zocht ik te-vergeefs naar 'n woord om dat byzondere te beschryven.

Ik woonde te Keulen tweemaal zoo 'n processie by. Met belangstelling nam ik waar, wat zich op 't gelaat van de opgeschikte priesters vertoonde. Geen hunner lachte als-i 'n kollega aanzag, en... ik begreep dit. Ik voelde medelyden met hen. Want inderdaad, er lag op de gelaatstrekken en in 't heele voorkomen van de menigte die hen volgde, iets bouwvalligs, iets onwelvarends, 'n protest tegen den beweerden bloei van 't ‘geloof’ dat me treurig stemde als by 't betreden van 'n bouwval, en dat ook de voorgangers van de schare met weemoed moet vervuld hebben. Of weerhielden zy den klassieken augurengryns om andere redenen? Waren zy de eenigen die niet bemerkten wat elk ander zoo duidelyk in 't oog viel? Ik hoorde 'n hollandschen reiziger die de vertooning bywoonde, tot z'n vrouw zeggen:

 

‘Er is geen enkel gaaf gezicht by. Ze zien er allen uit of ze...

 

‘Niet gaaf’ was me genoeg. 't Wàs zoo! Elke toeschouwer moet verbaasd staan over de zonderlinge fysionomien die men by zulke gelegenheden te zien krygt, en over 't byna volslagen gemis van 'n dragelyk gelaat. Ik erken dat dit niet van stipte toepassing is op de vrouwen. Daaronder waren enkele gewone gezichten, doch wat de mannen aangaat, kwam 't me voor... lezer, ga eens kyken En als ge teekenaar zyt, vul dan met uw stift aan, wat ik niet beschryven kan, of liever niet beschryven durf, omdat men my zou verdenken van overdryving.

Dagen daarna zweefden me al die gedaanten voor de oogen. En daarby de twee voornaamste typen van priesterkoppen, de welvarende pater-goed-leven's en de bleeke zinnebestryders... die niet altyd overwinnaars zyn in hun onnatuurlyken stryd. Nooit vergeet ik den blik waarmee de aartsbis-

[pagina 322]
[p. 322]

schop by 't verlaten van de kathedraal, de kudde monsterde die hem volgen zou. 't Kwam me voor, dat-i klaagde: ‘zyn dàt de schapen, o Heer, die ge my te weiden geeft?’ De man scheen ontevreden, en deelde den zegen uit, alsof 't eigenlyk jammer was van de goeie waar.

Ik moet dan ook erkennen dat de fyne hoogst-intelligente trekken van paulus melchers getuigenis aflegden van 'n ziel die te goed kon zyn voor zóó'n funktie. Maar wie, wat, kan hem dwingen aartsbisschop te blyven? Overtuiging? 't Is my een raadsel.

Hoe dit zy, m'n hoofdindruk was medelyden. Medelyden met herders en schapen beide. Ik vervloekte de aanzienlyke of welvarende katholieken die de zorg voor de betrekking tusschen Hemel en Aarde, zoo onbroederlyk doen neerkomen op 't gepeupel.

Ziedaar voorzeker 'n troepje menschen dien men zonder vrees voor onbescheiden vragen, kan vertellen: er was eens niets, en... zie, op-eenmaal kwam er wat! Zy erfden de biologische voorbeschiktheid van hun vader. Deze van ouders en grootouders...

En zoo is 't gegaan dertig geslachten lang! Ga naar margenoot#

[pagina 323]
[p. 323]

margenoot#
Noot van 1876. De lezer zou zich moeten haasten om van die optochten nog iets te zien, althans in Duitschland. Reeds nu worden de processien aan velerlei belemmeringen onderworpen, en ik verneem dat er plan bestaat, ze weldra geheel te verbieden. Of dit billyk is, laat ik daar. Over 't geheel houd ik de vervolging van de katholieken, zoo als ze thans in Duitschland aan de orde is, voor niet vereenigbaar met de voorrechten die nog altyd aan goddienery over 't algemeen worden toegekend. Zoolang de Staat er 'n officieelen God op nahoudt, zie ik niet in waarom de protestantsche God meer recht op bescherming hebben zou dan de katholieke God. En wat zulke optochten aangaat, ze worden geduld van liedertafels en dergelyke vereenigingen, waarom dan niet van de arme luî die daarmee hun ‘geloof doen?’
Ook't verjagen van de Jezuïten komt me onrechtvaardig voor, en niet zeer handig uit 'n staatkundig oogpunt. 't Heeft er veel van, of men die menschen vreest. Bovendien, waarom hen te verheffen tot iets als martelaren? De ware manier om geestdryvers van die soort onschadelyk te maken, zou bestaan 10 In ignoreeren. 20 In volkomen vryheid van schryven, prediken en handelen. behoudens hun onderworpenheid aan algemeene wetsbepalingen. Zoolang er voor godverkondigers - protestantsche of katholieke, om 't even - afzonderlyke wetten bestaan, zal't Volk die heeren blyven aanzien voor iets byzonders. Vervolging werkt altyd nadeelig. De Staat behoorde zich te bepalen tot niet-beschermen. De uitbreiding en 't standhouden van de pest der geloovery, is te wyten aan den officieelen stempel dien de Regeeringen daarop drukten. Deze opmerking geldt, wat het christendom aangaat, van den ‘grooten’ Konstantyn af, tot op onzen tyd toe. Zoolang men de ingezetenen belastingen doet opbrengen, waaruit het verdommen van de menigte bekostigd wordt, is er weinig beterschap te hopen.
Misschien zal 't den lezer belang inboezemen, te vernemen dat er ten-opzichte van die belasting in Duitschland 'n methode wordt gevolgd, die voorzeker de voorkeur verdient boven de nederlandsche manier. De ‘Kirchensteuer’ namelyk wordt omgeslagen door de kerkelyke-gemeentebesturen, waaruit volgt dat het ieder vrystaat zich aan de betaling daarvan te onttrekken. Dat evenwel - vreemd genoeg - de Ryksontvanger belast is met de inning, doet nu niet ter-zake. Toen de ‘Vorstand’ der protestantsche gemeente te Wiesbaden my 'n aanslagbillet toezond - ik weet niet naar welke aanleiding want ik had me nooit voor ‘evangelisch’ uitgegeven, gelyk hier de officieele benaming van de protestanten is - vroeg ik dien Kerkeraad schriftelyk of ik volgens de wet verplicht was, my voor een der hier bestaande gemeenten te verklaren? ‘Ik ben geen Christen, betuigde ik, maar als ik door de wet genoodzaakt word my aan 'n bepaalde gemeente aantesluiten, dan kies ik - onder protest tegen den dwang - 't katholicismus. Geenszins omdat ik me vereenig met de leerstellingen van die kerk, maar omdat ze goedkooper is, naar ik verneem.’ Dit was zoo. Hoe groot het verschil was, weet ik niet meer, maar de heeren protestanten eischten maar eventjes 'n bedrag gelykstaande met zestien procent van de belasting die 't grandioze Duitsche Ryk van my vorderde, het Duitsche Ryk met z'n keizerlyke hofhouding, z'n prinsen, maarschalken, generaals, vestingen, legers, bureaukratien, afkoopgelden, apanages, enz. enz. Men ziet hier 't woord van den dichter bewaarheid: die Kirche hat einen grossen magen! Voor ik - heel voorwaardelyk altoos - aanbood het katholicismus te kiezen, informeerde ik tevens naar den prys van andere ‘gelooven’ want zie... ik helde over naar 't Jodendom. Maar ach, de Israëlieten waren er nog slechter aan toe! Ze betalen... honderd procent naar den maatstaf van de Ryksbelasting! Zóó duur zal dat geloof in de dagen der aartsvaders niet geweest zyn!
Op m'n vraag of 't kiezen van 'n gezindheid wettelyk voorgeschreven was, ontving ik geen antwoord, maar in-plaats daarvan, 'n jaar daarna op-nieuw 'n aanslagbillet. Ik herhaalde m'n vraag. Antwoord kreeg ik alweer niet, doch nu sedert lang reeds heeft men my met rust gelaten. Dit had ik voorzien, want ik begreep dat de heeren ‘evangelischen’ geen lust zouden voelen om hun konkurrenten in geloovery 'n finantieel voordeeltje te bezorgen.
Sedert eenige maanden overigens is 't innen der kerkbelasting van de katholieken, aan de Ryksontvangers verboden, maar wel blyven die Staatsbeambten nog altyd de zeer gehoorzame kassiers, boodschaploopers en deurwaarders van 't protestantismus.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken