Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën IV (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën IV
Afbeelding van Ideën IVToon afbeelding van titelpagina van Ideën IV

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.80 MB)

ebook (3.13 MB)

XML (0.97 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën IV

(1877)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

988.

Om dit kursief ‘dus’ te rechtvaardigen, zou ik zeer veel moeten herhalen van wat ik by onderscheiden gelegenheden gezegd heb. Wie m'n werken slechts gelezen heeft, zal 't een vreemde gevolgtrekking vinden, vooral daar 't besef der beteekenis van de woorden artist, dichter, wysgeer, even-

[pagina 235]
[p. 235]

zeer verbasterd is als 't begrip ‘staatkunde’ zelf. Dit is myn schuld niet.

 

Wie evenwel aan m'n werken zekere aandacht besteedt, niet àl te onevenredig met de inspanning die ik aan 't schryven ten-koste leg, zal me begrypen. En zelfs voor anderen heb ik 'n hulpmiddel gereed, dat wel niet m'n stelling bewyst, doch volkomen geschikt is om dit bewys overbodig te maken, daar 't zekeren indruk te-weeg brengt die weldra op 'n eigengemaakte bewysvoering zal uitloopen. (269)

 

Men leze met aandacht de Geschiedenis, en geve acht op de personen die door hun individualiteit daarop 'n overwegenden invloed uitoefenden. De geestesstemming die 't noodzakelyk gevolg is van deze studie, maakt alle verdere vereering van thorbecke als staatsman, tot 'n onmogelykheid.Even als na 't ‘hersteld!’ van den bioloog, zullen velen verbaasd staan dat ze voor iets klassieks hebben aangenomen, wat ter-nauwernood aandacht verdiende onder de verschynsels van den dag, en dus met het oog op de dringende behoeften aan wat beters, in 't geheel niet had behooren te worden opgemerkt.

 

Maar de gewone bioloog laat z'n sujetten gedurende de bedwelming geen acceptaties teekenen. Dit heeft men de natie wèl laten doen, en de natuur der dingen zal ter-zyner-tyd aandringen op betaling. Ga naar voetnoot* De mogelykheid dat 'n forsche individualiteit - iemand dien men inderdaad 'n groot man zou kunnen noemen - de dreigende katastrofe bezweert, is afgesneden. De zeer weinigen die in-staat zouden zyn behoorlyk te antwoorden op 't vae victis dat op ons aanrukt, werden juist dóór de thorbecksche zoogenaamde beginselen, buiten de wet geplaatst. Brennus kan gerust z'n gang gaan: de Camillussen zyn van honk gejaagd! In-plaats daarvan hebben wy ‘kiesdistrikkies’ en 'n tal van provinciale beroemdhedens, die wel zorg zullen dragen dat er vleesch genoeg in 't land blyft om de Pruisische Landwehr te onthalen.

 

By de eerste kommotie in Europa, worden wij ingelyfd.

 

Dit had de ‘staatsman’ thorbecke moeten voorzien en beletten, of... weerstreven althans. Dàt ware z'n staatsmans-

[pagina 236]
[p. 236]

taak geweest, z'n roeping, z'n plicht!

 

In-plaats daarvan...

 

Zie, staat het overige der geschiedenis dezer dingen niet geschreven in het boek der... grafschriftjes?

 

Nederland zal ondergaan aan bovenmatig gebruik van gewoonheid, Men heeft het gewild!

 

Zou daartegen op dit oogenblik nog iets te doen zyn? Thans, na 'n kwart-eeuw versnippering van kracht? Na dat knotten van al wat uitsteekt? Na 't stelselmatig smoren van elke individualiteit? Na 't ontmannen van alles wat veerkracht had? Na 't van de baan dringen der weinigen - juist die weinigen hadden we noodig! - die niet pasten in 't bekrompen kadertje van de ‘thorbecksche’ beginselen?

 

Is er nog redding mogelyk?

 

Dit weet ik niet!

 

Maar wèl weet ik, dat alle redding ònmogelyk is, zoolang wy geregeerd worden door 'n Volksvertegenwoordiging, als waarmee die ‘beginselen’ ons arm landje hebben opgescheept.

 

Weg met de Kamers!

 

En dan?

 

Gesteld dat ik niet wist te antwoorden op deze vraag, erger dan thans kan 't nooit worden. Ook dàn nog: Weg met de Kamers!

 

En dan?

 

Gy, hy, zy, het, voorloopig aan 't hoofd... wie of wat ge wilt, maar: weg met de Kamers!

 

En dan?

 

Ik ben gereed tot antwoord op die vraag - o, sedert jaren reeds! - doch de natie is niet gereed m'n antwoord nuttig te gebruiken. Voor heden dit alleen: weg met de Kamers!

 

Lezer, ik vraag u in-gemoede, hebt gy ooit iemand hooren party-trekken voor onze Volksvertegenwoordiging? Zaagt ge ooit een Kollegie, een Vergadering, een Autoriteit, zoo algemeen eenstemmig geminacht als dat rechtstreeks uitvloeisel van de staatsmanschap die men den armen thorbecke heeft aangewreven? Ik begin medelyden met hem te krygen, als

[pagina 237]
[p. 237]

ik bedenk hoezeer hyzelf te lyden had onder z'n eigen werk. De oude geschiedenis van Phalaris en den gloeienden stier!

 

By de eerste kommotie in Europa, worden wy ingelyfd.

 

Hierover bestaat in 't Buitenland niet de minste twyfel. En in Nederland zelf durven slechts weinigen dien twyfel voorwenden. M'n verdriet over 't achterblyven van den politischen Rundschau dien ik had willen leveren, valt weg by de smart over deze hoofdwaarheid. Het doet er niet meer toe, dat de voedingsmiddelen slecht, duur en zelfs voor velen onverkrygbaar zyn, dat leger en marine zich in onvoldoenden toestand bevinden, dat de handel van geheel Nederland achterstaat by dien van de stad Hamburg alleen, dat het onderwys gebrekkig is, dat ons gezag in Indie stuiptrekt, dat litteratuur, kunst en wetenschap beneden peil staan, dat het publiek rechtsgevoel ten-eene-male ondermynd is... dit alles lost zich op in de ééne schrikmaar:

 

By de eerste kommotie in Europa, worden wy ingelyfd.

 

Is het gevaar nog te bezweren?

 

Misschien! Wie weet? Ja!

 

Maar vóór alles: weg met de Kamers! Ga naar margenoot#

voetnoot*
Noot van 1874. Deze tyd is reeds gekomen. De toestand waarin ons landje verkeert, is betreurenswaardig. By den eersten schok zal ons politisch organisme, en daarmee waarschynlyk ons volksbestaan in elkaar zakken als 'n slecht gebouwd kaartenhuis.
margenoot#
Noot van 1876. De lezer begrypt toch dat ik hier geen Ontbinding bedoel? Er bestaat geen enkele reden om te vooronderstellen dat nieuwe verkiezingen - reeds op-zichzelf door de vuile onzedelykheid die dat gehaspel aankleeft, zoo schadelyk! - er bestaat niet de minste kans, zeg ik, dat zulk geknutsel iets beters leveren zou dan ons tegenwoordig babbelkollegie. Het gaat daarmee als met het eeuwig ministergewissel: ‘oud lood om oud yzer.’ Het tegenwoordig stelsel van regeeren brengt eens-voor-al de middelmatigheid op 't kussen, juist in 'n tydsgewricht dat zoo dringend behoefte heeft aan... iets anders! De toestand van Europa, behoorde ieder Nederlander zware zorg te baren, voor zoo ver hy aan 't onafhankelyk voortbestaan van z'n land waarde hecht. En wie dit niet doet - 'n standpunt dat zeer wel te verdedigen is, en dan ook reeds veel aanhangers heeft - behoorde intezien dat we voor langen tyd reeds op voordeeliger en vooral veiliger manier konden geannexeerd raken, dan door ten-laatste als verrot ooft te worden weggeveegd met den bezem die aan buitenlandsche staatslieden door ware of voorgewende eischen hunner politiek wordt in de hand gedrukt. Vereeniging met Hoogduitschland uit vryen wil, en dus onder voorwaarden, kan 't onderwerp zyn van 'n staatkundige meening. Maar met verachting door den nabuur te worden opgeslurpt omdat we, lamlendig, ontzenuwd, verkracht, afleerden ons te verdedigen, noem ik schandelyk. Toch is dit laatste te voorzien als byna onmiddelyk gevolg van de achtenveertigsche onkunde waarin de fetisch thorbecke tot professor benoemd werd. Hy 'n staatsman? Ieder zal toestemmen dat in de Geschiedenis 'n twintigtal jaren tyds slechts 'n ondenkbaar klein deel is van wat we in 't dagelyksch leven een oogenblik noemen. Toch heeft hy, noch voor noch in 1848, zoo min als na dat jaar z'n volgelingen, het minste blyk gegeven dat hy iets voorzag van wat er vlak naast onze grenzen in 1866 en 1870 gebeuren zou! Deze opmerking alleen behoorde voldoende te wezen om de krankzinnige vereering te brandmerken, waaraan de Natie zich ten zynen opzichte heeft overgegeven en nog overgeeft. Ik zeg: de Natie, en niet: 'n deel daarvan. Ook de tegenstanders namelyk van thorbecke, de zoogenaamde Behouders, bestreden hem slechts in hun verheven hoedanigheid van partymannen, nooit uit besef van z'n volstrekte nietigheid als denker en wysgeer, d.i. als Staatsman. Dááraan dacht en denkt men niet, en wel om de eenvoudige reden dat de ware beteekenis van 't woord onder al dat kinderachtig partygekibbel reddeloos is verloren gegaan.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken