Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Ideën V (1877)

Informatie terzijde

Titelpagina van Ideën V
Afbeelding van Ideën VToon afbeelding van titelpagina van Ideën V

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.83 MB)

ebook (3.09 MB)

XML (0.89 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

aforismen
verhalen


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Ideën V

(1877)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 89]
[p. 89]

Lapsen-triumf. Galgebrokken. Weldadighedens in extremis. De roem van Floris V gestaafd door de verhevenheid van 'n komma. Letterkundige oefeningen onder de leiding van meester Pennewip. Idem... van den auteur. Halsbrekende psychologische studien in 'n koffihuis. Wouter's arglistig gebed.

1052.

- Maar hebje dan wel ooit 'n komedie gezien? vroeg Pennewip, schoon hy 't antwoord wel raden kon.

 

Het mensch betuigde haar zondagsche verontwaardiging over 't veronderstellen van zoo'n mogelykheid, en riep daarby duchtig haren Heer aan.

 

- Of gelezen?

- Né, meester! Wat ik lees, lees ik in de Schrift... dàt lees ik!

- Voorzeker behoort de H. Schrift tot de klasse der alleruitstekendste boeken... jazelfs, men kan zeggen, Gods Woord is het alleruitstekendste boek. Dit zal niemand betwisten, juffrouw. Doch het is den mensch geoorloofd, of... vergund...

 

De meester haalde hier 'n boekjen uit den zak, dat-i voor de gelegenheid had meegebracht, en betoogde dat men niet juist terstond ieder als verdoemd behoefde te beschouwen, die... nu-en-dan... met mate... onder opzien tot hooger...

 

- Wel zeker, riep Stoffel, by my op school ook! De jongens lezen in 'n Chrestomathie van 't Nut...

- In wát voor 'n ding? snauwde juffrouw Laps.

[pagina 90]
[p. 90]

- In 'n chres... to... ma... thie, juffrouw. C, h, r, e, s... kres!

- Of, volgens sommigen: gggres, kommenteerde de meester. Kristus of... Gggristus...

- Dat zyn allemaal heidensche nieuwigheden! Ik zeg maar: Kristisss... want zóó heet de Heer, en niet anders! Jelui zult me toch m'n geloof niet willen afnemen?

- Maar juffrouw...

- Ik wil er niets van weten! Dat komt van al die wereldsche geleerdhedens! Wat zegt Paulis... of neen, wat zeiën ze tegen Paulis? Ze zeiën dat-i gek was van geleerdheid. En zóó is het! Want ik zeg: Kristisss is Kristisss, en daar ga ik niet af, al ging jelui op je hoofd staan met je beîen. En voor Wouter is 't ook niet goed, juffrouw Pieterse, dat-i zulke praatjes aanhoort. 't Kind is pas ziek geweest, en als de Heer hem niet gespaard had, zoud-i nu al voor 't Gericht staan... zoodat ik maar zeggen wil, dat ik vasthoud aan m'n geloof. Maar als-i uitgaat, moet-i 'ns by me komen, dan zal ik hem eens onder-handen nemen, want met z'n kathechizatie zit het er dun op. Dat heb ik al lang gemerkt. En nu, dankje voor je koppie thee, juffrouw Pieterse... né, meester, geen woord meer... 't is zonde! Verlokken laat ik me niet... ik blyf by den Heer... nou, stuur 'm eens by me - Wouter meen ik - als-i uitgaat.

 

Onder dit gerammel was 't schepsel opgestaan, en ze vertrok, met overwinnaarsblikken 't slagveld overziende, waarop ze zooveel roem meende behaald te hebben.

Juffrouw Pieterse was niet tevreden met den uitslag van den veldtocht. Ze had van haar beide maarschalken meer verwacht. Pennewip en Stoffel beweerden dat juffrouw Laps te dom was voor 'n behoorlyk debat. Wie zal dit ontkennen? Maar 't was de eenige reden niet. Ze vond in haar steil entiérisme zekere kracht, die haar tegenstanders niet konden putten uit het al te flauw bewustzyn dat er iets kon bestaan, wat naar gezond verstand geleek. Ze zou dan ook met behulp van haar frazeologie de overwinning behaald hebben op veel ontwikkelder vyanden nog, dan ze zoo-even uit het veld sloeg. De eerste pogingen tot overgang van volstrekt geloof tot onafhankelyk nadenken, werken verlammend, en het is niet te verwonderen dat zoo weinigen de kracht bezitten, zulke pogingen doortezetten tot het uiterste toe. Zeker is het, dat deze kracht niet kon gezocht worden by den ouwerwetschen Pennewip en den bekrompen Stoffel.

[pagina 91]
[p. 91]

En had die Laps wel zoo geheel-en-al ongelyk? Inderdaad, wat doen we met wereldsche geleerdheid, als wy de hemelsche voor 't grypen hebben? Het dilemma van Sultan Omar was zoo dwaas niet. De Koran is 'n volmaakt boek. Daarin staat al wat goed is, en: wat daarin niet staat, is niet goed. Weg dus met de bibliotheek van Alexandrie! Juffrouw Laps zou er ook den brand in gestoken hebben... hm, wie weet! Als men 'n ronde som geboden had voor 't behoud?

Il est avec le ciel des accommodements!

Was ze dus 'n huichelaarster? Dit is niet zoo gemakkelyk te zeggen. Een zeer slecht mensch was ze zeker, maar we doen de geloovery te veel eer, wanneer we zulke kwalifikatie als onvereenigbaar beschouwen met werkelyk geloof. Halve en kwart vrydenkers begaan dikwyls de fout, zekeren steun voor hun beweringen te zoeken in de afdwalingen van lieden die voor vroom doorgaan. Zien ze niet in, dat men hierdoor aan de ‘godsdienst’ 'n geheel onverdiend kompliment maakt?

Dat 'n geloovige een braaf mensch kàn zyn, stem ik toe, al begryp ik niet dat en hoe hy al die inkonsekwentien slikt, die z'n overtuiging hem oplegt. Maar de slechte daden die we dagelyks van de meeste vromen te zien krygen, staan geenszins tegen-over hun geloof. Ze gaan daarmee hand-aan-hand, en vloeien er uit voort. Een vrome die niet slecht is, zou eigenlyk dubbelen lof verdienen, omdat-i goed bleef ondanks z'n onzedelyk stelsel. En de goddiener die 'n booswicht is, handelt niet tégen z'n goddienst, maar toont juist daarin méér konsekwentie dan iemand die gelooft, en tòch geen schelm is.

Is niet het leerstelsel over schuldvergiffenis na kontritie, 'n verfoeielyke premie op 't zondigen? In 't dagelyksch leven noemen we dat: galgeberouw. En, als ware het om deze benaming tot 'n letterlyke waarheid te maken, we vinden byna zonder uitzondering de meest onbepaalde geloovery by galgebrokken. Er werden ten-allen-tyde weinig luî gehangen, die niet aan God geloofden. De hemel moet vol slecht volk wezen.

Andere, meer deftige, modellen van handige exploiteurs der genade-leer, worden ons geleverd, door de testamenten. Het pleit niet voor scherpte van blik, dat we dagelyks deze soort van weldadighedens in extremis zoo hooren ophemelen. Begrypt men dan de strekking niet van die omkoopery? God moet al zeer goedig zyn, of weinig verstand van zaken hebben, om 't minste stukje zaligheid wegtegeven voor zoo'n

[pagina 92]
[p. 92]

valsche munt. Over 't geheel reeds is de zoogenaamde Weldadigheid 'n maatschappelyk euvel, maar dat goochelen met posthume mildheid... nu ja, 't bewyst dat er galgeberouw bestaan kan, zonder galg.

Ieder kent het oostersche sprookje van den Kadi die de duizend Sechinen waarmee 'n misdadiger hem had willen omkoopen, als zoovele getuigen tegen den beschuldigde te-voorschyn haalde. Zoo behoorde Petrus ook te doen, by 't keuren der aanspraken van hemelkandidaten. En de verhouding is nog niet eens gelyk. Die oostersche misdadiger gàf iets, hy toonde metterdaad bereid te zyn tot het derven der waarde van z'n geschenk. Wat wordt er geofferd door vrome testateurs! Bestellen ze niet hùn zaligheid ten-koste van de erfgenamen?

Indien deze of gene Kerk, een-of-ander Genootschap, zekere Propaganda, of ‘de Armen’ behoefte hadden aan uw gaven, o stervende vromen, waarom dan uw mildheid uitgesteld tot den stond waarop 't geschonkene voor uzelf alle waarde zal verloren hebben?

De Geschiedenis der Stichtingen van Weldadigheid, e.d. zou 'n vry nauwkeurig statistiek leveren van misdaad en zedenbederf.

Toch is ook daaruit alweder te leeren dat huichelary 'n veel kleiner rol speelt dan men gewoonlyk meent. Wie zoo goedkoop den hemel tracht te bereiken, is 'n falsaris, 'n smokkelaar, maar... 'n huichelaar is hy daarom nog niet. De mogelykheid bestaat dat-i aan dien hemel gelooft, al zy dan z'n geloovery niet sterk genoeg om de kosten van 't omkoopen voor eigen rekening te nemen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken