Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar
Afbeelding van Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaarToon afbeelding van titelpagina van Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.62 MB)

Scans (37.40 MB)

ebook (5.89 MB)

XML (2.26 MB)

tekstbestand






Editeur

Annemarie Kets



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar

(1992)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 224]
[p. 224]

Hoofdstuk VI

  zesde hoofdstuk < [streep]     Ma
Zesde Hoofdstuk [streep]     Mb
zesde hoofdstuk.     D1-D4
1 De < De          Ma
Vervolg van het opstel van Stern. De     Mb
(Vervolg van het opstel van Stern.) De     D1, D3
(Vervolg van het Opstel van Stern.) De     D2, D2d
4-5 een menschensoort, in 't voorbygaan gezegd, die zeer onderscheiden is <
die, in het voorbijgaan gezegd, zeer onderscheiden zijn     M-D3
6 viel, en ver < viel, vèr     M
viel; ver     D1-D3
7 de < die     M-D3
8-9 tot zyn omgeving behoorden < behoorden tot zijne omgeving     M-D3
11 van deze < dier     M-D3
dezer D4
12 worden < wezen     M-D4
12 hy < het     M-D3
12 zooals men 't noemt < zoo men zegt     M-D3
13 wezen < zijn     Ma1
wezen Ma2
16 in 't midden van de pendoppo by de tafel <
bij de tafel in het midden der pendoppo     Ma1
in het midden der pendoppo bij de tafel     Ma2-D3
in het midden der pendoppo by de tafel     D4
17 eenigszins < iets     M-D4
18-19 der zuster van mevrouw Blauwbaard <
der vrouw van blaauwbaard          Ma
der zuster van Mevrouw Blaauwbaard     Mb-D3
23 ging, als te-leurgesteld, < ging M-D4
25 nu juist niet < niet M-D4
28 aantal inlanders < aantal M-D3

[pagina 225]
[p. 225]

29 neen, de < de     M-D3
33 wat < iets     M-D3
33 mogen < kunnen     M-D4
40-41 een eigenaardigheid trouwens die < wat trouwens     M-D3
41-42 wanneer men met hem in gesprek was, gevoelde men <
men gevoelde, wanneer men met hem in gesprek was,     Ma1
men gevoelde, als men met hem in gesprek was,     Ma2-D3
44 om zoo noodig < om, zoo het noodig was,     M-D3
44 te verwyzen < terugtekomen     M
terug te komen     D1-D3
46 niet moeielyk < zeer ligt     M-D3
46 alle onderwerpen van gesprek < in gesprekken alle onderwerpen     M-D3
47 vooral daar < daar     M-D3
47 op < op eene     M-D3
48 aan den loop van 't onderhoud een andere richting geven zullen <
eene andere rigting geven zullen aan den loop van het onderhoud     M-D3
aan den loop van het onderhoud een andere richting geven zullen     D4
49 omdat < dewijl     Ma1
omdat     Ma2
49 wezen zou < zoude wezen     M-D3
53 hy < men     Ma1
hij     Ma2
55 de beste < de     M-D3
59 banale opmerking < opmerking     M-D3
63 Hierop < Daarop     M-D3
65 zaten < waren     M-D3
71 de tabak, de kalk, de sirie, de pinang, en de gambier <
de sirie, de kalk, de pinang, de gambier en de tabak     M-D3
73-74 zyn heer de kostbare doos aan < de kostbare doos zijnen heer aan     M-D3

[pagina 226]
[p. 226]

79 dit < dat     M-D3
80 ondoordacht < te snel     M-D3
80 gaf. Want hy had < gaf; want dan had hij     M-D3
81 van Pandeglang hoort roemen < hoort roemen van Pandeglang     Ma
hoort roemen van Pande( )     Mb
hoort roemen van P...ng     D1-D3
82 werkelyk beter < beter     M-D3
84 al hurkend < hurkende     M-D3
85 onder zyn makkers plaats nam < plaats nam onder zijne makkers     M-D3
86 bruinrood geverwd < roodgeverwd     M-D3
bruinroodgeverwd     D4
88 er < daar     M-D3
89 en den kontroleur kende < kende en den kontrôleur     M
kende en den Kontrôleur     D1-D3
93 in < te     M-D3
94 aanleggen, of de bestaande beter te onderhouden. < aanleggen.     M-D3
95 hierin < dáárin     M-D3
95 dichter < beter     M-D4
96 veel < ongelijk     M-D4
102 zou te hooren zyn < was te hooren     M-D4
103 van Lebak geweest was < was geweest van Lebak     Ma
was geweest van Leb( )     Mb
was geweest van Leb...     D1-D3
103-105 Het scheen dat Verbrugge op dit oogenblik geen lust had den stryd voorttezetten. Althans hy brak 't gesprek af, <
Verbrugge wilde afbreken,     Ma
Verbrugge wilde afbreken,     Mb, D1
Verbrugge wilde afbreken     D2-D3
105-106 mandoor-oppasser < oppasser     M-D4

[pagina 227]
[p. 227]

109 toewan kommendaan < kommandant     M
Kommandant     D1-D3
110-111 starende, dat is de kommandant! Hy < starende, hij     Ma
starende, ‘hij     Mb-D3
111 en < hij     M-D3
111 vanmorgen < heden morgen     M-D3
111 vroeg reeds < vroeg     M-D3
113 u al < U     M
u     D1-D3
115 Pegang koedahnja toewan kommendaan <
Houd het paard vast van mijnheer den kommandant     M
Houd het paard vast van mijnheer den Kommandant     D1-D3
115 aan een < een'     M
een     D1-D3
116 die buiten zaten < buiten     M-D3
116 Duclari! Ben je < Duclari, zijt ge     Ma
Duclari, zijt ge Mb-D3
116-117 heb je < hebt ge     M-D3
118 man < mensch     M-D4
118 flinke militaire < militaire     M-D3
120 eerste-luitenant < luitenant     M-D3
120 te < van     M-D4
124-125 ging zitten onder de vraag: ‘wel, wat heb je al zoo hier?’ <
ging onder de vraag: ‘wat hebt ge zoo al hier?’ zitten     M
ging, onder de vraag: ‘wat hebt ge zoo al hier?’ zitten     D-D2d
ging, onder de vraag: ‘wat hebt ge al zoo hier?’ zitten     D3
126 Wil je < Wilt ge     M-D3
127 Heb je < Hebt ge     M-D3
127 geen klapperwater < klapperwater     M-D3
128 frisscher < frisch     M-D3

[pagina 228]
[p. 228]

129 je < u     M-D3
130 heel < zeer     M-D3
130 nadeelig. Je < nadeelig...ge     M-D3
nadeelig. Men     D4
130 Zie eens < Zie     M-D3
131 over de bergen dragen < dragen over de bergen     M-D3
136 je < ge     M-D3
138 je bent < gij zijt     M-D3
140 in 't hollandsch gevoerd < gevoerd in het hollandsch     Ma
gevoerd in het hollandsch     Mb
gevoerd in het Hollandsch     D1-D3
in het hollandsch gevoerd     D4
140 een taal die < dat     M-D3
142 hierdoor < daardoor     M-D3
142 van 't onderhoud uittesluiten < uittesluiten van het onderhoud     M
uit te sluiten van het onderhoud     D1-D3
van het onderhoud uittesluiten     D4
142-143 hiermee een andere bedoeling had <
eene andere bedoeling daarmede had     M-D3
hiermede een andere bedoeling had     D4
145 m'nheer de kontroleur < de heer kontrôleur     M
de heer Kontrôleur     D1-D3
de heer kontroleur     D4
147 Wel neen < Neen     M-D4

[pagina 229]
[p. 229]

147-148 gezegd, ik ken hem niet! riep Verbrugge, nu ook in het maleisch. Ik heb hem nooit gezien. Hy* <
gezegd, ik ken hem niet, riep Verbrugge, ook in het Maleisch.
‘Ik heb hem nooit gezien; hij          Ma
gezegd, ik ken hem niet, riep Verbrugge, ook in het Maleisch.
‘Ik heb hem nooit gezien; hij          Mb
gezegd, ik ken hem niet, riep Verbrugge, ook in het Maleisch:
‘ik heb hem nooit gezien; hij          D1*
gezegd, ik ken hem niet,’ riep Verbrugge, ook in het Maleisch:
‘ik heb hem nooit gezien; hij          D2-D3
gezegd, ik ken hem niet! riep Verbrugge, nu ook in het maleisch.
Ik heb hem nooit gezien. Hy     D4
148-149 diende eenige jaren vóór my op Sumatra <
heeft op Sumatra gediend eenige jaren vóór mij     Ma
heeft op Sumatra gediend eenige jaren vóór mij Mb-D3
149 je < u     M-D3
149 maar < slechts     M-D3
150 spreken, anders niet! < spreken.’     M-D3
151 dit < dat     M-D3
151 iemand juist niet < niet juist iemand     M-D3
152 m'nheer de Adhipatti < de heer Adhipatti     Ma1
de heer adhipatti     Ma2
de heer Adhipatti     Mb-D3
de heer Adhipatti     D4
152 hierover < daarover     M-D3
154-155 met den heer kommandant instemde <
het met den kommandant eens was     M
het met den Kommandant eens was     D1-D3
157 Over 't geheel genomen < In het algemeen     M-D4
157 dit < dat     M-D3
157-158 in 't hollandsch voort < voort in het hollandsch     M
voort in het Hollandsch     D1-D3
in het Hollandsch voort     D4
158 deze < die     M-D3
159 meende genoeg < genoeg meende     M-D3

[pagina 230]
[p. 230]

159 omdat < wijl     M-D3
160 alleen door Verbrugge verstaan wilde worden <
verstaan wilde worden door Verbrugge alleen     Ma
verstaan wilde worden door Verbrugge alleen     Mb-D3
160 dit < dat     M-D3
161 men waarachtig < men     M-D3
162 kennismaking < kennis     M-D3
162 hy < het     Ma1
hij     Ma2
164 jy < gij     M-D3
164 je < gij     M-D3
167 Nu ja < Ja     M-D3
167 zeker niet. Maar < niet...maar     M-D3
168 't < dat     M-D3
het     D4
171 Tot je dienst! Maar < Ja, maar     M-D3
173 Je < Gij     M-D3
174 was toen < was     M-D3
177 geen < niet een'     Ma
geen'     Mb
182 zichzelf < zich     Ma1
zichzelf     M2
183-184 onvermydelyk < noodig     M-D3
184 ook ik < ik     M-D4
184 een uitdaging < het     M-D3
184-185 aannemen, en in zekere gevallen zelf uitdagen, < aannemen,     M-D3
186 dank < ik dank     M-D4
186 je < u     M-D3

[pagina 231]
[p. 231]

187 daar is geen twyfel aan < daaraan is geen twijfel     M-D3
hieraan is geen twyfel     D4
188 getrouwd < gehuwd     M-D3
191 Nu, dat < Dàt     M
Dat     D1-D4
193 je < uwe     M-D3
195 daaruit een paar boschduiven < een paar boschduiven daaruit     M-D4
196 die vogels < die     M-D3
198 doen kon < doen konde     Ma1
kondedoen     Ma2-D3
200 dit < dat     M-D3
204 dit < dàt     M-D3
205 heb je < hebt gij     M-D3
209 Ienie apa toewan-toewan datang! < Daar komen ze,     M
Daar komen zij,     D1-D3
216 van de < der     M-D4
217 een door vier paarden getrokken reiswagen naderen <
het naderen van een' door vier paarden getrokken' reiswagen     M
het naderen van een' door vier paarden getrokken reiswagen     D1-D3
218 by 't bamboezen gebouwtje stilhield <
stilhield bij het bamboezen gebouwtje     M-D3
by het bamboezen gebouwtje stilhield     D4
219-220 zich al zoo in dien wagen bevond < zoo al was in dien wagen     M-D3
221 tot het gevolg van den Regent behoorden <
behoorden tot het gevolg van den regent     Ma
behoorden tot het gevolg van den Regent     Mb-D3
223 aan de diskretie herinnerde < u denken deed aan de diskretie     M-D3
224 vroeger < vorige     M-D3
224 leeuwen < de leeuwen M-D3
224 de stad inkwamen < in de stad kwamen M-D3

[pagina 232]
[p. 232]

226 zoo zorgvuldig < zoo     M-D3
227 op regen moest bedacht zyn < moest bedacht zijn op regen     M-D3
232 plan < doel     M-D3
232 er < er in     Ma1
daarin     Ma2-D4
234 in een reiswagen gezeten hebben < gezeten hebben in een' reiswagen     M-D3
237 het denkbeeld is me niet vreemd < ik ben niet vreemd aan het denkbeeld     M-D4
239 of < en     M-D3
244 hieruit < dááruit     M-D3
245 hetzelfde < één     M-D3
245 denzelfden < één'          M-D3
dezelfde     D4
247 tegen 't portier gedrukt hield < gedrukt hield tegen het portier     M-D3
tegen het portier gedrukt hield     D4
248 tegenover < over          M-D3
tegen-over     D4
256 ons < U     M
u     D1-D3
259 er ook < ook     M-D3
259 die nu < die     M-D3
259 voor de pendoppo stilhield < stilhield voor de pendoppo     M-D3
262 gevoerd te worden. Men < plaats te hebben; men     M
plaats te hebben: men     D1-D3
plaats te hebben. Men     D4
262 vernam de woorden < hoorde zeggen     M-D4
263 dit < het     M-D4
263-264 eindelyk stapte er een heer uit < een heer stapte er ten laatste uit     M-D3
een heer stapte er ten-laatste uit     D4
264 vertoonde < had     M-D3

[pagina 233]
[p. 233]

264-265 denken < u denken     M-D3
265 ik zoo-even < ik     M-D3
266 zullen weerzien < meer zullen zien     M-D3
266 terstond < dadelijk     M-D3
267 moest < moet     M
268-269 op mylen     afstands geen voertuig in de buurt was <
geen voertuig in de buurt was op mijlen     afstands     M-D3
270 aan den dag leî < ten toon spreidde     M-D3
273-274 voor een blyk van minder goede gezondheid wordt gehouden <
wordt gehouden voor een blijk van minder goede gezondheid     M-D3
274 hy had < had     M-D3
275 wel < gunstig     D4
277 hoewel < schoon     M-D4
277-278 onbehagelyk of terugstootend was <
onbehagelijk was, of terugstootend     M
onbehagelijk was of terugstootend     D1-D3
278 van de verdenking < te denken     M-D4
279 op dat gelaat verveelde < verveelde op dat gelaat     Ma1
op dat gelaat verveelde     Ma2
281-282 by het uitstygen behulpzaam te zyn <
behulpzaam te zijn bij het uitstijgen     M-D3
285 het als een byzonderheid < het     M-D3
289 als een jonge oester op den rug van zyn mama <
op de wijze als eene jonge oester op de oude     M
op de wijze als een jonge oester op de oude     D1-D3
291 met eerbied aannamen < aannamen met eerbied     M-D3
292 geheele houding < houding     M-D3
292-293 in de tegenwoordigheid te bevinden < te bevinden in tegenwoordigheid     M-D3

[pagina 234]
[p. 234]

296 By 't lezen van verdichte verhalen, heb ik my <
Ik heb, bij het lezen van verdichte verhalen mij     M
Ik heb, bij het lezen van verdichte verhalen, mij     D1-D4
298-299 zy blyk gaven iets te willen voortbrengen <
het te doen was om iets voorttebrengen     M, D4
het te doen was om iets voort te brengen     D1-D3
299-301 moest, om nu niet van humor te spreken, een eigenaardigheid die byna
doorgaande allerjammerlykst wordt verward met het komieke. Men <
moet; men     M-D3
302 of < of althans     M-D3
303 ka kauw < ka jij kauw     Ma1
ka kauw     Ma2
Ka kauw     D1-D3
306 allerzotste < zotte     M-D4
308 My komen zulke geestigheden wat goedkoop voor <
Ik vind die manier van geestig zijn, wat goedkoop     M-D3
309 ik ben < ben ik     M-D3
315 hierom < daarom     M-D3
315 u uitdrukkelyk < u     M-D3
317 vertoonde < bezat     M-D4
322 hetwelk < welke     M-D3
323-324 verzitten, hoesten of neussnuiten < hoesten of neus snuiten     M-D3
hoesten of neussnuiten     D4
324 wanneer < als     M-D3
325 die ontydige rustpunten had kunnen     afwennen <
had kunnen dwingen om die ontijdige rustpunten weg te laten     M-D3
had kunnen dwingen om die ontijdige rustpunten wegtelaten     D4
329 de goedige < de     M-D4
331 aan de scherpzinnigheid van zyn toehoorder overliet <
overliet aan de scherpzinnigheid van zijnen toehoorder     M-D3

[pagina 235]
[p. 235]

334 der hoofdplaats Serang < te Serang     Ma
te S(     )     Mb
te S...     D1-D3
335-336 gouvernement - een verhouding die den meesten iets omzichtigs geeft - <
gouvernement, omdat dit iets omzigtigs geeft,          M-D3
gouvernement - een verhouding die iets omzichtigs geeft -     D4
337 dit < dat     M-D3
337 smaakvol < schoon     M-D3
337 doch < maar     M-D3
337 moet < ik moet     M-D3
338 juist < wel     M-D3
339 zyn < diens     M-D3
340 kind < kindje     Ma1
kind     Ma2
341 het < het ook     M-D3
342 kenschetsing < beschrijving     M-D4
342-343 aan den loop der gebeurtenissen en des lezers eigen verbeelding overtelaten. Daar <
overtelaten aan den loop der gebeurtenissen en uwe eigene verbeelding, doch daar          M
over te laten aan den loop der gebeurtenissen en uwe eigene verbeelding; doch daar          D1-D3
343-344 evenwel nu eenmaal < nu toch eens          M-D3
evenwel nu toch eenmaal     D4
349-351 dat, om voor ‘gedistingeerd’ doortegaan, zich en anderen meent te moeten plagen met gêne, <
dat zich en anderen meent te moeten plagen met ‘gêne’ om doortegaan voor ‘gedistingeerd’,          M
dat zich en anderen meent te moeten plagen met ‘gêne’ om door te gaan voor ‘gedistingeerd,’          D1-D3
dat zich en anderen meent te moeten plagen met gêne, om voor ‘gedistingeerd’ doortegaan,          D4
351 ze hechtte < hechtte     M-D3

[pagina 236]
[p. 236]

351-352 voor sommige andere vrouwen waarde schynt te hebben <
waarde heeft voor vele andere vrouwen     M-D3
357-358 borst. Overigens, de < borst; de     M
borst: de     D1-D3
358 en < met     M-D3
361 voor het tegendeel hieldt < hieldt voor het tegendeel     M-D3
361 vinden zult < zult vinden     Ma1
vinden zult     Ma2
363 de ‘miskenning van 't genie’ noemde <
noemde de ‘miskenning van het genie’     M-D3
de ‘miskenning van het genie’ noemde     D4
364 haar aangebeden < haar     M-D4
365-366 Te dikwyls reeds is er gezegd < Het is reeds te dikwijls gezegd     M-D3
366 der ziel is < is der ziel     M-D3
369 men < hij     M-D3
369-370 om niet ook haar gelaat voor schoon te houden <
die niet ook haar gelaat voor schoon hield     M-D3
370 daarop < er op     M-D3
371 een man < iemand     M-D3
372 korte < bijzonder korte     M-D4
373 kalme < eene kalme     M-D3
375 viel er in zyn voorkomen niets byzonders optemerken <
was er in zijn voorkomen niets bijzonders     M-D3
377-378 weinigen, hem voor 't eerst ziende, op het denkbeeld komen zouden <
men, hem voor het eerst ziende, niet op het denkbeeld komen zou     M-D4
382-383 terstond < dadelijk     M-D3
389 vermoedelyk < waarschijnlijk     M-D3
392-393 onderscheiding < onderscheidingen     M-D4
395 Dichter < Hij was dichter     M-D3

[pagina 237]
[p. 237]

395 droomde hy < hij droomde     M-D3
396 die < ze     M-D3
397 hyzelf < hij     M-D3
397 had in 't leven geroepen < in het leven had geroepen     M-D4
401 vreemd. Hem < vreemd, hij     M
vreemd: hij     D1-D3
401 hy bezat < bezat     M-D3
403 misschien meer < hoezeer meer          M-D3
misschien iets meer     D4
405-406 en daarby < daarbij     M-D3
407-408 had. Hy was langzaam < had; langzaam     M
had: - langzaam     D1-D2d
had! - langzaam D3
409 haastig < snel     M-D3
411 durfde < mogt     M-D3
416 wanneer < waar     M-D3
418 maakte hy - wat te snel soms - zyn vriend <
en hij maakte zijn vriend     M
en hij maakte zijnen vriend     D1-D3
418-419 leed. Hy was gevoelig < leed; gevoelig     M
leed: gevoelig     D1-D3
422 doch < maar     M-D3
423 poogde zich daartegen te verzetten < zich daartegen verzetten wilde     M-D3
425-426 zinnelyk < zinnelijkheid     M
430 vurig, en doortastend < vurig     M-D3
vurig,     D4
433 indien < als     M-D3
433 reeds alle < alle     M-D3
434 vooral van < vooral in     M-D3

[pagina 238]
[p. 238]

434 van een < eener     M-D4
434 zeer ver < zeer     M-D4
434-435 van den dagelykschen grondvorm afwykt <
afwijkt van den dagelijkschen grondvorm     M-D3
435 hierom < dáárom     M-D3
436-437 tot duivels of engelen maken < maken tot duivelen of engelen     M-D3
tot duivelen of engelen maken     D4
438 van schakeeringen < eener schakering     M-D3
438 liggen < ligt     M-D3
438-439 wanneer < als     M-D3
439 aan waarheid gebonden is < gebonden is aan waarheid     M-D3
440 trachtte < heb getracht     M-D3
442-443 door overmaat van rykdom in myn oordeel belemmeren <
belemmeren in mijn oordeel door overmaat van rijkdom     M-D3
443-445 daarop, onder het ontwikkelen der gebeurtenissen die ik wensch meetedeelen, ter-aanvulling terugkomen <
daarop terug komen ter aanvulling, onder het ontwikkelen der
gebeurtenissen die ik u wensch medetedeelen          M-D3
daarop, onder het ontwikkelen der gebeurtenissen die ik wensch meetedeelen ter-aanvulling terugkomen          D4
451-452 in zyn woorden heerschte < er heerschte in zijne woorden     M-D3
452 of dat ze < of     M-D3
452 de koddigheid die < het koddige dat     Ma, D4
het koddige, dat     Mb-D3
457 meedreven < meêgedreven hebben     M-D3
458 beweren < meenen     M-D3
459-460 B-straat. Niets < Bstraat, en niets     Ma
Bstraat, en niets     Mb
B-straat, en niets     D1-D3
460 op ervaring te hooren bogen < te hooren bogen op ervaring     M-D3

[pagina 239]
[p. 239]

463 lotwisseling < lotwisselingen     M-D4
464 veranderingen < lotwisselingen     M-D4
464 werden < zijn     M-D3
466-468 zeker soort van gemoederen, die niet zyn toegerust met de vatbaarheid om indrukken optevangen en te verwerken <
de ziel van sommigen     M-D3
469 al de < alle     M-D3
470 zy < die     M-D3
471 die < die     Ma1
welke     Ma2
471 belangryk < groote     M-D4
471 in 1789 aanving < aanving in 1789     M-D3
475 hiertoe < daartoe     M-D3
475 schenen < schijnen     M-D3
481 in den loop der gebeurtenissen betrokken te zyn <
betrokken te zijn in den loop der gebeurtenissen     M-D3
482-483 medemensch. Men stelle zich voor, hoe < medemensch; hoe     M
medemensch, hoe     D1-D3
485 de velen die < wie M-D3
487 den < den
Ma1
een' Ma2, D1
een D2-D3
487 aan 't volk tracht te leeren < trachtte te leeren aan het volk     M
tracht te leeren aan het volk     D1-D3
aan het volk tracht te leeren     D4
491-492 welke rechtstreeks door uiterlyke omstandigheden veroorzaakt wordt <
welke geboren wordt uit uiterlijke omstandigheden     M-D3
welke uit uiterlyke omstandigheden geboren wordt     D4
493 toen < als     M-D3
496 Jezus < Christus Ma
Christus     Mb-D4

[pagina 240]
[p. 240]

496 waar < als     M-D3
499 zyn, veel geleden, < zijn...     M-D3
zyn, veel geleden...     D4
501 Deze < Die     M-D3
501 eenmaal < eens     M-D3
505-507 vele landen bezocht, en omgang gehad met lieden van allerlei ras en stand, zeden, vooroordeelen, godsdienst en gelaatskleur <
Frankrijk, Duitschland, Belgie, Italie, Zwitserland, Engeland, Spanje,
Portugal, Rusland, Egypte, Arabie, Indië, China en Amerika bezocht     Ma
Frankrijk, Duitschland, België, Italië, Zwitserland, Engeland, Spanje,
Portugal, Rusland, Egypte, Arabie, Indië, China en Amerika bezocht     Mb
Frankrijk, Duitschland, België, Italië, Zwitserland, Engeland, Spanje,
Portugal, Rusland, Egypte, Arabië, Indië, China en Amerika bezocht     D1-D3
vele landen bezocht, en omgang gehad met lieden van allerlei ras
en stand, zeden, veroordeelen, godsdienst en gelaatskleur     D4*
509-510 't leven niet was doorgegaan < niet het leven was doorgegaan     M-D3
het leven niet was doorgegaan     D4
511-512 moge ons de vlugheid van zyn geest borg wezen <
zij ons borg de vlugheid van zijnen geest     M-D3
513 verwondering < de verwondering     M-D3
514-515 op zyn gelaat te lezen was < te lezen was op zijn gelaat     M-D3
515 sprak er uit < was er in     M-D3
520-521 ‘kleine Max’ < de kleine Max     Ma
de kleine Max     Mb-D3
kleine Max     D4
521 omdat < wijl     M-D3
525 dikwyls < altijd     M-D3
525-526 konden doen < doen konden     M-D3
527 die gaarne zyn Patriam canimus meezong <
zong gaarne zijn ‘Patriam canimus’ meê     M-D3
529 met verlof te Amsterdam was < in Amsterdam was met verlof     Ma
in Amsterdam was met verlof     Mb-D3
te Amsterdam was met verlof     D4

[pagina 241]
[p. 241]

530-531 een neger op geschilderd was < op geschilderd was een neger     M-D3
534 uit den wagen had geholpen < had geholpen uit den wagen     M
535 Wanneer < Als     M-D3
535 deze < die     M-D3
536 ik < ik het     Ma1
ik     Ma2
536 ze < het     Ma1
ze     Ma2
die     Mb-D3
540 viel < was     M-D3


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken