Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar
Afbeelding van Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaarToon afbeelding van titelpagina van Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.62 MB)

Scans (37.40 MB)

ebook (5.89 MB)

XML (2.26 MB)

tekstbestand






Editeur

Annemarie Kets



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar

(1992)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 282]
[p. 282]

Hoofdstuk IX

  negende hoofdstuk < [streep]          Ma
Negende Hoofdstuk [streep]     Mb*
negende hoofdstuk.     D1-D4
1 Ik < Ik          Ma
Vervolg van het opstel van Stern Ik     Mb
(Vervolg van het opstel van Stern.) Ik     D1-D3
2 in de lucht zou kunnen laten zweven <
zou kunnen laten zweven in de lucht     M-D3
2-3 by de beschryving < bij het beschrijven     Ma1
bij de beschrijving     Ma2
3 uit de hand zoudt leggen < zoudt uit de hand leggen     M-D3
6-7 uitgangspunt van haar sprong < point de départ          M-D3
point de départ van haar sprong     D4
9 goede hemel, de < de     M-D3
10 een < het     M-D3
12 dit < dat     M-D3
21 houd u < doe     M-D3
23 hoogst < als hoogst     M-D3
23 en zelfs < en     M-D3
26 te verwyten < voortewerpen     M-D4
36 't < dat     M-D3
het     D4
41 hebt < en hebt     M, D1, D2nd, D3
en heb     Dz*
42 bundel < bundel der     M-D4

[pagina 283]
[p. 283]

46-47 -een andere vorm van welsprekendheid in den echtestaat geeuwend: <
geeuwend, - dat is eene andere uitdrukking der welsprekendheid in den echtestaat, -          M
geeuwend, - dat is eene andere uitdrukking der welsprekendheid in den echten staat:          D1-D3
geeuwend - dit is een andere uitdrukking der welsprekendheid in den echtenstaat:          D4
48 dat... hm! Och, < dat... och,     M, D4
dat... och!     D1-D3
48 ze schryven < men schrijft     M-D3
53 myn ziel, myn ziel < mijne ziel,     M-D3
myn ziel,     D4
54 't Was < Dàt was     M-D3
Het was     D4
55-56 dat hart en die ziel neergelegd < neêrgelegd dat hart en die ziel     M-D3
66 vak. Ieder zal < vak; gij zult     M
vak: gij zult     D1-D3
69 zyn opstel < de laatste tien hoofdstukken     Ma
zijn opstel          Mb
69 ons al < ons     Ma
ons al     Mb
70-71 mooi. Zoo zeggen ze, ten-minste. < mooi.     M-D4
73 deze < die     M-D3
73-74 bladzy zooveel < bladzijde     M
bladzijde zooveel     D1-D3
77 veel te < te     M-D3
78 word < ben     M-D3
81 gaat me nu die < gaat     M-D3
85 koffi, op < koffij en     M-D3
koffie, op     D4
87 wat < iets     M-D3
95 want ik vraag u, < want     M-D3

[pagina 284]
[p. 284]

97 toch < nu toch     M-D3
105 wat < iets     M-D3
104 wat < iets     M-D4
107 hoofdstukken overteslaan, die naar duitsche opgewondenheid rieken <
hoofdstukken die rieken naar duitsche opgewondenheid overteslaan     Ma
hoofdstukken, die rieken naar duitsche opgewondenheid, overteslaan     Mb
hoofdstukken, die rieken naar Duitsche opgewondenheid, overteslaan     D1-D3
hoofdstukken overteslaan, die naar Duitsche opgewondenheid rieken     D4
112 Dit < Dat     M-D3
112 zeer verkeerd < eene groote fout     M-D3
een groote fout     D4
116 is. Maar < is, doch     Ma
is; doch     Mb-D3
116 hierin ligt < dit is M-D3
120 men meent < zij meenen     M-D3
120 dit < dat     M-D3
123 durf < ik durf     M-D3
124 met kennis van zaken spreek < spreek met kennis van zaken     M-D3
125 vooral sedert < sedert     M-D3
127 weten, lezer, < weten     Ma, D4
weten,     Mb-D3
129-130 in toon en manieren iets heeft aangenomen <
iets heeft aangenomen in toon en manieren     M-D3
130 't < dat     M-D3
133 over je tevreden! Ik < tevreden over u, ik     M
tevreden over u: ik     D1-D3
133 je altyd < u altijd     M-D3
134 toch wyk je van den rechten weg af. Je bent <
gij wijkt af van den goeden weg; gij zijt     M, D1
gij wijkt af van den goeden weg, gij zijt     D2-D3

[pagina 285]
[p. 285]

135 je hebt < hebt     M-D2d
heb     D3*
136 't beginsel < de bron     M-D4
136 je < gij     M-D3
138 ten-verderve, jongen. Lees* < ten verderve, lees     M
ten verderve: lees     D1-D3
ten-verderve; lees     D4
144 je lichaam < uw ligchaam     M-D3
144 je vader < uw vader     M-D3
146 dus 't < het     M-D3
147 de < die     M-D3
149 spiegel je < spiegel u     M-D3
149 stel je < stel u     M-D3
150 die < die dus     M-D4
151-152 worden, en al doet hy nu-en-dan eens wat verkeerds. Bedenk toch <
worden. Denk toch     M-D3
155 je bank < uwe bank     M-D3
155 't je < het u     M-D3
het je     D4
155-156 verveelde, jongen, want... wat moet God daarvan denken? De kerk is Zyn heiligdom, zieje? En <
verveelde; en          M-D3
verveelde, jongen, want wat moet God daarvan denken? De kerk is Zyn heiligdom, zieje? En          D4
156-157 jonge meisjes < meisjes     M-D3
157 dit < dat     M-D3
158 lees. Dat < lees; dat alles     M
lees: dat alles     D-D3
lees, dat alles     D4
159 heb je < hebt ge     M-D3

[pagina 286]
[p. 286]

160 de man < hij     M-D4
162 werk < werk af     M-D4
163 verkeerde < zulke     M-D3
165 ziekelyk, ziedaar! < ziekelijk.     M-D3
166 Stern, jongen: < Stern,          Ma
Stern,          Mb
Stern:          D1-D3
Stern, jongen,     D4
166 ryk, moet je denken. Houd je < rijk, houdt u     M
rijk: houdt u     D1
rijk:houd u     D2-D3
ryk. Houd je     D4
166 alsof je < alsof ge     M-D3
167 zag < zaagt     M-D3
169 moest schryven* < schrijve     M-D3
170 heeft geborduurd met echte floszy < heeft geborduurd          M-D3
geborduurd heeft met echte floszy     D4
171 - zoo-eens uit jezelf, weetje? - < zoo eens     Ma
zoo eens,     Mb-D3
173 Zieje < Ziet gij     M-D3
173-174 dat is men zyn naaste schuldig - zoo breng je hem op den goeden weg, meen ik - <
zóó brengt ge hem op den goeden weg, dat is men zijnen naaste schuldig,          M
zoo brengt ge hem op den goeden weg, dat is men zijnen naaste schuldig,          D1-D3
zoo breng je hem op den goeden weg...dit is men zyn naaste schuldig,     D4
176 kantoor, <
kantoor, en denk toch dat de Heer voor u gestorven is aan het kruis,     Ma
kantoor,          Mb
176-177 want dan stort ze, en Paulus < want Paulus          Ma1
want dan stort ze, en Paulus     Ma2
want dan stort ze, en Paulus     Mb
want dan stort ze; en Paulus     D2-D3

[pagina 287]
[p. 287]

179 Frits, en wees braaf, < Frits, Ma
Frits,     Mb-D4
180 je hoed < uw’ hoed     M
uw hoed     D1-D3
180 je jas < uw’ jas     M
uw jas     D1-D3
181 je < u     M, D2d, D3
uw     D1*, D2*
183 onderwerp van zyn rede < onderwerp          M-D3
onderwerp zyner rede     D4
184 gekozen < genomen     M-D4
184 Gods < van God     M-D4
184-185 ongeloovigen, naar aanleiding van Samuels berisping aan Saul: Sam. xv: 33b. <
ongeloovigen.          Ma
ongeloovigen. (Samuels berisping aan Saül. Sam xv. 33b)     Mb
ongeloovigen. (Samuels berisping aan Saul: Sam. xv: 33b.)     D1-D3
ongeloovigen, naar aanleiding van Samuels berisping aan Saul: Sam. xv: 33b.          D4
186 By 't aanhooren van die predikatie, dacht ik gedurig <
Ik dacht gedurig bij het aanhooren zijner rede     M-D3
By het aanhooren van die predikatie dacht ik gedurig     D4
187-188 zeide < zeide u     M-D4
188 toch ook < toch     M-D3
189 een-en-ander* < veel     M-D3
190 och, hoe < hoe     M-D3
192-193 iemand die waarlyk niet hoog vliegt <
een middelmatig mensch;          M
een middelmatig mensch -          D1-D3
een middelmatig mensch die waarlyk niet hoog vliegt -     D4
194 omdat < daar     M-D3
194 sommige < vele     M-D3
195 door Sjaalman behandeld waren < Sjaalman behandeld had     Ma
Sjaalman behandeld had     Mb-D3

[pagina 288]
[p. 288]

198-199 heiden. Want ik houd me aan Jezus Christus, en dien gekruist, en dit zal elk fatsoenlyk lezer ook wel doen. <
heiden)          M
heiden).          D1-D2d
heiden.)          D3
heiden Want ik houd me aan Jezus Christus, en dien gekruist, en dit zal elk fatsoenlyk lezer ook wel doen.          D4*
209 moge. Ziehier wat hy daarvan zeide: < moge.     M-D3
210 heerlyke roeping < roeping     M-D3
213 en niet ook < niet     M
niet,     D1-D3
227 zyn er < zijn     M-D3
232 leven < zijn     M-D4
232-234 geliefden - wanneer zulk een gruwelyk bestaan den naam van leven dragen mag! - daar vindt men wezens die <
Geliefden, die     M, D4
Geliefden! die     D1-D3
234 beweren < meenen     M-D3
234 voldoende < genoeg     M-D3
237 dit < dat     M-D3
238 wezen zal < zal wezen     M-D3
247 zonder ooit < zonder     M-D3
247 die < ze     Mat
die     Ma2
248 Ziet < Zie     M-D3
249 het < dat     M-D3
249 nauwelyks < naauw     M-D3
265-266 zedeloosheid! Het < zedeloosheid, - en het     M-D3
273 bevorderen < oprigten     M-D3
277 oprichten < daarstellen     M-D3

[pagina 289]
[p. 289]

279 die < als     M-D3
als     D4
283 't verkeer < verkeer     M-D3
285 traktaatjes < traktaten     M-D3
traktaten     D4
288 voorraad < getal     M-D3
289 aanwezig < voorhanden     M-D3
296 deze < zulk eene     M-D3
298 op nummer 5, e gelet < gelet op nummer 5(e     M
gelet op nummer 5 e)     D1-D3
gelet op nummer 5, e     D4
298-299 juist die voorslag herinnerde mv zoo <
dàt was iets wat mij zoo herinnerde     M
dat was iets wat mij zoo herinnerde     D1-D3
301 ik < ik u     M-D3
309-310 juist hierom < dáárom     M-D3
311 wezen zal < is     M-D4
312 van die < dier     M-D3
317 en nederige < nederige     M-D3
319-320 op zyn pad is < is op zijn pad     M-D3
321-323 stellen, als Frits goed oppast - hy heeft redelyk stil gezeten in de kerk - wellicht vyf jaren vroeger <
stellen, welligt vijf jaren vroeger, als Frits goed oppast (hij heeft zeer stil gezeten)          Ma
stellen, welligt vijf jaren vroeger, als Frits goed oppast (hij heeft zeer stil gezeten)          Mb-D3
stellen, als Frits goed oppast - hy heeft redelyk stil gezeten - wellicht vyf jaren vroeger          D4
328 hiertoe < daartoe     M-D3
330 daaraan zoo dringend < daaraan     M-D3
338 reeds < zelfs     M-D4

[pagina 290]
[p. 290]

339 ons < het     M-D4
340 vaderland < land     M-D4
345 hiertoe < daartoe     M-D3
349 Dit < Dat     M-D3
351 zorgen. En dit < zorgen, en     M-D3
353 waarlangs < waardoor     M-D3
353 en hoe < hoe     M-D3
355 worden gemaakt < gemaakt worden     M-D3


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken