Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar (1992)

Informatie terzijde

Titelpagina van Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar
Afbeelding van Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaarToon afbeelding van titelpagina van Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (5.62 MB)

Scans (37.40 MB)

ebook (5.89 MB)

XML (2.26 MB)

tekstbestand






Editeur

Annemarie Kets



Genre

sec - letterkunde

Subgenre

studie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar

(1992)– Multatuli–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 297]
[p. 297]

Hoofdstuk XI

  elfde hoofdstuk < [streep]          Ma
Elfde Hoofdstuk [streep]     Mb1
Tiende Hoofdstuk [streep]     Mb2
elfde hoofdstuk.     D1-D4
1 Zoodat < Zoodat          Ma
Vervolg van het opstel van Stern Zoodat     Mb*
(Vervolg van het opstel van Stern.) Zoodat     D1-D3
3 nu toch eenmaal < toch     M-D3
5 ketimon?77 < ‘ketimon?’ (augurken, komkommers)     Ma1
‘ketimon’ (augurken, komkommers)?     Ma2
‘ketimon’ (augurken, komkommers)?     Mb
ketimon (augurken, komkommers?)     D1-D2d
ketimon? (augurken, komkommers)     D3
ketimon?70          D4
ketimon?77          D4a
9 vroeg < zei     M-D3
9-10 meen je wel dat we hier zyn < zijn wij hier     M-D3
13 keuken < de keuken     Ma1
keuken     Ma2
13 Hyzelf < Hij     M-D3
17 begreep dit < wist dit     M-D3
18 je < ge     M-D3
19 heb ij < hebt gij     M-D3
22 je < gij     M-D3
26 je < gij     M-D3
26 manier < wijze     M-D3
27 geschiedt. Andere wyzen < geschiedt; doch anderen     M-D3
geschiedt. Doch anderen     D4
28 met < te     M-D3
28 heele schaap < schaap     M-D3

[pagina 298]
[p. 298]

28-29 in de bewerking overteslaan < overteslaan in de bewerking     M-D3
in die bewerking overteslaan     D4
30 je < gij     M-D3
30 we samen < wij     M-D3
31 's avends, een paar maal in de week. < 's avonds;     M-D2d
's avonds:     D3
's avends.     D4
33 dit < dat     M-D3
34-35 Heine, Vondel, < Heine,     Ma
Heine,     Mb-D3
35-36 Byron... < Byron, Vondel...     Ma
Byron, Vondel...     Mb-D3
38 je bent < ge zijt     M-D3
38 dertig! Wat < dertig jaren oud, wat     M
dertig jaren oud: wat     D1-D3
38 heb je < hebt ge     M-D3
39 nogal lastig < lastig     M-D4
39 je < u     M-D3
40 waar zooveel engelsch gesproken wordt <
daar wordt veel engelsch gesproken     M-D3
waar zoo veel engelsch gesproken wordt     D4
40 Heb je < Hebt ge     M-D3
40 Mata-api80 < Matta-api (vuur-oog)     Ma
Matta-api (vuur-oog)     Mb-D2d
Matta-api (vuuroog)     D3 Matta-api73     D4
Matta-api80     D4a
43 zoo, in 1843, < zoo,     M-D3
zoo, in '43,     D4
45 je < ge     M-D3
47 je < u     M-D3

[pagina 299]
[p. 299]

48 van 't < het     M-D3
van het     D4
49 Gelooft < Geloof     D1-D3
51 het erkennen < bekennen     M-D3
52 een < den     Ma1
een'     Ma2-D3
53-54 Nîmes in 't zuiden van Frankryk < Nîmes          Ma
Nîmes          Mb-D3
Nîmes in het zuiden van Frankryk     D4
54-55 waarschynlyk in zyn verbeelding op den toren staande <
die waarschijnlijk op den toren stond     Ma, D1-D3
die waarschijnlijk op den Toren[?] stond     Mb
55 die < welke     Ma
die     Mb
56 eenigszins < iets     M-D3
58 je < ge     M-D3
58-59 nooit ergens meer < nooit     M-D3
59 ontmoet < gezien     M-D4
60 wordt < is     M-D3
60 Ziet eens, by-voorbeeld, < Bij voorbeeld ziet eens     M
Bij voorbeeld! ziet eens     D1-D3
61 spreekt en schryft. Wat my betreft, ik < spreekt; - ik     M-D3
63 vereischte < juiste     M-D3
64 by de hand te hebben < te weten     M-D4
66 moet men hè zeggen. < zegt men: ‘Hèh!’     M-D3
66 weer < meer     Ma1
weêr     Ma2-D3
67 Die dingen < Zij     M-D3
68 wat < iets     M-D3

[pagina 300]
[p. 300]

69-70 hierby spreekt een gevoel van heel anderen aard! Men <
dat gevoel is geheel iets anders; men     M-D2d
dat gevoel is geheel iets anders, men     D3
71 passeeren. Hieronder < passeren; daaronder     M-D3
72 soms wezen moog < zijn moge          M-D3
soms wezen mag     D4
72-73 in zyn gewaarwordingen < hierin     M-D3
75 < dat schoone     M-D3
het          D4
75 gewoonlyk < weêr     M-D3
76 van vleesch < of van vleesch     M-D3
of vleesch     D4
76-77 been...'t komt overeen uit! - gidsen, die <
been, - die          M
been-die          D1-D3
been...het komt over-een uit - gidsen, die     D4
77 je < u     M-D3
77 deze < die     M-D3
79-80 wat, en het kan me niet schelen ook. <
wat.          M-D3
wat, en het kan me ook niet schelen.     D4
80 Dat gebabbel < Dat     M-D3
81 moet gereed hebben < bij de hand moet hebben     M-D3
by-de-hand moet hebben     D4
81-82 niet in de oogen van sommigen < niet     M-D4
82 of < of een     M-D4
82-83 geschäfts-reiziger...dàt is een ras! < ‘geschäfts’ reiziger.     M
geschafts-reiziget.     D1*, D2d*
geschäfts-reiziger.     D2, D3, D4
84 - De Vandalen? < [ontbreekt]     M-D4
85 - Neen, die anderen. < [ontbreekt]     M-D4

[pagina 301]
[p. 301]

85 je < uw     M-D3
85 den < uw'     M
uw     D1-D3
88-89 die inlichting < die     M-D3
89 altyd missen < missen     M-D3
90 ons verlangen naar < onze neiging tot     M-D4
93-94 beweging, < beweging is     M-D3
95 u < je     D4
95 je < gij     M-D3
96 je < uwe     M-D3
97 't mooiste < een     M-D3
98 heerlyk < indrukwekkend     M-D3
98 indruk < aanblik     M-D3
105 kan men < kunt gij     M-D3
105 danseres < danseuse     M-D3
106 veroorzaakt < u veroorzaakt     M-D3
108 Dit < Dat     M-D3
112 als < of als     M-D3
112 van de < der     M-D4
113 liefde. O, misselyk! < liefde.     M-D4
116 hieruit < dááruit     M-D3
117 wilde te kennen geven < riep     M-D3
117 was ook wel heel < was     M-D3
117 mooi < schoon     M-D3
118 waarachtig niet < niet     M-D3

[pagina 302]
[p. 302]

118 Je zei < Gij zeidet     M-D3
119 slot-pose < ‘poses’     M-D3
119 volstrekt < absoluut     M-D4
119 was < waren     M-D4
119 ook! - doch* < ook. Maar     Ma1
ook, doch     Ma2
ook; doch     D1-D3
120 omdat < wijl     M-D3
120 danseres < danseuse     M-D4
122-123 ook de watervallen verworpen als uitdrukking van het schoone. Watervallen <
ook, als uitdrukking van het schoone, de watervallen verworpen...die     M-D3
126-127 hrroe...en nooit iets anders! < rroel!’...     M-D3
127 jy < gij     M-D3
128 je < u     M-D3
131 de door u gevorderde < die     M-D3
132 wezen zou < is     M-D3
135 van daag < heden     M-D3
vandaag     D4
135 18 < den [open plaats]     Ma
den 18den          Mb-D3
138 de 18de < den [open plaats]     Ma
den 18den          Mb-D3
138 je bent < gij zijt     M-D3
139 't kasteel Fotheringhay < den Tower          Ma1
de Tower          Ma2
het slot Fothingeray     Mb-D3
142 dit < dat     M-D3
142 wil je < wilt ge     M-D3
144 Je zag < Ge zaagt     M-D3

[pagina 303]
[p. 303]

144 eens op < op     M-D3
145 zich zelf daarop < zich daarop plaatste     M-D3
146-147 waggelend dien stoel < uwen stoel al waggelend     M-D3
147 bereikt < en bereikt     M-D3
147 slaat < gij slaat     M-D3
147-148 opening, en roept: < opening...     M-D3
148 En je valt < Gij valt     M-D3
148-149 Weet je me nu te zeggen waarom je: o god! riep, en gevallen bent <
En weet ge nu waarom gij gevallen zijt          M-D3
Weet je me nu te zeggen waarom je: o god! riep, en gevallen zyt     D4
152 Nu ja < Ja     M-D4
152 brak misschien < brak     M-D3
152 ben je < zijt gij     M-D3
152-153 gevallen. Die < gevallen, de     Ma1
gevallen; de     Ma2-D3
153 je gevallen bent < gij gevallen zijt     M-D3
je gevallen zijt     D4
154 had je < had ge     M
hadt ge     D1-D3
154 je vallen < gij vallen     M-D3
155 had je < hadt gij     M-D3
160 dat < dit     D4
166 viel je < vielt ge     M-D3
166 Duclari. Je viel < Duclari, gij vielt     Ma
Duclari, gij vielt     Mb-D3
Duclari! Je viel     D4
167 omdat je < omdat ge     M-D3
167 dat alles < dat     M-D3

[pagina 304]
[p. 304]

167 zag < zaagt     M-D3
167 riep je < riept ge     M-D3
167 o god! Volstrekt niet < ‘O God!’ niet     M-D3
168 je stoel < uwe stoel     Ma1
uwen stoel     Ma2-D3
168 nadat je < nadat gij     M-D3
168-169 Fotheringhay < den Tower     Ma1
de Tower     Ma2
Fothingeray     Mb-D3
169 werd < zijt     M-D3
169 je < uw’     M
uw D1-D3
169 neef, denk ik, < neef,     M-D3
170 je < u     M-D3
170 langer onverplicht < langer     M-D3
170 den kost te geven < te voeden     M-D3
171 kanarievogeltje < kanarievogel     M-D3
171 droom je < droomt ge     M-D3
172 je slaap < uwen slaap     M-D3
172 schrik je < schrikt gij     M-D3
173 je legerstede < uwe legerstede     M-D3
173 omdat je < omdat gij     M-D3
174 dit < dat     M-D3
175 waarlyk niet < niet     M-D4
176 te Fotheringhay < in den Tower     Ma1
in de Tower     Ma2
te Fothingeray     Mb-D3
179 Laat ons aannemen < Neem aan     M-D3

[pagina 305]
[p. 305]

181 als je < als ge     M-D3
181 wat je < wat gij     M-D3
181 Neen, neen, < Neen, -     M-D3
Neen,     D4
182 die < de     M-D3
183 van de < der     M-D4
184 politiemuts, en dus alles, < politiemuts,     M-D3
184-185 maar om < maar     M-D3
185-186 te Fotheringhay < inden Tower     Ma1
in de Tower     Ma2
te Fothingeray     Mb-D3
187 je < gij     M-D3
188 je < gij     M-D3
189 zich!’ Je < zich,’...gij     M-D3
189 je < u     M-D3
189-190 de uitvoering van 't schilderstuk aangaat <
aangaat de uitvoering van het schilderstuk     M-D3
de uitvoering van het schilderstuk aangaat     D4
192 'tzelfde < datzelfde     M-D3
192 te Fotheringhay < in de Tower     Ma
te Fotheringeray     Mb
te Fothingeray     D1-D3
193 je < gij     M-D3
194 Je < Gij     M-D3
194-195 en liefst < liefst     M-D3
195 je < gij     M-D3
196 by 't aanschouwen van < bij     M-D3
197 welken indruk meent ge dat zy op je maakt <
wat gelooft ge dat de indruk is die ze op u maakt     M-D3

[pagina 306]
[p. 306]

199 van den < der     M-D3
199 We hebben < Gij hebt     M-D3
202 voel je < voelt ge     M-D3
202 in je < in uw’     M-D3
204 moet houden < houdt     M-D3
206 gelykvoeligheid, weetje? En < gelijkvoeligheid,...en          M-D3
gelykvoeligheid, weet je? En     D4
208 dat < het     M-D3
208 ligt < zit     M-D4
208 Je < Gij     M-D3
209 moet worden < wordt     M-D3
210 je < gij     M-D3
211 dat je < dat ge     M-D3
211 voelt je < gevoelt U     M
gevoelt u     D1-D3
212 met de zaak te bemoeien < te bemoeijen met de zaak     M-D3
212 wezen < kunnen wezen     M-D3
212-213 toch in-godsnaam < toch     M-D4
213 't mensch < ze     M-D4
213 je < gij     M-D3
214 je < uw     M-D3
215 die historie < dat     M-D3
218 haar < hunne     M-D3
hare     D4
222 geloof waarlyk < geloof     M
geloof,     D1-D3
222 dat je < dat gij     M-D3

[pagina 307]
[p. 307]

222 je hart < uw hart     M-D3
222 verloren < gelaten     M-D4
223 plaagde < zeide     M-D3
224 vond < heb     M-D4
224 dat zult ge < gij zult het     M-D3
226 was dus < ware dus     M-D3
226-227 een onmogelykheid < onmogelijk     M-D3
227 daar pour tout de bon < daar     M-D3
228 uit je bewondering verdrong < verdrong in uwe bewondering     M-D3
228 dacht daarby < dacht     M-D3
229 vertellen ze < vertelt men     M-D3
229 't fabeltje < die fabel     M-D4
230 toewenschte. Zóó namelyk < toewenschte,...nu zóó     M, D3
toewenschte,...nu, zóó     D1-D2d
232 samen < tezamen     M-D3
236 dat < dàt     M-D2d
dit     D4
238 waarschynlyk < zeker     M-D4
238 dit < dat     M-D3
238 byzonder < heel     M-D4
239 hun verrassing < dat     M-D3
245 je er < ge er     Ma1
ge     Ma2-D3
245 over < over     Ma1
daarover     Ma2-D3
245 zou < zoudt     M-D3

[pagina 308]
[p. 308]

246 Tine verdrietig < Tine     Ma
Tine     Mb-D3
247 ze < haar     M-D3
251 zyn < wezen     M-D3
252 - Ja, maar... < [ontbreekt]     M-D3
255 wil je < wilt gij     M-D3
255 vroeg < zeide     M-D3
260 omdat < dat     Ma1
wijl     Ma2-D3
262-263 in deze meening versterkt voelde < versterkt gevoelde in die meening     M-D3
263-264 er, na en om dat neussnuiten, op Havelaars gelaat te lezen was <
er te lezen was op Havelaar's gelaat, na dat neussnuiten     Ma
er te lezen was op Havelaar's gelaat, na dat neussnuiten     Mb
er te lezen was op Havelaars gelaat, na dat neussnuiten     D1-D3
270 dit < dat     M-D3
275 Tine is... < Tine,...     Ma
Tine,...     Mb
Tine...     D1-D3
277 Dit < Dat     M-D3
277 beteekende < wilde zeggen     M-D4
278 zyn < wezen     D4
280 je < gij     M-D3
281 der aanspraken < van de regten     M-D3
281 van sommige < der     M-D3
283 van die aanspraken gehoord hadden < gehoord hadden van die regten     M-D3
284 op Sumatra een meisje gekend < een meisje gekend op Sumatra     Ma
een meisje gekend op Sumatra     Mb-D3
285 datoe83...* < ‘datoe’...     M
datoe...     D1-D4
datoe83...     D4a

[pagina 309]
[p. 309]

292 ben je < zijt ge     M-D2d
zijt gij     D3
294 je < ge     M-D3
295 ze < die     M-D4
296 van peper had < had van peper     M-D3
296-297 prahoe84 < praauw (‘prahoe’)     M
praauw (prakoe)     D1*, D2*, D2d*, D3*
prauw76          D4
prauw84          D4a
301-302 weer, al te mooi. De schipbreuk waarop je doelt, <
weêr...die schipbreuk     M-D3
303 Zoo'n < Zulk eene     M-D3
304 verdrietige < zeer verdrietige     M-D3
306-307 liefde, ten-tweede, een...ongelukkige liefde, ten-derde...nu ja, nòg iets van dien
aard, enz. Och, dat hoort er zoo by. Maar <
liefde, - dat was mijn dagelijksch brood in dien tijd, - maar     M
liefde, - dat was mijn dagelijksch brood in dien tijd; - maar     D1-D3
liefde - myn dagelyksch brood in dien tyd! - maar          D4
310 en < en was     M-D3
310 ik < och, ik     D4
311-312 gezicht < gelaat     M-D3
312 humeur, en < humeur; ik     M-D3
humeur. Ik     D4
313 vond onder anderen < vond          Ma
vond,          Mb-D3
vond onder-anderen     D4
315 Hierby < Daarbij     M-D3
318 je < u     M-D3
319 Zelfs bezitten zy < Zij bezitten zelfs     M-D3
321 je < gij     M-D3
321 bent < zijt     M-D4

[pagina 310]
[p. 310]

321 slechts weinigen < er weinig     M-D4
322 't me < mij dit punt     M-D3
me dit punt     D4
322 maar < doch     M-D4
322 dit laat ik < ik laat dat     M-D3
323 op een anderen dag gedaan had < gedaan had op eenen anderen dag     M-D3
323 wat minder < minder     M-D4
324 hoofd, meen ik - < hoofd,     M-D3
325 in gesprek zyn gekomen < zijn in gesprek gekomen     M-D3
326 myn omgang < dat gesprek     M-D4
326 ook < ook weldra     D4
326 het < dat     D4
327 dit < dat     M-D3
327 my misschien < mij     M-D3
327-328 onderhouden en vermaakt < kunnen onderhouden     M-D3
328-329 schoon ik erkennen moet dat < hoezeer     M-D3
330 dit < dat     M-D3
332 dit < dat     M-D3
336 Dit < Dat     M-D3
337 jy < gij     M-D3
339 ‘stumpert’ of zoo-iets, < stumpert,     M
‘stumpert’,     D1-D3'
339-340 naar myn schatting zoo hemelhoog boven haar verheven was <
zoo hemelhoog boven haar verheven was, naar mijne schatting     M-D3
341 en de < de     M-D3
343 rechts achter < achter     M-D4

[pagina 311]
[p. 311]

347 was ook weer dat ding < is dat ding ook weêr     M-D3
349-350 dagen! O, verrukkelyk! Hoor eens: < dagen...          M-D3
dagen! Prachtig...hoor eens:     D4
381 En... < [ontbreekt]     M-D4
382 - En...en... < En     M
En     D1-D4
383 Die is weertevinden < Gij zoudt die kunnen weêrvinden     M-D3
Ge zoudt die kunnen weervinden     D4
383-384 uw klerk te Natal. Hy < die klerk bij U was te Natal, hij     Ma
die klerk bij U was te Natal, hij     Mb
die klerk bij u was te Natal: hij     D1-D3
die te Natal klerk by u was. Hy     D4
388 waardoor vroeger de reede van Natal werd beschermd? De <
dat vroeger de reede van Natal beschermde,...de     Ma
dat vroeger de reede van Natal beschermde,...de     Mb-D3
391 die misschien < die     M-D4
391 legende < eene legende     M-D3
392 opdeunt < opdreunt     M-D3
393 je < ge M-D3
393-394 weet, ziel, geest of zoo-iets. Ik maakte er een vrouw van, de onmisbare, ondeugende Eva... <
weet...          M
weet...’          D1-D3
weet, ziel, geest of zoo-iets. Ik maakte er een vrouw van,
de onmisbare ondeugende Eva...          D4
395 Wel, Max, < Max,     Ma
Max,     Mb-D3
395 onze < de     M-D3
395 haar < de     M-D3
395 kraaltjes < kralen     M-D3
398 evennachtslyn < linie     M-D3

[pagina 312]
[p. 312]

398 over-land < te paard     Ma1
over land     Ma2-D3
400 struikelen, waarachtig < vallen     M-D3
402 ondeugend liever < ondeugend          M-D3
ondeugend ten-minste     D4
402 dit < dat     M-D3
403 men zich < gij u     M-D3
404 het zeggen < zeggen     M-D3
404-405 men is < gij zijt     M-D3
405 dit < dat     M-D3
406 dag eens < dag     M-D3
406 terdeeg < goed     M-D3
409 den nieuwen < een     M-D3
410 bespottelyk < mal     M-D4
410 op < om     M-D3
411-412 meer, en van wien hy zooveel zonderlings gehoord heeft...op Sumatra. Of < meer; of          M-D3
413 jy < gij     M-D3
413 dit < dat     M-D3
413 je < gij     M-D3
414 bent < zijt     M-D4
415 te waggelen < in dubio     M-D3
416 den < dien     M-D3
418 je < u     M-D3
419 dat <     dit D4
420 heeft men < hebt ge     M-D3
heb je D4

[pagina 313]
[p. 313]

420 liggen < zijn     M-D3
420 volle uren < uren     M-D3
421 men < ge     M-D3
421 zyn < uwen     M-D3
422 Dit lacht < Dat lacht     M-D3
422 Dit is < Dat is     M-D3
424 Dit < Dàt     M-D3
424 je vrouw < uwe vrouw     M-D3
424 je gelaat < uw gelaat     M-D3
425 je < u     M-D3
425 gekroonde E < E     M-D3
427 't recht niet had, verkouwen te wezen <
niet verkouden kon wezen          M-D3
het recht niet had, verkouden te wezen     D4
428 plaag < stoor     M-D3
430 zon langzamerhand < zon     M-D3
430 verdween, ging Havelaar voort, < onderging,     M-D3
432 tot de kleine freule zei < zeide tot de kleine freule     M-D3
433 gauw < weldra     M-D3
434 toewan < mijnheer     M-D3
435 tot die ‘stumpert’ neer, < neêr tot ‘die ‘stumpert,’     M*
neêr tot die ‘stumpert’,     D1
neêr tot die ‘stumpert,’     D2-D3
436 een gesprek met haar aan < met haar een gesprek aan     M-D3
437 heel weinig < weinig          M-D3
al heel weinig D4
438 wordt < is     M-D3

[pagina 314]
[p. 314]

438 nóg zoo verwaand < verwaand     M-D3
439 Zou je < Zoudt gij     M-D3
439 een volgenden keer weer < weder          M-D3
een volgende keer weer D4
441 toewan kommandeur < mijnheer     M-D3
442 gy < jy     D4
442 zoo'n < zulk een     M-D3
444 Zegt eens, heeren, was < Was     M-D3
444 't < dat     M-D3
dit D4
447 er < want er     M-D4
448 maar < en     M-D3
449-450 aan 't spreken geraakt was < sprak          M-D3
aan het spreken geraakt was     D4
450 al te onnoozele < onnoozele     M-D3
452 een sprookje < iets     M-D3
wat     D4
457 een verhaal gelezen < gelezen een verhaal     M-D3
460 zyn Vendutie in een sterfhuis gelezen <
gelezen zijne: Vendutie in een sterfhuis     M-D3
462 dan had pas de Japansche Steenhouwer gelezen. Ach, nu <
had dan pas gelezen: de japansche steenhouwer’... Nu     M*
had dan pas gelezen: ‘de Japansche Steenhouwer...’ Nu     D1-D3
dan had pas de Japansche Steenhouwer gelezen...ach, nu     D4
464 't < dat     D3
het     D4
465-466 aaneenschakeling < assimilatie     M-D3
konkatenatie     D4
467 je < gij     M-D3
468 vooral niet < vooral     M-D3

[pagina 315]
[p. 315]

469 dan < als     M-D3
470 zich < zich weêr     M-D3
472 over < van     M-D3
472 den resident herhaaldelyk voorgesteld <
herhaaldelijk voorgesteld aan den resident daar     M
herhaaldelijk voorgesteld aan den Resident, daar     D1-D3
den Resident herhaaldelyk voorgesteld     D4
473 van de < der     M-D4
475 de zoo belangryke < de     M-D3
475 met de zee verbindt < verbindt met de zee     M-D3
476 wisten < weten     M-D3
477 ree - en terecht! - < reê          M-D3
ree - en te recht! - D4
477 stond. < stond, en teregt.     M-D3
479 ze < die     M-D3
479 Je < gij M-D3
480 behoorlyke < de     M-D4
481 aan 't Gouvernement bevallen zal Ã
aangenaam wezen zal aan het gouvernement     M
aangenaam wezen zal aan het Gouvernement     D1-D3
aan het Gouvernement bevallen zal          D4
483-484 - tenzy in geval van force majeure - raschepen op de reede toetelaten < raschepen op de reede toetelaten, tenzij in geval van ‘force majeure’     M
raschepen op de reede toetelaten, tenzij in geval van force majeure     D1-D3
487 op < in     M-D3
487-488 my altyd door den kapitein een brief schryven <
altijd een’ brief aan mij schrijven door den kapitein     M
altijd een’ brief aan mij schrijven door den Kapitein D1-D3
489-490 ten-voordeele van Natal te bewerken <
tot stand te brengen ten voordeele van Natal     Ma
tot stand te brengen ten voordeele van Natal     Mb-D3

[pagina 316]
[p. 316]

490-491 ydelheid...was 't niet hard voor me, < ijdelheid,     M-D3
491 beteekenen < beduiden     M-D3
492 wilde? Nu, < wilde, en     M-D3
493 zonnestelsel, < zonnestelsel,...ziet, dàt     M-D3
493-494 onbeminnelyk < knorrig     M-D3
494 eenigszins < iets     M-D3
497 overluid < hardop     M-D3
500-501 vertelling, die ongeveer aldus moet geluid hebben: < vertelling.     M-D3
514 toen < als     M-D4
514 dit < dat     M-D3
514 zag < hoorde     M-D3
519-520 waren er < waren     M-D3
523 werd < was     M-D3
531 het aardryk < de aarde     M-D4
533-534 van de < der     M-D4
540 werd < werd tot     M-D3
543 banjirs < de banjirs     M-D3
544 hy < zij     M-D4
545 hy viel < zij viel     M-D3
ze viel D4
545 hy klaterde < zij klaterde     M-D3
ze klaterde D4
547 hy < zij     M-D3
ze D4
548 van zyn < harer     M-D3
van haar D4
548 hy < zij     M-D4

[pagina 317]
[p. 317]

549 Hy < Zij     M-D3
Ze     D4
553 hy < zij     M-D3
ze     D4
556 hieuw < uithieuw     M-D4
558 hy < zij     M-D4
559 Hy < Zij     M-D3
Ze     D4
562 een steenhouwer < steenhouwer     M-D4
565 riep < zei     M-D3
565 't bewys schuldig < schuldig het bewijs     M-D3
het bewys schuldig     D4
567 alleen < u alleen     M-D4
570 En jy < en gij     M-D3
570 zou jy < zult gij     M-D3
570 als < als eens     M-D2d
570-571 je kwam vragen < u vragen zal     M-D3
571 je < gij     M-D3
571 begeerde < begeert     M-D3
572 Voorzeker, mynheer, < Mijnheer,     M, D4
Mijnheer! D1-D3
572 zou < zal     M-D3


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken