Max Havelaar. Deel 2. Apparaat en commentaar

[p. 483]

Koppeltekens

Hoofdstuk IV

172	ten-zynen-
330	gelyk-
344	dames-
528	ter-

Hoofdstuk V

163	in-
369	te-
466	aloen-
479	adsistent-

Hoofdstuk VI

105	mandoor-
459	B-

Hoofdstuk VII

154	Rangkas-
161	in-
262	Rangkas-
265	adsistent-
286	bureau-

[p. 484]

Hoofdstuk VIII

65	adsistent-
397	belasting-
484	zoo-
498	adsistent-
514	nog-
547	ten-

Hoofdstuk IX

70	ten-
162	ten-
268	ten-

Hoofdstuk X

139	koffi-
140	zóó-

Hoofdstuk XI

48	onstoffelyk-
212	in-
452	met-

Hoofdstuk XII

27

by-

Hoofdstuk XIII

101

by-

[p. 485]

164	van-hooger-
187	te-
290	te-
364	insekten-

Hoofdstuk XIV

334	adsistent-
736	menschlievend-
799	te-

Hoofdstuk XV

81	adsistent-
193	in-
421	een-en-
449	eerbiedig-in-

Hoofdstuk XVI

29	Parang-
219	Gouverneur-

Hoofdstuk XVII

2	Parang-
20	te-
178	djati-
271	mata-
432	klappa-
442	zes-

[p. 486]

615

Pa-

Hoofdstuk XVIII

148	ten-
405	maandag-

Hoofdstuk XIX

30

ten-

Hoofdstuk XX

311

Rangkas-

‘Aanteekeningen en ophelderingen’

106	kadaster-
107	komptabiliteits-
310	ten-
27	ten-
212	zoo-
322	Ketjoe-
382	zoo-
447	Zoo-
770	jonge-
852	In-
1020	om-den-
1259	ten-
1478	Gouverneur-
1556	ten-