Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De president (1939)

Informatie terzijde

Titelpagina van De president
Afbeelding van De presidentToon afbeelding van titelpagina van De president

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.95 MB)

Scans (13.88 MB)

ebook (2.85 MB)

XML (0.34 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De president

(1939)–Edmond Nicolas–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 130]
[p. 130]

XII

In de dagen die volgden, was het in het groote huis op de Kerkmarkt alsof een comedie werd gespeeld; een fictie werd met veel bravoure opgehouden. Alle huisgenooten deden, alsof niets veranderd was. Natuurlijk moesten ze de taak van juffrouw Martens verdeelen, maar het was als 'n rolverdeeling die vanzelfsprekend en spontaan tot stand gekomen was. En allen speelden hun rollen.

Nella met een weinig schuldbewustzijn, omdat zij de oorzaak was der dreigende ontreddering; Dientje met 'n kinderlijke trots en koppigheid, omdat zij toonen wilde dat de oude vrijster niemand in ongelegenheid bracht. Gerda deed haar werk als steeds; alleen was 't voor haar een drukkende last te verzinnen, welke spijzen en welke combinatie van gerechten ze zou klaarmaken. En zij was de eenige die zich tot haar taak onbekwaam voelde. Zij bemerkte dat, ‘binnen’ de president minder at, en ze meende dat dit kwam door haar keus van spijzen. Ze trachtte zich te herinneren hoe de maaltijden vroeger waren samengesteld. Ze maakte de gerechten klaar waar de oude heer van hield, ja heele maaltijden van uitsluitend lievelingsgerechten. Vol spanning wachtte ze dan tot Dientje terugkwam met de schalen: ze lichtte de deksels, en zag dat er wéér niet veel gegeten was.

[pagina 131]
[p. 131]

Op 'n avond keek ze Dientje treurig aan en zei: ‘Hij eet niet genoeg.’ En de ander schudde het hoofd: ‘Ik vind dat hij er slecht uitziet.’

En de twee meisjes zaten tegenover elkaar aan de geschuurde keukentafel en beraadden. Gerda haalde een kookboek te voorschijn, maar Dina wist wel, dat het niet lag aan den smaak der spijs. De president piekerde.

Het kamermeisje wist van 't bezoek van den deken, en raadde 't doel daarvan, ze wist van 't verraad der huishoudster, en ze was woedend en wraakzuchtig gestemd tegen de menschen die haar meester kwaad deden.

‘Ik wou, dat die vrouw nooit in huis was gekomen,’ zei ze.

‘Maar dan hadden we Barendje ook niet,’ zei Gerda, en ze glimlachte verteederd bij de gedachte aan den kleinen jongen.

‘Als 't zoo doorgaat, dan kwijnt meneer nog weg,’ meende Dientje, en langzaam en in gedachten: ‘Zoo'n goeie, brave meneer.’

Gerda wist ook geen uitweg, maar ze stelde voor, heel aarzelend, omdat zij een boerenmeisje was en Dina uit de stad kwam, een novene te beginnen. Dien avond, voor 't slapengaan, knielden de twee meiden op de zwart en witte tegels van den keukenvloer, en hun ellebogen steunende op de houten zitting van twee stoelen, baden ze een rozenhoedje, dat Gerda luidruchtig en met wonderlijken klemtoon voorbad.

[pagina 132]
[p. 132]

De president was al tweemaal bij de keukendeur geweest, maar toen hij hoorde bidden, was hij op z'n schreden omgekeerd. Hij wilde vertellen dat hij op reis zou gaan.

Daags tevoren had hij 'n brief gekregen, die als 'n boodschap was uit z'n jonge jaren. Hij had destijds een clubgenoot gehad, als student, met wien hij meer dan met de anderen verbonden was geweest door hartelijke vriendschap. Piet van Haardorp was, evenals de president zelve, de laatste van 'n voornaam geslacht. Maar hij was afgeweken van de traditie ‘rechten’ of ‘leger’ van z'n geslacht en studeerde natuurkunde. Piet was 'n brilliant student geweest, die inderdaad uitmuntte zoo niet in z'n examens, dan toch in de meer dan gewone durf en volharding bij zijn onderzoekingen. In z'n derde jaar al had hij de gouden medaille op 'n prijsvraag verworven; nog voor z'n promotie was hij assistent, hij was een der weinigen voor wie het toekomstige professoraat zeker was. Maar op 'n goeden dag had hij zijn assistentschap, zijn onderzoekingen in den steek gelaten en was monnik geworden in een abdij in België. In het begin had de president nog wel 'n correspondentie met den vriend onderhouden, maar die was geleidelijk verflauwd, en sinds de dood van zijn vrouw had de oude heer niets meer gehoord van Dom Petrus. En nu was er 'n brief gekomen, een tamelijk korte, onhandige bedelbrief, dien Dom Petrus blijkbaar schreef aan al zijn oude vrienden, om geld te krijgen voor de Missie, die hij als abt van z'n convent moest zien

[pagina 133]
[p. 133]

te financieren. Het was 'n gewone bedelbrief vol van phrasen: over het licht des geloofs, arme heidenen, nood der missionarissen, en God zal U zegenen.

En toch was er iets in dien brief, dat den president had getroffen.

‘Ik weet, goede vriend Maarten, dat het U onaangenaam zal treffen, dat ik onze oude, wel sluimerende, maar nooit gestorven vriendschap wil gebruiken om Uw geld machtig te worden. Zeer zeker is dat niet seigneuriaal, zooals men van een abt zou verwachten.

Het is, menschelijkerwijs gesproken, eenmilde soort afperserij, tafelschuimerij als ge wilt. Maar als ge dit bedenkt, zult ge U ook realiseeren, hoe belangrijk ik onze Staties in Z. Afrika acht, dat ik er onze vriendschap voor op 't spel zet. Vergeef me mijn tafelschuimerij: ik ben even oud als gij, maar in mijn overigens sereene leven is er nog één vuur, één drift - den wil van God te doen ten koste van alles. Ik bid, dat ge dit zult begrijpen: het zal U, met Uw levenservaring, niet moeilijk zijn.’

‘Eén drift, den wil van God te doen ten koste van alles,’ bedacht de president, toen hij den brief gelezen had. Wat hij in zich eerst kort voelde, had heel het leven van den vriend doorstraald. Hij was bijna veertig jaren geleden den weg opgegaan, dien de president eerst kort geleden had ingeslagen.

De oude heer herinnerde zich de onbegrijpende lachjes, 't twijfelend schouderophalen, toen Piet zijn

[pagina 134]
[p. 134]

besluit had uitgevoerd. Hij wist dat diens ouders hun zoon bijna hadden verwenscht, omdat deze zulk een roemlooze carrière koos. En nu, zooveel jaar later, moest hij trachten dien vriend in te halen. Want dat was het doel en de beteekenis van alles wat over den ouden heer was gekomen: nog een paar jaren christen zijn: Gods wil volbrengen.

Toen kwam op eenmaal als een licht een gedachte in zijn geest. Een herinnering was 't aan al de beelden die hij droomend of wakend had gezien; een herleving van 't verlangen: een specialist te raadplegen.

Piet was zulk een specialist - een oude abt, die den aanvang en 't midden kende van den weg dien hij had afgelegd.

Zonder uitstel schreef de president een brief naar de abdij, om zijn bezoek aan te zeggen. Kort en zakelijk schreef hij dag en tijd, en sprak de hoop uit, dat zijn bezoek gelegen kwam.

Zijn besluit vervulde hem met 'n warme hoop; hij schelde niet, maar ging zelve naar de keuken, om zijn besluit te vertellen.

Voor de dichte deur hoorde hij eentonig bidden, en toen hij iets later terugkwam, gonsden de stemmen nog voort: hij herkende het rhythme van den rozenkrans.

En in z'n studeerkamer weergekeerd bleef die cadans in hem achter - achter 'n lokkende leegte. Hij nam z'n weinig gebruikten rozenkrans uit den zak en begon te bidden.

[pagina 135]
[p. 135]

Eerst vormden zijn lippen de gedachten van zijn geest, maar allengs splitste zich het rustig herhaald gemurmel van de gedachten die uitdreven in een andere wereld: een wereld van rust en lichte geborgenheid.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken