Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het schouw-toneel der aertsche schepselen (1672)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen
Afbeelding van Het schouw-toneel der aertsche schepselenToon afbeelding van titelpagina van Het schouw-toneel der aertsche schepselen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (50.01 MB)

ebook (49.96 MB)

XML (0.86 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/aardrijkskunde-topografie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het schouw-toneel der aertsche schepselen

(1672)–J. van Hextor, P. Nijlandt–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Afbeeldende allerhande menschen, beesten, vogelen, visschen, &c. Met een beschrijvende haer gestalte, hoedanigheden, natuur, krachten, eygenschappen, en genegentheden; met 160 figuren


Vorige Volgende

Van de Monsters, Wanschepsels en Misgeboorten.

NA dat wy meest alle de bekende Natien des Werelts vervolgens beschreven hebben, sullen wy dit deel met eenige Monsters of Wanschepsels besluyten. De voort-teelende natuur brenght somtijts uyt bezwangerde schepselen niet anders als monsters en misgeboorten te voorschijn, die oock dickwils van de gedaente en 't wesen der Ouders seer zijn verschillende.

Indien men de oude Gedenckschriften doorsnuffelt, men sal een ongelooflijck getal van soodanige wanschepsels ontmoeten: hier vindt men een vrucht ter Werelt gebracht, meer een beest als een Mensch gelijck: By een ander siet men eenige ledematen of qualijck geplaetst, of schrickelijck gefatsoeneert: By dese worden jongh-geboren Kinderen sonder armen, beenen, hooft en andere ledematen, of oock wel

[pagina 87]
[p. 87]


illustratie

de selve verdubbelt aengemerckt. Voor eenige jaren heeft hier ter plaetse een seker arm Man, noch een hooft aen sijn buyck gevestight zijnde, 't welck oock, wanneer hem de honger perste, eenige besondere beweginge betoonde, aen de nieuwschierige aenschouwers laten sien. Dat tweelingen met het hooft, rugh, borst, of buyck aen malkanderen verbonden waren, heeft de ervarentheyt niet schaers vertoont. De Hermaphroditen, of half man half wijf, hebben dickwils de oogen der toesienders vergenoeght, doch men bespeurt meesten tijdt in haer, dat een van de nature de overhandt behoudt, en sy alleen een van de teel-leden gebruycken konnen, waer uyt men oock haer geslacht, of sy voor Man of Vrouw te houden zijn, oordeelen moet. Verscheyde bezwangerde Moeders hebben na een langh en bangh dragen niet anders als schrickelijcke gedrochten, sommige doodt, sommige noch levendigh zijnde, ter Werelt gebracht, waer van de schriften der Genees-meesters opgepropt zijn.

Wy vertoonen alleen aen de nauwkeurigen Leser van veele twee vreemde en wonderlijcke wanschepselen: Waer van het eerste by de Fransen in 't jaer 1657 of 1658, op het bekende Eylandt Madagasker, aen de zuyd-zijde van Africa gelegen, gevonden is, en van daer na Nantes in Bretaigne overgevoert. Dit monster was in uyterlijcke gedaente, te weten, van de schouders tot de voeten, van andere menschelijcke lichamen niets verschillende, behalven alleen dat het rechter been langer was als 't lincker. Van de schouders opwaerts ontsprongh een lange uytgerechten hals: Het hooft was seer mismaeckt, aen beyde zijden beset met twee lange ezels ooren: in plaetse van een mondt was het met een lange gekromde beck versien. De Fransen getuygen dat dit monstreus schepsel van een sachte en soete natuur is, noch wreedt of stuurs in ommegangh. De

[pagina 88]
[p. 88]

spraeck of eer 't geluyt, heeft weynigh gelijckenisse met eenige bekende tael: het is nochtans soo leersaem dat sy 't in weynigh tijdts het teken des kruys hebben leeren maken. Hierom heeft men in Vranckrijck met verscheyde Godt-geleerden en Geneesmeesters geraedtpleeght, of men dit wanschepsel het Doopsel soude mogen geven. By slot-vonnis is vast gestelt, en voor goet gevonden, dat men 't, indien 't mogelijck was, noch vier maenden in de Christelijcke Religie soude oeffenen, en soo men merckelijck bevondt dat het tot verdere kennisse en reden gebracht wiert, dat men't dan onbeschroomt soude mogen Doopen.

Het tweede wanschickelijck monster, hoe wel niet door een ander levende schepsel ter Werelt gebracht, maer uyt het water tevoorschijn gekomen, hebben wy om sijn uytnemende en seltsame misgestalte niet willen voor by gaen. Het is in het jaer 1496 in de Rivier den Tijber binnen Romen gevonden. Sijn hooft was als dat van een Ezel: de rechter handt gelijck als een Oliphants voet, en de lincker als een Menschen handt. De rechter voet vergeleeck sich met die van een Os, maer de lincker met die van een Griffioen. De buyck en borsten waren die van een Vrouws-persoon gelijckformigh: De armen, voeten, en hals met vischschelpen beset. Achter aen de billen vertoonde sich een hooft gelijck van een oudt man, en naest het selvige ontsprongh noch een schrickelijck Draecken hooft. Van dit monster zijn by de Geleerden van die eeuwe verscheyde beduydenissen, die doch meest op de Roomsche stoel gepast worden, in het licht gebracht.

By na ontelbaer is het getal der oorsaken, waer door de monsteren en wanschepselen voortgeteelt worden; want de natuur op veelderley wijse, om 't werck der voort-teelinge tot sijn hooghste volkomentheyt te brengen, verhindert en afgeschrickt wordt: Wy sullen echter tot nader en klaerder onderricht de voornaemste op tellen. Ten eersten: De zwackheyt van de fatsoenerende kracht der ledematen, het zaet aenhangende, hier door onstaet het dat, wanneer de deelen des vruchts niet net en onderscheydelijck konnen gefatsoeneert worden, de selve onordentelijck vermenght blijven, of een ander gedaente aen nemen. Ten tweeden: De stercke inbeeldinge des Moeders, soo wel in de tijdt van de versamelingh, als in de eerste maenden van den dracht, gelijck sulcks met voorbeelden en bewijs-redenen bevestight wordt. Ten derden: De groote overvloet, ofte te kleynen voorraet van zadelijcke stoffe tot een bequame vrucht van nooden. Ten vierden: De vermengingh van vreemde zaden, waer door de monsters, de welcke ten deelen dese, en ten deelen gene soorte of gedaenten uytdrucken, ter Werelt gebracht worden: Maer boven al munt uyt de toorn des Alderhooghsten, soo wel over besondere persoonen als geheele Landtschappen ontsteken, want indien men dusdanige wonder-wercken des Heeren nauwkeurigh doorsiet, soo bespeurt men dat veeltijts dese monsters en wanschepselen yets besonders voorbeduyden, of tot een merckelijcke straffe van den Hemel neder gesonden worden.

 

Eynde des Eersten Boecks.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken