Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De wereld is een schip (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De wereld is een schip
Afbeelding van De wereld is een schipToon afbeelding van titelpagina van De wereld is een schip

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.06 MB)

Scans (23.14 MB)

XML (0.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De wereld is een schip

(1966)–Jan Noordegraaf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 176]
[p. 176]

11

In het wereldberoemde boek van Harriet Beecher Stowe, getiteld ‘De Negerhut van Oom Tom’, waarin zij een pleidooi voerde tegen de slavernij, staan aan het eind een wens en een vervulling opgetekend, welke zoals zovelen door de tijd zijn achterhaald, terwijl het rassenprobleem nog steeds de wereld niet uit is.

De betreffende zin luidt: ‘Op de kusten van Afrika zie ik eene republiek, gevormd uit uitgelezen mannen die zich veelal door geestkracht en eigen ontwikkeling boven de staat der slavernij hebben verheven. Nadat zij een voorbereidende toestand van zwakheid heeft doorleefd, is deze republiek eindelijk eene erkende natie op het aangezicht des aardrijks geworden.’

En George Harris, de ex-negerslaaf, voegde eraan toe: ‘Als een christelijk patriot ga ik naar mijn vaderland - mijn uitverkoren en heerlijk Afrika!’

Zij bedoelden de staat Liberia, welke in 1821 door Amerikaanse filantropen werd gesticht, maar van aanvang af zo zwak en onbekwaam was, dat de vrijheid er opnieuw gesmoord bleek in vlees en bloed; ditmaal door het uitmoordende klimaat, dat ook Harriets enthousiaste, onvoorbereide uitgelezen mannen velde.

De Unicum kwam ten anker voor Monrovia, de hoofdstad van de eerste vrije staat op de Afrikaanse westkust, welke stad genoemd werd naar de toenmalige Amerikaanse president Monroe.

Als ik denk aan de staat Liberia, ligt in haar geschiedenis die van bijna elke mens en van het mensdom besloten: steeds opnieuw zullen enthousiaste woorden en gedachten jongeren opwekken tot verbetering en verdieping, en steeds opnieuw zal de Tijd verslagenen van hen maken, die zich hebben moeten buigen voor krachten sterker dan hun jeugd.

Ik moet hier zonder schaamte erkennen, dat onze reis geen patriottische, christelijke kruistocht was; zelfs Vlaring scheen enigszins murwgebeukt en dat was niet te verwonderen. Voor ons was Liberia 'n eender cliché van deze kust, verzengd door de zon of verzopen door vloedgolven van regen.

Het enig tastbare verschil was dat de neger-loods weigerde langs de touwladder aan boord te komen - iets dat elke blanke loods tot nu toe wel had gedaan - en dat verplichtte bootsman Jakob de gangway uit te hangen. Ze waren 'n uur bezig de gangway te ontwarren en neer te laten, hetgeen niet bepaald bijdroeg raciale vooroordelen weg te nemen, omdat de loodsboot met de kankerende loods erin standby bleef, en dreigde weg te gaan. Hij sprak een

[pagina 177]
[p. 177]

rauw soort Engels met een sterk Amerikaanse inslag.

We bleven als verdoemden voor Monrovia liggen drijven en bezaten onze ziel in volkomen lijdzaamheid. De dagen duurden lang: soms regende het zo ontstellend sterk dat de bijna grijpbaar nabije kust verdween achter matglazen ruiten van regen, maar even later werd het weer droog en verdampte de neerslag, totdat men dacht verdunde stoom te ademen, zoals in de broeierige atmosfeer van een plantenkas.

Van de kust af kwamen allerlei bootjes en uitgeholde boomstammen met dwarsdrijvers er aan, wonderlijk goed balancerend in deze zee, vol geladen met prachtige lange bananen, sappige ananassen, knalgele avocado's en wonderlijk mooie schelpen van elk formaat.

We ruilden hele stronken bananen voor een pakje sigaretten of een oud hemd, dekten ze af en hingen ze te rijpen waar dat maar kon. Kapitein de Vos had de zijne in het stuurhuis gehangen, licht slingerend op de deining, totdat ze voor konsumptie geschikt waren. Enkele dagen later kwam hij, voelend onder het jute, tot de ontdekking dat er alleen nog maar banaanstoelen aan de stam zaten; de rest was leeggeroofd.

Hij ontbood onmiddellijk stuurman van Dorp die van niets scheen te weten, maar Westland zei: ‘De markonist en de leerling hebben alles opgegeten.’ Dat was inderdaad zo, maar we hadden ze van hèm gekregen. ‘Special captain's banana's, gentlemen. Ook 'n paar?’ Ze waren groot en rijp en smaakten voortreffelijk; we dachten dat hij ze als zodanig geruild had. Maar toen wij met de pet in de hand bij de Ouwe stonden, kwam de waarheid spoedig aan het licht. Westland kwam daarop binnen met twee enorme stronken en legde die op tafel neer. ‘Alstublieft, kaptein,’ zei hij lachend. ‘Met rente terug; de uwe waren toch overrijp!’ De Ouwe kon niets anders doen dan erom lachen.

Wiebe had natuurlijk weer pech; midden in de nacht kwam er iets kouds zijn kooi inkruipen: 'n bananenslang die uit zijn tros was komen zakken. Hij liep hakkelend van schrik het dek op en schreeuwde de buurt bij elkaar, maar een van de crewboys pakte het beest rustig beet en zwiepte het grijnzend overboord.

De dagen trokken voorbij als lome, langdradige stukken tijd tussen zonsopgang en zonsondergang, maar ook tussen zonsondergang en zonsopgang. We lagen te balanceren, alsof we juist van de Afrikaanse kust gevallen waren; 'n wereld op zichzelf, nauwelijks beseffend aan welk kontinent we lagen, ware het niet dat de diepbruine vertegenwoordigers daarvan op en rondom het schip heen zwierven.

[pagina 178]
[p. 178]

We kregen nog meer bezoek aan boord: dekpassagiers die onder een aan de laadboom van ruim twee opgehangen tent bivakkeerden; twee mohammedaanse negermannen met hun vele vrouwen en kinderen. In de avond maakten ze hun langdurige knieval naar Mekka; de heilige stad die hemelsbreed over het zwarte kontinent in de woestijnen van Arabië lag te sudderen.

Westland die ze steeds in dezelfde richting over stuurboord zag neervallen, rekende ons voor dat ze soms naar Moskou en soms naar Pretoria stonden te bidden, omdat het schip zwaaide; hij vond het weinig hoopgevend voor het westen, maar wel tekenend voor de situatie, waarin Zuid-Afrika zich bevond.

Vlaring verzocht hem dringend over deze zaken niet te spotten, en hij vertelde ons dat mohammedanen ook in de profeten van het Oude Testament geloofden. Volgens de christenen was Jezus de laatste geweest, volgens de mohammedanen was Mohammed dat, en Christus niet meer dan één in de rij.

‘Daarom krijgen de Arabieren de joden er nooit onder,’ zei hij. ‘Ze weten even goed als wij, dat de joden het uitverkoren volk zijn, dat God op zijn hand heeft.’

‘O ja?’ zei van Dorp. ‘Waarom zijn er dan vier miljoen vermoord in de laatste oorlog?’

Vlaring was ook maar een mens; die vraag kon hij niet beantwoorden. We konden veel niet beantwoorden, geen van allen; al waren we vlak bij Afrika, we waren niet meer dan een middel tot vervoer van lading van het ene kontinent naar het andere, en misschien was dat alleen onze missie: gedachten en goederen overbrengen, die zouden kunnen leiden tot verbetering van begrip en levensomstandigheden.

We waren niet meer dan een dun schakeltje in de ketting van gebeurtenissen die tijd en tijdperk veranderden; 'n drijvend voorwerp langszij van Liberia's bijna honderd vijf tig jaar vrije, ongastvrije, onveranderlijke kust, waaraan de afstammelingen van Amerika's gerepatrieerde uitgelezen zwarte mannen een schier hopeloos gevecht leverden tegen het klimaat, het bijgeloof, hun eigen eigenschappen en de hen toegemeten tijd.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken