Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De wereld is een schip (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van De wereld is een schip
Afbeelding van De wereld is een schipToon afbeelding van titelpagina van De wereld is een schip

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.06 MB)

Scans (23.14 MB)

XML (0.51 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De wereld is een schip

(1966)–Jan Noordegraaf–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 190]
[p. 190]

14

Het kwam tenslotte als een opluchting toen wij op de buitendrempel van de Bonny River ons anker lieten vallen, in afwachting van de dag, de loods en de haven van Port Harcourt, waar het betreden van de vaste wal eindelijk weer eens tot de mogelijkheden behoorde. De Bonny River was een arm van de machtige Niger, die zich hier een brede delta schiep. Ik heb later vele soorten stromen ter wereld gezien, - de Hoogli met zijn plotseling optredende vloedgolf of Bore die op te berekenen tijden schepen en oevers overviel; de bruisende bergstromen in de koele Noorse fjorden; de gapende Franse Gironde-monding die naar de wijnstad Bordeaux voerde; de stinkend bruine, uiterst trage Kali Madioen nabij Soerabaia; de onder woestijnhitte verschrompelende Oost-Afrikaanse waddi's en de spilzieke delta van de machtige Mississippi, - en ieder soort had zijn eigen sterke bekoring.

De Hudson gaf Manhattans wolkekrabbers in spiegelbeeld, en langs de Moessie visten de apen met hun staarten op krabben of oedang; de fjorden lagen verzilverd onder het geheimzinnige licht van de middernachtszon en de Javanen baadden in de dampende kali. Dat alles staat sterk in mijn geheugen gegrift, maar het vervaagt als ik denk aan dat éne filmbeeld van die armzalige, modderige zijarm van de West-Afrikaanse Niger die zich - bewust van haar levenskracht - hautain van Afrika's kustlijn afbuigt naar het noorden, bijna achteloos de zee voorbij gaande die zij van nature moet opzoeken.

Maar tenslotte bekeert zij zich en zakt door zinderend Soedan en vochtig Nigeria - dat zij haar naam gaf - toch naar het zuiden in de richting van de Bocht van Guinee, waarin zij vlak bij de evenaar uitmondt in een honderd mijl brede deltamonding die fijn als spinrag op de kaart getekend staat.

Daar vloeit het verzamelde water uit een gebied vele malen groter en maagdelijker dan Europa waanzinnig snel in zee; daar verspreiden zich eindelijk de druppels die over duizenden mijlen samengehouden werden in de kronkelende, wispelturige bedding van de Niger. Tot ver in zee kan men duidelijk aan de kleur van het water en de drijvende boomstammen de uitvloed van deze rivier zien.

Ergens diep in een bochtige kreek die Bonny River heette, lag Port Harcourt aan een weinig betekenende houten steiger, waarlangs moeilijk achter veel trossen een paar schepen konden meren.

Snel stroomde het water tussen de flathoge, ondermijnde mangroven door die labiel op hun vele luchtwortels in de modder stonden, wan-

[pagina 191]
[p. 191]

kelend op de rand van omvallen, omdat de grond onder hen voortdurend werd weggeslepen en elders gul op een hoop gegooid.

Apen en vogels krijsten lawaaierig in de stille vloedbossen, waarvan de oevers even veranderlijk waren als het klimaat; het resultaat waren zij van het eeuwige spel van droge en natte tijd, modder, drijvende boomstammen en waterkracht.

Hier en daar waren inhammen te zien, op plaatsen waar schepen uit het roer gelopen waren; de indruk van hun boeg bleef als een wonde in het oerwoud achter, voor zolang het duren kon.

‘Als je híer uit je roer loopt, staan er meer apen aan dek dan mensen,’ zei de Vos tegen de loods.

‘Dat is tóch al zo,’ antwoordde Westland volkomen ongevraagd, en dat bracht hem een reprimande, waarom hij grinnikte.

Gammele paalwoningen trachtten zich staande te houden in het veranderende oerbos, waaraan merendeels van malaria schuddende negers een karig bestaan ontleenden.

Port Harcourt; 'n klein stukje van The White Man's Grave; 'n oord vol van zware malaria tropica en gele koorts; 'n klein stukje van de grote Afrikaanse wereld, welke zonder de komst van de blanke ongetwijfeld nog zou sluimeren in volkomen onwetendheid, zoals heden ten dage nog grote gebieden aan de Amazone.

Als de dag van gisteren herinner ik me Port Harcourt aan die onooglijke kreek. We lagen aan de steiger te wachten en hadden de dekverlichting uitgedraaid om niet méér insekten aan te trekken. De hitte maakte ademen zwaar en lag als een wollen deken om onze schouders.

Op de brug staande, aan de kant van de rivier, uitkijkend over het glinsterende, streperig-voortjachtende water, zag ik plotseling iets: een donkere, vage vorm die de glinsteringen onderbrak en er een smet in vormde.

Er verscheen een uitgeholde boomstam; 'n kano met een neger er in, zoals er hier zoveel op de rivier waren. De man pagaaide met gemakkelijke ernst tegen de felle stroom in, en ik volgde hem.

Toen hij naderbij gekomen was, zag ik tot mijn verbazing dat er witte letters op de zijkant geschilderd stonden, maar ze waren niet te lezen.

Alsof iets me daartoe aanzette, tuigde ik de aldislamp op, richtte de scherpe bundel op de kano en zag toen zo iets onwerkelijks, dat de hele betekenis ervan pas jaren later volledig tot me zou doordringen. In grote, duidelijke letters stond daar geschreven:

‘Who believes in God shall never perish.’

Ik liet de bundel volkomen overdonderd langs die letters spelen; het

[pagina 192]
[p. 192]

leek spookschrift; het was niet te begrijpen hoe die letters hier terecht gekomen waren. Ze troffen me even onverwacht als een pijl, die uit het oerbos aan de overkant op me was afgevuurd.

‘Die in God gelooft, zal niet vergaan,’ Waar haalde deze neger die wijsheid vandaan? Waarschijnlijk had hij nooit meer van de wereld gezien dan dit armzalig stuk rivier. Zeker was, dat hij het niet van zichzelf had. Hij moest het ergens opgepikt of geleerd hebben, op dezelfde manier als ik dit ook wel eens van de kansel had horen neersuizen. Toen had het sterke wrevel in mij opgewekt, omdat zoiets zo gemakkelijk wordt neergeworpen in een jong mensenhart, dat nog niet aan vergaan denkt.

Ik richtte de bundel op de neger zelf. Hij grijnsde; zijn witte tanden blonken als parels in het koolzwarte, wegvallende gezicht. Hij schreeuwde wat, liet de kano afdrijven op de stroom alsof hij zijn missie had vervuld, en verdween buiten bereik.

Ik liet het licht uitdoven, maar ontstak het even later opnieuw, omdat ik meende gedroomd te hebben. De rivier was inderdaad leeg.

Port Harcourt en de man in de kano staan diep in mijn geheugen gegrift. Ik heb veel rivieren gezien met machtige wereldhavens er aan; met neonlichten en wolkenkrabbers, kilometers lange pieren, tunnels, hangbruggen en prachtige veren. Maar niets heeft op de duur meer indruk achtergelaten dan die armzalige, zielige kano op de Bonny River; een oord dat me van alles verlaten scheen en waar medelijden met de arme bevolking - met de domme, jong stervende negers - op haar plaats scheen, totdat God verscheen op de zijkant van een uitgeholde boomstam.

Of het zo moest zijn, werd hier onze meester ziek. Anders zou ik het voorval wellicht sneller vergeten zijn. Nu was het een samenspel van krachten dat niet toevallig kon zijn: ons binnenzijn in deze haven was - achteraf gezien - beladen met voortekenen, zoals een donderwolk aan deze dieptropische hemel kon zijn.

De volgende morgen leek het me toe dat ik een visioen gezien moest hebben, of een droom had beleefd die verband moest houden met dat herhaaldelijke gevoel van bekendheid met een bepaalde situatie. Waarom zou een naakte neger trots gaan reclamevaren met een spreuk, waarvan hij de betekenis - zo hij Engels sprak - ternauwernood kon begrijpen?

Waarom meende ik dit gezien te hebben? Speelde de hitte mij parten? Ik had al gehoord en bemerkt hoe hitte en klimaat iemand konden aangrijpen. Misschien beleefde ik een pril begin van malaria; er waren 's avonds muskieten genoeg, en volledige bescherming tegen hun beten was onmogelijk gebleken.

[pagina 193]
[p. 193]

Maar later op de dag, toen ik aan dek stond, zag ik Vlaring en de bootsman een laadboom van het achterschip naar buiten draaien. Ik liep naar de achterkuil en keek wat ze uitvoerden. Er dreven daar beneden twee kano's tegen elkaar aan; de ene was leeg, en in de andere zat een neger die me dezelfde toeleek als van gisteravond; maar hoe kon ik zeker zijn?

‘No; the other one!’ schreeuwde Vlaring omlaag. Toen stapte de neger grijnzend in de andere kano, maakte een strop, die de bootsman had laten zakken, netjes om de kano vast en peddelde een eindje verder weg.

‘Hieuw op, Jakob!’ riep Vlaring, gebarend met de rechterhand naar de bootsman achter de winch. Langzaam schuurde het lange geval omhoog langs de scheepshuid, kwam boven dek uit, zwenkte gewillig binnen boord, en werd door Vlaring aan één punt beetgepakt.

‘Hoe kom je daaraan?’ vroeg ik Vlaring.

‘Gekocht,’ zei hij. ‘Voor twee pond. Maar hij is veel meer waard. Kijk maar.’

Hij draaide de aan de reep hangende kano om; wit en ontzaglijk groot staarden de letters me aan die ik die avond tevoren gezien had. Ik schrok ervan; het leek me een persoonlijk gerichte slagzin, maar al wat ik me herinner was een overweldigend gevoel van opluchting, omdat het dan toch geen waanbeeld geweest was.

‘Ik ken die kano,’ zei ik onthutst.

‘O ja?’ zei Vlaring. ‘Ken je die letters ook?’

Ik keek naar hem en zag een trage traan glinsteren in zijn toegeknepen oog.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken