Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De 'Poeticsche werken' (1975)

Informatie terzijde

Titelpagina van De 'Poeticsche werken'
Afbeelding van De 'Poeticsche werken'Toon afbeelding van titelpagina van De 'Poeticsche werken'

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (45.57 MB)

Scans (44.37 MB)

XML (3.65 MB)

tekstbestand






Editeur

W. Waterschoot



Genre

poëzie
sec - letterkunde

Subgenre

studie
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De 'Poeticsche werken'

(1975)–Jan van der Noot–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

Amodeo (1588)

Ontstaan

Nog in 1588 heeft Van der Noot dit vel samengesteld ter ere van één edelman, Amodeo van Savoye. Het resultaat is belangwekkend binnen de evolutie der PW: voor het eerst wordt in de tweede reeks PW (1588-1595) een geheel vel besteed aan één personage en tegelijk wordt, eveneens voor het eerst, een Nederlands gedicht in een vreemde taal gecommentarieerd. De compositie, d.i. de keuze der opgenomen teksten is zeer doelbewust uitgevoerd: twee oden ter ere van de gevierde edelman prijken natuurlijk vooraan. Hierbij sluit onmiddellijk een Italiaanse commentaar aan, die de voorafgaande Nederlandse ode strofe na strofe verklaart. Alle resterende plaatsruimte binnen het vel wordt ingenomen door lofprijzingen ter ere van onze dichter zelf, met de bedoeling de waarde van zijn poëzie onrechtstreeks te verhogen.

Inhoud

-Franse ode aan Amodeo de Savoye (5-36)
De talloze deugden van deze edelman doen Van der Noot weifelen wanneer hij die wil bezingen: Amodeo's geboorte onder een gelukkig gesternte, zijn hoge afkomst en ondervinding maken de keuze voor de dichter bepaald moeilijk.
-Nederlandse ode aan dezelfde (42-69)
Na een vluchtige schets van de weg der poëtische inspiratie komt Van der Noot tot het eigenlijk onderwerp: hij zal Amodeo bezingen omdat die in de voetsporen treedt van zijn beroemde vader Emmanuel-Filibert, van wie enige wapenfeiten gememoreerd worden.
-Epigram van Johannes Gigas Secundus (101-108)
Niemand ter wereld kan Van der Noots gaven bevredigend formuleren. De auteur stamt uit het beroemde geslacht Van der Noot en hij doet die naam nog toenemen op goddelijk bevel. Wat hij ook onderneemt, hij straalt ware deugden uit en brengt geen drogbeeld van het hoogste goed voort. Indien iemand waardig schijnt levend te zijn, dan terecht deze dichter.
-Sonnet van G. de Quare (111-124)
Wie bewondert niet Van der Noots kunst? Zowel de natuur als de kunstkenners worden door zijn verzen bewogen, die hij als eerste in nieuwe trant gedicht heeft, een prestatie waarvoor hem alle lof toegezwaaid wordt.
[pagina 200]
[p. 200]
-Ode van Henricus Agricola Brechtanus (132-187)
Zie titelvel 1584-1585 20.
-Epigram vertaald door J. van der Mast (189-196)
Zie goossenius 563.

Bronnen

5-6 = discovrs 8-9  
7-15, 17 = Magny, A l'illvstrissime cardinal Charles de Lorraine,
  1-15 (Olivier de Magny, Les odes [ed. Prosper Blanchemain], Lyon, 1876, 27-28)
16, 19-20   27-30 (Magny, Les odes, 28-29)
21-22   19-20   28
25   33   29
26 = Ronsard, Elegie a Amadis Jamin, 28 (STFM, XIV, 82)
32 = Magny, A l'illvstrissime cardinal Charles de Lorraine, 42 (Magny, Les odes, 29)
43-45 = pruenen 134-135  
59 = croy 140-141  
99-108 = Theatrvm, Cöln, 1572, A2v  
127 = titelvel 1584-1585 19  
130   19  
132-134   20-22  
136   23  
138-139   24-25  
140-145   27-32  
152-174   34-56  
175   58  
176-187   60-71  
188-196 = goossenius 558-559, 561, 563-570  

De varianten tegenover titelvel 1584-1585 vindt men in extenso in de Analytische bibliografie.

Verklarende aantekeningen

1 Amodeo de Sauoie: onwettige zoon van Emmanuel-Filibert van Savoye; zie BN, XXI, 496.
3 l'ordre de l'Annunciation: huisorde van Savoye
10 perles: bedoeld zijn de graces (8)
14 Voi-la: de twee delen van het woord kunnen gescheiden voorkomen Huguet, VII, 501 (s.v. Voi là)
inffuence: lees influence
15 astre ascendant: door Muret verklaard als volgt (Ronsard, Les Oevvres, 1623, 73): ‘Les Astrologues & Iudiciaires [sic] prennent soigneusement garde à l'Astre ascendant d'vn chacun, c'est à dire, à l'Astre, qui du costé de l'Orient monte sur l'Horison, lors que celuy, duquel ils enquierent le destin, vient à naistre. Car ils tiennent, que de cest Astre dépend principalement l'heur ou le malheur de la personne, tellement qu'ils le nomment seigneur de la natiuité’; zie ook Huguet, I, 329 (s.v. Ascendant).
16 Mille & mille: Un grand nombre Littré, V, 244 (s.v. Mille et mille)
18 son Ducq & chef: Emmanuel-Filibert
chosie: lees choisie
21 chenue: sage Huguet, II, 239 (s.v. Chenu) en Huguet, II, 191 (s.v. Chanu)
ta ieunesse chenue: voor de topos puer senex zie Ernst Robert Curtius, Europäische Literatur und lateinisches Mittelalter, Bern - München, (1963)3, 108 e.v.
26 fin soldat de Grece: Odysseus; fin is de vertaling van het homerische πολύμητις: zie Laumonier in STFM, XIV, 82 noot 5 en vgl. Muret (Ronsard, Les Oevvres, 1623, 41).
30 Brabançon: voor Nederlands; zie apologie 16

[pagina 201]
[p. 201]

  Homere: een vergelijking die correspondeert met het beeld in 26
33 Acceptz: lees Acceptez
44 troone: hemel MNW, VIII, 709 (s.v. Trone)
45 der vromer: van de rechtschapenen MNW, IX, 1398 (s.v. Vrome)
46 deughdt: weldaad WNT, III, 2447 (s.v. Deugd)
48 Lethes: zie apologie 138; Lethes goluen staat hier voor vergetelheid
verbeten: vernietigd MNW, VIII, 1475 (s.v. Verbeten)
52 den nacomers: aan het nageslacht WNT, IX, 1523 (s.v. Nakomer)
55 vromen: dappere MNW, IX, 1398 (s.v. Vrome)
Philibert: Emmanuel-Filibert (oChambéry 8 juli 1528 †Turijn 30 aug. 1580)
Zoon van hertog Karel III en van Beatrix van Portugal. Sedert 1548 strijdt hij aan de zijde van Karel V en later van Filips II omdat de Fransen zijn gebieden bezet hebben. Na het aftreden van Maria van Hongarije wordt hij gouverneur en kapitein-generaal der Nederlanden. Bij de Nederlandse adel is hij graag gezien omdat hij het Nederlandse belang boven het Spaanse laat primeren. Na zijn grote overwinning te Saint-Quentin (10 aug. 1557) krijgt hij bij de vrede van Cateau-Cambrésis (1559) het grootste deel van zijn vroeger bezit terug. Daarop laat hij de landvoogdij over aan Margaretha van Parma en vestigt hij zich in Savoie, waar hij tracht zijn gebied te vergroten.
Lit.: BN, XXI, 482-497 (Herman vander Linden); NNBW, VI, 476-478 (Blok).
56 Coningh: Filips II
landouwe: landstreek WNT, VIII, 1024 (s.v. Landouw); bedoeld is Vermandois
57 hy: Filibert
hem: aan koning Filips
hoyen: hoofden, aanvoerders; dezelfde spelling vindt men nog elders bij Van der Noot; zie Smit-Vermeer, 229 r. 1.
58 vroom: zie 55; zinspeling op de slag van Saint-Quentin, die in de Italiaanse commentaar nader toegelicht wordt.
61 Som: Deels WNT, XIV, 2506 (s.v. Som)
gheuanghen: dit deelw. hoort eveneens bij is (60)
ont-vlodendt': ontvluchtten dit lot
62 corts daerna: een jaar later, door de slag bij Grevelingen; zie goossenius 101, 254.
bedwonghen: onderwerp hiervan is nog steeds 58
63 hy: den Frans-man (62)
hem: aan Filibert
64 Margrite: zie apologie 157 en Laumonier in STFM, IX, 135 noot 1
deugdht: lees deughdt
65 cloec Gheest: bekwaam dichter WNT, VII, 4179 (s.v. Kloek) en WNT, IV, 729 (s.v. Geest) heuren lof: zie Laumonier in STFM, VIII, 30 noot 1
66 vrede: door het verdrag van Cateau-Cambrésis
67 Phlippus Stock: wilgenhout WNT, XII, 1473 (s.v. Philippushout). Van der Noot maakt deze vergelijking niet enkel op grond van de naam, maar ook om het weerstandsvermogen van de wilg, waarvan het hout volgens Rembert Dodoens, Cruydt-Boeck, Leyden, 1608, 1412 zo taai is ‘dattet door geen gewicht / hoe swaer dattet oock is / beswijcken en sal’.
84 il Turco, suoi confederati: Frans I had een verbond met de sultan gesloten
86 Genecale: lees Generale
87 con quatro mille caualli: dit schijnt wel te kloppen met de cijfers bij Emmanuel van Meteren, Historie der Neder-landscher ende haerder Na-buren Oorlogen ende geschiedenissen, s'Graven-haghe, 1614, 19v.
vna bellissima vittoria: bij de hervatting van de vijandelijkheden met Frankrijk laat Filibert van Savoye onvoorziens Saint-Quentin belegeren. De stad wordt verdedigd door Gaspar de Coligny, terwijl een ontzettingsleger aanrukt onder de leiding van de connétable van Frank-

[pagina 202]
[p. 202]

  rijk, de hertog de Montmorency. Op 10 aug. 1557, feestdag van Sint-Laurentius, overwinnen de Bourgondische troepen de Fransen. De ruiterij, die eerst aanvalt, heeft het pleit beslist. De Fransen verloren 3.000 doden, 4-5.000 gewonden en 6.000 gevangenen, onder wie velen van adel; zie Pieter Bor, Oorspronck, begin ende vervolgh der nederlantsche Oorlogen, Leyden-Amsterdam, 1621, Boek 1, 11v; Van Meteren, a.w., 19v; H. vander Linden, ‘Emmanuel-Philibert de Savoie, Gouverneur général des Pays-Bas (1555-1559)’, in Académie royale de Belgique. Bulletin de la classe des lettres et des sciences morales et politiques, 5e Série, Tome XXVIII (1942), 133-134.
88 vna infinita quantita: misleidende formulering, want de Bourgondische troepenmacht (50.000) was veel aanzienlijker dan de Franse getalsterkte (20.000); zie Vander Linden, a. art., 133.
92 pochi giorni da poi...per assalto: Saint-Quentin is door bestorming ingenomen op 27 aug. 1557; zie Van Meteren, a.w., 19v; Vander Linden, a. art., 135.
93 Han, Chastellette: ingepalmd kort na de val van Saint-Quentin; Van der Noot heeft dit reeds gememoreerd in goossenius 264-265; voor verdere verwijzingen zie men aldaar.
94 Greuelinghes: zie goossenius 101
97 Isabella de Valoys: Elizabeth van Valois (oFontainebleau 13 apr. 1545 †Madrid 3 okt. 1568) Dochter van Hendrik II en van Catharina de' Medici. Ter bezegeling van het verdrag van Cateau-Cambrésis huwde zij met Filips II op 22 juni 1559; zie Laumonier in STFM, IX, 135 noot 1.
99 Ioan. Gigas Secvndvs: de tekst van zijn lofdicht is niet gewijzigd tegenover de vroegere versie in het Theatrvm.
P.L.:
Poeta latinus
109 G. de Qvare: twee mogelijke identificaties:
1) Willem Quarré
Op 2 dec. 1544 wordt hij, nog minderjarig, ingeschreven als student aan de Leuvense universiteit. Hij wordt raadsheer van Brabant en lid van het Eedverbond der edelen. In 1552 is hij gehuwd met Margaretha van der Ee, en naderhand met Maria van Oyenbrugge, dochter van Josse, heer van Kobbegem, en van Anne Coutereau. Willem Quarré leeft nog in 1594.
Lit.: Aa, XV, 544; Herckenrode, 1605; Schillings, 295.
2) George Quarré
Zoon van Antoine, heer van Salmslach, en van Maria van Oyenbrugge, dochter van Engelbert (discovrs 5). Blijkens Azevedo is ook hij inderdaad een verre verwant van onze dichter.
Lit.: Azevedo, 36-37.
111 veine: disposition Huguet, VII, 414 (s.v. Veine)
113 cil': ‘pronom sujet’ Huguet, II, 288 (s.v. Cil)
115 mannée: het woord komt niet voor in de woordenboeken, maar moet betekenen ‘als van manna, te vergelijken met manna’; dit past zowel bij de betekenis ‘elke hemelse gave’ (WNT, IX, 215, s.v. Manna) als bij de associatie met de natuur - waarop het bijbelse manna viel - in dit gedicht.
116 vers: verts
121 Comme aux Soeurs: het verschijnen van de dageraad kondigt immers de onmiddellijke komst van hun broer aan.
122 oncq': jamais (negatief) Huguet, V, 516 (s.v. Oncq) en Huguet, V, 519 (s.v. Onques)
123 tout seul: deze aanspraak op exclusiviteit strookt natuurlijk niet met de werkelijkheid; men denke slechts aan Lucas d'Heere en zie Leonard Forster, ‘Iets over Nederlandse Renaissancelyriek vóór Heinsius en Hooft’, in TNTL 83 (1967), 274-302.
124 bon,: men denke de komma na het onmiddellijk volgend woord
louange: loue Huguet, V, 47 (s.v. Louanger)
126 Gratior...: sententie, ontstaan door aanpassing van Vergilius, Aeneis, V, 344
130 Henricus Agricola Brechtanus: zie titelvel 1584-1585 19

[pagina 203]
[p. 203]

  De tekst van de volgende ode is aangevuld tegenover de vroegere versie in titelvel 1584-1585 20 e.v.; de varianten vindt men in de Analytische bibliografie.
188 I. van der Mast: zie goossenius 561
189-196: tegenover de versie in goossenius 563-570 zijn enkel spellingvarianten aangebracht.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken