Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Marijkes kerstvakantie (1963)

Informatie terzijde

Titelpagina van Marijkes kerstvakantie
Afbeelding van Marijkes kerstvakantieToon afbeelding van titelpagina van Marijkes kerstvakantie

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.70 MB)

Scans (5.40 MB)

XML (0.14 MB)

tekstbestand






Illustrator

Corrie van der Baan



Genre

proza
jeugdliteratuur

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Marijkes kerstvakantie

(1963)–K. Norel–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende

14. Op speurtocht

Oom Simon en tante Truus hadden tevergeefs naar de kinderen gezocht. Nu reden zij naar het politiebureau om aangifte te doen. De inspecteur keek ernstig, toen oom vertelde wat er aan de hand was. Vier kinderen op zee in de duisternis en in de sneeuwstorm. Dat zag er lelijk uit.

Misschien waren ze in een of andere haven aangekomen en daar gebleven. Hij telefoneerde naar de politie op Urk. Waren daar vier kinderen achtergebleven?

‘Nee,’ was het antwoord.

De inspecteur telefoneerde ook naar de politie in Harderwijk, naar die op Marken, naar die van Staveren.

De politie in Staveren antwoordde dat het tot 's middags druk was geweest met ijstoeristen. Er waren ook kinderen aangekomen en weer weggegaan. Of daar een groepje van vier, twee jongens en twee meisjes, bij was geweest? Best mogelijk. Het was èn met de ijstoeristen èn met de schaatswedstrijden zó druk geweest dat er geen oog op was te houden. In elk geval, nu was er niemand meer.

‘Dat ziet er niet best uit,’ zei de inspecteur, toen hij de hoorn op het toestel legde.

Tante Truus snikte.

‘Wij kunnen een oproep door de radio doen,’ opperde de inspecteur.

‘Dan horen Dolf en Stien het ook!’ riep tante Truus wanhopig uit.

‘Dat moet toch, vrouwtje,’ zei oom Simon. ‘Wij kunnen de ou-

[pagina 69]
[p. 69]

ders niet onkundig laten. Mag ik hen inlichten vóór de radio het omroept, inspecteur?’

‘O zeker, met genoegen.’

Oom Simon belde zijn zwager.

‘Wij geven de moed volstrekt niet op,’ zei hij erbij. ‘Houden jullie ook moed! Je weet het, hee: er valt geen haar van ons hoofd zonder de wil van de Vader. Wij gaan hen zoeken. Zodra wij iets weten, krijgen jullie bericht.

‘U hebt het gehoord, inspecteur,’ zei oom Simon na het telefoongesprek. ‘Ik heb beloofd dat wij gaan zoeken.’

‘Hoe wilt u dat doen?’ vroeg de inspecteur.

‘Per auto het IJsselmeer op. Gaat u mee?’

‘Nu, in het donker? Dat wordt zoeken naar een speld in een hooiberg, dokter. Morgen...’

‘Dan kan het te laat zijn, inspecteur. Ik zou er veel prijs op stellen als u dadelijk met mij meeging.’

‘Goed, ik maak mij klaar,’ gaf de inspecteur zich gewonnen. Hij nam een kaart en een kompas mee. En ook een mobilofoon. Die hadden ze op het bureau.

Tante Truus bleef achter. ‘Ik zal thuis het enige doen wat ik voor de kinderen kan doen,’ fluisterde zij oom Simon in het oor. De dokter en de inspecteur reden de haven uit.

Het was verschrikkelijk op het IJsselmeer. Groot licht konden zij niet voeren. Daarin zag je alleen maar wild wervelende wolken sneeuw. Met dimlicht ging het wat beter. Dat scheen op het ijs, dat hier donker en glashard, daar geel en ribbelig was. Maar altijd joeg er jachtsneeuw overheen. Daarin konden zij heel weinig zien. Er waren ook geen sporen. De storm had alle sporen van de auto's en de schaatsenrijders weggevaagd.

De inspecteur kreeg gelijk. Het was hopeloos zoeken naar vier kinderen in deze barre oneindigheid.

Toch wilde oom Simon het proberen.

Op het kompas en de kaart van de inspecteur reden zij eerst

[pagina 70]
[p. 70]

in de richting Urk. Ze ontdekten niets. Daarna ging het in de richting Harderwijk. Ook daar geen spoor. Vervolgens reden ze in de richting Staveren. Ze ontdekten niets. Het IJsselmeer was helemaal verlaten.

‘We moesten maar naar huis gaan, dokter,’ zei de inspecteur. Oom Simon kon er niet toe komen de speurtocht op te geven. Hij koos richting Marken, vóór de wind. De wolken stuifsneeuw joegen nu voor de auto uit.

Het zoeken bleef tevergeefs.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken