Memoires 1994-A
(2019)–Willem Oltmans–
[pagina 123]
| |
Djakarta3 april 1994WesterkadeMeer regen. Wat een meer dan afschuwelijke plek is dit Holland toch. Heb nog steeds dat onbestemde gevoel van gaan, of niet gaan. Jaren heb ik ervan gedroomd ooit weer naar Indonesië te kunnen gaan. Zal het nu dan echt gebeuren? Alleen, waarom gaf de ambassade me twee aanvullende brieven? | |
10:30 uurMartin Portier belde. Hij moet nog steeds driemaal per week aan een nierdialysemachine. Hij gaat eindelijk scheiden van Jeanne. In 1953 was ik getuige op hun huwelijk. Zijn moeder - en ik ook - was zeer tegen zijn keuze, waar hij een leven lang mee doorworstelde. Nu is hij 69 jaar, heeft twee zonen met haar en gaat hij naar een verzorgingshuis in Heemskerk, waar vroeger zijn moeder woonde. Pijnlijk drama. Fred Verbakel in Het Capitool met Conny Braam: ‘(...) de apartheid is verslagen en nu komt er democratie. (...) Mandela symboliseert de vrijheid.’ Het lijkt dus weer nergens op. Het oude liedje. Wat een keuze van gesprekspartners! Braam praat als Slovo. Stuiptrekkingen van een stervend paard. Buthelezi was een marionet van Pretoria, zegt ze. En er is niemand die haar corrigeert. Het is weer de zoveelste dialoog van ondeskundigen en politieke propagandisten. Braam denkt dat de toekomst gunstig zal zijn. Ze zegt gewoon dat een meerderheid van de Zoeloes voor het anc zal stemmen. Niemand spreekt dit gekke, bezeten, mens tegen. | |
Trein naar SchipholLonis kwam de brief tekenen dat de Gay Krant de foto van Peter mocht publiceren, maar hij wilde er de naam Juan Lomez als fotograaf onder hebben. Hij wilde ook 200 gulden voor de reis meegeven, wat erg goed bedoeld was, want hij zit zelf ook in een uitkering, maar wat ik beter vond niet aan te nemen. Eduard gaf me de walkman mee die ik tien jaar geleden aan hem had gegeven. Dus muziektapes mee. | |
[pagina 124]
| |
SchipholHet ticket dat ik besteld had, is niet geregeld. Vreemd. Ik luister Horowitz die Liszt-Schubert speelt, Leise flehen meine lieder. Ik zal niet zeggen, zoals Hendrik, dat mijn schoenen al gepoetst zijn om te verdwijnen, maar onder invloed van deze muziek zinkt de moed me wel eens in de schoenen en dan ben ik bijna in tranen. | |
KL 837, Amsterdam-DjakartaIk veroverde een plaats vlak achter de eerste klasse waar de echtparen Lubbers en Kooijmans zich bevonden met de leden van het officiële gezelschap.Ga naar voetnoot119 Ria Lubbers had haar handen vol, maar zei: ‘Ik zou u graag een hand geven.’ Jeanne Kooijmans gaf me wel een hand. ‘U heeft zich weer strategisch opgesteld,’ merkte Merckelbach, de naaste medewerker van Lubbers, meteen op. Voor de rvd is J.H. van der Ploeg mee. ‘Het is dus gelukt,’ zei ik tegen hem. ‘We hebben er genoeg moeite voor gedaan,’ antwoordde hij. Ik bedenk me dat op 20 juni a.s. Bung Karno 24 jaar geleden is overleden. Hoe is het in godsnaam mogelijk dat ik toen met Dewi op weg naar zijn begrafenis nog uit het vliegtuig werd gezet in Bangkok en nu dan toch werkelijk terug kan gaan. | |
22:00 uurBob Hiensch, woordvoerder van Kooijmans, kwam voor het diner werd geserveerd een praatje maken. Heb in al die jaren - sinds 1956 - nog nooit zoiets meegemaakt. Wat is er toch gebeurd? Dat ik procedeer, heeft ze wel toegankelijker gemaakt. Wat willen ze ermee bereiken? Hij vertelde dat hij in New York zat toen Kooijmans hem naar Den Haag liet komen. Lubbers betrok hem nu ook bij brainstormsessies op het Catshuis. Ik zei dat ik vond dat Lubbers moest blijven, waar hij het mee eens was. Hij zei dat mejuffrouw Koekoek erin was geslaagd mijn visum er in Djakarta door te drukken en dat zij daar veel plezier in had gehad.Ga naar voetnoot120 ‘De jonge generatie,’ grapte hij. Er zullen 26 boeken van Aldous Huxley opnieuw worden uitgegeven. Somerset Maugham en Priestley schijnen voorbij te zijn. Ik denk dat het oeuvre van Cremer, Reve, Komrij en consorten een soortgelijk lot zal treffen, evenals Hans Warren met zijn ‘geheime’ dagboeken. Daarna is het mijn beurt. Er staat een paginagrote advertentie van de United Jewish Ap- | |
[pagina 125]
| |
peal in de The New York Times van 30 maart, geïllustreerd met een groepje van een twintig Russische bruinhemden die de Hitlergroet brengen. De nog 1,4 miljoen Joden in de voormalige ussr wordt aangeraden het land te verlaten en naar Israël te gaan. In 1993 werden 69.132 Joden ‘gered’, alsof ze in Rusland aan gevaar vergelijkbaar met Hitler Duitsland blootstonden. Joden lijden toch bepaald aan een Massada-complex, een griezelige vorm van vervolgingswaanzin die alleen in hun verbeelding bestaat. De bruinhemden van Zjirinovski zouden reeds volop marcheren en Rusland zou op het punt staan de fascistische weg op te gaan. Onzin. The Economist meldt dat De Goldstone Commissie in Zuid-Afrika heeft vastgesteld dat drie topofficieren betrokken zouden zijn bij politiek geweld, met generaal Basie Smit van de politie aan het hoofd. Generaal Smit zei dat hij zelfs een prostituee niet zo behandeld zou hebben, zoals president F.W. de Klerk hem had bejegend.Ga naar voetnoot121 | |
4 april 199414:45 uur (08:45 Nederlandse tijd), SingaporeDe boekwinkels op het vliegveld zijn net zo hopeloos oninteressant als op andere luchthavens. Twee Indonesische kranten kosten hier twee Amerikaanse dollar. Pure oplichterij. Kocht niets. Lubbers werd door de ambassadeur in Singapore opgewacht. Hij is waarschijnlijk op de ambassade gaan douchen om fris en monter bij Suharto te kunnen arriveren. Het kan hem geen moer schelen of hij te laat in Indonesië arriveert. Kooijmans bleef op het vliegveld. ![]() Lubbers doet exact wat hij wil. Hij is nu tweemaal straal langs me heen gelopen. Maar toen hij in het vliegtuig terugkeerde, kwam hij naar me toe en zei: ‘Ik wil u iets geven.’ Ik kreeg twee paperbacks. ‘Bent u christelijk,’ vervolgde hij. Dit overviel me en ik stotterde, en zei dat ik Nederlands Hervormd was gedoopt. In een van de boekjes schreef hij met een bibberige hand een opdracht. | |
[pagina 126]
| |
De hemel mag weten, waarom ik juist dit boekje kreeg. Ik vroeg hem of hij me twee minuten wilde geven. Hij kwam even later terug, nog voor het toestel opsteeg naar Djakarta. Ik overhandigde hem het eergisteren geschreven memo waarin ik hem vroeg te willen toestemmen om oud-ambassadeur Huydecoper te benoemen als bemiddelaar in het geschil met de Staat, om daarmee iemand van Buitenlandse Zaken in te schakelen, zoals ook Gijs van der Wiel als mogelijkheid had geopperd. In een eerste reactie zei de premier de heer Huydecoper te kennen. Hij scheen het niet meteen af te wijzen en zegde toe eerst met Gijs van der Wiel te gaan praten. Het tweede setje heb ik aan Kooijmans gegeven. Ik zag hoe de minister mijn memo tijdens de vlucht naar Djakarta doorgaf aan J.M. Vos, directeur-generaal Politieke Zaken van het ministerie. Ria Lubbers stond bij de pantry. ‘Wat ziet u er goed uit,’ zei ze. We maakten een praatje. Ik zei onder meer dat ik vond dat Lubbers moest blijven. ‘Ja bij mij,’ antwoordde ze ad rem. | |
16:10 uur (Singapore tijd)Vos zei het memorandum gelezen te hebben, maar wilde er eerst over nadenken alvorens een reactie te geven. Hij zei ook dat ik anders over Buthelezi dacht dan hij, maar hij weet er dan ook geen moer van. Jaap van der Ploeg neemt me mee in de stoet van Lubbers, wat denk ik van vitaal belang is. Ik had erom gevraagd. Ik moet vechten voor alle privileges, want ik krijg ze niet zomaar. | |
20:30 uur (Djakarta tijd), Guruhs huis, DjakartaGuruh is niet thuis, maar ik zal wachten. Bij aankomst op de luchthaven Sukarno-Hatta stond er een stoet auto's gereed. Jaap van der Ploeg bood me aan in een ervan plaats te nemen. Er kwam geen douane of controle aan te pas. Ik keerde in Indonesië terug in het zog van Lubbers, net als in Zuid-Afrika. We reden rechtstreeks naar het paleis door afgezette straten en begeleid door een politie-escorte. Er was een podium opgezet en er stond een erewacht vanwaar Suharto en Lubbers de volksliederen zouden aanhoren. Natuurlijk kwamen alle herinneringen aan de paleistuin uit 1966 bij me terug. Een zeer emotionele affaire. Maar toen was er nog een echte president: Sukarno. Het beluisteren van het Indonesia Raya, wat ik me alleen herinnerde uit Bung Karno's tijd, ontroerde me om hem die mijn vriend was. Suharto heeft de ve- | |
[pagina 127]
| |
randa aan de achterkant, waar ik altijd met Bung Karno ontbeet, met glas laten afsluiten. Lelijk. Ik besloot nergens aan deel te nemen en onmiddellijk te vertrekken. Liep tegen Joop Avé aan, eens een lieveling van Bung Karno, maar een eerste klas overloper naar Suharto. Ik heb in het guesthouse van het Istana 250 gulden gewisseld en ben in een busje van de ambassade gestapt naar Hotel Indonesia, waar een bestelauto van de ambassade ook de bagage naartoe had gebracht. Bij avond ziet de stad er helemaal ongelofelijk veranderd uit. De hoge, kapitale gebouwen, banken en hotels staan in lange rijen langs de snelwegen door de stad. Het oude Batavia is een metropolis geworden. Wat een bondgenootschap met de vs en de massale corruptie door een generaalskliek al niet vermag tot stand te brengen, ten behoeve van de rijken en geprivilegieerden. Dertig jaar geleden dacht ik: Djakarta is een kampong gebleven. Hotel Indonesia was in 1966 een van de hoogste gebouwen, nu lijkt het een poppenhuisje naast het gigantische Hyatt aan de overkant. Nu zijn Amsterdam, Rotterdam en Den Haag kampongs vergeleken bij Djakarta. Iem Roos fungeert als persattaché. René Verloop is attaché voor administratieve zaken. En de heer Van Roijen, zoon van ‘de’ Van Roijen die in Washington al in de jaren vijftig in opdracht van Luns mijn leven in de vs probeerde te verstieren, is hier dus de ambassadeur. Ik heb hem trouwens net als de anderen bij aankomst op het vliegveld keurig een hand gegeven. Roos en ik dronken koffie waarbij hij me adviseerde vooral niet, mocht ik van Roijen opnieuw ontmoeten, te refereren aan de keet die ik met zijn vader heb gehad. Ik maakte duidelijk dat zij achter mij aanzaten en dat mij deze conflicten door Den Haag waren opgedrongen, omdat ik een ander beleid voorstond en ook nog gelijk kreeg. Willebrord Nieuwenhuis is een ontzettende zeur geworden, met een volgevreten pens. Slecht teken. Hij bracht de bekende uitspraak in nrc-kringen in mijn herinnering terug, toen hij bij die krant ging werken en werd omschreven als ‘de miskoop van de eeuw’. Ik vertrouwde die man in de jaren zestig in New York al niet. Sprak net met Guruh. Hij had mijn brief niet ontvangen. Hij was zeer verrast en zei dat ik moest doen of ik thuis was. Ik zei dat ik een zeer mooie jongen zag en niet zeker wist of ik me netjes kon gedragen - hij liep al een paar maal langs. Guruh komt me over anderhalf uur ophalen, om in een ander huis te slapen. Dit is een soort cultureel centrum geworden. | |
[pagina 128]
| |
5 april 199410:30 uur, DjakartaIndonesiërs lijken even ontspannen als vroeger. In hun hersens lijkt de tijd te hebben stilgestaan. Ze zitten op het terras of bij een warungGa naar voetnoot122 en genieten van het leven op een tevreden manier die wij al tijden geleden zijn verloren. Guruh was wat dikker geworden, heeft kort haar, maar is nog steeds een vriend, een broer. Hij introduceerde zijn boyfriend Antoh, een acteur en topmodel van Surabaja, door en door Javaans. Later arriveerde Erik, bijna zeventien, een jongen van Sulawesi met een Jordaanse vader. Ik begreep dat Antoh al drie jaar Guruhs vriend is, maar Erik is een tweede geliefde. We praatten een tijdje en gingen toen een ritje maken. Guruh liet het homopark van Banteng zien, waar vele jongens langs de weg liepen. Djakarta is niet te geloven: wolkenkrabber na wolkenkrabber, bijna allemaal banken. Het is een wereldstad geworden. Ik vroeg Guruh waar die enorme hoeveelheid banken voor waren. ‘Investments,’ zei hij. The Grand Hyatt is van een zoon van Suharto en overal waar je keek waren er investeringen van de familie Suharto. Frans Seda, de voormalige minister van Financiën van Indonesië had ooit gezegd dat de tolwegen investeringen van Ibu Tien, de vrouw van Suharto, waren. ‘Dat heb ik bij Willebrord Nieuwenhuis nooit gelezen,’ zei ik tegen Guruh. | |
11:30 uurBen vanmorgen naar het huis van Ibu Hartini Sukarno gegaan op Jalan Proklamasi. Zij heeft me met open armen ontvangen. Zij zag er prima uit. Overal stonden portretten van Bung Karno. Tot mijn stomme verbazing vroeg ze mij niet hard te oordelen over Suharto. ‘Pak Harto is een lieve man, Wim. Ik vertrouw hem. Hij gelooft in Javaanse mystiek. Hij komt uit die omgeving. Hij is goed.’ Ik zat te rillen op mijn stoel bij die woorden en dacht: ze is niet meer goed bij haar hoofd. Suharto heeft haar man letterlijk dood laten treiteren. Waar heeft zij het in hemelsnaam over? Zij was morgenavond ook voor het diner bij de Van Roijens uitgenodigd. ‘Mevrouw Van Roijen vertelt me over al haar problemen met haar dochter,’ aldus Hartini. ‘Suharto had ons allemaal dood kunnen schieten, zoals andere dictators hebben gedaan.’ Ze beweerde dat Suharto twee en een half miljoen dollar aan Dewi had gegeven. ‘Want anders gaat zij alle gehei- | |
[pagina 129]
| |
men van Bung Karno vertellen.’ Ze zei verbaasd te zijn dat Lubbers me mee op reis had genomen. ‘It's a dream you are here.’ De lieve zachte uitdrukking in haar ogen, zoals ik me die uit 1966 herinnerde, was verdwenen. | |
Balzaal HyattWoonde een zakenlunch bij in de balzaal van het Hyatt Hotel, waar Lubbers een weloverwogen, uitstekende, zij het wat lange rede afstak. Ik heb allereerst Jan Quist ontmoet, president-directeur van Mees Pierson, die met Phryne Twiss Quarles van Ufford is getrouwd, de schoonzoon dus van Toon en Marlene uit Vught. Daarnaast sprak ik met Jeremy Wagstaff van Reuters, en met Dirk Vlasblom van nrc Handelsblad. Deze laatste was van mening dat minister Ali Alatas van Buitenlandse Zaken wordt omringd door militairen en daardoor zeer veel van wat er gebeurt niet zou weten. Volgens de correspondent van onze belangrijkste krant zou hij niets, of vrijwel niets, hebben te vertellen. Dit geklets alleen al zal me met een bocht om Vlasblom heen doen lopen. Hij wist bovendien zeker, zei hij, dat ambassadeur Van Roijen degene was geweest die een visum voor Nederland voor Poncke Princen had tegengehouden. Hij vond dat Lubbers het allemaal uitstekend deed. Het winkelcentrum onder het Hyatt is net zo luxueus als Sandton in Zuid-Afrika. Daarbij vergeleken zijn wij met onze winkelcentra maar armoedzaaiers. Alleen in de boekwinkel zijn geen politieke werken te vinden, behalve heil Suharto verhalen. Het boekwinkeltje in Hotel Indonesia is iets beter. Er werd door de nodige ventjes alweer getippeld, precies als 28 jaar geleden. Het werkt nog altijd. | |
19:30 uurBen in de late middag naar het huisje van Penny Hedinah (Poem) gegaan, aan Kebon Djahe iii/12, bij Jalan Abdul Muis, misschien wel de laatste kampongachtige wijk, niet ver van het centrum. Zij is dus het zusje van mijn vriend Machram Tjokrodimurti. Ik heb met haar sinds 1957 vrijwel onafgebroken gecorrespondeerd. Zij zag er als een fundamentalistische islamitische vrouw uit met haar hoofd in een doek gewikkeld. Zij heeft zich kennelijk lock, stock and barrel in de islam gestort. We hebben twee uur gesproken. Zij had drie dozen koekjes gehaald en wilde stroop maken, maar ik wilde praten, praten, praten. Ik heb me tot ongewone hoogten geïnspireerd gevoeld om haar te proberen uit te leggen, dat religie een onhandige af- | |
[pagina 130]
| |
leidingsmanoeuvre was, welke uiteindelijk niets oploste, en dat ‘geloven’ voor waar aannemen was, wat niet was te bewijzen.Ga naar voetnoot123 Maar we ervoeren ons samenzijn allebei, na 28 jaar scheiding en na uitsluitend te hebben gecorrespondeerd, als een droom. Er stond een busje gereed om journalisten naar het paleis te brengen voor een avond van Balinese dansen, maar ik kan er niet toe komen daar te gast te zijn. Maar misschien zou ik mijn haat voor Suharto nu moeten vergeten. | |
00:15 uurIk liep bijna vier uur vlakbij Banteng Square, maar ik kon het gebied waar de homo's komen niet terugvinden. Dus ik ging terug naar Hotel Indonesia en belde Guruh. Hij kwam samen met een vriendje, Alex, naar het hotel en nam me mee naar het Bantengplein. Guruh stopte en nam een jongen, die ons leuk leek mee. Maar deze Ferry wilde 50.000 roepia's (tenslotte maar 5 gulden, maar die nullen beïnvloeden me) voor seks. Daar kon dus geen sprake van zijn en ik stelde voor hem weer af te zetten. Maar Guruh zei het zielig te vinden. Hij wilde hem sowieso wat geld geven. ‘In Indonesia we end a matter like this in a friendly way,’ zei hij. Ik schreef, weer terug in het hotel, eerst Lubbers een briefje dat ik bang was dat Vos het plan Huydecoper van Nigtevecht gaat tegenhouden, en of hij met Gijs van der Wiel wil gaan praten.Ga naar voetnoot124 Ook ging er een briefje naar Wouter om hem nogmaals te bedanken, en hem duidelijk te maken dat ik heel goed weet dat hij deze reis voor mij heeft mogelijk gemaakt. | |
6 april 1994Persattaché Iem Roos zei vanmorgen dat ik beslist ben uitgenodigd voor het diner vanavond bij ambassadeur Van Roijen. Ik had Roos gebeld en me beklaagd dat ik begreep dat de andere journalisten wel een uitnodiging hadden ontvangen. ‘Het is slechts een technische fout geweest. Uw uitnodiging komt eraan. De taxi die me naar Alex Surjono zou brengen, raakte defect. Ik vervolgde mijn speurtocht in een gemotoriseerde betjak.Ga naar voetnoot125 | |
[pagina 131]
| |
De bestuurder had helemaal geen hersens. Hij bleef maar rondjes rijden en vroeg voortdurend de weg. We raakten steeds verder in de soep, totdat iemand ons vlak bij het huis van Alex' neef Taufik kon brengen, bij wie Alex inwoont. Het heeft me drie uur gekost om hier te komen en nog ben ik niet waar ik zijn moet. De buurt van Taufik had de opzet van een kampong. Taufik had over me gehoord en noemde het boek waarin mijn brief aan Sukarno geciteerd werd. Hij was aardig genoeg om me terug naar Hotel Indonesia te brengen. Een hele morgen kwijt voor niks. ![]() Bij terugkeer in Hotel Indonesia werd ik omgeroepen en iemand van de ambassade wilde dat ik tekende voor ontvangst van de uitnodiging van het diner vanavond. | |
18:15 uurIk heb Kooijmans nog een brief geschreven in de lijn van de brief aan Lubbers. Het enige jasje wat ik bij me had, heb ik in een taxi laten liggen. Ik had geen zin om een nieuw colbertje aan te schaffen. In plaats daarvan ben ik naar Pasar Baru gegaan om een lang batik hemd te kopen. | |
MiddernachtEen avond om nooit te vergeten! Ik arriveerde met de andere journalisten in het daartoe bestemde busje en liep de ambassade in, samen met Emile Bode van De Telegraaf. Er waren al heel wat gasten, de meesten Indonesiërs, gearriveerd. Ik zag Ria Lubbers en de heer en mevrouw Kooijmans in de ontvangstrij staan. Lubbers zelf was halsoverkop naar Den Haag vertrokken om een spoeddebat in het parlement over de irt bij te wonen. Ik zag hem vanmorgen nog uit het Mandarin Hotel komen en we groetten elkaar, maar ik wist niet dat hij ervandoor zou gaan. Ik voelde me toch niet helemaal op mijn gemak in mijn batik hemd, dus ik stelde Emile voor het handjes schudden te vermijden en langs de zijkant naar binnen te gaan. Daar voelde Emile ook wel voor, maar toen we tussen de gasten probeerden te verdwijnen, werden we tegengehouden door iemand van de ambassade die ons adviseerde toch maar even een handje te gaan geven. We voegden ons dus weer braaf in de lijn van wachtenden toen ambassadeur Van Roijen op me kwam afge- | |
[pagina 132]
| |
stoven en op onaangename toon tegen me uitviel: ‘Wie bent u? Hebt u een invitatie?’ ‘Nee,’ antwoordde ik, om hem te testen, ‘maar we hebben elkaar op het vliegveld ontmoet.’ Hij vroeg naar de bekende weg, wat natuurlijk idioot was. Hij heeft voor mijn visum moeten zorgen en hij groette me op het vliegveld als alle anderen. Hij wist exact wie ik was, namelijk de man die 38 jaar geleden een rode kaart kreeg van Luns en de vloer had aangeveegd met zijn vader. ‘Ik ontmoet zoveel mensen, ik ken u niet,’ was het antwoord van Van Roijen. ‘Ik ben Willem Oltmans,’ zei ik. ‘Dan verzoek ik u dit pand te verlaten,’ was het bitse antwoord. Dat antwoord maakte me razend. Ik heb een gigantische scene gemaakt. ‘U weet best wie ik ben. Zo de oude zingen, piepen de jongen!’ ‘Moet je nu eens zien,’ riep ik op volle sterkte door de ontvangsthal, ‘ik word weggejaagd!’ Daarop kwam Ria Lubbers tussenbeide. Ik omhelsde haar en zei tegen haar: ‘Eindelijk voel ik me weer thuis bij iemand die behoorlijk tegen mij doet.’ Zij zei iets over problemen die er met plaatsen in de auto's waren geweest, tegen een hoogrood aangelopen Van Roijen, terwijl ik me beklaagde bij minister Kooijmans over het gedrag van zijn ambassadeur. ‘Is het nu niet genoeg geweest,’ riep ik andermaal door de hal. ‘Helpt u me dan,’ zei ik tegen mevrouw Kooijmans, ‘moet u eens zien wat hier gebeurt!’ De groep journalisten stond er met de neus bovenop. Niemand kwam me te hulp of sprak een woord van ondersteuning.Ga naar voetnoot126 De heer Vos, bijgestaan door woordvoerder Hiensch, nam de rel over en vroeg me een moment mee naar het terras van de ambassade te gaan. Ik was nog flink pissig en riep hem toe: ‘U saboteert ook een behoorlijke regeling te treffen, opdat dit conflict uit de wereld komt. Ik ben overgeleverd aan schoften, zoals Van Velzen op uw ministerie en de zogenaamd landsadvocaat Den Hertog.’ Hij zei dat het heel normaal was voor de minister om een brief door te geven aan de directeur van Politieke Zaken. Ik zei: ‘Yes, maar u saboteert een oplossing.’ Daarna ging hij verder met te zeggen dat hij de baan zes maanden geleden pas gekregen had en dat het oneerlijk was hem zo te beschuldigen, en dat hij best alles wilde bekijken. Maar ik ging verder met fulmineren en zei dat ik al drie jaar in de ar- | |
[pagina 133]
| |
menuitkering zit, alles heb verkocht, tot mijn vleugel toe en dat ik dit niet verdien en de absolute limiet van mijn uithoudingsvermogen aan het bereiken was. Ik zei hem dat Van Roijen junior al net zo'n leugenaar als zijn vader was, bovendien voegde ik hem toe dat prins Bernhard niet voor niets aan Alden Hatch geschreven had dat diplomaten worden uitgezonden om te liegen voor hun land. Daar moest hij om lachen. Een anp-fotograaf nam plaatjes van dit gesprek. Ze werden nergens gepubliceerd, want niemand rapporteerde wat er was gebeurd. De stand van de vaderlandse journalistiek - inbegrepen Willebrord Nieuwenhuis, die bij het incident aanwezig was, en later tegen me zei het een grof schandaal te vinden wat er was gebeurd - is zodanig dat ‘men’ geen bericht doorgeeft waarbij de ambassadeur in Indonesië mogelijk in zijn hemd zou kunnen staan, en dan nog wel veroorzaakt door een man met de rode kaart van Luns. Het kan eigenlijk niet mooier, want het incident in 1974 in Moskou met Van der Stoel, werd nu herhaald met Van Roijen. Als ze het bewijs van na 1962 willen: hier is Djakarta 1994. Ik denk dat Van Roijen me waarschijnlijk de dienst van mijn leven heeft verleend.
| |
[pagina 134]
| |
Ik vroeg de Indonesische ambtenaren van Buitenlandse Zaken, die zich al drie dagen uitsloven voor de Nederlandse journalisten, of de ambassade voor een maaltijd had gezorgd. Natuurlijk niet. Ik zei tegen hen dat ik me schaamde voor Van Roijen, en dat Bung Karno altijd gekeken zou hebben of er voor iedereen werd gezorgd. Ik zal morgen een nieuwe rel schoppen door Van Roijen een fax te zenden en hem erop attent te maken dat je ambtenaren van het gastland Indonesië niet als chauffeurs behandelt. Maar zelfs de chauffeurs hadden wat verfrissingen of wat dan ook moeten krijgen. Juist de chauffeurs. In The Jakarta Post schreef Bruce Edmond over het feit dat veel homo's in Djakarta nog in de kast zitten.Ga naar voetnoot128 Hij ontmoette psychiater Lukas Mangindaan, die uiteenzette hoe langzaam de tolerantie voor homo's en lesbiennes in Indonesia groeiende was. ‘Gay people still face enormous stigmatization in Indonesia, particularly if they live in small towns or are from very religious backgrounds.’ Een andere opmerkelijke constatering is dat Mangindaan zegt: ‘Indonesian people are externally controlled, meaning that they need to have affirmation and approval of their peers. Your view of yourself is dependent on what others think about you.’ Er bestaat dan ook dikwijls enorme druk vanuit de omgeving om te trouwen. Homo's zien vriendjes als pleziertjes, die wanneer zij eenmaal trouwen, dus eindigen. De vraag die zich dan voordoet, is of zij in het huwelijk de drang naar vriendjes voldoende kunnen onderdrukken. Voor sommigen zijn de hieruit voortkomende spanningen niet meer te dragen en zelfmoord komt veel voor onder homo's. Ik wil Mangindaan ontmoeten. | |
7 april 1994Guruh Sukarno woont voornamelijk in het huis van zijn moeder, Fatmawati Sukarno. Maar hij beschikt als parlementariër ook over een modern huisje, niet ver van de erebegraafplaats Kalibata, wat hij mij ter beschikking heeft gesteld en waar ik van hem mag intrekken. Zond een zeer pittig briefje naar ambassadeur Van Roijen.Ga naar voetnoot129 Zond ook een briefje aan Beatrix hoe haar diplomaten, die op hun visitekaartjes zich graag laten voorstaan namens haar op te treden, zich in werkelijkheid gedragen. ‘Draw your own conclusions, but I hope it is clear that my opinion and achting sinks deeper and deeper for anyone cormected with the govern- | |
[pagina 135]
| |
ment, waar U staatshoofd van bent. Eindigt het gelazer dan nooit?’Ga naar voetnoot130 Poncke Princen zat in een rolstoel in de hal van Hotel Indonesia nadat hij een ontmoeting met Kooijmans had gehad. Jeremy Wagstaff van Reuters vroeg of ik hem wilde voorstellen. Ik zei niets met Princen te maken te willen hebben. ‘But you are a journalist,’ zei Jeremy. ‘Dat betekent allerminst dat ik niet mijn eigen onderwerpen zou mogen kiezen. Op mij wacht de journalist Joesoef Isak.’ Ik zei tegen Emile Bode het gedrang rond Princen ‘opgeklopte onzin’ te vinden. Emile Bode had een gesprekje met Ria Lubbers gehad voor zijn krant. Nieuwenhuis benadrukte dat hij zulke stukjes niet schreef: ‘Ik spreek met de premier zelf.’ Ik houd me ver van dit soort Hollands gesodemieter. Sprak drie uur met Isak, die blijkbaar tien jaar heeft vastgezeten als gevangene van Suharto. We zijn het eens dat er ter ere van het feit dat Bung Karno in 1945, een halve eeuw geleden, de eerste president van Indonesië werd, er een boek zou moeten komen. Ik schrijf de tekst. Hij zal deze in het Indonesisch (Bahasa Indonesia) vertalen en Kompas moet het uitgeven. Trouwens, Joesoef (oud-hoofdredacteur van Merdeka) zei niet te begrijpen waarom mijn collega's niet hadden geschreven over het incident op de ambassade. ‘Te veel eer voor mij, in hun onderontwikkelde optiek,’ zei ik. Het was een emotionele dag. Eindelijk heb ik Pak Suhario gevonden en telefonisch gesproken. Zijn vrouw was zo verrast. Nu moet ik Santo nog vinden. | |
8 april 1994Gisteravond de nodige avontuurtjes, maar ik zag ervan af op het uitgebreide aanbod in te gaan. Eindelijk heb ik ook Santo in Bandung gevonden. Generaal Ashari, de zwager van Santo, gaf me zijn nummer. Ik ga morgen meteen met de trein naar hem toe. De voorpagina van The Jakarta Post herinnert eraan dat Suharto op het staatsdiner voor Lubbers heeft onderstreept dat geen enkel land het recht heeft haar eigen inzichten over wat de rechten van de mens zou moeten inhouden aan andere landen te dicteren of op te leggen. Maar Kooijmans had de zware taak, ingegeven vanuit het Binnenhof door de heldere kaaskoppen in het parlement, om vooral in Djakarta schendingen van men- | |
[pagina 136]
| |
senrechten, bijvoorbeeld op Oost-Timor, aan te kaarten. De idioten hebben in de jaren volgend op de cia-coup van 1965 allemaal een andere kant op gekeken, toen Suharto honderdduizenden Sukarnisten of linkse Indonesiërs over de kling joeg, zo blij was het Binnenhof dat de gehate Sukarno was verdwenen. En nu komen ze drie decennia later met hangende pootje klagen. Kooijmans is volslagen belachelijk met zijn gezeur over wantoestanden op Timor. Hij weet niet beter. Alex Surjono vertelde dat Dewi onveranderd Suharto bleef aanvallen, in tegenstelling tot Hartini. ‘Dewi is our hero,’ zei hij. Zij had maar twee en een half miljoen dollar voor haar villa Wisma Jaso gekregen, een huis dat veel meer waard zou zijn geweest. Suharto had haar de keuze gegeven: dat of niets. Dus ze nam het. | |
16:00 uurOntmoette eindelijk, om 11:00 uur vanmorgen generaal Suhario in Hotel Indonesia. Hij gaf me zijn boek Pangeran Samber Nyawa, dat hij geschreven had als mogelijk scenario voor een film, opdat zijn tekst niet zou worden gelezen als een directe aanval op het Suhartoregime. Het was uitgegeven door Mochtar Lubis! Onbegrijpelijk dat hij zijn boek bij die lul liet uitkomen. Hij keerde in 1977 vanuit Moskou in Djakarta terug. Het Aeroflot-vliegtuig werd stilgezet op de startbaan en minister generaal Ali Murtopo (mij wel bekend) kwam aan boord. Hario vroeg eerst of er voor zijn hond kon worden gezorgd en werd vervolgens rechtstreeks naar de militaire gevangenis gereden. Hij kreeg er vijf cellen toegewezen, die samen een appartementje vormden. Hij werd drie jaar en acht maanden opgesloten. ‘Murtopo is later erg aardig voor me geweest,’ zei hij. | |
22:45 uur, Hotel BorobudurVan Hotel Indonesia reden we samen naar het huis van zijn dochter in Cilandak Raya. We hebben de hele dag samen gesproken. Zonde dat de inhoud zodoende verloren gaat, maar mijn inzichten in hoe Indonesië ervoor staat, zijn onvoorstelbaar verbeterd en bijgeslepen door deze uitstekend geïnformeerde voormalige inlichtingendienstman van Bung Karno. Er was niemand thuis en Pak Hario en ik sliepen allebei anderhalf uur met een kussen op de grond in de zitkamer. Soms voel ik me, dankzij mijn vader en andere voorouders, een halve Javaan. Zijn dochter Hera is getrouwd met Tarto Sudiro. Hera is | |
[pagina 137]
| |
de voornaamste assistente van Megawati Sukarnoputri van de pdi (Indonesische Democratische Partij), de oudste dochter van Bung Karno. Toen Hera en Tarto thuiskwamen, dineerden we met ons vieren. De kolonel die Suhario moest ondervragen terwijl hij in de gevangenis zat, vroeg hem: ‘Do you like Suharto?’ Pak Hario reageerde verbaasd maar ook oprecht: ‘How can you ask me that? He is incarcerating me. But in a serious vain: it is not a personal quarrel I have with Suharto, but what he is doing to Indonesia, that concerns me.’ Pak Hario ziet Suharto als de oorzaak van de neergang van normen en waarden. ‘Everybody is corrupt now. Everybody lies in Indonesia, which is Suharto's most important legacy.’ ‘His power grab was based on treason. The man is one big lie, as I have written for 25 years,’ zei ik. ‘Toen Bung Karno in nood was, heeft hij driemaal gevraagd of Ruslan Abdulgani bij hem wilde komen, maar hij kwam niet. Ze moeten hem doodschieten,’ aldus generaal Suhario. Abdulgani had volgens hem tegen een groep van 25 officieren gezegd dat ze Sukarno maar moesten isoleren, want dan zou hij vanzelf doodgaan. Dit laatste kan ik me niet voorstellen en ik houd rekening met roddels, maar ik blijf aarzelen om contact met Abdulgani te zoeken. Pak Hario vertelde dat minister Murtopo tegen hem had gezegd dat zij wisten dat hij geen communist was. Suharto wist heel goed dat generaal Suhario na diens opleiding op Amerikaanse scholen voor stafofficieren, door Bung Karno naar Moskou was gezonden voor een soortgelijke opleiding in de ussr, dat was immers puur Sukarno-denken. En ondanks dat liet Suharto hem doodgemoedereerd zonder enige reden bijna vier jaar opsluiten. Dergelijke zaken vallen dus ook onder ‘mensenrechten’, maar daar weet een ouwehoer als Kooijmans allemaal niets van. Ook opmerkelijk was dat Pak Hario me vertelde dat ambassadeur Howard Jones van Amerika in 1963 een telegram naar het ministerie in Washington had gezonden, dat generaal Parman gezegd zou hebben dat anti-Sukarno bewegingen met kracht onderdrukt zouden worden. Dat gesprek met officieren werd volgens Jones bijgewoond door ‘one of our agents.’ Generaal Suhario was van mening dat Jones refereerde aan kolonel Sutikno Lukitodisastro, de voormalige militaire attaché in Washington, toen nog een persoonlijke vriend van mij. Pak Hario zit op het juiste spoor, want Sutikno is een verrader, en is niet | |
[pagina 138]
| |
zomaar de rechterhand van Suharto geworden. Werner Verrips en ik, toen nog als vriend van Sutikno, schijnen te boek te hebben gestaan als cia-agenten. Tien dagen geleden is Suhario in de gevangenis op bezoek gegaan bij oud-minister Subandrio. Hij had gevraagd: ‘Wanneer zullen ze mij vrijlaten?’ Ook luchtmaarschalk Omar Dhani zit nog altijd vast. Zij hebben om boeken gevraagd. Pak Hario herinnerde zich op school geleerd te hebben wat ‘haringkaken’ betekende. Over Ibu Hartini zei hij: ‘She only thinks she is lovelier and sexier than Dewi.’ De idioot Cosmos Batubara, in 1966 leider van de anti-communistische studentenbeweging kami, is in 1994 nota bene minister van Arbeid voor Suharto. Volgens Suhario bedondert hij de International Labour Organization van de vn. Voormalig adjudant van Bapak, Widjanarko is lid van de pdi van Megawati. Hij wordt ervan verdacht een mol voor Suharto binnen de pdi te zijn. Studentenorganisaties hebben vrouwelijke studenten zonder broekjes naar Ali Sadikin gestuurd, om duidelijk te maken, dat Sadikin te slap tegen Suharto optreedt. Reed rond het middaguur met Pak Hario langs een moskee. Nooit eerder zag ik zoveel duizenden biddende mensen. Ik herinner me niet dit in 1956-1957 of 1966 zo gezien te hebben. In Guruhs huis hoor je de oproep tot de gebeden al om vijf uur 's morgens via de microfoons van de moskeeën rondgalmen. ‘We zijn niet bang voor fundamentalisme,’ zei Pak Hario, ‘maar de opium van de religie verspreid zich.’ ‘In de tijd van Bung Karno was kolonialisme onze vijand. Nu weten we niet langer wie of wat onze vijand is,’ merkte Sudiro op. ‘Jullie vijand is het virus van de dollar en de drang de Amerikanen te imiteren,’ antwoordde ik, waar een stilte op volgde. Er werd over nagedacht. Sudiro zei: ‘Dat is waar, we houden ons voor de gek.’ ‘Bung Karno's fatale vergissing,’ zei Suhario, ‘was de Super Semar uit te vaardigen, waarin hij Suharto de opdracht en macht gaf om recht en rust te herstellen. Hij vertrouwde Suharto toen nog.’ ‘Het is het bekende liedje dat mensen die zelf betrouwbaar zijn, ervan uitgaan dat dat ook voor anderen geldt. Bovendien heeft Suharto zijn opdracht en macht met opzet anders geïnterpreteerd,’ zei ik. ‘Klopt, Suharto's macht is gebaseerd op halve waarheden. Hij doet veel. Hij zorgt ervoor dat mensen te eten hebben en zegt aan eenheid te werken,’ zei Sudiro. ‘Hij werkt nog steeds | |
[pagina 139]
| |
vanuit het concept van Pantja Sila, oftewel, hij verving Bung Karno maar zette zijn beleid voort. Hij doet niet alleen slechte dingen. Als hij dat wel zou doen, zou hij het nooit zo lang hebben volgehouden.’ ‘Maar hij onleent zijn macht aan de angst van de bevolking gearresteerd te worden,’ wierp Suhario tegen. Daarop volgde een directe confrontatie tussen schoonzoon en schoonvader. ‘Maar in de laatste jaren van de regering van Bung Karno bestond ook angst voor de regering.’ Dat werd Pak Hario teveel. ‘Maar dat was van een totaal andere orde. Onder Bung Karno is het nooit zo geweest dat mensen met duizenden tegelijk werden vermoord.’ ‘Maar in die tijd heerste angst in de hoogste politieke en militaire regionen,’ zei Sudiro. ‘Dat is niet te vergelijken,’ vond Suhario, ‘dat was niet hetzelfde.’ Sudiro gaf aan die dagen een studentenleider te zijn geweest van Indonesische jongeren die in West-Duitsland een studie volgden. Hij was zelf naar Hamburg gegaan om scheepsbouw te studeren. Zij durfden geen resoluties aan te nemen die kritisch waren jegens Bung Karno. Er werd eens bekend gemaakt dat een kolonel van het Tjakrabirawa Regiment, de militairen belast met Sukarno's veiligheid, in Bonn op de ambassade tekst en uitleg zou komen geven. Niemand van de studenten was geïnteresseerd de bijeenkomst bij te wonen. Sudiro hield vol dat als Suharto dan zo gekant tegen Sukarno was, hij niet de oprichting van de pdi met Megawati zou hebben toegestaan. Hij dacht ook dat Alatas weinig had te vertellen - dat leek me een hier circulerend kletspraatje - uiteindelijk nam Suharto zelf de meeste besluiten. Over het boek Prima dosa, waar mijn Open Brief aan Suharto in is opgenomen, spreekt bijna iedereen. Wimanjaya, de schrijver ervan schuilt soms bij Pak Hario. Indonesiërs lezen echter geen boeken, dus dat zet geen zoden aan de dijk. Alex Surjono vertelde dat de pdi een Forum Aktie Makasiswa Indonesia (fami) heeft opgericht, dat studentenactiviteiten organiseert en coördineert en wat zeer actief is. | |
9 april 1994Gisteravond laat ben ik nog een soepje gaan eten in het Borobudur Hotel, een super luxueuze gelegenheid, waarvan we er in Nederland geen enkel vergelijkbaar hebben. Ik ging nadien het park in nabij het Nieuw-Guinea-monument. Er liepen verblindend mooie jongens rond. Ze hebben gezichten en lijven | |
[pagina 140]
| |
om koud van te worden. Ze dragen boots en jeans en zijn zeer modern en sexy in hun kleding. Homoseksuele avances zijn overal waarneembaar, maar worden met discretie gehanteerd. Na allerlei ontmoetingen stopte een busje met vier jongens. Met een (Dody) klikte het meteen. Ze waren alle vier all over me en het eerste wat ze inspecteerden was mijn penis. Westerlingen hebben blijkbaar de reputatie een kontol besar (grote lul) te hebben en dit veroorzaakt enige commotie en soms zelfs uitroepen van extase. Dody was degene die raak was. Hij fluisterde, omdat een van zijn vrienden ook belangstelling had, die ander niet te kwetsen en daarom tactisch te werk te gaan. Dit gebeurde. De ander gaf het op. Er zat trouwens een Soendanees aan het stuur, die ook niet mis was. Dody en ik namen een taxi naar Kampung Bam. We stopten voor een huis met een rij jeeps ervoor. ‘My brother is a mechanic,’ zei hij. Een kleine jongen, die onmiddellijk verdween, lag in de kamer waar we zouden slapen. Ook in de gang lag een jongen op de grond te slapen. Het toilet was een smerig gat in de grond. Er waren overal muggen en ik zit dan ook onder de beten. We gingen uiteindelijk slapen en hadden seks. Om 06:00 uur werd ik wakker en wilde naar huis. Dody liet me een scriptie zien voor een financiële opleiding. Hij wist dat hij de verkeerde keuze maakte, maar hij wilde zijn moeder niet kwetsen, die hem dit had aangeraden. We gingen eerst naar een warong om koffie te drinken. Ik dacht aan Willebrord Nieuwenhuis en de anderen in Hotel Indonesia, en vroeg me af of zij ooit in een kampong sliepen. Ik bestudeerde de jonge mensen die op een brommer kwamen om wat te eten en drinken en naar hun werk gingen. Djakarta mag dan in een moderne metropool zijn veranderd, maar de denkwereld van de mensen zit nog op de golflengte van weleer. ‘Nee,’ zei eerder Tarto Sudiro, ‘de breinen van ons volk zijn dieper gezakt dan ooit. Iedereen is corrupt en iedereen liegt.’ | |
17:30 uurIk heb meer dan twee uur op de auto van Quist zitten wachten. Het bleek dat Phryne een totaal verkeerde plek had aangegeven. Guruh is niet beschikbaar, zelfs morgen niet, voor de ontmoeting met Megawati. Maar Hera had de knipsels voor me. Ik zal ze morgen van Pak Hario krijgen. | |
20:30 uur, taxiBezocht Jan en Phryne Quist, die twee dotten van zonen heb- | |
[pagina 141]
| |
ben, Adriaan en Otto, blond, bruine ogen. Ze hebben een heerlijk ruim huis met marmeren vloeren. Een verademing na mijn hok aan de Westerkade. We hebben enkele uren zitten praten. Jan is van mening dat Suharto dit land in 25 jaar werkelijk op de rails heeft gezet. Hij zal wel de Amerikaanse rails of Westerse rails als zaligmakend bedoelen, ook voor 180 miljoen Indonesiërs. Hij moet hier voor Mees Pierson een nieuw kantoor opzetten, wat geen eenvoudige taak is. En als het mislukt, staat hij op straat. Hij is overtuigd en zeer optimistisch over de toekomst van dit land, en misschien heeft hij gelijk. Ik zet vooralsnog een groot vraagteken. Ik vertelde hen over de botsing met Van Roijen op de avond van het diner ter ere van Lubbers. ‘Dat kost ze geld,’ was Jans onmiddellijke reactie, wat ik trouwens ook denk. Het versterkt mijn positie in mijn proces tegen de Staat. Hij achtte het bovendien volmaakt onacceptabel dat Lubbers zijn officiële bezoek aan Suharto had afgebroken voor een parlementair debat in Den Haag. Ik schreef voor Vischjager een Daily Invisible over de rel met Van Roijen.Ga naar voetnoot131 Ik hoop dat het hem onder ogen komt. Alle post is verzonden, naar Peter, Arendo Joustra en Eduardus Halim. Ontmoette Indro Noto Suroto in het Hyatt Hotel, waar hij logeert. Hij is hier voor een consultancy klus. ‘Je mag Van Roijen wel dankbaar zijn voor die stomme streek,’ zei hij meteen. Voor het eerst weer samen met Indro in Djakarta sinds 1957. Ik denk aan Dody van vannacht. Het is een lieve jongen, maar wat een levenswandel wacht hem in een vak dat hij verafschuwt. Als miljoenen andere Indonesische kinderen voldoet hij aan de verlangens van ouders en omgeving, terwijl zijn eigen geest hem wat werk of wat seks betreft, in een geheel andere richting wijst. Geldjongetjes zijn hier een soort plaag. Ze komen met allerlei smoesjes aanpappen. ‘Where are you from, what is your name, are you alone.’ Ook als ik bij Hotel Indonesia op een muurtje ga zitten, zijn ze er direct, ongeacht de omstandigheden. Het zijn meestal kleine, miezerige jongens, alleen eropuit om er beter van te worden. In Zuid-Afrika doen ze het met messen en geweren en worden nichten bij bosjes vermoord. Hier is het dus nog niet zover. Het is onvoorstelbaar hoe onze voorouders het hier zonder airco's uithielden. Wat een lol moet het voor hen geweest zijn om in Indië te zitten. | |
[pagina 142]
| |
10 april 1994Ik nam een taxi naar het Borobudur Hotel voor een ontbijt met toast. Heerlijk gezicht, die kerels hier die met blote voeten op motorfietsen rijden. Mijn chauffeur kwam uit Oost-Java. Hij had zwaar de schurft aan Suharto, wiens familie en kinderen steeds rijker werden ten koste van het volk. De vraag is natuurlijk hoe Indonesië had kunnen blijven voortsukkelen zonder gigantische financiële injecties van de vs en andere rijke landen, waar Bung Karno absoluut niet van wilde horen. Sudiro zei: ‘Ga maar kijken wat te koop is in de kampongs, overal in Indonesië. Ze hebben nu alles.’ Er is geen middenweg mogelijk tussen het communisme van de ussr en het kapitalisme van de vs. De massa zit ertussen. Dus hoe organiseer je een acceptabele manier van leven? Is het onmogelijk? Bung Karno werd verraden en afgezet en liet een buitenlandse schuld na van 2 tot 3 miljard dollar. Suharto zit nu op meer dan 100 miljard dollar, die ze nooit meer zullen kunnen terugbetalen. Ik vroeg de taxichauffeur waar al die bankgebouwen langs de boulevards vandaan zijn gekomen. Hij zei dat Suharto dat allemaal samen met de Chinezen heeft gedaan. Het lijkt wel of heel Djakarta doorlopend Monopolie speelt. Ik lees een artikel dat Indonesië weer hoopt op 315 miljard aan investeringen. Nieuwe winsten stromen naar het buitenland of in de zakken van verkeerde mensen hier. The Jakarta Post publiceerde een alarmerend artikel over veiligheid in de ‘Urban Jungle’ die Djakarta is.Ga naar voetnoot132 Zelfs brigadiergeneraal Tampubulon, staflid van de rode baretten van Kopassus, is maandagavond overleden, nadat hij bij een kruising door een groep met messen gewapende mannen werd aangevallen. Ze wisten waarschijnlijk niet eens welke ijzervreter ze overhoopstaken. De krant schrijft: ‘Jakarta has become home to a society in which the excessively wealthy freely flaunt their affluence. This materialistic way of life goads our unemployed young people to find the shortest way possible to better living conditions.’ Dus gaan ze op roof uit. Ik heb Gijs van der Wiel geschreven wat er op de ambassade is gebeurd, en dat ik er meer dan schoon genoeg van heb. Bracht ook verslag uit aan de nvj, via een brief aan Wim Klinkenberg.Ga naar voetnoot133 Wilde voor ik Indro in het Hyatt Hotel sprak nog even sneakers kopen, maar overal pappen Nederlanders aan die me kennen, verdomme. Maar mijn boeken kopen, ho maar! | |
[pagina 143]
| |
Indor zei dat ik geen muggenbeten maar kutu-beten had, dit zijn luizen die in de baleh-baleh zitten in de kampongs, wanneer je op een brits slaapt, zoals ik bij Dody deed. Hij vertelde hoe McKinsey Indonesische studenten had willen ronselen mits ze bereid waren om twee jaar in Amsterdam te komen wonen om te worden opgeleid. Dat wilde niemand. Desnoods wel in Duitsland, maar niet bij ons. Hij vertelde ook dat er gedonder was in Nederland, of Beatrix wel op 17 augustus 1995, dus de Indonesische Onafhankelijkheidsdag naar Djakarta moest reizen, of liever wat later. Wat zijn we toch een afschuwelijke mierenneukerig volk. Bovendien buitengewoon onsportief. We hebben 50 jaar geleden verloren en het verlies is nog altijd niet verwerkt. Daarna ben ik nog even bij Penny Hedinah binnengewipt. Zij had geen hoofddoek om, dus verdween ze eerst om met sluier uitgerust terug te keren. Zij is compleet in de ban van een mirage, die niet de minste verbinding heeft met de werkelijkheid. Ze probeerde uit te vinden wat de relatie met Peter was en vroeg of hij getrouwd was. Nee dus, maar hij heeft al twintig jaar een Zuid-Afrikaanse vriend. Penny Hedinah zei ook al, net als Hartini, dat de tijd gekomen is Suharto diens misdaden te vergeven en naar de toekomst te kijken. Ik heb er diep over nagedacht. Maar hoe kan je een massamoordenaar in de klasse Suharto vergeven? Penny zei ook dat Suharto zich wel degelijk met armoedebestrijding bezighoudt. ‘Laat hij dan beginnen de gestolen miljarden dollars in de staatskas terug te doen,’ zei ik. Ik zag later in de krant dat er inderdaad de eerste schreden worden gezet om een gratis gezondheidszorg op te zetten voor mensen die geen medische bijstand kunnen betalen. Henry Kissinger heeft weer een boek van 912 pagina's geschreven, Diplomacy, en vermeldt dat Ronald Reagan ‘a shallow man’ is geweest.Ga naar voetnoot134 Dat is bepaald geen nieuwtje waar je Henry voor hoeft aan te schaffen. Ik koop trouwens nooit meer iets van die basterd. Volgens Henry was het Reagan ‘who finished off the ussr.’ Reagan heeft hoogstens geoogst wat sinds de Tweede Wereldoorlog het beleid van de hele Westerse wereld is geweest. Namelijk de Sovjet Unie omsingelen, isoleren, ook technologisch en wetenschappelijk, opdat de rode kolos op een dag vanzelf en vanbinnenuit ineen zou schrompelen. Sommige Islamitische leiders in Indonesië hebben de regering verzocht, om de film Schindler's List te verbieden. Schindler | |
[pagina 144]
| |
was een Duitse zakenman, die 1.300 Joden van de kampen in Krakau, Polen, heeft gered. Naar schatting is 88 procent van de bevolking hier islamiet. Joden hebben ook nooit rekening gehouden met islamitische gevoelens en verlangens, dus waarom een film vertonen die mogelijk sympathie voor Joden zou veroorzaken, is het argument. Zo kom je er natuurlijk nooit uit. Mijn oude collega, Harris Sitompul, schrijft in de Indonesian Observer. ‘President Suharto is a wise leader who has a vision. When former Dutch minister of international cooperation and development kept pestering Indonesia on the question of basic human rights, the President did not explode in anger. He said very calmly that in the interest of future cooperation it would be better for Indonesia to refuse Dutch aid. Suharto was right. Now relations are placed once again on the right track, based on business-like cooperation. It is also time that Suharto pay a state-visit to the Netherlands in the near future.’ Sitompul begrijpt er dus niets van. Of hij is gewoon een super opportunist geworden in de loop der jaren. Ik ging dus niet naar Bandung voor een bezoek aan Megawati. Ik hoorde niets meer en Guruh was in lucht opgegaan. Niet erg bemoedigend. Zal morgen Guruh nog eens proberen te bereiken. Hij heeft gezegd dat hij een ontmoeting met zijn familie zou regelen. Als Bapaks kinderen zo reageren, hoe zit het dan met de rest? Of is Dewi bezig geweest? Alles is mogelijk. | |
11 april 1994![]() De perskaart voor het bezoek van Lubbers kan ik opbergen. In 1953 werd ik journalist. In 1994 ben ik, dankzij de kletspraatjes en de rode kaart van Luns, voor het eerst geaccrediteerd met een premier mee op reis geweest. Time meldt dat De Klerk in Natal de noodtoestand heeft afgekondigd.Ga naar voetnoot135 Het zoveelste Boerenverraad van Zoeloevrienden. Buthelezi is razend en heeft gezegd dat het binnentrekken van de militairen op een invasie leek. F.W. probeert de Inkatha Freedom Party met machtsvertoon te dwingen alsnog aan de verkiezingen deel te nemen. Gatsha houdt vast aan een federaal | |
[pagina 145]
| |
regeringssysteem voor Zuid-Afrika om te voorkomen dat het anc de alleenheerschappij zal krijgen. Ik vind het wel griezelig. Laatst op de Westerkade kreeg ik ook vijf bulten op mijn schouder, maar toen had ik dus niet in een kampong geslapen. Het lijkt of mijn gezicht nu geslonken is, maar de bulten staan als eilandjes naast elkaar. Heel eng. Ik heb modeontwerper Iwan Tirta na al die jaren teruggevonden. We hebben bijgepraat in het café van het Mandarin Hotel. Hij is buitengewoon succesvol als modeontwerper geweest in al die jaren dat ik hem niet meer zag. Hij is nu 58 en werkt nog steeds aan zijn lijf. Hij is veel in New York, waar hij ook een flat heeft gekocht. We hadden weer echt contact, net als vroeger. | |
12 april 1994Gisteravond heb ik absoluut iets unieks beleefd. Joesoef Isak haalde me in Hotel Indonesia af. We reden naar het huis van de weduwe van de journalist Koerwet Kartaadiredja, die ik in 1956 met president Sukarno tijdens diens staatsbezoek aan Konrad Adenauer in West-Duitsland ontmoette. Koerwet had acht jaar in gevangenschap van Suharto doorgebracht, en was inmiddels overleden. Men had een reünie voor me georganiseerd die ik nooit zal vergeten. Allereerst was ook Tom Anwar aanwezig, eveneens een journalist, die ik in 1956 in Rome en Bonn in gezelschap met Bung Karno had leren kennen. Hij herinnerde zich ons eerste lange gesprek in de presidentiële trein op weg naar Duisburg. Ik omhelsde hem en zei dikwijls aan hem te hebben gedacht. Tom had twaalf jaar op Buru, het concentratiekampeiland van Suharto, vastgezeten. Het was fantastisch om hem in levenden lijve terug te zien. Een bijzondere verrassing was de aanwezigheid op deze selamatan van madame Supeni, in de jaren zestig de reizende ambassadrice van president Sukarno. Ook haar aanwezigheid was werkelijk een vorm van eerbetoon en dankbaarheid, dat ik in de 28 jaar afwezigheid van Indonesië, mijn opvattingen ten aanzien van Indonesia en Bung Karno geen geweld had aangedaan. Er waren zelfs twee oud ministers van president Sukarno. Ik heb het gezelschap kort toegesproken en gezegd dat we eraan moesten denken dat we niet voor mij bijeen waren gekomen, maar om onze vriend van vroeger, de vader van de natie, te gedenken. Ibu Supeni vertelde me eindelijk wat er gebeurd was rond de begrafenis van Sukarno. Dewi Sukarno had mij eens in Parijs | |
[pagina 146]
| |
verteld dat Suharto had geweigerd om Bung Karno in Batutulis, Bogor te begraven en in plaats daar van naar Blitar, Oost-Java had laten overbrengen. Mevrouw Supeni zei dat noch zij, noch Hartini, noch Dewi in juni 1970 door Suharto was ontvangen om het toekomstige graf van Sukarno te bespreken. Wat wel was gebeurd, was dat de drie dames een brief aan Suharto hadden laten bezorgen met het verzoek Bung Karno nabij Bogor te begraven, volgens zijn laatste wens. Ze kregen nooit antwoord. Het verhaal van Dewi dat Suharto tegen de weduwen gezegd zou hebben: ‘You can dig him up later, if you so desire,’ is dus uit de duim gezogen. Ibu Supeni vertelde gedetailleerd hoe de begrafenis van Bung Karno was verlopen. Zij was dus ook buitengewoon kritisch ten aanzien van Subandrio, zoals trouwens alle aanwezigen, en zoals ik zelf altijd ben geweest. Ik heb de aanwezigen een kardinale vraag gesteld. ‘Ik wil geen haatdragende Hollander zijn, die niet kan vergeven. Maar ik kan Suharto en de zijnen niet vergeven dat zij opzettelijk Bung Karno hebben doodgetreiterd. Is dat slecht, of hoe ziet u dat?’ De algehele stemming in de discussie die volgde, was dat het juist was en dat de aanwezigen dit Suharto evenmin ooit zouden vergeven. Daarop gaf ik aan zeer ontsteld te zijn geweest, toen Ibu Hartini te kennen gaf Suharto ‘een lieve man’ te vinden. Pak Hario zei direct: ‘Zij ziet dat hij lief is met zijn vrouw en gezin, zoals zij zelf altijd gewild zou hebben.’ ‘Ja,’ zei Jo Koerwet, ‘ik kende haar als meisje. Zij heeft alleen op de huishoudschool gezeten.’ Daarop vertelde generaal Suhario hoe hij als panglimaGa naar voetnoot136 van Oost-Java voor Bung Karno een bijeenkomst met veteranen had georganiseerd, waartoe ook dames dienden te worden uitgenodigd, en Hartini was een van hen. Ergo: Pak Hario eiste de verantwoordelijkheid op Bung Karno en Hartini oorspronkelijk - zonder enige bedoeling - bijeen te hebben gebracht. Waar ik de aanwezigen ook met klem op heb gewezen, is hoe het nageslacht dadelijk moet weten wie Sukarno echt was, als iedereen die hem heeft gekend dood is. Tientallen jaren bewind van Suharto, heeft de werkelijke geschiedenis van Bung Karno op alle niveaus permanent en opzettelijk vervalst. Ik vernam hier ook dat minister Ali Murtopo, een handlanger van Suharto, Sukarno's oudste zoon Guntur ‘zaken’ had toegespeeld. Guntur is dus zakenman geworden en houdt zich niet veel bezig met politiek. Dochter Sukmawati is in politieke | |
[pagina 147]
| |
oppositie tegen haar zuster Megawati, die zich beijvert voor de pdi. | |
Station GambirVoor het eerst ga ik met de trein naar Bandung. Ik heb lang in de rij moeten staan. De wachtkamer heeft ariconditioning. Ik nam een foto met een jongen uit Semarang die naast me zit. Dezelfde spontaniteit en hetzelfde gevoel als vijftig jaar geleden. | |
Trein naar BandungIk zou willen dat ik op zo'n reis niemand kon horen. Er zit weer een idioot te fluiten, zonder dat hij zelf doorheeft dat hij dat doet. Ik luister naar Chopin, staar naar de sawa's en denk na over het land van herkomst van mijn vader en grootouders. Jammer dat ik niet een dagboek van Gide heb meegenomen. De trip duurt twee en een half uur en kost 23 gulden. Het landschap is prachtig. Bedankt Wouter! Voor 3.600 roepia's krijg ik een keurig bord nasi, helaas geen koffie. Sprak lang over Bung Karno met een meisje in de trein. Haar naam: Pantri Heriyati. Ze werkt in Bandung. Haar vader ging vorig jaar naar Blitar: ‘The charisma of Bung Karno is still with us.’ Nog een aanmoediging om een boek te schrijven. Absoluut prachtig Javaans meisje. En dan denk ik aan mijn grootvader die viel voor Sima Sastro Pawiso. | |
23:45 uur, BandungSanto zat in een witte jeep te wachten bij het station. Thuis waren Margaret, de oudste zoon, neef Tony, en een vriend, een zoon van mijn oude vriend de diplomaat Dewanto. En ook een vrouw, Miko die getrouwd is met een Noorse man, en daarom verbannen uit de Indonesische samenleving. Miko zei: ‘You have no idea how cruel Indo society can be, by turning someone in a non person.’ | |
13 april 1994Grand Hotel Preanger, BandungAl om 05:00 uur klonk vanuit de moskeeën de oproep tot gebed dat aangroeide tot een totale kakafonie over heel Bandung. Het was meer dan afschuwelijk. Ik vroeg Santo en Margaret later bij het ontbijt waarom men dat liet gebeuren. ‘We don't know. We would like to know too. Golkar allowed it to get more votes,’ zei Santo. Ik hoorde allerlei nieuwtjes. Ibu Soewandi, de moeder van | |
[pagina 148]
| |
Boes en Astrid, woont nog altijd in het huis aan Jalan Tanjung. Ik moet bij haar ook langs gaan. Er is nog zoveel te doen. Santo heeft een gigantisch architectenbureau met meer dan 100 medewerkers. Toen een uitstekende architect uiteindelijk uit het concentratiekamp Buru werd vrij gelaten en naar Bandung terugkwam, wilde Harisanto hem meteen in dienst nemen, maar zijn hele staf was ertegen. Hij moest hem de jobstijding brengen dat hij niet kon komen werken. Suharto heeft een stempel ex-tapol, voormalige politieke gevangene, op de identiteitspapieren van hen die op Buru hebben gezeten laten aanbrengen. Dat is ongeveer hetzelfde als Hitler die de Joden een gele ster gaf. Ze kunnen nergens meer aan de slag komen. Zoon Dito, de jongste, studeert architectuur in Djakarta. Hij belde. Margaret monopoliseerde het gesprek. Santo kwam er niet aan te pas. Ik vroeg hem er later naar. ‘He is mama's boy,’ was het antwoord. Hij schijnt schouderlang haar te hebben. Ik zou hem willen ontmoeten. Ik heb tenslotte aan de wieg van dit huwelijk gestaan in New York. | |
17:30 uurBen met Tony naar een winkelcentrum gegaan om sneakers te kopen. Later nam Santo, Margaret en mij mee naar de Industri Pesawat Terbang Nusantara (iptn), de door Habibie neergezette vliegtuigfabriek. Het was indrukwekkend. In 1941 beschikte Indonesië slecht over 625 universitair opgeleide jonge mensen op 70 miljoen inwoners. Een halve eeuw later staat er in Bandung een volwaardige vliegtuigfabriek. Ze maken er zelfs helikopters. Bij een hal stond een hypermodern Amerikaans straalvliegtuig. Het bleek het privétoestel van Habibie te zijn. Bij Suharto op schoot zitten zet zoden aan de dijk, dat zie je maar weer. Santo bracht me bij de onderdirecteur, luchtmachtgeneraal b.d. Juwono, die vertelde hoe Bung Karno in 1954 zijn generatie studenten had aangemoedigd vliegtuigbouwkunde te studeren, waardoor hij naar Delft was gegaan. ‘Sukarno was a far greater thinker and heroic personality than Suharto,’ zei de generaal. ‘He was reading all his life. The only pity, Bung Karno drifted too close to the communists.’ Dit was dus klinkklare onzin, zoals ik andermaal in 1966 in lange gesprekken, dikwijls onder vier ogen, met Bung Karno heb geconstateerd. Daar heb je het weer. De bakerpraatjes over Sukarno's vermeende pki-sympathieën blijven doorvreten en gaan op die manier de geschiedenis in. Ze zijn onwaar. | |
[pagina 149]
| |
Generaal Juwono was verder van mening dat Bung Karno steeds meer werd omringd door mensen die hem naar de mond praatten en hem de waarheid en feiten onthielden ‘and that is what we now see happening with Suharto.’ Het is ontegenzeggelijke waar dat toen ik Bung Karno in 1966 voor het laatst ontmoette, er jabroers en slijmjurken om hem heen waren, een paar uitzonderingen niet te na gesproken. Ook nu durft niemand Suharto onder de neus te wrijven dat het volk mort omdat hij zijn kinderen miljarden toeschuift. Santo's kantoor had het iptn-complex ontworpen. Toen ik een maquette van het hele complex in de hal zag staan, met de naam van Santo's bedrijf erbij, zei ik dat ik zijn bedrijf graag wilde noemen in een artikel. Margaret vroeg meteen of ik dat juist niet wilde doen, want als Suharto's kinderen over een succesvol bedrijf horen, willen ze het kopen. Ik hoorde hetzelfde in Djakarta. Toen stelde Santo voor naar zijn kantoor te rijden. Ik kon het niet geloven, Het was enorm. Ongelofelijk hoe de student architectuur, die in 1961 in New York samen met de Indiase student Binu Saha bij me woonde als kamergenoten, nu aan het hoofd staat van een groot bedrijf en onderhandelt met ministers en generaals, bijvoorbeeld over de bouw van een vliegveld in Makassar. Santo heeft met zijn bedrijf iets unieks bereikt, petje af. Het is nog steeds ongelofelijk om hier in Bandung te zijn. Ik dacht dat het nooit meer zou gebeuren. | |
14 april 1994DjakartaPrachtig trip met Santo, en diens chauffeur, via de Poentjak naar Djakarta gemaakt. Hij stelde voor om samen - ik als zijn gast omdat ik platzak ben - naar het graf van Bung Karno in Blitar te gaan. Hij wil me ook de scheepswerf laten zien die hij in Soerabaja bouwde. Weer een droom die werkelijkheid wordt. Op de tolwegen stonden borden met koffie, motel enzovoort, op één stond moskee. ‘So people know where to pray at 4 p.m.,’ zei Santo. | |
HyattIk kijk uit op de rotonde voor Hotel Indonesia en Mandarin Oriental, met duizenden auto's, in de regen. Ik ging met Joesoef Isak naar uitgeverij Gramedia Pustaka Utama, voor een gesprek met de plaatsvervangend hoofdredacteur Y. Priyo Uto- | |
[pagina 150]
| |
mo en diens baas Th. Nung Atasana. Het leek dat zij geïnteresseerd waren om mijn komende boek over Sukarno te publiceren. Isak gaf me ook de namen van de mensen die de avond te mijner ere bij Jo Koerwet hadden bijgewoond en van wie ik geen kaartje had gekregen: de journalist Hasjim Rachman van Bintang Timur, en de journalist Uteh Riza Yahya van persbureau antara. Verder waren er ook oud-ministers van Sukarno: Soetomo, minister van Arbeid en Tumakaka, minister van het Front Nasional. Joesoef benadrukte tegen me dat alle gasten op dit feestje voormalige gevangenen van Buru waren. Het is een grof schandaal. Joesoef vertelde me ook dat hij door een Nederlandse wetenschapper was benaderd over de vraag wat de breuk in 1949 veroorzaakte. Joesoef zei hem mijn Den Vaderland Getrouwe te lezen. ‘Niemand neemt die man in Nederland serieus,’ kreeg hij als antwoord. | |
15 april 1994Gisterenavond wachtte Guruh met een vriendje. Ik kan blijven tot 5 mei. Hij gaf een introductie aan een nicht in Blitar, dus ik ga als gast van Guntur, zodat er geen restricties zullen zijn. Vanmorgen belde Santo dat hij een ticket voor mij had laten klaarleggen. Ik vlieg vanuit Djakarta naar Soerabaja, hij vanuit Bandung. Ik was in totale paniek, want ik had mijn portemonnee verloren bij de telefoons toen ik Iwan Tirta belde. Ik ging overal naartoe, naar de apotheek waar ik Rennies was gaan halen, bij het hoofd van de beveiliging, uiteindelijk bleek mijn portemonnee teruggebracht met iedere cent er nog in. Kom daar in Zuid-Afrika maar eens om. De kranten berichtten dat de schrijver Wimanjaya K. Liotohe, die me vorig jaar op de Westerkade kwam bezoeken, door de autoriteiten is ondervraagd over zijn boek Prima dosa, waarin hij Suharto zou hebben belasterd. Deze moedige heer heeft een tegenprocedure gelanceerd, gericht tegen Suharto en de procureur-generaal, waarin hij hen verzoekt 110 triljoen roepia's aan het Indonesische volk terug te betalen, die zij via de militaire corruptie hebben gejat. De huishoudsters in Guruhs huis begonnen al om 05:00 uur schoon te maken. Hopeloos, ik sliep maar even. Het lijkt of ik iets onder de leden heb, of ik ben gewoon uitgeput na een afschuwelijke nacht met idioten die door het huis struinden. Ik moet Guruhs hulp vragen. Zal ik morgen echt naar Soerabaja gaan. Ik vergat Santo te bel- | |
[pagina 151]
| |
len, want ik ging meteen het ticket halen. Santo belde dus zelf en bevestigde dat alles door gaat. Fantastisch. Mijn maag is nu toch echt in de war. | |
16 april 199405:30 uur, Luchthaven Soekarno-HattaChinezen gedragen zich als irritante proleten. Ik begrijp de irritatie bij Indonesiërs uitstekend. Het vliegveld is viermaal zo groot als Schiphol, perfecte opzet, om 05.00 uur volop in bedrijf, overal restaurants. Alle vloeren schitterend marmer. Ruik de kretek al. Ik blijf zeer dankbaar voor deze trip, inbegrepen Wouter Kok, die me het reisgeld leende. | |
GA 330 naar SoerabajaJoesoef Isak zei: ‘Ik ben zelfs nog niet naar Blitar geweest.’ Dat klinkt zielig, maar als hij dit had gewild in de 24 jaar dat Bung Karno daar begraven ligt, was hij er duizendmaal geweest. Dat is dus een slecht teken. Wat zou Emile van Konijnenburg hebben gezegd als hij dit prachtige vliegveld had gezien. Tenslotte was hij met Sukarno de man die de Garuda Indonesia opzette. Guruh heeft me een introductie meegegeven voor Ibu Tien Saroyo, de dochter van Bung Karno's zuster, Wardoyo, Guruhs overleden tante. De nicht woont nog altijd in Blitar. Santo had kamers gereserveerd in het Elmi Hotel. | |
22:30 uur, Elmi Hotel, kamer 513, SoerabajaSanto wees me op een ronde schijf die je in alle hotelkamers ziet, die ten behoeve van het gebed laat zien in welke richting Mekka ligt. Hij zei ook det cnn uit de lucht werd gehaald. Je kon je voortaan abonneren op de zender via de kinderen van Suharto. Deze dag is weggewaaid en niet meer te beschrijven. Santo landde vijf minuten na mij uit Bandung. Er stond een auto te wachten. We reden naar de door hem ontworpen scheepswerf. Er lagen vele schepen, dokken, patrouilleboten, er was een enorme bedrijvigheid. We liepen er enige tijd rond. Om 10:30 uur vanmorgen begonnen we aan de autorit naar Blitar. Het landschap van Oost-Java bracht zoveel herinneringen terug, ook aan de keren dat ik hier in 1957 met Bung Karno heb gereisd. Allemaal totaal onvergetelijk. We stopten ergens om wat te eten. Ik heb urenlang met Santo gepraat. We arriveerden tegen 14:30 uur bij het huis van mevrouw Saroyo. Ze liet eerst de woning van haar moeder zien, wat een | |
[pagina 152]
| |
soort museum is geworden. Er wonen trouwens negentien studenten in. Ze toonde de plek waar Bung Karno op de veranda zat als hij er logeerde. Ook diens slaapkamer was in de toer opgenomen. Zij sprak vloeiend Nederlands en ontkende dat het om een museum ging, ook al stond bij het bed een bordje dat de vader des vaderlands er had geslapen. Op mijn opmerking dat op Sukarno's wens om in Batutulis te worden begraven niet was ingegaan, reageerde zij enigszins gepikeerd. Suharto had haar moeder, Bung Karno's zuster, om haar mening gevraagd. ‘Hij wilde naast Hartini begraven worden. Hij wilde naast Dewi begraven worden. Hij hoorde bij zijn moeder en aldus is gebeurd.’ Dus dat was weer een andere versie, waarom hij niet bij Bogor lag. Tot mijn schrik zag ik dat op de veranda een soort museum was ingericht met souvenirs van Bung Karno. Ik kocht er een opname van de toespraak van Sukarno voor de vn in 1960. Wat in Blitar gebeurde is onvergetelijk, maar op een ongewone manier. We werden direct bestormd door een zwerm van verkopers van bladen, foto's en andere memorabilia. Uiteindelijk bereikten we Bung Karno's mausoleum. De pendopoGa naar voetnoot137 zelf was acceptabel. Het is een massief gebouw met bewerkt hout. De vader en moeder van Sukarno liggen ieder aan een kant naast hem in kleinere tombes dan de zijne. Toen we het binnenste hof van Bung Karno's glazen huis betraden, kon ik me niet concentreren op Bung Karno, als gevolg van de commerciële toestanden buiten. Ik keek wel rond, maar het was allemaal dood voor mij. In plaats daarvan viel mijn oog op een jongen die met zijn gezicht naar de president met gekruiste benen kennelijk in diep gebed was verzonken. Ik keek hem op zijn rug en dacht: hemeltje, wat zit daar voor een zalige Javaan, brede schouders, in jeans en blote voeten. Ik heb vaak gedacht dat ik zou gaan huilen als ik hier zou zijn, maar nu werd ik van het ene op het andere moment totaal in beslag genomen door deze biddende jongen. Santo deed hetzelfde en ging ook met gekruiste benen bidden. Na zijn gebed heb ik de onbekende aangesproken. Hij was een marinier op verlof, die op een motorfiets uit Midden-Java was gekomen om te bidden bij de man die hij vereerde. Terwijl we stonden te praten was hij voortdurend met zijn vingers over zijn pik aan het wrijven, waarschijnlijk zonder dat hij het in de gaten had. | |
[pagina 153]
| |
Nadat we vertrokken, realiseerde ik me dat ik in de verste verte niet het spiritueel contact met Bung Karno had gehad, waarvan ik dacht dat ik het zou ervaren. Waarom? Misschien was het mijn dag niet voor diepe emoties. Maar intussen had het malse vlees van een jonge Javaanse soldaat mijn hele wezen in vuur en vlam gezet, terwijl ik daar was om te rouwen over een verloren vriend. Heel vreemd allemaal. Tijdens de terugweg naar Soerabaja werden we overvallen door een tropische storm. Na het diner was ik moe en wilde alleen zijn. Voor het eerst vroeg ik om een tukan pidjatGa naar voetnoot138 naar de kamer te sturen. Dit gebeurde, maar seks kwam er niet aan te pas dus ben ik gaan wandelen en liep tegen een motorclub aan. Binnen de kortste keren bleken twee jongens geïnteresseerd om naar mijn hotelkamer te komen. Hoe ze het geflikt hebben onopgemerkt de lift te nemen, zal ik nooit begrijpen, maar ze waren er en de kleren waren vrijwel meteen uit. Daar lag ik dan gesandwicht tussen twee Javaanse stoere knapen. Het werd een heerlijk nummer. Maar toen kwam de vraag hoe ze weg te krijgen. Ze vroegen niet om geld voor seks, maar geld voor een taxi, want het was al laat. Ik zei geen geld in de kamer te hebben, en dat dat dit zich in de kluis van het hotel bevond. Toen ze bleven aarzelen, dreigde ik de receptie te bellen. Ik zegde toe ze de volgende ochtend 2.000 roepia te zullen geven. Ze vertrokken, maar een kwartier later klopten ze weer op de deur, waarop ik niet reageerde. | |
17 april 1994Aan het ontbijt met Santo vanmorgen kwam er een van de twee naar onze tafel lopen. Ik stond op en nam hem mee naar buiten waar ik hem 2.000 roepia gaf. Even later kwam de ander met hetzelfde verzoek. Ik vroeg de receptie hem te verwijderen, wat gebeurde. De receptionist zei later dat ik ze geld had beloofd. ‘Ja voor een massage. Ik betaal nooit voor seks en zal dit ook nooit doen,’ antwoordde ik. Wat me bezorgde was de reputatie van Santo, die altijd in dit hotel logeert en die reageerde alsof hij absoluut niet begreep waar het allemaal over ging. Vanmorgen reden we met de door Santo geregelde auto naar Modjokerto om tempels te bezoeken uit het tijdperk van het rijk van Majapahit. We reden via binnenwegen en kampongs naar een ontmoetingsplaats voor jonge mensen, opgericht door | |
[pagina 154]
| |
Brawidjaja, een prins uit Majapahit. In een arena was een groepje jongens aan het rollebollen als jonge honden. Indonesiërs zijn zo veel meer fysiek vrij met elkaar dan wij in ons gefrustreerde kikkerlandje. | |
15:15 uur, GIA 347 naar DjakartaDe afgelopen dagen zijn weggewaaid en kunnen nooit gereconstrueerd of verslagen worden. Ik besprak met Santo dat mijn informatie over Sukarno's begrafenis niet klopte. Ik vroeg hem ook in welke mate ik verkeerde informatie over Suharto had. Santo stelde mij een tegenvraag: wat zou Indonesië ermee opschieten als Suharto werd afgezet? ‘Wat zijn de Filippijnen opgeschoten met het vertrek van Marcos?’ Daar had hij wel een punt. Maar goed, Santo leunt vooral op Habibie, en die leunt weer op Suharto. Later vloog Santo terug naar Bandung, en ik naar Djakarta, waar ik een bus van het vliegveld naar de stad nam. | |
DjakartaHet is nu 19:00 uur, iets te vroeg om naar huis te gaan naar mijn oververhitte slaapkamer. | |
18 april 1994Ik luister naar de toepraak van Bung Karno uit 1960. Het was een hoogtepunt in zijn politieke denken. ‘You do not deal with words, but with men, with the ideals of men.’ Verdomme, hij was a great guy. Het opmerkelijke van die rede voor de vn was dat zijn woorden ook tot vandaag de dag hun geldigheid hebben behouden. ‘That is why I speak deep from my heart...,’ en dan wijdt hij over de kwestie Nieuw-Guinea uit. ‘Do not act as a tool of colonialism, because the un will die.’ Hij moest eens weten dat drie decennia later de vn tot een werktuig van Washington werd gereduceerd en dat de ussr zich als een mak schaap aan de leiband van de vs opstelt. Telefoneerde mevrouw Hartini om te vertellen dat ik het graf van Bapak had bezocht. Ze begon weer lieve taal over Suharto te debiteren. ‘He is my president, never forget that,’ zei ze ook nog. Ik had van Schiphol een doos badzeep voor haar meegebracht, die zij heerlijk vond. Zij vroeg of ik meer kon meebrengen. Ze stelde voor dat als haar schoonzoon terug is, we zouden gaan lunchen. Mijn vriendje Dody belde. Hij zei dat ik geen kutu's op zijn baleh baleh had opgelopen, maar van een andere jongen in de auto. Ik geloof er niets van. | |
[pagina 155]
| |
Joesoef Isak maakte een afspraak voor me met psychiater Lukas Mangindaan. Ik ontmoette hem in zijn kliniek. Prima materiaal. Misschien had ik hem zelfs nog langer moeten laten doorspreken, maar hij had geen enkel bezwaar als ik nog een keer terugkwam. Hij gaf me een opzet voor een artikel dat hij samen met Richard Howard uit Urbana, Illinois had geschreven. Mangindaan vertelde hoe hij eens in de bergen twee jongens had zien lopen, gewikkeld in een sarong. Ik dacht meteen dat ik Iwan Tirtaámidjaja moet vragen om voor de Gay Krant twee jongens in een sarong te fotograferen. De psychiater noemde het normaal gedrag voor Indonesische jongens om zich fysiek erg vrij met elkaar te voelen en seksuele spelletjes met elkaar te spelen. Ze zijn zich daarbij nog volledig niet bewust van het bestaan van homoseksualiteit. Jonge mensen hier zijn zich de seksuele component lang niet bewust. Ik beschreef hem ‘de jonge honden’ die we in Oost-Java in de pendopo hadden zien ravotten. Hij noemde dat ‘totaal natuurlijk gedrag voor jongens onder elkaar in Indonesië.’ Ik bracht de ervaring met de motorclub in Soerabaja ter sprake. ‘The money boys around the hotels have an eye for western openness. Thus, they become more open to sex. They are less maluGa naar voetnoot139 about it, and on top of it,’ aldus de psychiater, ‘they discover that westerners are willing to pay dollars for sex games. Still, cultural differences are prevalent. Indonesian boys will at first be less sure whether someone from abroad is gay. In the west no is no, and you know what is up.’ Mangindaan richtte zich al in 1983 tot de regering Suharto met het voorstel dat Indonesië homoseksualiteit niet langer als een ziekte zou beschouwen. In 1985 ging de overheid ermee akkoord en publiceerde richtlijnen hoe tegen homoseksualiteit aangekeken diende te worden. Een aantal islamitische psychiaters was het er niet mee eens, maar zij werden weggestemd. Onder hen wordt naar homoseksualiteit nog steeds als een vloek gekeken, als een zonde, zoals ook fundamentalistische christenen dit doen. Er zijn in Indonesië 300 psychiaters op een bevolking van, nu geschat op, 190 miljoen. ‘I had a patient, a painter on Bali,’ aldus Mangindaan, ‘who was married but was at the same time attracted to men. All his paintings expressed his homosexual feelings. He preferred to paint male figures, but at the same time he was unaware of his deep felt homosexuality. He painted many homoerotic scenes. When the aids explosion arrived, | |
[pagina 156]
| |
more became said and written about homosexuality. But, now it is a pity that homosexuality became associated with aids. In a leading newspaper like Kompas homosexuality is still a taboo. They are avoiding articles about the subject.’ Dit taboe is geworteld in de cultuur van Indonesië, die propageert dat het leven een cyclus van geboorte, groei, huwelijk en dood is. Er wordt gecapituleerd voor dit automatisme. Uit de jaren veertig en vijftig stamt de psychologie dat homoseksualiteit besmettelijk zou zijn. Als kind werd ik aan mijn pik gegrepen, en nu ben ik ‘dus’ homo geworden. ‘I have maintained for years, that homosexuality has a biological origin. Even if you are being sucked as a child by another guy, this does not mean, therefore you have got to become a homosexual. Without that biological origin, one does not become a homosexual,’ zei Mangindaan. Ik vroeg of hij daar wel zeker van was en hij noemde een serie artikelen die zijn stelling bevestigden. Hij vervolgde: ‘Some of us, Indonesians, are more exposed to the west, have less problems by being homosexual, but most of our homosexuals get totally entangled in our lingering taboos.’ Hij refereerde aan de groei van het islamitische fundamentalisme. Ik vroeg hem waar dit vandaan kwam. ‘I do not know exactly. There are many factors. It is connected with the political atmosphere, which is being experienced as oppressive through the military regime we now have. People are dissatisfied, sometimes deeply. They lose their land without proper compensation. The military prevent demonstrations. So they fall back, sometimes run back, to their traditional stronghold, religion and the Koran. The rich are becoming richer. Where can they get a fair treatment? They are being caught in the vicious circle of discontent and disenchantment. Now they are even turning against our state philosophy, the Pantjasila, which guided us since independence. Sukarno carefully designed a balanced system that equally respected all religions,’ zei Mangindaan. ‘Since this is for over ninety percent a Muslim nation, Muslims reason that Muslim law should prevail.’ Op mijn vraag of de vereniging van psychiaters deze details met de overheid had besproken, antwoordde hij: ‘Not as yet, these subjects are too touchy.’ Hij noemde de film Schindler's List een nuttige zaak, omdat het herhaling van de misdaden uit de Tweede Wereldoorlog hielp voorkomen. Ik was het er grondig mee oneens. We stonden even loodrecht tegenover elkaar. Ik citeerde professor Howard Stein uit Amerika, en diens degelijk onderbouwde kritiek dat | |
[pagina 157]
| |
Joden aan een Massada-complex leden, wat ze maar niet onder de knie konden krijgen. Dat Frankrijk en Duitsland ook hun eeuwenlange na-ijver, oorlogen en wederzijdse haat hadden overwonnen, en dat Israël eigenlijk een mentally disturbed nation was. Mangindaan zag de film als een weergave van historische feiten. Ook al hadden moslimorganisaties geëist dat de film werd verboden vanwege het verspreiden van zionistische propaganda, de regering was niet door de knieën gegaan. Hoe ik dit gesprek in Djakarta moet samen vatten voor de Gay Krant is geen eenvoudige opgave. De Amerikaanse luchtmacht heeft twee van haar eigen helikopters boven Irak neergehaald.Ga naar voetnoot140 Dat krijg je ervan wanneer je trigger-happy cowboys gevaarlijk wapentuig in handen geeft. Alle militaire vluchten boven Noord-Irak werden stopgezet. Zesentwintig mensen kwamen erbij om. The New York Times haalt generaal John Shalikashvili aan, die zei: ‘Clearly something went wrong.’ De krant bepleit dat Washington naar een betere strategie moet zoeken, die een einde maakt aan de eventuele militaire en economische confrontatie met Irak. Saddam heeft de eerste positieve stappen genomen in de richting van ‘complying with the longterm arms control provisions imposed after the war,’ dus werk toe naar het einde van het gelazer zegt de krant. ‘It serves no purpose to be trapped in an ugly stalemate with Iraq.’ | |
19 april 1994De vrouw van de overleden adjudant van Bung Karno, Mien Sugandhi, is minister van Suharto voor ‘Women's Role Affairs’. Een foto van haar staat in The Jakarta Times. Sugandhi veranderde van trouwe Sukarno-aanhanger in een Suharto-lakei. Dit in tegenstelling tot Sabur, die tot het einde van zijn leven achter zijn president bleef staan en door Suharto om zeep is geholpen. Dirk Vlasblom wist te vertellen dat ambassadeur Van Roijen er niet van op de hoogte was geweest dat ik ook - dus heel normaal - een uitnodiging voor het diner had gekregen als geaccrediteerde journalist. Dat ik had kunnen blijven, was op persoonlijk gezag van minister Kooijmans gebeurd. ‘Het was natuurlijke een stomme streek wat hij met jou deed,’ aldus Vlasblom, ‘maar hij is ook een nerveuze man.’ Ik heb die jongen maar niet gevraagd waarom hij van ‘het incident’ geen melding maakte in zijn krant. | |
[pagina 158]
| |
Heb de modeontwerper Iwan Tirtaámidjaja in zijn huis en atelier bezocht. ‘Kom in mijn schuur,’ zei hij bij de verwelkoming. In zijn kantoortje hangen levensgrote portretten van Javaanse vorsten, waar hij van afstamt. Hij was gisteren jarig. Ook minister Ali Alatas was op zijn feestje aanwezig geweest. Hij was bereid door zijn chauffeur een briefje bij Alatas thuis te laten bezorgen, waarin ik schreef: ‘I would give my right arm to talk to you in private in a relaxed atmosphere.’ Iwan sprak over het lichamelijk contact zoals men dat in Azië kent. ‘Margaret Mead en Gregory Bateson hebben in het Oosten eens een film samengesteld waarin zij dit onderwerp behandelden. Als kinderen naar de wajang kijken, dan leunen ze op elkaar. In het Westen betekent lichamelijk contact meteen aan een ander zijn lul zitten,’ aldus de Javaan Iwan Tirta. ‘In het Westen gaat aan elkaar zitten altijd gepaard met vieze of perverse bedoelingen. Hier dus helemaal niet.’ Ik wilde zijn gedachten niet onderbreken, maar dacht wel: er zijn anders heel wat variaties op het thema aanraken en die hoeven a priori niet pervers of vies te zijn. Iwan vervolgde: ‘Aanraking is onlosmakelijk verbonden met het leven. Het is bij ons de gewoonste zaak van de wereld dat militairen ook in uniform hand in hand op straat lopen. Dat hoeven ze in het Amerikaanse leger niet te proberen. In het Westen heb je twee rolmodellen. Je bent een jongen of je bent een sissy. In onze wajang zijn er vijf rolmodellen: de slang, de asceet, de heiligman met een vrome levenswandel, Bima, de gespierde mannelijke man die maar één vrouw heeft en tot slot Ardjuna, de dandy, de verwijfde man die wel 100 vrouwen heeft.’ Ik vertelde over mijn gesprek met Mangindaan. ‘Je moet Lukas vragen,’ zei Iwan, ‘of hij in New York wel eens in de Mineshaft is geweest. Toen ik daar de eerste keer kwam, was dat voor mij een beestachtige beleving. Er wordt vreemde muziek gedraaid, zoals Indiase mantra's. Ik zag er voor de eerste keer hoe mannen aan fist fucking deden. De vierde keer dat ik er kwam, zei een stem in mijn oor: “Is that what you want?” Het is in de Mineshaft kennelijk de bedoeling dat men vrij van grenzen is. Nou, ik ben er nooit meer teruggegaan. Ik heb geen behoefte aan kakken in elkaars mond. Je mag in Amerika geen etenswaren binnenbrengen, maar dat mag allemaal wel.’ Iwan vertelde verder dat in Indonesië een mooi gespierd lijf nog geen vereiste is. ‘Het schoonheidsideaal is nog altijd hetzelfde wat het altijd is geweest. Indonesiërs kijken naar mind and soul. En een slank lijf. Het gaat er primair om het samen | |
[pagina 159]
| |
fijn te hebben. Men verwacht niet dat men seksuele toeren met elkaar uithaalt. Een gay boy bevindt zich hoe dan ook op de rand van de vrouwelijkheid. In de vs zijn gays een kwart eeuw geleden gaan terugknokken en begonnen ze te vechten voor hun rechten. Vanaf dat moment was bodybuilding in. Er werd aan spieren gewerkt en de sportscholen rezen als paddenstoelen uit de grond. Uit die tijd dateert het dictum: spieren op hun lijf, maar een leeg hoofd. Hier kunnen jongens die zo slank zijn als een ree, nog zeer goed als gay aan de bak komen, want spierenbundels zijn hier onder homo's niet nodig. Nichten weten dat ik modeontwerper ben en ze zijn dan verbaasd dat ik een gespierd lijf heb, want dat zou niet samen horen te gaan.’ Hij had een Amerikaan die in Djakarta woont gevraagd wat zijn fantasieën waren. Voor Iwan het wist had de Yank hem gesierd met leren strips, een leren pet, een leren jockstrap, alles afgezet met diamanten, inbegrepen de pumps met hoge hakken. Dat was de ultieme fantasie voor de Amerikaan om Iwan zo op te tuigen en vervolgens seks te hebben. Iwan zei dat er in Djakarta geen leerjongens of leerbars waren. Motorclubs gaan in leer gekleed, maar dat speelt hier niet mee als erotische ervaring. Soms lopen Indonesische jongens in laarzen met ringen, maar dat is een voortvloeisel van rockmuziek, en heeft niets te maken met de Westerse leerscene. De assistente van Megawati Sukarnoputri heeft me zeer veel materiaal over de pdi in het huis van Guruh laten brengen, waaronder talloze knipsels van uitspraken en redevoeringen van Megawati. Het vereist nauwkeurige bestudering. Ik blader in het uitgebreide materiaal dat Iwan me meegaf. Hij had een ontmoeting met koningin Elisabeth ii, toen zij op bezoek bij Suharto was. Zij vroeg hem om te laten zien welke gedragsregels er golden aan de hoven van Midden-Java. ‘Ik bracht twee Javaanse prinsessen om te laten zien hoe hen geleerd werd hun ouders te benaderen. Prins Philip moest lachen en zei dat zijn dochter wel zou knielen voor een paard, maar zeker niet voor de koningin. Ik wist niet hoe ik kijken moest, toen prins Philip die opmerking maakte in het bijzijn van zijn vrouw,’ zei Iwan. Tot mijn vertrek heb ik nog 1.100.000 roepia's, 1.200 gulden. Dat is 60.000 roepia's per dag. Dat moet genoeg zijn. | |
[pagina 160]
| |
lezi gezegd, dus de Zoeloes gaan meedoen aan de verkiezingen.Ga naar voetnoot141 Had een afspraak met Gramedia Pustaka Utama om zoals Joesoef Isak en ik verwachtten een contract voor het Sukarnoboek te tekenen. Jacob Utama liet zich echter niet zien. Hij liet aan Gabriel Sugiyanto over om met de nodige strijkages te adviseren mijn manuscript bij Aristides Katoppo en Sinar Harapan onder te brengen. ‘Afgelopen week zei je nog met hem niet over dit project te praten,’ wierp ik hem voor de voeten. ‘Waarom heb je me niet gewoon gebeld dat je er niet mee door wilde gaan? Dan had ik hier niet heen hoeven komen.’ Joesoef heeft de beste bedoelingen, maar soms vraag ik me af of zijn voortdurend kapotte telefoon hem soms misschien niet handig uitkomt. De kranten melden dat Indonesië aan Bagdad belooft om te helpen een einde te maken aan de opgelegde sancties door de vn. Minister Alatas was samen met zijn Iraakse collega Mohammed Said al-Saha bij Suharto. Indonesië zal zowel via de organisatie van niet-gebonden landen als in de vn in New York, Irak gaan helpen om zich van de ‘strangulation of sanctions’ te ontdoen. Ook wordt melding gemaakt van een bezoek van ambassadeur Van Roijen aan Kalimantan. Zijne excellentie vertelde de pers onder de indruk te zijn van de natuurlijke rijkdommen op het eiland, als kolen, goud en hout. Heel nuttig dus. Ging naar Poem, die mij vanmorgen belde. Ze droeg een zwarte sluier. Maar plots begon de moskee te brullen, dus ik realiseerde me dat ze moest bidden. Wilde wachten, maar met de dreiging van regen besloot ik het er niet op te wagen en te vertrekken. Bezocht Marcel Latuihamallo op Jalan Proklamasi, niet ver van mevrouw Hartini. Hij beheert de aids-hotline in Djakarta. Aardige kerel. Hij vertelde zeker te weten dat Lukas Mangindaan gay is. Ik ging in de hal van Hotel Indonesia zitten en meteen streken drie jongens bij me neer. Eén gaf het op, één is klaar om me te bespringen en de derde probeert standaard contact te maken. Zo rauw heb ik het nog nergens gegeten. | |
[pagina 161]
| |
blijven voor zijn Indische achtergrond die ik van hem mee heb gekregen. Als ik erover nadenk, vraag ik me af wat ik zou hebben moeten beginnen zonder die Indische tik. Toen hij in 1966 uit ons leven verdween, vroeg ik me af hoe ik het alleen zou aankunnen. Na de dood van mam in 1974 werd het nog erger. Poem belde om 06:30 uur om me uit te nodigen voor het eten. Ik heb met haar afgesproken zaterdag te komen. Carrol Bogert stelt in Newsweek de vraag of het niet tijd wordt om het embargo tegen Cuba op te heffen.Ga naar voetnoot142 Hoeveel schrijvers hebben niet al tientallen jaren bepleit dat Amerika niet het recht heeft dit kleine buureiland in een wurggreep te houden, omdat men er een ander politiek systeem opbouwt dan het zaligmakende Yankee-paradijs? Nu de ussr uiteen is gevallen, lijkt het volgens de schrijfster nog minder zin te hebben Cuba te isoleren. In tegendeel, meer handel en openheid zou juist de democratische beweging die tegen Castro is meer kansen bieden. Niemand zegt recht voor zijn raap dat de Amerikanen zich sinds 1959 jegens Cuba als ordinaire gangsters hebben gedragen. | |
17:45 uurVreemde dag. Bleef vandaag in Guruhs huis. Joesoef kwam langs en we spraken lang over het boek over Bung Karno. Generaal Suhario kwam ook. De dame des huizes maakte een heerlijke lunch voor ons. Ik gaf haar 9.000 roepia waarmee ze in haar nopjes was. Pak Hario verraste me door 200.000 roepia op tafel te leggen, die zijn vrienden bijeen hadden gebracht opdat ik me gemakkelijker met taxi's zou kunnen verplaatsen, want het huis van Guruh ligt behoorlijk ver van het centrum. Joesoef vreest dat ik hier alleen werd toegelaten op verzoek van Lubbers en dat ik straks niet opnieuw een visum zal krijgen. Hij denkt ook dat ik mijn proces tegen de Staat nooit zal winnen. Rachmawati Sukarnoputri is bezig om 500 miljoen dollar bijeen te schrapen voor hulp aan Irak. Ik dacht eerst dat 200.000 roepia een vermogen was, maar het is niet veel meer dan 100 dollar. Maar goed, het helpt zeer. | |
Borobudur HotelDit is de reis der hotels - om verkoeling te zoeken. Joesoef noemt Hotel Indonesia mijn kantoor. Het is prettig hier terug | |
[pagina 162]
| |
te zijn, met nootjes en chips bij de koffie. Het wemelt van de Chinezen in dure hotels. | |
22 april 1994Ik vroeg me vanmorgen ineens af waarom Buitenlandse Zaken in 1992 weigerde een briefje naar de Zuid-Afrikaanse ambassade te sturen, terwijl ik nu een brief kreeg om naar Djakarta te gaan. Wat me gisteren opviel, was dat toen Pak Hario er was, het personeel voor Ibu en Pak boog en eten bracht, zoals ik me herinner uit het huis van de Suwandi's in 1956. Tegen mij en Guruh doen ze heel gewoon. Hoe werkt zoiets? Dit is 1994. Ik zou hier Mangindaan nog eens over willen spreken. Kan toch goed merken hoe ik zelf in die 28 jaar ben veranderd en mijn belangstelling heb verlegd. Ik ontmoette vandaag Ibu Hartini Sukarno om te gaan lunchen in Satay House Senayan in Menteng. Ze zag er super uit. Een charmante jurk en haar kapsel was beeldig. Toen ik zei dat haar ogen vroeger zo straalden, zei ze dat ze oogoperaties had gehad. Dat had ik moeten weten. ![]() We hadden uitstekend, intiem contact. We spraken veel over Bung Karno. Zij vertelde dat Emile van Konijnenburg eens tien Fongers fietsen voor de familie Sukarno had meegenomen met een klm-vlucht. ‘Als je rijst plant,’ zei ze, ‘krijg je geen rozen. Dus wij geloven in karma. Als je goed doet, zal je goed ondervinden.’ Zij gaf me een foto en beschreef de achterzijde. Toen ik achter haar liep naar het restaurant, vroeg ik me af hoe Bung Karno zich gevoeld zou hebben als hij daar in mijn plaats had gelopen. Ibu Hartini bleef maar herhalen dat ze Suharto een lieve man vindt. ‘Hij ziet Sukarno als zijn oudere broer,’ zei ze. ‘Misschien wist hij niet alles,’ zei ze, wat ik helemaal stuitend vond. Nee, hij wist zeker niet alles, maar dat hij verraden en bedrogen werd door officieren die in zijn gezicht lief deden, maar achter zijn rug uit waren op zijn dood, staat vast. Zij vertelde verschillende anekdotes. Zo wilde de president in de vs een beha voor zijn vrouw kopen en wist niet dat dit bra heette. Hij wist de maat van Hartini niet, dus hij verzamelde | |
[pagina 163]
| |
zes dames die in de winkel werkten en dacht toen op basis van hun borsten dat een 34A zou passen. Bij een topconferentie in Cairo zou hij zich hebben laten ontvallen: ‘Do men bear children in this country?’ Hij kreeg natuurlijk de tegenvraag waarom hij dat vroeg. ‘I have not seen a single woman since I arrived in this place,’ antwoordde hij. Daarop besloot premier Nehru hem te verrassen en nam Bung Karno mee naar een villa, waar diens zuster, mevrouw Pandit Nehru de scepter zwaaide. Het zijn anekdotes die na verloop van tijd steeds meer verhalen van de verteller worden dan trouwe weergaven van wat er gebeurde. Ibu Hartini liet een boekje zien dat oud-ambassadeur Barkman had geschreven over zijn post in Djakarta en dat mevrouw Van Roijen haar had geschonken. Later wandelde een vrouw in het uniform van luitenant de zitkamer in. Het was de vrouw van zoon Baju uit Bung Karno's huwelijk met Hartini. Baju kwam later ook zelf. Hij kwam nogal lummelachtig op me over en zei vrijwel niets. Hij werkt nota bene in het secretariaat van Suharto op het paleis. We reden met een chauffeur naar het huis van een schoondochter. Uiteindelijk lunchte ik er met drie dames. Er werd over koetjes en kalfjes gesproken en het duurde allemaal niet zo lang. Wat ik buitengewoon alarmerend vond, was dat mevrouw Hartini me op een gegeven moment vroeg of ik zeker wist of Karina wel een kind van Bapak is. Ik heb mij die vraag de afgelopen 24 jaar dat ik het meisje ken, dikwijls zelf gesteld, omdat zij eigenlijk helemaal niet een herinnering aan Bung Karno oproept, zoals wel het geval is bij de vijf kinderen van Fatmawati. Hartini liet er de vraag op volgen: ‘of is zij een kind van Ali Bhutto van Pakistan?’ Ik schrok zeer, maar dacht tegelijkertijd dat het wel eens waar zou kunnen zijn. Lang gezicht en lange neus. Dewi had inderdaad een affaire met Bhutto. Ik weet in ieder geval pertinent zeker dat Dewi in de jaren 70 in Parijs, als we aan haar boek werkten, soms halsoverkop naar het George V Hotel moest vertrekken, omdat zij Bhutto, toen premier van Pakistan, moest ontmoeten. Toen ik haar vertelde hoe mijn programma was en dat ik morgen naar Penny zou gaan, maar dat zij non was geworden, zei ze: ‘Oh, wat jammer...’ 's Middags vond ik eindelijk mijn oude vrienden de heer en mevrouw Darmadji Hardjakusumah terug. Ik leerde hen in New York in de jaren zestig kennen. Hij is jarenlang verbonden geweest aan het Deviezeninstituut (lapln) en was uitzonderlijk nauwkeurig op de hoogte van de corrupte praktijken | |
[pagina 164]
| |
van de Suharto-kliek. Hij gaf als voorbeeld dat generaal Ibnu Sutowo, als baas van Pertamina, olietankers zonder begeleidende papieren liet varen opdat de opbrengst regelrecht op zijn rekening kon worden bijgeschreven. Suharto deelde altijd in deze verkopen, om diens vele stichtingen en projecten te kunnen financieren. Darmadji was zo aardig om me dwars door een donderstorm naar Jan Quist en Phryne Twiss Quarles van Ufford te rijden, bij wie ik die avond ging dineren. Jan vertelde ‘bij een vrij hoge piet van de ambassade’ navraag te hebben gedaan naar het Van Roijen-incident, vlak voor het diner ter ere van Lubbers. De man had de zaak gebagatelliseerd. Hij had benadrukt dat ‘Oltmans bij alle ambtenaren van Buitenlandse Zaken bekend staat als aartsvijand nummer een, en zeker bij ambtenaren boven de 35 jaar.’ Jan zei dat deze persoon had gezegd: ‘Het esprit de corps op het ministerie is zeer sterk.’ Alle diplomaten trekken dus dezelfde lijn. Hoe kan ik deze mededeling benutten als bewijs in mijn proces tegen de Staat? | |
23 april 199407:10 uurIbu Hartini belde al. Ik vertelde haar gisteren over de 500 miljoen die Rachmawati probeert bijeen te krijgen voor Irak. Tot mijn stomme verbazing zei Ibu Hartini dat zij daar misschien wel bij kon helpen. Daarom wil ze Joesoef ontmoeten. Ze wil dat hij haar om 17:00 uur belt. ‘En hoe vond u het met drie meisjes uit te gaan?’ vroeg ze schalks. Ook vroeg ze wie liever en mooier was. Ibu Iet Darmadji of zij. ‘U wint het met de ogen dicht,’ antwoordde ik. En dat is waar. Om 11:00 vanmorgen uur kwamen Joesoef en Tom Anwar naar het huis van Guruh. Ze brachten koffie en suiker mee. We hebben drie uur samen gesproken. Tom vertelde eerst hoe het leven op Buru, Suharto's afgelegen concentratiekamp, was geweest. De cellen voor drie personen waren zo klein dat ze zich nauwelijks konden verroeren bij het slapen op de grond en er was nauwelijks ventilatie. Het leven dat ze daar beschreven, was zo wanhopig, zo radeloos, dat we ons er geen voorstelling van kunnen maken. Sommige gevangenen die papier hadden bemachtigd om te kunnen schrijven, werden gefusilleerd omdat dit was verboden. Ze vingen muizen die werden gewassen en gegeten. Ook kleine krokodillen aten ze. Ze rolden bladeren om iets wat op sigaretten leek te hebben. Wat Joesoef Isak en Tom absoluut vreselijk vinden, is dat zogenaamde strijders voor mensenrechten zoals Jan Pronk, nooit met een woord reppen over het lot van de Indonesische tapols | |
[pagina 165]
| |
van Buru, als vrienden van Sukarno door Suharto geterroriseerd. Laat staan dat buiten Indonesië bekend zou zijn, dat exgevangenen door een stempel op hun identiteitspapieren uítgestotenen van de samenleving blijven. Darmadji vertelde dat generaal Moerdani de moed had opgebracht om Suharto te adviseren zijn kinderen niet langer ten overstaan van het volk te blijven verrijken middels corrupte praktijken. De president had geantwoord: ‘Er bestaat geen wet die mij verbiedt om mijn kinderen te helpen, dat zij rijk worden.’ Moerdani werd prompt hierna gedegradeerd. Het bezoekje aan Penny Hedinah was precies wat ik had verwacht. Ik zat tijden alleen te wachten op haar terwijl ze in de keuken bezig was. Ze bereidde een aardige nasi met zeker zes spiegeleieren. Vanavond kwam Dody mij bezoeken in Hotel Indonesia. Hij was voor zijn laatste examen geslaagd. Hij kwam keurig in een blazer. Toch weet ik niet hoe ik het tot 23:00 uur met die jongen heb uitgehouden. Avontuurtjes als met Dody zijn eigenlijk onverantwoordelijk omdat verwachtingen worden gewekt die ik niet waar kan maken. | |
24 april 1994Joesoef, die mevrouw Hartini in geen 30 jaar had gesproken, gaat vandaag om 08:00 uur naar haar toe om te overleggen hoe de 500 miljoen voor Irak bijeen te brengen. Hij zei tegen mij: ‘Als ze bij bakinGa naar voetnoot143 jou zouden horen praten, zou je linea recta de gevangenis ingaan.’ Hij vond ook mijn Open Brief aan Suharto, in sommige passage nogal grof. Joesoef blijft een Sumatraan. Bill Clinton schijnt besloten te hebben de al twee jaren durende oorlog in Bosnië tot een einde te brengen, door ‘to bomb the Serbs to the peace table.’Ga naar voetnoot144 Hoeveel jaren zullen de vs nog nodig hebben om te concluderen dat bommenwerpers en oorlogsschepen zeer achterhaalde middelen zijn om de wil van een grootmacht door te drijven? De krant eindigt met de opmerking: ‘Since Vietnam, the Pentagon has argued that Washington's only military choices are massive intervention or no intervention at all. That is an unrealistic straitjacket for a global power. It is time to discard it.’ Amen. De columnist William Safire dringt in dezelfde krant aan op Amerikaanse strategische bombardementen en ook om toe te | |
[pagina 166]
| |
staan dat de Bosniërs zich kunnen bewapenen. ‘What will bring Serbs to the negotiating table with sincerity in their hearts,’ vraagt Safiire. ‘One thing alone: force, followed by fear of further force. If the president is able to lead, he should lead nato into these actions.’ Mij ontgaat de logica in de hier gevolgde denktrant, wat Serviërs tot hun zinnen zou kunnen brengen. Bommen lijken op het eerste gezicht conflicten op te lossen. De toepassing van massaal geweld, waar de Amerikanen een handje van hebben, als een paardenmiddel (een kwart miljoen onschuldige burgers) komt voort uit een denktrant, welke inmiddels uit de mode had moeten zijn. Clinton en Safire zijn echter producten van een samenleving die al tweehonderd jaar geen bom op geen enkel huis, laat staan op zoveel steden als bijvoorbeeld in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog, heeft meegemaakt of ondervonden. Hoe dikwijls heb ik niet in lezingen, vooral tijdens de Vietnamoorlog, het Amerikaans publiek voorgehouden dat zij altijd spreken en denken in termen van het bombarderen van Berlijn, Belgrado, Bagdad, Hanoi en noem maar op. Heer vergeef het hen, want ze weten niet wat ze doen. Om 08:30 uur stond August Halim, de oudste broer van Eduardus, voor mijn deur om me mee te nemen naar Depok, om de dichter-schrijver Rendra op te zoeken. Ik leerde Rendra dertig jaar geleden al in New York kennen. Hij was ouder en zwaarder geworden. We omhelsden elkaar. Hij heeft een hele mooie zoon, die op de middelbare school zit. Hij zei over zijn vader dat hij zijn beste vriend was. We wandelden samen in zijn tuin, waar ik twee jongens zag zitten die perfect waren voor de foto die ik wilde hebben van twee jongens in een sarong. August maakte de foto die ik voor ogen had. Rendra wordt nog steeds als criticus van het generaalsregime scherp in de gaten gehouden, maar op 5 mei heeft hij toestemming om een lezing in Djokja te geven. Gedichten mag hij niet voordragen, maar hij mag wel over literatuur spreken. ‘Ogenschijnlijk lijkt het allemaal goed geregeld in Indonesië,’ zei hij, ‘maar als je wat verder kijkt zie je dat dit land totaal verrot en nep is.’ Hij was buitengewoon kritisch op Guruh Sukarno, die shows in elkaar flanst en opvoert omdat hij een Sukarno is ‘and he dresses his actors like servants in the old hotel des Indes in Batavia.’ Onverwachts arriveerden Freek de Jonge en diens vrouw Hella Asser (die exposeert samen met Poek Zumpolle) ter plekke, vergezeld van enkele Nederlandse vrienden uit Djakarta. Hij was verrast me hier te zien, en vertelde Het dolgedraaide brein | |
[pagina 167]
| |
van mij en Foudraine gelezen te hebben. ‘Jij en ik zijn beiden Don Quichots,’ meende hij. Rendra was het niet met Freek eens en zei: ‘Vechters worden soms ook wel in het gelijk gesteld. Soms blijken de windmolens van Don Quichot ook wel eens de waarheid te hebben bevat.’ Freek begon prompt over wat anders. Freek de Jonge trad daarna op in Rendra's huis (Nederlands sprekend) voor heel veel kinderen, die geen woord van de taal begrepen, en een handjevol buurtbewoners. Wat ik me ervan herinner, waren fragmenten als het bouwen van een Buckingham Palace met stukjes uit zijn neus. Alleen al van die uitspraak ging ik door de grond. Verder had hij zijn vierjarig dochtertje een zwarte pop mee naar school gegeven om rassenscheiding te helpen bestrijden. Ik durfde niet te bedenken over hoe zijn Aziatische gehoor in werkelijkheid tegenover al die grove onzin staat. Ik heb nooit begrepen wat er zo uitermate lollig aan deze man was, maar nu dacht ik: die hoop ik nooit meer tegen te komen. Hij gaf zijn nummer, en ik moest ze komen opzoeken. Morgen vertrekt hij naar Australië om kennelijk nog meer landgenoten te plezieren met zijn geklets. Ik zap zijn gezicht op televisie sedertdien onmiddellijk weg. Toen de Hollandse bezoekers weer vertrokken waren, arrangeerde Rendra een gesprek met een groep studenten. Er waren vragen als waarom Bung Karno in 1964 Maleisië heeft aangevallen. Ondanks dat ik dat ook niet een van zijn beste ideeën vond, heb ik hem over de hele linie verdedigd. De taalkloof is bij zo'n ontmoeting nagenoeg onoverbrugbaar. Treurig eigenlijk dat Indonesiërs niet in een eerder stadium Engels wordt bijgebracht, wat ook met het oog op latere studie toch de meest aangewezen weg is. We vertrokken laat in de middag weer naar Djakarta, en kwamen om 17:30 uur in de boekwinkel van het Hyatt aan. Mangindaan zat al op me te wachten, maar vond het totaal niet erg dat ik een half uur te laat was. Ik vertelde Lukas Mangindaan meteen dat ik in mijn camera foto's van twee jongens samen in een sarong had zitten. Hij was verbaasd. Hij waarschuwde discreet te zijn over mijn plan een nadere studie van de Javaanse geest te maken, want de overheid zou het ongetwijfeld interpreteren als anti-Suharto en dus gevaarlijk. ‘We are not complete robots,’ zei hij, ‘but in an atmosphere of fear there is little room for criticism. In the past, it was always so easy to approach Bung Karno or Bung Hatta, de founding fathers of our state. Now, the government system is purely authoritarian. A visit to Suharto is now like one boss be- | |
[pagina 168]
| |
hind a big table, versus the others on a row of chairs in front of him awaiting his orders. In Sukarno's days, the government was really democracy, or as we say, decisions were taken sama sama.’ ‘You have two kinds of dictators: communists who tell you what to do, and fascists, like Suharto, where you can do everything except 1, 2, 3 et cetera. In Forum they try to criticize the Javanese way, but in the end self-censorship rules.’ Hij adviseerde me een bezoek te brengen aan oud-generaal en oud-burgemeester van Djakarta Ali Sadikin. Suharto wachtte in het verleden steeds tot Sadikin van het toneel was verdwenen, voor hij zelf verscheen bij plechtigheden. ‘Suharto is like a feudal sultan, a Javanese king, a priest in the old vain, like a wakilGa naar voetnoot145, or a representative of god. He is as shrewd as a dhalangGa naar voetnoot146, but in very subtle Javanese ways.’ Ik bracht naar voren dat nu Marshall MacLuhan's global village steeds meer een feit lijkt te worden, Indonesië zich toch meer en meer zal moeten aanpassen, zij het met zoveel mogelijk behoud van de eigen identiteit. ‘One of our characteristics is tolerance,’ aldus de psychiater. ‘You arrived half an hour late, but we accept that possibility beforehand. That is not a negative characteristic. (...) The Chinese are always made the scapegoats in Indonesia. Look at what recently happened in Medan. The government silently endorsed attacks on the Chinese there. They allowed the riots first to happen, prior to stopping them.’ Lukas is 50 jaar. Deze keer sprak hij openlijk over zijn vriend van 25. | |
25 april 1994Guruh heeft in dit huis ook nog altijd een kamer, en hij kwam heel laat gisteravond met twee andere jongens naar dit huis. Wat doet hij daar toch met die jongens? Ik heb toch Ruslan Abdulgani opgebeld. Ik ken hem tenslotte sinds 14 juni 1956 tijdens de wandeling met Sukarno door de ruïnes van Pompeï. Ik zei geaarzeld te hebben omdat ik hem al eens een boze brief heb geschreven, dat hij zich niet als vriend jegens mij gedroeg, omdat hij in Holland was geweest en geen contact had opgenomen. Hij antwoordde iedereen gevraagd te hebben waar ik mogelijk kon uithangen. Hij was zeer verbaasd dat ik in Indonesië was. ‘Toen de secretaresse zei dat jij aan de lijn was, dacht ik dat je uit Amsterdam belde en ons wilde vragen om een bevrijdingsleger naar je toe te sturen.’ Hij had al | |
[pagina 169]
| |
gehoord van het incident op de ambassade en zei dat hij Van Roijen regelmatig sprak. Ik nam ook contact op met Ali Sadikin. Een jonge taxichauffeur zei vanmorgen dat hij Suharto niet alleen als dictator beschouwde, maar ook als een sadist. Richard Nixon is overleden. De crook wordt overladen met loftuitingen in de media over wat ‘een groot man’ hij zou zijn geweest. Onzin. Hij was een ordinaire misdadiger-president, zoals vrijwel alle figuren - misschien met uitzondering van Jimmy Carter - die hem zijn opgevolgd. The New York Times schrijft dat het Watergate-schandaal niet meer uit zijn leven is weg te denken. De man wordt onmiddellijk geassocieerd met dirty tricks. Maar voor veel Amerikanen is Nixon ondanks alles een held gebleven. Ik vraag me af of mijn grootvader of mijn vader, allebei te Semarang geboren, zich ooit werkelijk hebben verdiept in hoe de Javaanse geest werkt. | |
26 april 1994Gisterenavond kwam Anton Ayungga, die ik in het Hotel Indonesia ontmoette, rechtstreeks bij zijn terugkeer uit Surabaya met een taxi naar Guruhs huis. We doken vrijwel meteen in bed. Heerlijke nacht en een zalig nummer gemaakt. ‘What is your secret to stay young,’ vroeg hij. ‘It's all in the mind, Anton,’ heb ik gezegd. Hij is een schat maar hij is als ik. We willen beiden eenmalige seks. Hij hield de hele nacht mijn penis in zijn hand en zei: ‘I cut it off and take it with me to Surabaya.’ ‘You can borrow it for a week,’ grapte ik. | |
16:45 uur, HyattHet kantoor van Pak Ruslan is gevestigd in een gebouw naast het Sukarno-Hatta-onafhankelijkheidsmonument. De secretaresse las Prima dosa. Abdulgani ontving me hartelijk. Ik heb hem mijn huidige situatie uiteengezet. De uitzetting uit Zuid-Afrika, het proces tegen de Staat, de reizen met Lubbers, het incident bij Van Roijen, de hele mikmak. Hij is nu 78 jaar en herinnerde zich zelfs de details over Werner Verrips. ‘Van Roijen heeft dikwijls in die stoel gezeten waar jij nu zit,’ zei hij. Hij verwees naar een artikel in de Indonesian Observer van vandaag, dat kritisch was over twee conglomeraten in handen van twee zonen van de president. ‘Suharto is nu een gevangene in zijn eigen paleizen,’ aldus Ruslan. Ook vertelde hij dat hij be- | |
[pagina 170]
| |
gin 1967 nog slechts met de grootste moeite Bung Karno kon bereiken en bezoeken, omdat Suharto de president reeds volledig geïsoleerd had. Ruslan was samen met ambassadeur Palar tot Bung Karno doorgedrongen om te pleiten dat hij jegens de eisen van Suharto water bij de wijn zou doen. De president had gezegd: ‘Ik wil geen bloedvergieten om mij,’ zoals hij Emile van Konijnenburg en mij ook in 1966 op het hart drukte. Het was Sukarno's eer te na om een knieval voor de verrader te maken, die hem dood wilde hebben. Pak Ruslan nam me mee naar het Sukarno-Hatta monument en zijn secretaresse nam foto's. Ruslan waarschuwde me om vooral Pak Suhario niet te vertrouwen, wat ik niet prettig vond om te horen. Bovendien zei hij niet te weten wie Joesoef Isak was. ‘As a friend, be careful with Suhario. I have heard he works on both sides and is in touch with Suharto's intelligence.’ Heeft hij daarom bij Koerwet het hoogste woord gevoerd? Ibu Hartini adviseerde ook al om hem links te laten liggen. Wat betekent dat nu weer? Pak Ruslan stelde me voor aan drie vrienden. Een ervan was Pamoe Rahardjo, die het woord ‘desoekarnosatie’ gebruikte. Hij had lang in Parijs gewoond. Ik moet zeggen, ze waren aardig, maar zeker niet vergelijkbaar met Hario. Maar toch, Ruslan verzint zoiets toch niet over Suhario? Misschien wel. Ik weet het nu echt niet meer. Eindelijk, na al die jaren dat we correspondeerden, heb ik mijn oude vriend en makker Diarto uit Solo teruggezien. In 1957 werkte hij voor het Indonesische ministerie van Voorlichting onder leiding van Wim Latumeten, ook een onvergetelijke vriend. Hij droeg een hoedje met bloemetjesmotief tegen de zon en ik riep: ‘You remind me of a botanics professor!’ Heerlijk met hem bijgepraat. Vanavond heb ik in het Arena Theater een voorstelling, opgevoerd door straatkinderen, bijgewoond. Pak Suhario wachtte samen met tien studenten van de Sukarno Foundation buiten het theater op me. Later gaf ik hem de vragen die ik voor een interview met Megawati had opgesteld, die hij meenam om via zijn dochter door te geven. Marcel Latuihamallo van de aids-hulplijn nam me na het theater nog mee naar een repetitie van een homotoneelstuk in het huis van Paul Kay, een Chinees die een vader voor jonge nichten is. Alle aanwezige jongens waren full blown homo's. Een sprong eruit, maar hij had een vriend die laat kwam en die hij uitgebreid zoende, waarna Paul eerst op de hand en toen op beide wangen werd gekust. De Javaanse geest en het Javaanse | |
[pagina 171]
| |
gedrag zitten vol verborgen, delicate en voor mij indrukwekkende trekjes. Eigenlijk net als Indonesiërs een rijsttafel opdienen, verrijkt met talloze smaakjes en geurtjes, die je bij boerenkool of hutspot niet terugvindt. In de taxi naar huis zei Marcel: ‘In the Javanese world, it is a matter of balancing the macro and micro worlds. Macro means our value system coming from history and our ancestors. Micro is today's reality. It is a matter of balancing the two. Harmony is the key, don't rebel, because it only will bring trouble. Opposition, yes, but the Javanese dynamics of opposition is built on rather correcting that balance, instead of overthrowing the system.’ Marcel is een opvallende kerel. Ik ben blij hem te kennen. | |
27 april 1994Vanmorgen kwam Joesoef Isak naar het huis van Guruh. Ik vertelde dat Pak Ruslan mij het boek Prima dosa had getoond, waar in het tweede deel over 33 pagina's mijn Open Brief aan Suharto was opgenomen. Hij zei dat die brief door Poncke Princen was vertaald. Dat geloof ik niet en met zo'n opmerking weet ik niet echt waar Isak staat. Bij sommige van zijn reacties weet je niet of je lachen of huilen moet. Er is nog zoveel te schrijven. Generaal Agum Gumelar van de Indonesische Rode Baretten komt in Indonesia Business Weekly met de opvallende mededeling dat het communisme nog steeds een latent gevaar zou zijn.Ga naar voetnoot147 Zijn speciale eenheid, Kopasus, zijn gereed ‘to stamp out crime.’ Voor Operation Clean zijn 10.000 politieagenten, 3.000 soldaten, 300 mariniers, 200 reservisten en 3.000 burgerwachten vrijgemaakt. President Suharto zegt vanmorgen op de voorpagina van de The Indonesia Times dat ‘the government will deal sternly with unscrupulous people who create social unrest by manipulating labour issues.’ Indonesië wil twaalf kerncentrales gaan bouwen, wat me in een land met zoveel vulkanen en mogelijke aardbevingen een riskante onderneming lijkt. Van de negen gebieden in de wereld waar actieve vulkanen liggen, is Java nummer twee. Java, met 100 miljoen inwoners, heeft 20 actieve vulkanen, Bali twee. De minister voor Onderzoek en ontwikkeling, B.J. Habibie leidt de atoomlobby. Wat mij grenzeloos blijft verbazen, is dat dit land dat een halve eeuw geleden van kolonie naar onafhankelijke staat promoveerde met een handjevol universitair op- | |
[pagina 172]
| |
geleide mensen, nu reeds in staat is te spreken over het construeren van twaalf atoomcentrales. | |
28 april 1994Vanmorgen was ik voor het eerst sinds 1957 weer op het Kementerian Luar Negeri (Ministerie van Buitenlandse Zaken) van Indonesië. Ik werd verwelkomd in de ontvangstsalon door de secretaris-generaal. Slamet Udy was ook aanwezig, de secretaris van minister Ali Alatas. Er hing een foto van de herdenking van de Conferentie van Bandung in 1992, met het portret van Bung Karno boven de hoofden van de regeringsleiders die naar Djakarta waren gekomen. Er stonden twee portretten van Alatas met minister Warren Christopher van de vs. Ik heb er een zo subtiel mogelijk grapje over gemaakt met de implicatie dat in Bung Karno's dagen er ook een foto met de Sovjetminister zou hebben gestaan, overeenkomstig de toenmalige machtsverhoudingen. Ik vertelde de minister hoe de rel bij Van Roijen had plaatsgehad, enkele minuten voor hij zelf arriveerde. En hoe heerlijk ik het had gevonden dat hij me hartelijk begroette, vlak voor ambassadeur Van Roijen en de aanwezige mensen van Buitenlandse Zaken, die eigenlijk in hun hemd werden gezet. Hij herinnerde zich de interventie en het schouderklopje van minister Kooijmans, die probeerde mij in het zonnetje te zetten, maar al te goed. Hij gaf me de tekst van zijn rede voor de Asia Society in New York. Over Bung Karno zei hij: ‘He is now back into the place where he belongs.’ ‘Als Beatrix volgend jaar komt,’ opperde ik, ‘zou zij een krans in Blitar moeten plaatsen als uiteindelijke verzoening tussen Nederland en Indonesië.’ Dit verraste hem kennelijk en hij keek nogal verbaasd. Ik vervolgde: ‘Beatrix en Pak Harto zouden samen naar Blitar kunnen vliegen.’ ‘Pak Harto gaat meestal niet mee,’ zei hij wat aarzelend. Ik wilde niet vragen of Suharto ooit bij het graf van Bung Karno was geweest, de man wiens dood hij op zijn geweten heeft. Joesoef Isak had zijn kaartje meegegeven. Ik overhandigde dit en Alatas zei: ‘Ik ken hem.’ ‘De vraag is,’ zei ik, ‘de man heeft op Buru gezeten en is al vijftien jaar terug in de samenleving. Mogen tapols uit Buru nu weer werken?’ Over Timor zei ik dat Bung Karno hetzelfde gedaan zou hebben als Suharto, namelijk de Portugese kolonie in het midden van de Republiek Indonesië liquideren. Dit scheen hem te verrassen. ‘De Portugezen zijn vooral vervelend bezig,’ zei hij. | |
[pagina 173]
| |
We spraken maar een half uurtje, want de minister van Buitenlandse Zaken van Vietnam wachtte op hem. De president van Vietnam is in Djakarta op officieel bezoek. Ik vroeg hem te willen helpen dat mijn visum met enkele dagen kon worden verlengd. Mijn visum is maar geldig tot 2 mei, terwijl mijn vlucht op 5 mei gaat. Dat was geen probleem, de heer Slamet Udy zou erbij helpen. Isak was dermate benieuwd hoe het gesprek met minister Alatas was verlopen dat hij met een Chinese zakenman in Hotel Indonesia zat te wachten. Even later kwam ook een andere vriend van hem, Abdulhamid Azhari, die toezegde me te zullen helpen met een reis naar Bagdad, waar ik al jaren heen wil. Ik stel me er veel van voor ooit een gesprek met Tariq Azis te hebben.Ga naar voetnoot148 Time en Newsweek komen natuurlijk met reportages over de politieke reus Richard Nixon, die afgelopen week is overleden.Ga naar voetnoot149 De verhalen zijn niet om te pruimen. Zoals ook Amerikaanse films liefst met sentimenteel gezwets eindigen, druipen ook bij de herinneringen aan die man de superlatieven die nergens op slaan ervanaf. Gelukkig weet Daniel Schorr van cbs in Newsweek nog te melden dat hij eens op de zwarte lijst van door Nixon gehate journalisten stond. Vandaag heb ik eindelijk Sukmawati Sukarnoputri teruggezien. Zij stelde voor elkaar te ontmoeten in het huis waar vroeger professor Mohammed Yamin heeft gewoond op Jalan Diponegoro no. 10. Er is nu een batikatelier gevestigd waar nichten het modevak bedrijven. Sukma arriveerde in een jeep die zij zelf bestuurde. Ik schrok eerst, omdat zij in vergelijking met twintig jaar geleden in Amsterdam flink ouder was geworden. Zij rookte de ene sigaret na de andere en hoestte voortdurend. We belandden in Hotel Indonesia, waar opeens Taufik Kiemas, de echtgenoot van Megawati Sukarnoputri, opdook. We hebben samen wat gegeten. Indonesiërs schransen de hele dag. Sukma stopte me onverwachts 100.000 roepia (honderd gulden) toe. Ik was met stomheid geslagen. Iedereen schijnt langzamerhand te weten dat ik hier op een schoen en een slof leef. Toch was ik er blij mee. Toen ik op het eind wilde betalen voor de lunch, bleek dat Taufik al betaald had. Ik wilde de 100.000 teruggeven: ‘Keep it, buy something,’ zei ze. Tot zover de huishoudelijke kant. Sukma heeft na drie of vier huwelijken het vertrouwen in heren verloren. Ze begrijpen vrouwen niet volgens haar. Ik zei | |
[pagina 174]
| |
andersom tot dezelfde conclusie te zijn gekomen. Zij stelde allerlei vragen over de internationale politiek. Zij en haar zus Rachmawati zijn van mening dat Megawati en Guruh een veel te slappe houding jegens het fascistische Suhartoregime innemen. Wat ik het merkwaardigst van alles vond, was dat ik al weken in het huis van Guruh woon en dat broerlief er met geen woord over tegen zijn zuster repte, wetende dat Sukma en ik elkaar even lang kennen als hij en ik. Vanavond ontmoette ik met Diarto vijftien studenten in een kampong. We zaten op de vloer. Ze vertelden dat de meeste van hun vrienden in de gevangenis zaten. Bij een van hen was onlangs de politie naar zijn ouders geweest om te waarschuwen dat hij moet stoppen met zijn activiteiten. Hij slaapt nu elke nacht ergens anders. Volgens de studenten was: ‘(...) life like a river that flows.’ ‘Yes,’ reageerde ik, ‘but you seem to drift on that river without particular direction.’ ‘For us, number one in life is harmony. We are fatalistic. We take life as it comes. That is our theory of what a human being is,’ was het antwoord. | |
29 april 1994The Jakarta Post publiceert een artikel over een discussie met een professor filosofie van de Universiteit van Indonesië, Tuti Heraty Nurhadi. Hij zegt dat traditionele Javaanse noties van ‘guilt and shame’ tegenwoordig worden overschaduwd door gebrek aan gevoelens van verantwoordelijkheid. Vicepresident Try Sutrisno bevond zich in het gehoor van de professor en wees erop dat de gevoelens die zij vaststelde niet tot het traditionele erfgoed van de Indonesische cultuur behoorden. Zij noemde de huidige machthebbers paranoïde, wat was te verklaren uit de jacht op communisten in 1965. ‘This trauma has not been dealt with sufficiently. People are forced to repress grievances in the face of the powerful. Psychologically, repression cannot go on forever. Someday it will become overwhelming and result in people running amok out of frustration.’ Zij beschreef Indonesiërs als ‘zacht’, alhoewel alleen op het eerste gezicht. ‘Our society is still irrational. The repressed grievances may someday explode and destruct. We should be worried, because nobody will be saved from such an explosion.’ Multatuli sprak van ‘het zachtste volk ter aarde.’ Dit was dus in de optiek van professor Nurhadi een buitenkantobservatie. Indonesiërs kunnen immers even wreed zijn als de rest van de glorified apes op deze aarde. | |
[pagina 175]
| |
Vandaag kwam Sukmawati me weer ophalen. We zijn gaan lunchen in het Borobudur Hotel. Zij vertelde een filmscript over haar vader te hebben geschreven en had het aan de Hollywoodster Kevin Costner gezonden. Zij voegde eraan toe: ‘It will be difficult to find someone who can play Bapak.’ Dat kan je wel zeggen. Ze had Bung Karno's reizende ambassadrice, madame Supeni, meegenomen. Ik had mijn vriend Diarto gevraagd en het werd een genoeglijk samenzijn. Ook stelde Sukma me voor aan haar zoon van negentien en dochter van zestien, kinderen uit haar huwelijk met een prins aan het hof van Surakarta. De jongen was absoluut een beauty en je kon op een kilometer zien waar hij vandaan kwam. Ik probeer zoveel mogelijk te noteren van de gesprekken, maar kom tijd te kort. Sukma vertelde dat zij als jong meisje in het paleis een geest had gezien. Ze had dit haar vader, toen president Sukarno, niet verteld. Ze had hem in plaats daarvan wel gevraagd of hij geloofde in spiritueel leven na de dood. Zij herinnerde zich zijn antwoord niet. Jammer. Later nam Sukma me mee naar een batikwinkel. Zij wilde dat ik batikstoffen uitzocht voor drie slobberbroeken, zoals ze hier veel worden gedragen. Vervolgens wilde ze naar de bioscoop om de Ierse film In the Name of the Father te gaan zien.Ga naar voetnoot150 Ik probeerde haar op andere gedachten te brengen, maar ze was vastbesloten. De film was natuurlijk een absolute ramp. Ik sprak mezelf moed in door tegen mezelf te zeggen: Bung Karno, I accompany your child being your friend. Ze is overduidelijk een beroemdheid. Zowel in de auto als overal wordt ze continu herkend. Twee jongens die ik gisteravond ontmoette, Diennaldo en Nur Hassan gingen vanavond mee naar Guruhs huis nabij Kalibata. Het echtpaar dat het huis beheert, belde erover op naar Guruh en we spraken af dat Nur in de kamer van Guruh en Diennaldo bij mij zou slapen. Ik speelde eerst met zijn lange haren. En, iets wat ik absoluut nooit doe, Diennaldo wond me voldoende op om zijn penis in mijn mond te nemen. Ik vermoed dat dit de eerste keer was dat dit bij hem gebeurde. Later duwde hij mijn hoofd naar beneden en vroeg om meer. We hebben geen seks gehad, want het maakte hem van slag en ik heb hem de rest van de nacht met rust gelaten. Voel me vandaag totaal geradbraakt. Ik nam foto's van hem. | |
[pagina 176]
| |
30 april 1994Jan Quist vertelde dat Freek de Jonge als gast van de Nederlandse gemeenschap in Djakarta een gigantische rel had geschopt, omdat men hem niet in het Hilton Hotel had geboekt. Later was er bij de familie Dorhout Mees een avondje gepland waar hij zou optreden. Hij is vroegtijdig vertrokken omdat hij de omstandigheden waarin hij zijn wijsheden zou moeten verkondigen, onacceptabel vond. Jan was eveneens van mening dat terwijl deze Freek zelf denkt buitengewoon grappig te zijn, de platvloersheid eigenlijk niet op kan. Ik heb die man meteen als een boerenpummel gezien door wat hij te berde bracht bij Rendra. Ik kom hier voortdurend tijd te kort, daarom blijft het verslag van mijn reis ongelooflijk incompleet. In de International Herald Tribune schrijft ene Marvin Ott, Professor of National Security aan het National War College in Washington, de volgende klinkklare onzin over Bung Karno: ‘In the 60's Indonesia was lurching toward economic chaos and political disintegration.’Ga naar voetnoot151 Geen woord van waar. ‘President Sukarno, to keep power, began to collaborate even more closely with the Indonesian Communist Party, and to align Indonesia with China, North Korea and North Vietnam.’ Het enige wat Sukarno jfk en lbj steeds weer tijdens bezoeken aan Washington op het hart drukte, was om geen oorlog in Vietnam te voeren en miljoenen doden te veroorzaken - laat staan om in Vietnam, Laos en Cambodja chemische oorlogvoering te beginnen met bijvoorbeeld het inzetten van Agent Orange tegen de burgerbevolking. Het feit dat Amerika daar een misdadige koloniale oorlog ging voeren, die rampzalig afliep en er ook onnodig 56.000 Amerikaanse militairen sneuvelden, bracht Bung Karno dichter bij het standpunt en de positie van China, Noord-Korea en Noord-Vietnam. De cia had toen een quisling nodig in Djakarta en bracht dit tot stand door een moordpartij onder generaals te organiseren, wat leidde - als in Washington gewenst - tot een bloedbad onder honderdduizenden communisten en Sukarno-aanhangers, plus een concentratiekamp in nazistijl op het eiland Buru met nog eens meer dan 100.000 volkomen onschuldige Indonesiërs, die uit de samenleving werden verwijderd. Wat schrijft de idioot Ott in Washington verder? ‘In 1965, Sukarno initiated a war with Malaysia, largely on the grounds that Kuala Lumpur was unacceptably friendly to the West.’ In | |
[pagina 177]
| |
werkelijkheid bevond Maleisië zich onder leiding van premier Abdul Rahman in de jaren zestig nog in een semi-koloniale situatie met Britse officieren als ‘instructeurs’. Indonesië besloot eigen ‘adviseurs’ het land in te sturen om krachten in Maleisië, die werkelijke onafhankelijkheid nastreefden, een steun in de rug te geven. Het was een actie die volgens de maatstaven van het internationaal recht, niet door de beugel kon en volop werd aangegrepen als argument dat Bung Karno moest verdwijnen. Ott stelt: ‘Later in 1965 a Communist-inspired coup in Indonesia nearly succeeded.’ En zo zet zich de geschiedvervalsing tot in lengte van dagen voort. De werkelijke initiatiefnemers van de coup in 1965, Washington en de cia, hebben opzettelijk het bakerpraatje verspreid dat Suharto de grote held was van 1 oktober 1965, omdat hij de macht greep om het land te redden uit handen van de communisten (pki), en dat anders Bung Karno van Indonesië een communistische satellietstaat zou hebben gemaakt. En zo worden Amerikaanse studenten (of de lezers van The Washington Post) opgezadeld met leugens en verdraaiingen van wat er werkelijk in Djakarta is gebeurd in 1965. De voorstelling van zaken dat Bung Karno Indonesië zou hebben kunnen uitleveren aan het rode blok, bestond enkel en alleen in de verziekte breinen van de communistenhaters in Washington, nergens anders. Ik zet het maar weer eens op een rijtje, alhoewel ik allerminst de illusie koester een kans te maken de recente geschiedschrijving van Indonesië hiermee te kunnen helpen corrigeren. Heerlijk rustig dagje. Ik lees continu en ga straks even afscheid nemen van Penny Hedinah. Het is met haar, net als met Martin Portier - maar in tegenstelling tot John van Haagen - totaal oncommunicatief. De huidige Amerikaanse ambassadeur in Indonesië, Robert L. Barry, bracht een bezoek aan de Medan op Sumatra, waar het al jaren onrustig is. Je vraagt je af wat zo'n man daar te zoeken heeft. Washington dreigt Suharto blijkbaar met het verlies van Generalized System of Preferences (gsp) wanneer de regering niet voor een betere relatie met vakorganisaties zou zorgen. Amerikanen gedragen zich steeds meer, en overal ter wereld, als de proconsul van goed en kwaad. Marx hield er ook zo'n theorie op na. Ze weten nu echter in Moskou dat het onmogelijk is aan de hand van kletspraatjes de mensheid tot een eenheidsworst te maken. Om mijn mineurstemming nog even verder op te fokken, lees ik in The Jakarta Post een artikel dat twee miljard mensen op | |
[pagina 178]
| |
deze planeet jonger zijn dan vijftien jaar.Ga naar voetnoot152 In september wordt er een topconferentie in Cairo gehouden. Berekend is dat in de ontwikkelingslanden, waar 95 procent van de groei van de wereldbevolking zich voltrekt, 38 miljoen banen per jaar nodig zijn om in evenwicht te blijven met de hoeveelheid jongeren die de op arbeidsmarkt komen. Het is een vooruitzicht dat volmaakt hopeloos is. Er is geen enkele kans op dat over 100 jaar, laat staan over 1.000 jaar, de meerderheid van de mensheid een acceptabel bestaan kan leiden. Wat zou Bung Karno over al deze ontwikkelingen hebben gezegd? Warren Christopher heeft zijn wijsheden over Irak op een rijtje gezet.Ga naar voetnoot153 De man stelt het als een vaststaand feit dat Saddam vorig jaar president Bush tijdens een bezoek aan Koeweit heeft geprobeerd te laten vermoorden. Amerikanen nemen de leugens van de cia automatisch over als zijnde waar, die vervolgens weer een eigen leven leiden, en prompt in de geschiedenisboekjes opduiken als de gospel and historic truth. Ik was ruim een uur bij Poem, en ik moet niet al te negatief over haar zijn. Door mijn voorbeeld schijnt haar jongere broer nu ook weer vaker te komen. ‘Allah heeft jou gezonden,’ bracht zij in. Ze is het eens met mijn analyse van de situatie in Indonesië en mummelde: ‘Dat is waar.’ Zij denkt dat als ik weer kom, de Muisbuurt tegen de grond is en dat zij dan bij een tante woont, halverwege Depok. Wat is haar leven eigenlijk een drama. Het laatste wat zij de laatste jaren deed was zorgen voor haar oude vader. Vanavond begon ik me zo miserabel en slap te voelen, dat ik besloot een steak te gaan eten. Ik had te lang gevast uit zuinigheid. Ben er nog mooi door gerold. | |
1 mei 1994Habibie BuildingGisteravond kwam de jonge Toddy Supranata naar Hotel Indonesia en zei: ‘I like to eat you,’ en voegde later de daad bij het woord. Todd komt uit een prominente Balinese familie, studeerde in Australië en werkt in een denktank van de regering op het gebied van human resources. We hebben uitgebreid over zijn interessante werk gesproken. We gingen naar zijn huis in Kebayoran en hadden 's nacht tweemaal seks. Toen ik vanmorgen om 07:00 uur per taxi samen met Toddy bij Guruhs huis arriveerde, bleek Diennaldo de avond tevoren te zijn gekomen om bij me te slapen. Ik had liever met hem geslapen. | |
[pagina 179]
| |
Hij zei dat hij een nieuwe demonstratie had georganiseerd en dat hij aan de politie was ontsnapt voor hij hierheen was gekomen. Misschien moet ik hem niet meer zien, of in ieder geval niet hier, want misschien is het een val. Het kan haast niet, want ik ontmoette hem bij Rendra. Een ander mysterie is August Halim. Waarom bleef hij ineens weg? Ik ben omringd door spionnen. Was al vroeg bij Ruslan Abdulgani. Er is zou een Irian Barat herdenking in de grote zaal van het Habibie Building plaatsvinden, alwaar hij een toespraak zou houden. Hij heeft mij warempel als zijn persoonlijke gast meegevraagd. Hij vertelde dat generaal Barlan met mij op de radio een gesprek zou willen hebben. Hij adviseerde om dit niet te doen. ‘Je moet nu oppassen dat je geen fouten maakt, want je wordt benaderd om je erin te laten vliegen. Je ben tot dusverre sinds je hier weer bent, ongeschonden gebleven en straks zeg je iets wat kwaad bloed zet en dan kom je nog in de pot terecht.’ Hij vroeg ook hoe het gesprek met minister Alatas was verlopen en hengelde naar details. Maar ik bleef opzettelijk vaag. Ik kreeg een brief ondertekend door peta-generaal Pamoe Rahardjo met suggesties voor het bezoek van Beatrix volgend jaar aan Indonesië, waarbij het van Indonesische zijde onder meer wenselijk wordt geacht dat de koningin een krans zal leggen bij het graf van Bung Karno. Dat zou inderdaad de ultieme verzoeningsdaad zijn. Maar Hollanders zijn daar in geen duizend jaar toe in staat. Toch proberen. Ik zal de brief zelf op het kabinet van de koningin brengen.Ga naar voetnoot154 Ik ontmoette ook mevrouw Abdulgani, die Alzheimer heeft en door twee verpleegsters dag en nacht wordt verzorgd. We werden voor de bijeenkomst met veel strijkages ontvangen, onder meer door de gouverneur van Irian Barat, het voormalige Nieuw-Guinea. De grote zaal was vol met autoriteiten en hoge officieren. Ruslan hield zijn rede en was bijzonder goed op dreef. Hij kreeg de zaal mee en was, althans hier en nu, Bung Karno's pleitbezorger, wat me nogal van hem meeviel. Al geloof ik niet dat hij rechtstreeks over zijn eertijds goede vriend en beschermheer sprak. Hij noemde Luns koppig en tikte erbij op zijn voorhoofd. Ik begrijp het Bahasa Indonesia voldoende om flarden van zijn betoog juist te kunnen interpreteren. Hij zegt dat het onzin is dat Nederland beschaving aan Irian wilde brengen: ‘Onzin,’ zei Bung Karno, het gaat om de bodemschatten...’’ Plotseling begon hij over mij en doorspekte | |
[pagina 180]
| |
zijn toespraak met passages in het Nederlands, opdat ik het beter kon volgen. Na 28 jaar als criticus van het Suharto-regime hier geweerd te zijn geweest, kreeg ik van deze gebeurtenis tranen in mijn ogen. Ruslan refereerde aan de ontmoeting in Pompeï op 14 juni 1956 en aan de boeken die ik heb geschreven. Hij verwees naar mij als ‘Wim’. Later zei hij zich dit alleen te hebben kunnen permitteren, omdat generaal Pamoe Rahardjo aanwezig was. Ik moest zelfs opstaan en nam applaus van de zaal in ontvangst, vermoedelijk omdat Abdulgani had gezegd dat ik voor de overdracht van Irian Barat had gepleit. Ik was geëmotioneerd, niet om hem, maar vanwege de herinnering aan Bung Karno. Het was zijn karma hier aan het werk. Tegen het einde van zijn redevoering waren generaal Susli Sudarma, minister voor de Coördinatie van Nationale Veiligheid (oud-ambassadeur in de vs) en andere generaals en hoge pieten binnengekomen. Ruslan stelde daarom voor, toen hij klaar was, om als de gesmeerde bliksem te vertrekken. ‘Als ze ontdekken dat jij hier bent, kom je in de petoet,’ herhaalde hij. We zijn gaan lunchen, samen met zijn secretaresse en de zakenman Husni Tayibnapis. Achteraf begreep ik waarom hij weer werd meegevraagd: hij betaalde, als vorige keer, de rekening. In de toespraak van Ruslan die op papier beschikbaar was, stond helemaal niets in van wat hij echt had gezegd, geen woord over Bung Karno bijvoorbeeld. Ruslan zei dat het een beetje gevaarlijk was, de dingen die hij had gezegd. Er zijn er wel meer pas later gearresteerd. Tijdens de lunch vertelde hij vele anekdotes, zoals deze: ‘Toen we in Surabaja tegen de Engelsen vochten, wisten wij niet wat een tank was, gelukkig maar niet... (...) Vervolgens vroegen de Engelsen zich af, wat doen die Indonesiërs, wat is hun strategie? They did not realize we did not have a strategy...’Ga naar voetnoot155 | |
[pagina 181]
| |
Pak Ruslan zei ook dat er een groeiende onrust is over wat er nu precies is gebeurd met Sukarno. Vooral jongeren willen dat weten. Er wordt zelfs gespeculeerd dat de Super Semar vals zou zijn en dat Sukarno in werkelijkheid nooit is afgetreden. Ik belde Santo in Bandung. Zijn zoon Dito is vandaag jarig, maar die was er niet. Dinsdag slaap ik daar en woensdag keer ik met Santo terug naar Djakarta. Santo had familieberaad gehad bij generaal Ashari, die vertelde dat Sutikno was geschaad door wat ik had geschreven.Ga naar voetnoot156 Hoe zit het dan met onze schade in de affaire van generaal Parman, die mij (en Verrips) had moeten vermoorden, of wat er gebeurde met Bung Karno?Ga naar voetnoot157 Toddy zat gisteravond te vertellen - net als Doddy - dat hij het in zijn familiekring steeds voorstelde alsof hij veel vriendinnen had. Dit werd niet alleen van hem verwacht thuis, maar ook van zijn superieuren op het werk. Weer een bijzonder aardige jongen die zich had voorgenomen om te trouwen, omwille van zijn reputatie. ‘Ik kom voort uit een Balinese adellijke familie en we moeten dus voor nageslacht zorgen,’ zei hij. ‘I must marry, but I am gay. It is my greatest problem to continuously keep up the appearance that I am not gay.’ Intussen belde hij dikwijls naar zijn vriend in Australië. | |
2 mei 1994Gisteravond bracht ik een bezoek aan Douwe en Marlene Spil, die ik bij Rendra had ontmoet. Marlene was tijdens het Oranjebal op Hare Majesteits verjaardag in de toiletten tegen Phryne Quarles aangelopen. De tweede man op de ambassade, J .S. Kramer, had haar gewaarschuwd mij niet te ontvangen, want ik was een totaal onacceptabel individu. Phryne was woedend geworden en had mij scherp verdedigd. Dit is dus een soortgelijk verhaal als wat Jan Quist me laatst vertelde. Een hooggeplaatste diplomaat op de ambassade had tegen hem gezegd: ‘Voor alle diplomaten ouder dan 35 jaar is Oltmans staatsvijand nummer één.’ Dat is niet niets. Het gaat me allemaal veel te ver. Er moet opnieuw een brief naar Kooijmans, met een kopie naar Lubbers, en ik zal Vermeer informeren.Ga naar voetnoot158 We dineerden op het terras en zoon Bas (9) streek even over het hoofd van zijn vader, wat me vertederde. Hij zou vandaag op schoolreis naar Bali gaan. Marleen zei dat ze na twaalf jaar in Indonesië tot de conclusie was gekomen dat Indonesiërs slu- | |
[pagina 182]
| |
we, gemene en wraakzuchtige mensen zijn. ‘Ze steken een mes in je rug en komen dan met bloemen naar je graf.’ Toen ik om 02:00 uur thuis kwam, was Diennaldo er al. Hij wachtte in het andere bed op me. Ik vind het jammer dat ik het contact met hem zal moeten verbreken. De telefoon van Joesoef was weer kapot. Dan weet ik wel weer hoe laat het is. Mijn grote vraag is hoe ik mijn dagboek veilig in het vliegtuig krijg. Ik besloot van Hartini Sukarno telefonisch afscheid te nemen. Ze was blij dat ik me aan haar adviezen had gehouden. ‘Lieve broer, vergeet u niet weer zeep mee te brengen?’ Na haar liefdevolle uitspraak over de smeerlap Suharto ben ik op haar afgeknapt. Guruh heeft zich eigenlijk walgelijk gedragen. Ja, hij gaf me het huis, dat van de regering is, maar na de eerste twee nachten heb ik hem niet meer gezien. Met de telefoon is ook iets mis, want ik kan al een half uur noch Hario, noch Koerwet, noch Joesoef bereiken. Wat is er aan de hand? Ruslan waarschuwde voor een val. Ze zijn hier tot alles in staat. Ik kan misschien beter onderduiken. | |
13:00 uur, taxiIk raakte vanmorgen in paniek. Ik pakte mijn koffers en wilde naar Douwe en Marlene gaan, maar ik ging eerst naar Joesoef om afscheid te nemen. Hij zei: ‘Als ze jou doodschieten ben ik blij, want dan ben je een held.’ Bij Joesoef kon ik de ambassade bereiken waar ze wisten te vertellen dat mijn visum geregeld was, dus ik bracht mijn bagage terug naar het huis van Guruh. | |
Hotel IndonesiaIk lunchte met Pak Pamoe Rahardjo. Hij stelde voor dat we (eindelijk) Pak Mursid zouden gaan bezoeken. Hem te zien was een ander hoogtepunt. Hij was thuis, korte broek, inderdaad ontzettend levendig en we hadden een geweldige ontmoeting. ‘Het is niet aan ons Suharto te vergeven,’ zei hij, ‘dat is aan Allah.’ Al voegde hij daar na enig protest van Pamoe aan toe dat hij dacht dat Sukarno de eerste zou zijn om Suharto te vergeven. Het zette mij aan het denken. Het zou waar kunnen zijn, maar hoe komen we daar ooit nog achter. Hij vergaf ook de Nederlanders, maar die hebben hem niet dood getreiterd. Generaal Mursid gaf me een gesigneerde foto, uit de tijd dat hij nog kolonel was. Hij zei dat het onrustig was in het leger. Hij had eerder op de dag een bezoek aan de Siliwangi divisie in | |
[pagina 183]
| |
Bandung gebracht. Pamoe vroeg hem of hij in de herfst mee zou gaan naar het Pantjasila Symposium in Holland. Hij antwoordde: ‘Als er niets anders gebeurt.’ Sukmawati voegde zich later bij ons, en zij vertelde dat haar vader in zijn laatste dagen veel had gehuild, ‘like a baby,’ wat ik me niet kon voorstellen. ‘He regretted very much that he had trusted the generals that betrayed him and said they have pushed him to the ground.’ Na het bezoek aan Mursid gingen we naar het huis van Pamoe, om zijn vrouw te ontmoeten. We gingen van het ene huis naar het andere, waardoor het een reis vol tastbare herinneringen aan Bung Karno werd. Sukma nam me later mee in de auto naar het buitenhuis van Megawati waar een etentje zou zijn. Mevrouw Supeni zou er ook zijn en ik zou er Megawati kunnen interviewen. Toen we om 19.00 uur arriveerden, liep haar echtgenoot Taufik Kiemas in pyjama in de tuin. Er bleek helemaal geen diner te zijn en Mega zelf was in Bung Karno's villa in Batutulis bij Bogor, waar zij werd geïnterviewd door het blad Detik. Suharto heeft dat huis nog steeds niet aan de Sukarno-familie teruggeven, want zij zouden het door corruptie hebben verkregen. Dat moet die mijnheer nodig zeggen. We zijn toch met Taufik blijven praten en hij liet op het terras een maaltijd serveren. Taufik en Sukma vertelden dat het corps diplomatique steeds meer rekening begint te houden met de mogelijkheid dat Mega aan de macht komt. De ambassadeurs van Japan, Frankrijk, Duitsland, Amerika en ook Nederland hadden haar reeds bezocht. Zij zou morgen naar Atjeh reizen en bij de gouverneur logeren. Het valt me altijd weer op dat Sukma diep vanbinnen allesbehalve gelukkig is. Zij lijkt echter in haar lot te berusten. Ze zal niet weer scheiden. Ik herinner me dat ze zei: ‘I still think of Bapak with a tear in my eye...’ We hadden gedrieën intieme gesprekken en hadden een fijne tijd. Ik vertelde vanavond Taufik mijn verhaal, van mijn ontmoeting met Sukarno in Rome, tot en met de rechtzaak tegen de Staat. Taufik vond Guruh maar een lummel, die 5 miljoen roepia per maand opstreek als parlementslid voor de pdi, had er een huis voor ter beschikking en een auto, terwijl hij al een jaar lang zijn gezicht in het parlement niet had laten zien. Inderdaad gênant. Bij vertrek gaf Taufik me een enveloppe voor de taxi terug naar de stad. Er zat 300.000 roepia in. Ik kon het niet geloven en gaf later 100.000 aan Dienaldo, die het meer nodig heeft. | |
[pagina 184]
| |
Trouwens, toen ik weg wilde gaan, kwam Megawati net thuis uit Bogor en er volgde een korte ontmoeting. Eigenlijk was het een klap in het gezicht om Mega eindelijk in levenden lijve te zien. Er stond een lieve huisvrouw tegenover me, geen charisma, geen uitstraling, geen persoonlijkheid, niets. Hoe kan zij ooit de oppositie leiden tegen een fascistische generaal? Mega is een wandelende ramp. ‘Natuurlijk tolereert Suharto haar,’ zei Dienaldo later terecht, ‘want zij kan maar al te gemakkelijk worden gemanipuleerd.’ ‘Toch kan mijn zuster zich tijdens vergaderingen behoorlijk opwinden,’ zei Sukma die me naar de taxi bracht, ‘soms gaat ze zelfs schreeuwen.’ Geloof het graag, maar ik ben overtuigd dat deze dame een milde ramp is. Toen ik Mega om een interview vroeg, antwoordde ze bijna aarzelend, dat het goed was. In plaats van dat zij spontaan zei: u bent een vriend van mijn vader, natuurlijk geef ik u een interview. Ze maakte het nog erger door te mompelen dat ze het wel eerst wilde lezen voor publicatie, wat ik als een blijk van wantrouwen beschouwde. Eigenlijk was ik woedend en heb dat Sukma ook duidelijk gemaakt. Newsweek wil Sukma interviewen. Ik heb haar aangemoedigd dat zeker te doen. Toen ik terugkwam in Guruhs huis, waar Dienaldo ook al was, gingen we meteen naar bed. Dienaldo nam mijn hand, legde die op zijn kruis en nadien ging alles vanzelf. Seks met jongens in Indonesië is nooit vies of pervers. | |
3 mei 1994Vanmorgen gingen we terug naar Hotel Indonesia. Ik schreef er een brief aan Peter en vroeg Dienaldo er ‘greetings Dinal’ onder te schrijven. Hij nam de pen en aarzelde, waarop ik pisnijdig werd. Blijkbaar is er dus toch geen vertrouwen. Hij vertrok en zag er ongelukkig uit. Ging eerst naar Joesoef Isak, die om 08.15 uur nog sliep, om mijn hart te luchten over de ramp Megawati. ‘Omdat zij je niet als vriend van Bapak heeft ontvangen?’ Nee, het wantrouwen was het meest teleurstellende, terwijl ik, lijkt me, mijn sporen heb verdiend. Ik ging vervolgens naar Iem Roos van de ambassade. Hij vertelde dat Vrij Nederland een artikeltje had gepubliceerd, overgenomen uit mijn brief in de Daily Invisible van Julius Vischjager over de rel op de ambassade hier.Ga naar voetnoot159 | |
[pagina 185]
| |
![]() Ik zei Roos dat ik een brief van verschillende generaals met suggesties voor Beatrix' bezoek had, en zei hem dat ik de brief rechtstreeks aan Kist en Lubbers zal overdragen, want met al de klootzakken die er normaliter tussen gaan zitten komt er anders niets van terecht. Hij was nieuwsgierig naar de inhoud en de bron. Maar ik zei hem: ‘Als ik je meer vertel dan kan dit initiatief worden geneutralizeerd.’ Ik bracht hem over dat er een Pantjasilasymposium in Nederland zal komen. Ook vertelde ik over de jongens in Depok, de Gay Krant, en over de ondergrondse ontmoeting met de studenten. | |
Trein naar Bandung, met telefoon en televisieHet lijkt nog steeds een droom dat ik door het Javaanse landschap en de bergen van West-Java rijd. Ik ben op weg naar Bandung en mijn dierbare Santo. | |
[pagina 186]
| |
Grand Hotel Preanger, BandungEindelijk schrijf ik Karina Sukarno weer, nadat Sukma mij haar adres had gegeven. Sukma vertelde dat Dewi tegen de pers had gezegd dat zij haar handen van haar dochter had afgetrokken. De hele familie had dit als een schok ervaren en Megawati stuurde Karina af en toe wat geld. Er is nog zoveel meer te schrijven, maar het is helaas niet bij te houden. | |
5 mei 1994Hotel Indonesia, DjakartaHet leven stopte haast toen ik 48 uur geleden in Bandung tegen Aroyo Demartoto aanliep. Hij liep op me af alsof ik een oude bekende was, net toen ik in een taxi naar het huis van Santo wilde stappen. Ik vond zijn lach leuk en viel voor zijn typisch Javaanse uiterlijk. Hij is net vertrokken en ik voel de leegte. Hij nam een taxi naar station Gambir om terug naar Bandung te gaan. Hoe werkt dit toch, dat je in 48 uur - zelfs op mijn leeftijd - smoorverliefd kan worden? Ik schreef er Peter een brief over en deed er een foto van Toto bij. Ik nam Toto gewoon mee naar Santo en Marguerite, omdat hij te aantrekkelijk was om te laten schieten. We hebben met z'n allen op een terras aan Jalan Hasanudin gegeten. Ik liep uiteindelijk met Toto naar zijn huis, waar we vreeën in het donker. Gisterenochtend om 05:30 uur bracht Santo me in de jeep met chauffeur terug naar Djakarta. We namen Toto mee. We namen een andere weg, via lanen met rubberbomen en eindeloze theetuinen. Uiteindelijk ben ik vanwege de verkeerschaos in Djakarta met Toto in een taxi overgestapt naar het huis van Guruh, waar we meteen nog een nummer maakten. Daarna naar Hotel Indonesia om Erik die het huis op stelten zette met keiharde muziek te kunnen ontvluchten. Om 13:00 uur gisterenmiddag had ik een ontmoeting met Danny Yatim, een psycholoog die aan Harvard heeft gestudeerd. We voerden een waardevol gesprek van twee uur. Buitengewoon interessante jongen. Ik vertelde hem over mijn bevindingen met de bedienden in het huis van Guruh en hoe zij voor hem en Pak Hario bogen als knipmessen. Volgens Danny waren dat uitingen van vroegere sociale conventies, uit de tijden dat de sultans de boel regeerden. Danny schreef over de sociale structuren in de steden van de feodale tijd tot heden. Toch vind ik hem een beetje te opgewonden, te nationalistisch. Marcel Latuihamallo die bij het gesprek aanwezig was, luisterde aandachtig mee, maar Toto sprak geen woord. Ik had het | |
[pagina 187]
| |
daar later kort met hem over. Toto is een socioloog, die cum laude afstudeerde aan de Gajah Mada Unversity in Jogjakarta. Hij was voor verdere studie in Nederland geweest en schijnt daar ook een oudere vriend te hebben gehad. Hij heeft er Herman van Veen ontmoet, die een foto van hem plaatste in diens boek Steen voor steen, een publicatie van Foster Parents Plan Nederland.Ga naar voetnoot160 Van Marcel en Danny gingen we naar Sukma, waar mijn slobberbroeken gereed lagen. Ze zijn prachtig geworden en het is een speciaal souvenir. Danildo was daar ook. Ik haalde Sukma over mee naar de weduwe Koerwet te gaan, waar ook Joesoef Isak, Pak Subidjo en Tom Anwar aanwezig waren. Het diner bij Jo Koerwet was aangenaam, al kletste zij overal doorheen, wat ik erg hinderlijk vond. Ik probeerde mijn doelstellingen voor een boek over de ‘Javaanse geest’ uit te leggen, maar alleen Tom Anwar leek mij te begrijpen. Subidjo kwam met een hele analyse over oktober 1965 waarvan hij zei dat het binnenskamers moest blijven, maar volgens Joesoef heeft hij niets nieuws verteld. Danildo was sociaal en bood aan weg te gaan, maar ik nam hem mee terug naar Guruh, waar hij een bed met Erik deelde. Ik legde hem uit dat ik beledigd was over zijn aarzeling Peters brief te ondertekenen. ‘Dat was stom van mij,’ zei hij en benadrukte dat hij geen homo was en mij daarom met Toto liet slapen. Hij noemde Toto een aristocraat. Het is waar, hij heeft een klassiek Javaans voorkomen. Toch is hij enigszins verpest, wat duidelijk werd toen we door het winkelcentrum in het Hyatt Hotel liepen. Hij stopte bij juweliers en dure kledingwinkels. Ik begrijp het wel, hij is tenslotte een jonge student. Hij bleef vannacht slapen in het huis van Guruh, maar stond erop dat we de slaapkamerdeur zouden sluiten. Dat was me veel te heet. Het huis heeft toch al geen luchtkoeling dus ik zet de zaak tegen elkaar open. Hij ging uit protest in een andere kamer liggen. Ik was woedend en was er zeker van dat ik hem nooit meer met een vinger zou aanraken. Toen hij bij het ochtendkrieken toch bij me in bed kwam liggen, is het op een compleet gigantisch nummer uitgelopen. Pamoe belde al vroeg omdat hij dacht dat ik vanochtend al zou vertrekken, maar het is vanavond. Hij was niet eerlijk en kwam met het verhaal dat hij me niet naar het vliegveld kon brengen. Hij moest naar de dokter zei hij, maar hij zou iemand sturen om me naar het vliegveld te brengen. | |
[pagina 188]
| |
Ik belde Dirk Vlasblom nog even om te zeggen dat ik vandaag vertrek, maar vooral om hem te zeggen dat hij zijn beloftes niet nakomt. Hij zou me bellen, maar kwam met een slap excuus dat hij het druk had gehad. Alsof anderen niets te doen hebben. Na wat gelazer aan de telefoon werd uiteindelijk mijn brief voor de douane afgeleverd bij Hotel Indonesia. | |
17:00 uur, vliegveldDe man die Pamoe had gestuurd om me naar het vliegveld te brengen, wilde me niet met mijn bagage helpen. Hij zette me gewoon op de stoep af. | |
18:00 uurIk was kort van slag, maar alles is vlot en zonder gedoe verlopen. | |
Djakarta-Amsterdam, KL839Het is nog steeds onwerkelijk dat ik vijf weken in het land van mijn voorvaderen ben geweest. Ik heb volop oude betrekkingen verstevigd en nieuwe contacten gelegd. Veel mensen van vroeger zijn overleden, maar mijn oude indrukken keerden snel terug, inclusief Indonesische woorden. Ik had het niet erg gevonden nog een paar weken te blijven. | |
SingaporeIn Elsevier blijft Pim Fortuyn mikken op Elco Brinkman als nieuwe premier. Volgens hem hebben Wim Kok en de PvdA geen kans. Hans van Mierlo is aardig. Bolkestein ook, maar nee, het wordt Brinkman. Over op het verkeerde paard wedden gesproken. Volgens mij is het duidelijk dat het cda door twee hoofdoorzaken de soep in is gedraaid: het vertrek van Lubbers en het aanwijzen van een klier als Brinkman als opvolger. | |
6 mei 1994We vliegen dus via Tasjkent en Riga. Nog drie uur voor we in Amsterdam zijn. Dienaldo zei, toen we voor de laatste keer gingen lunchen, dat de 100.000 roepia die ik hem een dag of twee eerder gaf weg waren. Hij had het geld weggegeven. Indonesiërs zijn eeuwige bedelaars, onder hen zelf en ons, maar ze delen ook. Zoals er in Guruhs huis door het personeel werd gezeurd om geld, voor letterlijk alles, was eigenlijk een schandaal. Ik kwam ze tegemoet omdat ik er tenslotte gratis verbleef. Guruh is niet meer | |
[pagina 189]
| |
komen opdagen, wat toch wel het een en ander over hem zegt. Altijd weer wordt in de media herhaald dat apartheid ‘a compelling moral outrage was.’ Er is geen beginnen aan om uit te leggen hoe onzinnig een dergelijk opmerking is. Het is juist de apartheid waardoor Zuid-Afrika zich is blijven ontwikkelen en mee kon in de vrijemarkteconomie, in tegenstelling tot de rest van Afrika. Het is vreemd hoe de wereld van Indonesië deze nacht wegwaaid en hoe ik me alweer instel op die plek aan de Noordzee, met waarschijnlijk afschuwelijk weer, kou en nattigheid. | |
SchipholHet regent niet zomaar pijpenstelen. Wat een fucking shitland. | |
WesterkadeDe rest van de dag half in bed doorgebracht, met telefoontjes van Casper en Aart. Ook heb ik Peter gebeld. Hij zei maar een paar brieven uit Indonesië gekregen te hebben. Ik heb hem iedere dag geschreven! Zoiets maakt me razend. |
|