Memoires 1995-A
(2020)–Willem Oltmans–
[pagina 122]
| |
Ottawa17 mei 1995Lex van Lieshout is mee als fotograaf voor Story. Hij zegt dat de oorlog tussen Beatrix en de fotografen al jaren aanhoudt. Zodra ze fotografen ziet, gaat ze expres met haar rug naar ze toe staan. ‘Celebrities are the sacrificial victims of our adoration,’ aldus Mary Loftus in Psychology Today. ‘Fame has never had a good reputation among thinkers. But today's fame, the kind retracted through images, is especially corrosive to the Self.’ Lex zei ook dat hij het was geweest die een helicopter had gehuurd om Willem-Alexander te fotograferen toen hij aan het duiken was op de Antillen. Beatrix was razend, en Jessa van Vonderen had een uitbrander gekregen. Ik had een botsing met een zekere Michel van de ambassade, maar ik zal mijn best doen alles soepel te laten verlopen. De rel ging gisteren over de schokkend inadequate regelingen op het vliegveld. Het inchecken bracht me in botsing met een vrouwelijke klerk. Ik moest 100 dollar aanbetalen. Vanmiddag in het restaurant tekende ik voor mijn maaltijd. De ober: ‘Sorry, but you are not staying in this hotel.’ Even later, nadat ik ‘nuts’ had gezegd, werd er gebeld dat het goed was. Waarom kan nooit iets normaal verlopen en moet je altijd eerst kwaad worden? Het prinselijk paar kreeg vanmorgen de sleutel van de stad in het gemeentehuis. Thomas Lepeltak van De Telegraaf is gearriveerd, corpulenter dan ooit. Toch mag ik die man al heel lang. Hij wuifde naar Pieter en Margriet toen zij vrij dicht langsliepen, maar zij zagen hem niet. Er kwam een aardige fax van Evert Santegoeds. Het valt me op dat The New York Times hier niet te krijgen is. De opening van een tulpenfestival verregende en er werd een lint geknipt op een keramiektentoonstelling. Hier is niets over te schrijven, want het is te onbelangrijk voor woorden. Ik zat naast Lepeltak en zei de tulpjes niet zo origineel te vinden. Hij antwoordde: ‘Zoiets merk ik niet.’ Ik nam een taxi naar Club Ottawa, een ‘crummy bath house and sauna.’ Er was weinig te beleven op een zo griezelig magere kerel na dat ik doodsbang was dat hij aids had en dus uit | |
[pagina 123]
| |
zijn buurt bleef. Maar toen kwam een Aziatische jongen langs en ik wist meteen dat het raak zou zijn. Hemeltje wat een schoonheid. Hij stormde mijn cabine binnen en riep: ‘Beautiful cock,’ waarop het gefriemel begon. | |
18 mei 1995Er lag een enveloppe van de ambassade op me te wachten, met een kaartje voor een concert, verder niets. Dus heb ik Jessa van Vonderen schriftelijk gevraagd wat de bedoeling was. Heel nonchalant krabbelde ze op de achterkant van een gebruikte enveloppe een soort antwoordje.Ga naar voetnoot110 Nogal onbevredigend, want was het de hele waarheid? Jonathan Rauch publiceerde in Harper's Bazaar een schitterend essay: in defense of prejudice.Ga naar voetnoot111 Hij verdedigt ‘intellectual pluralism which permits the expression of various forms of bigotry. People come in types and each type belongs with its own kind. Where there is genuine freedom of expression, there will be racist expression. Homosexuality will always be incomprehensible to most people, and what is incomprehensible, is feared. As for anti-Semitism, it appears to be a harder virus than influenza. If you want pluralism, then you get racism and sexism and homophobia, and communism and fascism and xenophobia and tribalism, and that is just for a start.’ Rauch bepleitte van vooroordelen in een pluralistische samenleving er maar het beste van te maken, en niet om vooroordelen proberen uit te wissen, want dat is een taak van Sisyphus. ‘The genius of intellectual pluralism lies not in doing away with prejudices and dogmas but in channeling them - making them socially productive by putting prejudice against prejudice and dogma against dogma, exposing all to withering public criticism. What survives at the end of the day, is our base of knowledge.’Ga naar voetnoot112 Tijdens het bezoek aan het Oorlogsmuseum kwam Lepeltak bij me zitten. Hij vertelde dat er een milde paniek was uitgebroken toen ik me had aangemeld om de reis van Margriet mee te maken. Daarom werd besloten Van Vonderen zelf mee te sturen, want ‘eigenlijk is haar positie binnen de rvd te hoog voor deze reis.’ Ik wist niet of dit waar was, maar dacht: ze zijn absoluut idioot. Onderwijl keek ik naar een van Hitler gejatte | |
[pagina 124]
| |
Mercedes in het museum, een herinnering, die ik liever had willen missen. Lepeltak mag Margriet wel. Hij zat wel eens naast haar ‘maar daar mag ik niets over zeggen. Zij is vooral heel bang een fout te maken, maar is ook niet de slimste van het stel.’ Hij zei overigens Beatrix meer dan eens op ‘dodelijke blikken’ te hebben betrapt. Fotograaf Van Lieshout zegt hetzelfde. We bezochten op een tentoonstelling een Hollands dorp, een poffertjeskraam, een klompenmaker, een namaak Efteling, Lepeltak vindt het allemaal prachtig. Ik probeerde me zo ver mogelijk van alles te houden en niet te laten merken hoe afschuwelijk ik het allemaal vind. Lepeltak wordt door een klm-auto naar Montreal gebracht en hij haakt verder af. Om 15.00 uur was ik terug in het hotel en wilde even gaan slapen, maar het slot van mijn kamerdeur werkte weer niet. Het werd helemaal uit elkaar gehaald, en duurde allemaal zo lang dat ik van slag raakte en enorm woedend werd: ik ben in geen jaren zo kwaad geweest. Misschien in Rusland, jaren geleden. Voor het avondeten lokte ik Jessa van Vonderen uit de kast door tegen Lex van Lieshout te zeggen: ‘Wij zijn bang voor elkaar...’ Dat was zeer onthullend voor me, want eigenlijk is zij de laatste waar ik bang voor ben. Het vreemde vrouwtje dat bij Margriet hoort is haar particulier secretaresse A.A.J. Martens, en is acht jaar in dienst. Toen ik zei dat Beatrix niet naar Indonesië moest gaan, zei ze dat Beatrix ook niet naar Japan wilde, maar dat toch moest doen. Daar heeft ze misschien wel gelijk in. Ik at aan een tafeltje met Lex van Lieshout, en kreeg een bloedneus - voor het eerst in lange tijd - na alle opwinding over het gelazer met het slot. En vervolgens de beroering tijdens het al weer tweede bezoek aan de vervangend manager vanwege de ontstane commotie. Lex drinkt bier, wordt los en vertelt heel veel over zijn reizen voor verslaggeving over de Oranjes. De adjudant die mee is, is inderdaad geleend van Beatrix. Hij heeft gediend onder Pim Osieck. Vanavond vond het Liberation Concert plaats, uitgevoerd door de Nederlandse Koninklijke Militaire Kapel. Ik was ook naar de generale repetitie gegaan waarbij Pieter van Vollenhoven, Pim Jacobs en Louis van Dijk op drie vleugels musiceerden. Tijdens de voorstelling ontpopte Van Vollenhoven zich als een volwaardige conferencier, wat eigenlijk niet bij zijn status past. Hij begaf zich ook wel eens op het randje van het onbetamelijke, bijvoorbeeld toen strompelende oorlogsveteranen vroegtijdig het concert verlieten, waagde hij het om hier ongepaste | |
[pagina 125]
| |
opmerkingen - wat als zij het niet langer konden ophouden? - over te maken. Hij dankte ambassadeur Fietelaars voor de geslaagde avond en diens bloemetje voor zijn pianospel en voegde eraan toe dat het maar een goedkoop avondje was geweest, want de ambassade had vrijkaarten verstrekt. Ik ging door de grond. Een Hollandse boer blijft toch altijd een Hollandse boer. Ze merken het niet eens. Jessa van Vonderen zag er goed uit, ze was naar de kapper geweest, maar mevrouw Martens has a touch of Rasputine. Margriet is erg nerveus voor haar toespraken. Haar vertoon is prima. Ze realiseerde zich in het vliegtuig dat van haar verwacht werd dat ze wat toespraken hield en ze flanste met mevrouw Martens wat in elkaar. De adjudant van de koningin was prima. De ambassadeur, Johannes Fietelaars, een Brabander, zei tegen me: ‘Ja, maar ik heb ook goeds over u gehoord.’ Eigenlijk is iedereen vreemd en nerveus als ik arriveer, na alle verhalen die ze over me gehoord hebben, maar als het ijs dan gebroken is, komen ze in rijen aanpappen. Erg vreemd allemaal. De dirigent van de Koninklijke Militaire Kapel liep naar me toe en vroeg hoe ik het gevonden had. Blijkbaar toerde deze show van Pieter van Vollenhoven ook door Nederland.Ga naar voetnoot113 Hij had al een paar miljoen binnengehaald met de ‘Pietershow’. Henrik de Groot (45) vindt zichzelf zeer chique, hij ziet er ook wel okay uit, hij is een soort expert op het gebied van protocol. Hij kwam bij me zitten en wees er niet één, maar meerdere keren op hoe prima het zou zijn indien zijn baas burgemeester Havermans van Den Haag die ook mee is, in mijn artikel voor Story zou opduiken.Ga naar voetnoot114 Hij vroeg of Lex foto's wilde maken als Havermans cd's van Pieters show gaat aanbieden. En na overleg met Van Vonderen werd aldus besloten. De protocolspecialist benadrukte het verzoek net een paar keer te vaak - zie het natuurlijk absoluut niet zitten, maar ik zal het ‘verzoek’ doorgeven. Toen ik tegen Jessa van Vonderen zei een positief artikel te zullen schrijven antwoordde zij: ‘Ik hoop dat de samenwerking zo plezierig zal blijven.’ | |
[pagina 126]
| |
19 mei 1995Ik verblijf in een toeristenhotel. Dat boek ik dus nooit meer. We belandden in het huis waar prinses Juliana tijdens de oorlog woonde en wat voor 2,5 miljoen dollar te koop staat. Ik herinnerde me hoe tijdens de Duitse bezetting clandestien foto's van de Oranje-familie die in dit huis genomen waren, circuleerden, en die wij als kostbaar bezit beschouwden. Er was veel Canadese pers. Margriet moest in de eetkamer van de villa de Canadese pers te woord staan. Voorafgaand aan de persconferentie zei Van Vonderen dat Margriet dit soort bijeenkomsten absoluut afschuwelijk vond. ‘Geen probleem,’ zei ik, ‘ik ga tegenover haar zitten en zal zorgen dat er een prima sfeer komt.’ Ik voegde de daad bij het woord en de foto's van Lex van Lieshout leverden het bewijs. Na het gesprek gaf ik een kort interviewtje voor de Canadese televisie. Later heb ik grapjes gemaakt over deze persbijeenkomst met Margriet, en onderstreept dat Javaanse guna guna me in staat stelde de prinses volledig op haar gemak te stellen, maar ik wijdde er verder geen letter aan in mijn dagboek.Ga naar voetnoot115 Toch zou dat gebeuren uiteindelijk tot een gigantische rel leiden en het ontslag van Jessa van Vonderen als woordvoerster van de koningin opleveren. Maar dat wist ik dus die dag in Ottawa niet. | |
20 mei 1995Er gebeurde niet veel vanochtend. Margriet werd aangekondigd een woordje te spreken, maar ze weigerde. Je kunt zien dat ze gelaten de shit doorploegt. Ze moest een taart snijden, en ook dat weigerde ze. Pieter zei nog: ‘Als ik je er bij help,’ en sleepte haar mee. Bij het planten van een boom, hetzelfde gelazer. Een man moest haar helpen, maar de aarde viel ernaast. Nam enkele foto's. Pieter ging later golfen. Lex en ik hadden gevraagd daar foto's van te mogen maken. Maar men weigerde. Dit zijn allemaal fotokansen, maar voor mij is niets geregeld, in tegenstelling tot Thomas Lepeltak. We moeten hier wat aan doen. Lex van Lieshout kijkt nu anders dan toen ik hem pas ontmoette, hij doet ook anders, en we beginnen het goed met elkaar te vinden. In het hotel zeiden ze dat het korte interview buiten Juliana's huis op de Canadese televisie is uitgezonden. Wat ik eigenlijk steeds duidelijker merk, is dat er wrijving is | |
[pagina 127]
| |
tussen Buitenlandse Zaken en de rvd. Ik vrees, ook over mijn aanwezigheid. Buitenlandse Zaken wijst me hoe dan ook af, maar de rvd wil best met me samenwerken. Ik word nergens voor uitgenodigd, dit in tegenstelling tot Lepeltak. Wat het allemaal aantoont, is dat het gedonder met Den Haag gewoon doorgaat. Mijn oorlog met deze mensen is zelfs nog niet begonnen, ook al mag ik voor het eerst van mijn leven met het koningshuis mee op reis. | |
21 mei 1995Vandaag zou er een boottocht op de rivier worden gemaakt. Toen ik arriveerde, werd door de persattaché gezegd tegen de controlerende dame: ‘Hij staat niet op de lijst, maar hij is oké.’ Ik heb in het bijzijn van Lex van Lieshout nu met de ambassadefunctionaris besproken hoe ik mijn uitnodigingen had moeten krijgen. ‘Alle uitnodigingen zijn in uw hotel afgegeven, dat weet ik zeker,’ zei de man. ‘Waarom sta ik dan nu weer niet op de lijst voor de boot,’ vroeg ik. ‘Dat is een administratieve fout geweest,’ zei de lul. Het is de tweede natuur van Buitenlandse Zaken-personeel om glashard te liegen wanneer zij met onoorbare zaken bezig zijn. In Djakarta was het ‘een technische fout’. Ben vervolgens met Lex naar de balie van het hotel gegaan. Er lag niets, en er was niets afgegeven. Lex zei dat bij zijn reis naar Canada met Beatrix in 1988 er een map met uitnodigingen, een fles whisky en een fruitmand in zijn kamer klaarlagen. Nu ook bij hem niets. Belde met Peter in Johannesburg. Hij vraagt altijd eerst of ik een fijne tijd heb. Ik bevestigde dit, maar ondertussen erger ik me groen en geel aan het gelieg om me heen. Door een samenloop van omstandigheden stond ik op een gegeven moment samen met Pieter van Vollenhoven op het bovendek. We hebben ontspannen tien minuten staan praten, ook over mijn proces tegen de Staat. Hij leek van de ene verbazing in de andere te vallen. Hij vroeg zelfs naar de achtergrond van mijn Indische familie. Hij begreep dat Luns me de rode kaart had gegeven, maar wat hem verwonderde, was dat Luns kans had gezien de heibel tot op heden te laten voortduren. Hij luisterde aandachtig naar wat ik vertelde. De adjudant van Beatrix, Doede Keuning hield andere mensen op een afstand, zodat we rustig konden spreken. Ik vertelde hem zeer verbaasd te zijn geweest over zijn pianotrio. ‘Dat had u moeten weten, als journalist, ik heb ook in Den Haag gespeeld.’ Ik | |
[pagina 128]
| |
zei maar niet dat ik heel graag naar pianomuziek ging, maar dan niet zijn genre. Hij vertelde voor liefdadigheid in België en de vs te hebben geconcerteerd. ‘Ze zijn in Nederland wel erg kritisch,’ verzuchtte hij. Ik vroeg of hij een keer zou gaan schrijven. ‘Ik houd wel notities bij en soms vraag ik me zelfs af of ik in mijn vakgebied alsnog zal gaan promoveren.’ Ik wist niet wat dat dan was, maar liet het achterwege het hem te vragen. Volgens zijn logica zou hij anders helemaal gaan twijfelen of ik wel een journalist ben. Margriet kwam er ook even bij staan. Toen ik tegen hen zei dat de kaas me uit de bek viel toen ik Pieter hoorde optreden, begon Margriet: ‘Ah, Maître Corbeau...’.Ga naar voetnoot116 Margriet zag er in rood-roze zeer bekoorlijk uit, en ze droeg aantrekkelijke juwelen. Want soms is het hommeles. Mevrouw Martens besloot met de chef protocol van Canada, waar ik bij stond, de rest van het middagprogramma te schrappen vanwege de regen. Het blijft een zeer vreemde dame en verdomd, ze lijkt in alle opzichten op juffrouw Buringh Boekhoudt. Ik vroeg waar ik een exemplaar van Persona Non Grata voor Pieter en Margriet naartoe kon zenden en zij wilde een kaartje grijpen, maar bedacht zich. Wat me ook opviel was dat Pieter op bepaalde onderwerpen - bijvoorbeeld prins Bernhard - gewoon niet reageerde. Vond dit wel vreemd. Ik sprak ook over Rijkens en de rol van Bernhard, maar het leek geen belletje te doen rinkelen. Over zijn optreden als conferencier zei hij: ‘Het vereist voortdurende training, vrijwel dagelijks.’ Hij luisterde heel ernstig. Hij heeft ook aan de andere pols een armband. Ik geloof zelfs twee. | |
22 mei 1995TorontoWe hebben het Sunny Brook Science Centre bezocht, een ziekenhuis voor oorlogsveteranen. Ik zat naast een invalide Canadese piloot, die 34 vluchten over Nederland naar Duitsland had gemaakt. Ik werd heel naar van al die oude mannen in rolstoelen. Margriet toonde hen een video over de bevrijdingsfeesten in Wageningen en Apeldoorn, waar haar vader een prominente rol in vervulde. Zij zat informeel op de rand van het podium te vertellen. Eigenlijk stond de katheder haar in de weg en omdat niemand wat deed en ook de adjudant aarzelde, stond ik op | |
[pagina 129]
| |
om het ding te verzetten. Later zei mevrouw Martens tegen me: ‘U redde de situatie met uw krachtdadig optreden.’ Vanochtend om 09.00 uur in het vliegtuig naar Toronto heb ik Pieter van Vollenhoven het flesje Forbidden gegeven wat ik van Jan Willem van Cruysen van Metz & Co meekreeg. Hij zat naast de ambassadeur. Die man is 59 en toen ik mijn theorie over keeping the plumbing running verkondigde, zei hij dat zijn shooting power terugliep. ‘Zorgt u dat de zaak niet verkroepoekt,’ gaf ik hem mee. Toen we naar het War College reden voor een tuinfeest, mocht onze auto niet in de stoet mee. ‘Ook de eerste keer,’ zei Lex van Lieshout. De hele trip werd begeleid door Bowden van protocol, Lex en ik werden vergezeld door een jonge rechtenstudent, Jason Shelly. Hij was verbaasd toen ik hem zei dat Bowden homo was, en nog meer toen ik hem vertelde dat ik mannen opzocht in sauna's en clubs. De Canadezen hebben gesloten geesten, zoals Afrikaners. En toch waren zij het die Zuid-Afrika bekritiseerden vanwege apartheid. |
|