Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Memoires 1998-A (2021)

Informatie terzijde

Titelpagina van Memoires 1998-A
Afbeelding van Memoires 1998-AToon afbeelding van titelpagina van Memoires 1998-A

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (58.89 MB)

Scans (13.49 MB)

ebook (64.02 MB)

XML (0.55 MB)

tekstbestand






Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/autobiografie-memoires


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Memoires 1998-A

(2021)–Willem Oltmans–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 90]
[p. 90]

Johannesburg

19 maart 1998

Amsterdam-Kaapstad

Om 16.00 uur, juist voor ik naar Schiphol moest afrijzen, arriveerde een brief van de Sociale Dienst. Ik moet een vragenlijst invullen voor een heronderzoek op 30 maart. Ze zitten me dus weer achter mijn reet. Ik heb ze snel een briefje geschreven dat ik voor mijn rechtszaak naar Pretoria moet en dat de vragenlijst wel door iemand zal worden opgestuurd. Voor vragen kunnen ze bij Pasman en Nicolaï terecht.

Bij het Centraal Station zei een jongen met een meisje: ‘Willem Oltmans, je bent mijn held!’ Toen stopte hij en zei dat hij het had bescheurd toen ik bij Felderhof ‘wat doe je met de andere helft’ (van het ei) zei tegen Nel Benschop. Zo'n anekdote vind ik verschrikkelijk.

Tot mijn stomme verbazing stond Wouter Kok met Gita ineens voor mijn neus op Schiphol. Ik hou niet van verrassingen, maar kwam ervan af met een cappuccino.

Ik heb maar één stuk kaas en drie flesjes ketjap bij me voor Peter. Een beetje mager allemaal.

Eduard had blijkbaar aan Iwan Beek gevraagd om wat geld achter te laten in mijn brievenbus, als extraatje voor de reis, maar hij had het in een open envelop, ‘met love van Eduard’, in buurman Henry's brievenbus gestopt.

Ik heb tot 03:00 uur met een Belgische reisagent zitten praten. Ben doodmoe en echt geradbraakt.

De man achter me, een kloot met een kerkgezicht (bleek, rond de 28), trapte de hele nacht tegen mijn stoel. Niet leuk.

Stoffelen had tegen Ellen gezegd dat Van Mierlo zeer geïrriteerd was over de grote hoeveelheid post die ik bij hem thuis in de bus heb gestopt. Stoffelen had hem uitgelegd dat de hele affaire me te veel werd.

Freud zei in 1905 (toen hij zelf 49 was) dat mensen van 50 en ouder niet veel uit psychoanalyse konden halen. Freud dacht: ‘The elasticity of the mental processes on which the treatment depends is as a rule lacking.’Ga naar voetnoot95 Fout. Men moet niet wachten

[pagina 91]
[p. 91]

tot hij 50 is en in de overgang naar de zonsondergang, maar er zou voldoende training moeten zijn voor de ramp toeslaat, om zo in staat te zijn er zelf vloeiend mee om te gaan wanneer de ellende begint.

12:10 uur, Johannesburg

Vreemd om hier te zijn en vervolgens eerst naar Kaapstad te reizen. Maar Peter slaapt toch.

Broer Theo zou vandaag 70 jaar zijn geworden. Onvoorstelbaar. Waarom was het hem niet gegund?

18:45 uur, Kaapstad

Broer Hendrik stond in de eerste rij wachtenden. Ik omhelsde hem (aarzelend). Hij was in tranen en zei: ‘I lost my marbles,’ waarmee hij bedoelde dat hij verkeerd was gereden op weg naar het vliegveld en me bijna gemist had. Ik had mijn rode sweatshirt uitgedaan, en kreeg het voor elkaar dit te verliezen. Hoe kan dat? Het is dan ook erg vreemd om hier weer te zijn, en ik voel me geradbraakt.

We reden naar zijn huis. Hij wist niets van mijn rug en het gipskorset, wat hij volledig vergeten bleek te zijn. Maar van vroeger wist hij wel alles. Zijn kamer was een grotere zooi dan ooit. Hij moet ongeveer ieder uur plassen, maar doet er niets aan.

20 maart 1998

De perspectieven voor de ananashandel zijn positief door groeiende exportverwachtingen.Ga naar voetnoot96 Dit bericht brengt me in herinnering dat mijn vader zich ooit heeft beziggehouden met het inblikken van ananas in Port Elizabeth.

Ik maak me toch steeds meer zorgen over de ‘avonturen’ van broer Hendrik met kinderen van soms acht jaar oud. Er stond een foto van een blond jongetje op de kast: ‘He comes and sleeps with me and tells me exactly what he wants or wants me to do.’ Ik vind dit ontzettend griezelig, omdat het tegen de wet is. Er komen ook twee broertjes (van dertien en vijftien, uit Oekraïne), die beiden soms op een matras in zijn appartement slapen.

[pagina 92]
[p. 92]

10:45 uur

Ik luister naar Horowitz. Het is het meest goddelijke weer van de wereld.

Volgende week komt Clinton op bezoek in Zuid-Afrika. Voor dat bezoek nemen de Amerikanen 17 vrachtvliegtuigen, 4 helikopters, 300 ambtenaren, 800 beveiligers en 150 journalisten mee.Ga naar voetnoot97

Hendrik had geen contact met Nellie gehad over de verjaardag van onze overleden broer. Op de een of andere manier geeft Hendrik er niets om of hij haar ooit nog ziet.

Ik zit op Hendrik te wachten, en twee mooie jonge zwarte jongens komen langs: ‘Helloh boss.’

‘I am no boss, I am your friend.’ Het moet eens gezegd worden.

15:30 uur, Seepunt/Sea Point

De zee ruikt zo heerlijk. De surfers zijn er als altijd. De golven zijn vandaag enorm en de zon is goddelijk. Ik geniet van elke minuut.

Ik schreef Ellen Pasman dat sommigen ernaar streven ‘geslaagde’ advocaten te zijn, en anderen ‘geslaagde’ journalisten, maar er is ook nog zoiets als ‘geslaagd’ zijn als mens, waarbij je je zelfrespect behoudt en zo eervol mogelijk leeft.

Hendrik zei dat hij recentelijk uit de kast was gekomen ‘but I am still for 3/4 inside.’

Ik zie een prachtige Indonesische jongen uit het water komen terwijl ik luister naar Horowitz, die mijn favoriete prelude van Rachmaninov speelt. Wat wil je nog meer?

Niels Viljoen pikte me om 17:15 uur op. Het bedroefde me om te horen dat hij naar Canada wil verhuizen. Zijn ouders lopen voortdurend gevaar op de boerderij. Als ze de boerderij verkopen verliezen ze veel geld, maar als ze dat niet doen, worden ze misschien vermoord. Op het eerste gezicht lijkt alles normaal in Kaapstad, maar alles gaat ten onder. We gingen naar de flat die zijn ouders voor hem hadden gekocht, waar ‘een vriend’, Peter, op bed televisie lag te kijken. Niels vertelde dat nu zelfs afgestudeerde ingenieurs bij hem in de winkel kwamen solliciteren voor een baantje als cd-verkoper.

We aten spaghetti in de Kloofstraat en wandelden vervolgens naar Waterfront. Er waren meer auto's te zien dan ooit, maar het is allemaal een façade ben ik bang. Zuid-Afrika verkeert in een ontkenningsfase.

[pagina 93]
[p. 93]

Niels adviseerde me When Mandela Goes van Lester Venter te kopen (wat ik deed, voor 91 rand), omdat zijn vader erdoor geschokt was.Ga naar voetnoot98

In Waterfront trof ik een oude kennis. Hij zei: ‘They might put a knife in your back, even if you only have 8 rand with you.’ Ik had terloops gezegd dat ik niet meer dan dat bij me had. ‘They begin asking you for a cigarette, to test your accent.’ Dat hebben ze inderdaad al bij me gedaan.

's Avonds belde ik Peter vanuit het budgethostel, Ascot Manor Guest House in Sea Point, waar ik verblijf, en vertelde hem dat de zon hier geweldig was, waarop hij reageerde: ‘How vain can you get?’

In West-Kaap moeten vijf ziekenhuizen sluiten vanwege bezuinigingen, waarmee 3.816 banen in de gezondheidszorg verdwijnen.Ga naar voetnoot99

Ik nam om 21:50 uur een minibus naar Strand Street, richting Cape Sun Hotel, waar ik morgen met Hendrik heb afgesproken. Maar op dit tijdstip is het centrum aan diggelen door oneindig veel groepjes zwarten, die zingen en rumoerig zijn, en veroorzaken dat ik oordoppen moet dragen om te kunnen lezen op het terras van Cape Sun. Een aardige jongen - ik denk een nicht - kwam me een hand geven: ‘Doorzetten, laat je niet op je kop zitten.’

21 maart 1998

Ascot Manor Guest House

Mijn verblijf in het hostel kost 120 rand per nacht, maar het is prima.

Het is prachtig weer. De zeegeur is ‘des aarde’, een geweldige geur.

In Vrijburg zijn er al dagen rellen sinds een zwarte minderheid van studenten in een witte school heeft geklaagd over discriminatie. De cavalerie is nu zwart. Niels vertelde ook over Bloemfontein, ooit het centrum van de blanke militairen en para's, ‘It's now all black.’

Ik schreef een briefje aan Beatrix, ter gedachtenis aan 24 maart, de verjaardag van mejuffrouw Buringh Boekhoudt. Maar toen ik de tekst klaar had, stond het me tegen. Waarom zou ik deze moeite doen? Bovendien blijft Ellen zeggen - waarschijnlijk door haar gesprekken met Lubbers en Jurgens - dat ze er helemaal niet zeker van is of Beatrix wel een ‘vriend’ is.

[pagina 94]
[p. 94]

Cape Sun Hotel

Broer Hendrik pikte me op bij het Cape Sun Hotel, waar ik al vroeg weer op het terras zat, en we gingen van daaruit naar Camps Bay. Hij kon het niet vinden, we reden verkeerd en ik moest hem de weg wijzen. Toen wilde hij eerst in de auto zitten en praten, daarna gingen we naar een terras, waar we enkele jaren geleden met Nellie zaten.Ga naar voetnoot100 Maar Hendrik beweerde bij hoog en bij laag dat het de eerste keer was dat hij op deze plek was. Hij is duidelijk aan het dementeren.

Ik wist niet of ik mijn oren moest geloven toen we twee kleine jongens van bijna vijf jaar zagen - die klommen op een soort houten schommel - en hij me zei: ‘I love them, I eat them.’ Het klonk eng. Hij zei dat Oleg, de oudste Oekraïense jongen, hem vannacht om 01:00 uur was komen bezoeken, in een stoel ging zitten, zwaar rookte en toen naar een feestje ging. Vervolgens was Jason gekomen, ik denk dat hij acht is, en hij had om 100 rand om op vakantie te gaan gevraagd en gekregen. Ik begin het behoorlijk abnormaal te vinden en boven alles zeer gevaarlijk. Ik ben erg bang dat hij op een dag nog tegen de lamp loopt, omdat het allemaal erg strafbaar is. Van een jongen die een schram op zijn been had zei hij dat hij het wegzoende. Ik vind het allemaal heel zorgelijk. En dan vertelt hij hoe spullen uit zijn appartement zijn gestolen: een Zwitsers zakmes, een meerkleurenpen et cetera. Toen ik hem daarop vroeg of mijn koffer daar wel veilig stond, was hij geïrriteerd.

Het boek van Venter is inderdaad choquerend, zeer goed, doordacht en informatief. Het tekent de loop van de gebeurtenissen na Mandela in groot detail uit. Mbeki's curriculum op pagina 78 noemt zijn jaar militaire training in de Sovjet Unie niet.

Een Zuid-Afrikaanse jongen (met vrouw en kind) stapte uit een kafferbusje en sprak me aan: ‘U bent Nederlander, ik heb u bij Van Dis gezien en zo.’ Dat is de tweede vandaag.

Ascot Manor Guest House, middernacht

Niels kwam me eind van de middag ophalen. We reden naar Muizenberg, waar een Nederlander een restaurant heeft. Ze hadden er nasi en bami. We waagden er ons echter niet aan en namen steak. Het was een zeer aangename avond. Ik sprak met Niels over Hendrik, wat ik misschien niet had moeten doen, maar Niels kent de gewoontes in dit land beter. Hij denkt ook dat hij de kans loopt naar de gevangenis te gaan. Niels zei ook

[pagina 95]
[p. 95]

dat Hendrik zichzelf blootstelt aan chantage. Er hoeft maar een jongen te praten en hij heeft de politie aan de deur.

We gingen nog even naar Waterfront, maar het was vanavond te gevaarlijk, dus ik ging vroeg naar huis. Iedereen vraagt geld.

22 maart 1998

Venter zegt dat de economische groei groter moet zijn dan de bevolkingsgroei, anders kom je in de problemen. Wat hier gebeurt is rampzalig, omdat naast het lokale neuken, ook tienduizenden zwarten uit heel Afrika dit ‘paradijs’ binnenkomen om ‘rijk’ te worden door illegale geldtransacties, wapenhandel en maffiatrucjes. Zuid-Afrika is voorbij en gaat helemaal de vernieling in.

Ik schreef Paul dat er misschien een brochure aankomt tegen het eind van het jaar. Een boek over het proces, waar hij om vroeg, moet van Ellen komen. Het is duidelijk dat Kaat Verrips door haar zoons is ingefluisterd hoe zich te gedragen in de rechtszaal: ze loog of kon zich niets herinneren. Ik zal de verklaring lezen en dan reageren. Gelukkig is er de verklaring op 19 september 1996 van Bob Tapiheru, die duidelijk was over de boodschap van Verrips: namelijk dat Bob en ik gevaar liepen geliquideerd te worden.Ga naar voetnoot101 Ik moet Ellen goed duidelijk maken dat ik niet te porren ben voor een ‘fooi’ na al deze onrechtmatigheden. De Staat zet in op een regeling voor aangetoond onrecht tot 1980 uit angst dat ik kan bewijzen wat er daarna nog gebeurd is.

Ik sla vandaag broer Hendrik over. Ik ben er eindelijk van overtuigd dat het zo goed als niets voor hem betekent of ik naar Kaapstad kom of niet. Vroeger had hij wel eens met Wim Tiel (who was a classic asshole) gebeld, zei hij. Maar mij heeft hij nooit getelefoneerd, vorig jaar niet (met mijn gebroken wervel), en pas ook niet met mijn prostaat. Toch is het eveneens waar: ik bel Peter wel, maar hem nooit. Ik twijfel altijd omdat ik weet hoe bot hij kan reageren als hij niet gestoord wil worden. Ik heb al vaker gedacht hem voor het laatst bezocht te hebben, maar deze keer denk ik echt dat het een afscheid is. Ik wil het niet, ik vind het niet leuk, maar ondanks wederzijdse herinneringen aan het verleden zijn we te ver uit elkaar gegroeid.

En er was nog iets. Een dame in zijn flat beschuldigt hem al een aantal jaren dat hij haar autobanden leeg laat lopen. Hendrik heeft nu tegen de conciërge gezegd: ‘Next time I kill her.’ Wat is er toch met hem?

[pagina 96]
[p. 96]

Ik geniet van de zon en de zeelucht en het lezen van de zondagskranten en van het boek van Venter.

Sea Point

De surfers hier zijn nog steeds allemaal blank en Aziatisch, en het zijn alleen jongens. Plots gebeurde er iets vreemds, de goden waren weer aan het werk. Ik keek hoe de surfers na een hoge golf weer terugkwamen en ineens kwam een gebruinde, blonde krullenbol, Yango (19, Griekse voorouders) op me af: ‘Is that you, Hank?’ Hij herkende een Oltmans. Hij was in geen zeven jaar in de Libertas flats waar Hendrik woont, geweest. Ik zei voorzichtig dat ik bezorgd was dat mensen over die jongens daar zouden praten. Yango antwoordde: ‘Well, how could I explain to my mother when she asked why I went to see this old man? Hank is cool, he helps people.’

‘That's true,’ zei ik, ‘he is a latter-day Santa Claus,’ waar Yango het mee eens was. Hij wil gaan surfen in Indonesië. Ik gaf hem mijn adres in Amsterdam voor het geval hij daar ooit eens komt.

Toen kwam Dieter erbij staan, een lange blonde jongen die gisteren al langs liep met zijn prachtige Indo-vriend die ik toen aandachtig bestudeerde. Yango stelde me aan hem voor. God wat een lijf: slank, zonder een gram vet, prachtig. Hij is visser. Ze gedroegen zich zeer beschaafd en schudden handen bij het voorstellen, prima jongens. Het resultaat van deze korte afleiding is - dat was het in ieder geval zeven jaar geleden - dat de situatie in de Libertas flats misschien minder alarmerend is dan ik dacht. Maar ik blijf de verhalen van nu toch verontrustend vinden.

The Sunday Independent schrijft over mensenrechten en roept de vraag op wat mensen aan vrijheid van meningsuiting en vrijheid van vereniging hebben, als zij niet eens weten hoe ze aan hun eten moeten komen. De krant haalt een uitspraak van Mandela aan, die zei dat je niet zoveel merkt van de voordelen van democratie als je arm en werkloos bent.Ga naar voetnoot102

Venter heeft het over ‘the immorality of its apartheids policy’. Ik ben het er niet mee eens. Ik zie het apartheidsbeleid niet bij voorbaat als iets immoreels.

23 maart 1998

Ik nam een kaffertaxi naar Strand Street. Ik kopieerde even verderop in het Cape Sun Hotel een brief aan Ellen Pasman en

[pagina 97]
[p. 97]

bracht een briefje naar Buthelezi's kantoor op Plein Street 20. Hij is hier in Kaapstad; Mokoena is in Pretoria. Toen ik bij Tuynhuys langskwam, reden generaal Viljoen en zijn vrouw net naar buiten.

Ik belde Christo, die zei: ‘Ben je in Zuid-Afrika? Evans is weg bij Buitenlandse Zaken.’

‘Ik zou hem graag ontmoeten,’ zei ik.

‘Ik denk niet dat het wat uithaalt,’ reageerde Christo.

‘Nee, maar ik zou hem graag willen laten zien dat ik een aardige vent ben, en niet wat Den Haag hem heeft verteld.’

Ik heb een voldaan gevoel, want de eerste stap naar het inzien van mijn dossier is gezet. Ik ben voor 1,50 rand van mijn hostel in Sea Point naar de stad gereden, deed wat ik moest doen en liep de heuvel op, op weg naar het appartement van Hendrik.

Steeds meer mensen stappen in de zwarte kafferbusjes, en mijn eigen beperkte budget zorgt ervoor dat ik hetzelfde doe. Minder geld betekent dichter bij de basis van het leven.

Libertas appartementen

Ik moest niet voor 11:00 uur opbellen, want dan was hij altijd in bad. Maar hij is er helemaal niet. Ik wilde hem verrassen, denkende dat hij uitkeek naar een telefoontje of een bezoekje van mij. Maar misschien wilde hij mij juist verrassen en is hij naar Sea Point. Ik besloot even rond te wandelen en over een uur terug te komen.

Hendrik arriveerde om 12:15 uur. Tommy was tegen elf uur gekomen en vroeg erom rondgereden te worden, wat natuurlijk voorging. Dus hij was 75 minuten onderweg geweest. Ik deed alsof er niets mis was, maar hij kondigde aan dat hij moest lunchen met Luciens moeder Irene, omdat de zus van Lucien jarig was. Hij had echter 700 rand apart gehouden waarmee we eerst een ticket voor mij gingen kopen, waarvoor ik hem meerdere malen bedankte - einde verhaal. Hij zette me bij mijn hostel in Sea Point af. Vannacht hadden de beide jongens uit Oekraïne in de gang op een matras geslapen. Hij is net de rattenvanger van Hamelen, zonder omkoperij zou nooit iemand bij hem komen.

Hendrik zei dat Zuid-Afrika in een onmogelijke positie zit: een regenboognatie die op voorhand verdoemd was. De minds liggen mijlenver van elkaar en zullen elkaar in een eeuw niet vinden. Het doet me ook steeds aan Suriname denken, en de hardnekkige weigering van Den Haag om te onderkennen dat dat het een andere wereld is dan Nederland.

[pagina 98]
[p. 98]

Ik begrijp overigens nu pas waarom de kaffertaxi's als gekken rijden: om elkaar te proberen voor te zijn en klanten op te pikken. Bedelaars hier zijn racisten, die alleen de blanken om aalmoezen vragen. Het is tegenwoordig wel normaal voor blanken om in de busjes te stappen.

Het weer bleef goddelijk: blauwe lucht, zon, ongelooflijk. Maar ik was te veel verbrand, omdat ik gisteren te lang in de zon met Yango praatte.

Ascot Manor Guest House

Niels kwam me om 17:15 uur ophalen. We aten een Chinese maaltijd. We voerden lange en serieuze gesprekken en dronken koffie in Waterfront. Hij wil echt weg uit Zuid-Afrika. Zijn ouders zitten vast op de boerderij, en zullen er niets voor krijgen. Blanken zitten in dit land in de val, maar de society-bijlage in de Cape Times gaat gewoon door. Het is de zwanenzang van wat ooit was. De meeste blanken in dit land zitten nog in een droomtoestand, niet in staat te zien dat de zwarten steeds dichterbij komen en hen eruit willen hebben. Een desillusie zal volgen.

24 maart 1998

Ik had mijn eerste ejaculatie sinds 9 januari. Ik voelde wat nats, maar het leek niet op het sperma van vroeger. Ik haastte me uit bed. Zal ik nog ooit een normale zaadlozing kunnen krijgen? Het maakte me een beetje overstuur, wat ik reflecteerde in mijn houding naar Peter-Hans (of heette hij anders?), een Italiaanse Joodse jongen uit Zürich, wielrenner, donkere bruine ogen, die op de boulevard zei dat hij eerst werd aangetrokken door mijn haar, toen mijn gezicht en daarna mijn pik. Hij reed me naar het hostel, en we doken om 00:30 de koffer in en waren daar urenlang aan het rommelen. Ik ben nu totaal geradbraakt. Hij wilde om 06:00 uur weer beginnen, maar vertrok om 07:00 uur, misschien een beetje verafschuwd van zichzelf, of mij? Morgen is de operatie zes weken geleden, dus ik was een dag te vroeg.

16:45 uur, vliegveld Malan, Kaapstad

Hendrik kwam me ophalen. We reden naar zijn woning in de Libertas flats in Gardens. Het eerste wat Henk zei, was dat Hugo van Reijen vanmorgen vanuit Bali had gebeld. Hij was op weg naar Sydney, en wilde me groeten. Waarom belde deze spion, en hoe wist hij dat ik in Kaapstad was? Het signaal is duidelijk: ‘wij’ van de inlichtingendiensten weten waarheen je gaat.

[pagina 99]
[p. 99]

Bij het flatgebouw stonden Bryan en Oleg en vroegen om geld voor de kapper. Ik begon het eigenlijk erg zielig te vinden; die jongens zitten alleen achter zijn geld aan. Hij zei dat hij geen geld had en na nog een tweede poging gingen ze weg. Ook Serge kwam even later naar het huis, op de prachtige fiets die Hendrik hem had geschonken. Henk zoende hem in mijn bijzijn, maar ik wilde het niet zien. Ik verheug me nu zeer op het weerzien met Peter. Zal ik ooit nog eens terugkomen op het vliegveld van Kaapstad?

Hillbrow

Peter stond alleen bij de gate toen ik aankwam. Er was nergens een parkeerplek en Edwin zei dat hij zou wachten bij de avis autoverhuur. Ik wisselde geld en zal er de rest van de reis mee proberen te doen. Peter zag er erg goed uit, en ik zei hem dat ik hier voor hem ben, wat waar is. We gingen naar huis en spraken veel, maar ik was uitgeput na de nachtelijke seks. We aten een heerlijke pasta en ik gaf hun wat geld om in de kosten te delen. Poes sprong op mijn schoot, net als vroeger.

Peter had erg veel werk gemaakt van mijn kamer: er lag een brief die ik hem stuurde in 1995 en ook een met bloemetjes uit 1997. Ze hadden het huis zo mooi gemaakt. Peter was erg blij met de spullen die ik voor hem had meegebracht, vooral met de Chinese thee.

In het vliegtuig ontmoette ik Louis Krüger, een schrijver-dominee die vier romans heeft geschreven. Hij heeft een vrouw en twee kinderen. Hij publiceerde bij Wim Hazeu, bij Fontein en bij De Prom. Hij heeft ongewoon mooie ogen. Hij zei me twee keer gezien te hebben bij het strand van Sea Point. De jongen is buitengewoon aantrekkelijk, en komt duidelijk op mijn radar als homoseksueel.

Louis noemde Nederland ‘a fools paradise’ en Zuid-Afrika een plaats ‘where reality is played out’. Iedere keer wanneer ik ‘God’ zei, wierp hij eerst zijn ogen ten hemel en zei: ‘Je spreekt veel met hem.’

Secretaris-generaal van het anc Kgalema Motlanthe heeft tijdens een vierdaagse bijeenkomst van de partij over Afrikaners (blanken dus) gezegd: ‘They feel as if they are an endangered species.’Ga naar voetnoot103 Wat hij zegt is waar, want dat zijn ze ook.

De afgelopen twee jaar hebben 260 politieagenten zelfmoord gepleegd, iedere maand stoppen 450 agenten met hun werk en dagelijks zijn 10.000 agenten in heel het land afwezig. Dat is de

[pagina 100]
[p. 100]

toestand van het politiekorps in Zuid-Afrika. Het einde van het apartheidsregime heeft tot gevolg gehad dat de agenten nu met of voor de mensen moet werken, waar zij voorheen tegen moesten optreden. Het geweld in het hele land (ook tegen agenten) neemt schrikbarend toe, en door een slecht functionerend rechtssysteem worden misdadigers niet of laag gestraft.Ga naar voetnoot104 Het is absoluut verschrikkelijk. Een leven in Zuid-Afrika stelt niets voor, en het groepsdenken maakt het verschil tussen blank en zwart alleen maar groter.

Karina Sukarno had vanmorgen naar Hillbrow gebeld, en had lang met Peter gesproken. Hij staat erop dat ik haar terugbel, maar het is Edwins telefoon. Ik zal wel zien.

Met Sue ging het goed. Ze sloeg haar armen om me heen. Ik ben blij dat ik paaseitjes voor haar heb meegebracht.

25 maart 1998

Vanmorgen lag er traditioneel een lange brief van Peter. Tot nu toe ben ik alleen naar buiten gegaan om kranten te kopen aan de overkant van de straat. Ik ga niet veel meer naar buiten.

Ik belde Sonja Beukes om mijn dossier te komen inzien. Ik heb morgen met haar afgesproken. Vlak daarna belde een hijger. Ik hing op en zette het antwoordapparaat aan. De hijger belde opnieuw. Het zou me niet verbazen als ik die klootzakken weer achter me aan heb.

Dit is weer zo'n aantekening die ik met de grootste tegenzin opneem: Broer Hendrik vertelde dat hij een achtjarige blonde jongen optilde om de pik van het kind bij de zijne te krijgen (waarom?) en dat zijn rechterarm blauw werd. De jongen vroeg wat het was en Hendrik zei dat hij door een beest gestoken was. Maar wat is hij in godsnaam aan het doen? Ik heb hem Serge zien kussen toen we vertrokken, maar ik heb me afgewend omdat ik het niet wilde zien.

Karina belde weer. Ze vertelde dat ze tegenstrijdige adviezen kreeg (van Amerikanen), en dat ze de interviews over haar vader vanuit historisch perspectief wil benaderen, waar ik het mee eens ben. Ik moedigde haar aan om ook naar Suharto te gaan, en indien mogelijk als eerste. Ze had telefonisch met Joesoef Isak gesproken, wat ik haar had aangeraden. Ze zou echter maar voor drie weken naar Djakarta gaan. Dewi weet er niets van. Ik vond haar deze keer een beetje slijmerig (à la Dewi).

Edwin zei vanavond: ‘Mandela keeps saying on television the crime rate is going down, while in the contrary it's going up,

[pagina 101]
[p. 101]

as the statistics point out. So, Mandela says: “Those who say crime goes up are anti-government.” Mbeki has flatly said on television there are too many managerial jobs in the hands of whites, 80 percent, we have to change that.’

26 maart 1998

Ik was om half acht bij het busstation, maar daar werd me meegedeeld dat de bus pas om 09:00 uur zal vertrekken. Peter had gelijk. Ik heb dan maar een taxi gebeld. James Mathisha - de taxichauffeur - hield een gepassioneerde toespraak: ‘I helped put this government in power, but it is like a ship on the ocean, the engine broke down and this country is slowly sinking. There is no law anymore. You can kill anybody; they never find any murderers. If I want to stop my car now in the middle of the road, nobody will do anything about it. The only thing what was wrong with P.W. Botha and F.W. de Klerk was apartheid. Look at this building. My father in law worked here. It used to be beautiful and orderly, it is now falling apart. This country is being destroyed through lawlessness, incompetence and crime.’

James zei ook dat de taxiwereld uiteenvalt. Iedereen kan nu een taxibordje kopen en het op zijn auto zetten, niemand deed er iets aan. De concurrentie was dan ook moordend.

Ik schreef mijn indrukken over het nieuwe Zuid-Afrika op in een brief aan Paul de Ridder.

Het is eigenlijk verbazingwekkend dat ik nu eindelijk op weg ben naar Pretoria om mijn dossier in te kijken. Na zes jaar! Het is hoogstwaarschijnlijk geplunderd, maar je weet nooit wat er nog te vinden zal zijn.

12:15 uur, busstation, Pretoria

Er lagen drie dossiermappen. Het was misschien een zesde van de hoeveelheid documenten die Nothnagel me ooit had laten zien. Mevrouw Beukes vroeg hoeveel dagen ik nodig had. Ik deed het in een uur en zocht zo'n 100 documenten uit. Ze benadrukte dat ze er zelf zorgvuldig doorheen was gegaan, maar dat zij geen enkele aanwijzing had gevonden dat de Nederlandse regering zich met mij heeft bemoeid. Toch vond ik al snel een aanwijzing dat ambassadeur Froger zich met mijn zaak heeft beziggehouden. Ook trof ik aan dat Den Haag over me sprak als ‘a troublemaker’, en viel mijn oog op een tekst waarin stond dat ik niet loyaal was aan mijn regering. Ik ben ook neergezet als een onbeduidende journalist - onbekend in Nederland. Dus mij het land uitzetten zou geen commotie ver-

[pagina 102]
[p. 102]

oorzaken. Dergelijke zaken zijn zorgvuldig bedacht in Den Haag: De Jonge een held, ik een nietsnut.

Het is echter duidelijk dat de dossiers zorgvuldig zijn geschoond, maar misschien hebben we toch iets.

Ik beschreef vervolgens mijn bevindingen aan Ellen, en schreef ook Buthelezi. Ik vroeg hem waar het dossier gebleven kon zijn wat Nothnagel mij destijds liet zien, en wat zeker meer informatie zou kunnen bevatten dan wat ik zojuist te zien kreeg.

Toen ik vertrok hield Sonja Beukes nog een betoog dat naties niet zomaar ontstaan zijn, dus dat er natuurlijk wat problemen zijn. Het is wat Louis Krüger zei: Zuid-Afrikanen zouden de wereld nog eens verrassen. Ik betwijfel het. Het tijdperk van verrassingen lijkt me wel voorbij.

Circle Court

De bus zat hartstikke vol, maar ik zat er gelukkig in.

Ik was om 14:30 uur weer thuis. Peter had net koffiegezet. Hij had erg slecht geslapen, drijvend in het zweet vanwege de hitte, waar hij helemaal niet tegen kan.

We keken naar Clintons aankomst in Tuynhuys, en toen naar zijn toespraak voor het parlement, die overladen was met gemeenplaatsen, op het afschuwelijke af. Een blank lid van het parlement van de dp bedankte hem op een uitstekende manier, en citeerde Robert Kennedy, die 25 jaar geleden in Kaapstad was. Hij zei dat Zuid-Afrika een land van hoop was, en dat Clinton geboren is in Hope, Arkansas. Winnie was ook aanwezig. Ik probeerde me in te denken wat er in Mandela omging, toen Clinton aan het woord was. Clinton gaf Mbeki een compliment te veel en Mandela een te weinig.

Ik ging winkelen met Peter en kocht negen stukken lamsvlees, maar nu moet ik vier of vijf dagen zeer zuinig zijn.

Vanavond sprak ik redelijk lang met Christo Landman. Hij was erg verrast dat mijn zaak nu in het Nederlands kabinet ligt. Hij viel van de ene verbazing in de andere.

27 maart 1998

Dit land gaat over de hele linie naar een omgekeerde apartheid toe. Minister van Werkgelegenheid Tito Mboweni is niet van plan zijn wetsvoorstel dat overheidsinstanties dwingt meer zwarten aan te nemen in te trekken. De oppositie stelt dat het anc nu op dezelfde manier de blanken benadeelt, als de np vanaf 1948.Ga naar voetnoot105 Het is onbegrijpelijk. Vanwege Mandela, en al-

[pagina 103]
[p. 103]

leen vanwege hem, is het niet eerder gebeurd. Hij is een roepende in deze wildernis van lege geesten.

Peter zei gisteravond, toen hij Beatrix in het roze op de voorpagina van Camp & Culture zag: ‘Een monarchie is toch belangrijk als symbool voor de natie.’

‘Onvolwassen,’ zei ik.

‘Ja, maar toch,’ hield hij vol. Dat begrijp ik dus niet.

Hij vindt het heerlijk dat ik er ben. Hij legde een deken op mijn bed toen ik erin lag om te gaan slapen.

Edwin overweegt een huis te kopen. ‘I keep my options open.’ Maar hoe zit het met Peter, die eigenlijk naar Nederland terug wil keren om een ‘basis’ te creëren, zoals hij zei? Ik blijf me ergeren als Edwin een kip serveert, ons het witte vlees geeft, en zelf een poot neemt, om vervolgens de andere poot en de rest van het eten een verdieping lager te brengen, waar twee arme blanke lovers wonen.

Zo'n reisje is een uitstekende manier om weer eens de nodige knipsels te verwerken. Ik ben nu artikelen aan het lezen uit 1996.

Mandela's benadering van het leven en de wereld is superieur aan die van Clinton. Hij leerde Clinton en de vs een lesje door het zijn morele recht te noemen om loyaal te blijven aan zijn vrienden Castro en Khadaffi. Mandela sprak uit het hoofd en herinnerde Clinton aan het Handvest van de Verenigde Naties, dat uitgaat van het beginsel om rond de tafel te gaan zitten en de zaken in vrede op te lossen. Hij gaf als voorbeeld hoe de zwarten in Zuid-Afrika overleggen met hun blanke aartsvijanden, om een overgang te bereiken zonder bloedvergieten. Mandela zegt in zoveel woorden tegen Clinton dat hij moet gaan praten met Castro en Khadaffi. De denkbeelden van Mandela over internationale relaties zijn groots. Maar bij de persconferentie werd weer duidelijk wat een proleten journalisten zijn: alle vragen waren voor Clinton en Mandela stond er voor spek en bonen bij.

Ellen heeft het kort geding verloren, terwijl ik geen smaad heb gepleegd.Ga naar voetnoot106 Treurige gang van zaken. Ik moet lachen om de brief die ze me stuurde bij de uitspraak: ‘Willem, De essentie is, dat je betoog wel een kern van waarheid inhoudt, maar de nvj mag je wel betichten van laster en smaad.’Ga naar voetnoot107 Ze schrijft al bijna net als Verploeg. God weet wat er in haar hoofd omgaat. Een tweede bericht was het antwoord van Boukema die ze om advies gevraagd had of hoger beroep tegen de nvj zinvol was.

[pagina 104]
[p. 104]

Hij verwachtte niet dat we een gunstiger resultaat zouden halen bij het Gerechtshof en meende dat de kwalificaties van de nvj over mijn uitlatingen ‘niet volstrekt misplaatst zijn. Wie kaatst moet de bal verwachten en zo heeft de President kennelijk geoordeeld.’Ga naar voetnoot108

Er kwam ook een pakje van Trees met een verslag van het verblijf van Peter en Edwin in Tilburg. Edwin maakte het open. Hij opende ook de brieven van Trees aan Peter, voor Peter die gelezen (of opengemaakt) had. Het is zo fundamenteel. Ik zou dat nooit iemand toestaan. Ik blijf dat treurige aspecten vinden. Dit gedrag kan alleen verklaard worden door een basale onzekerheid en gebrek aan respect voor ‘ruimte’, zelfs tussen partners.

We maakten een tripje naar Rosebank. Erg aangenaam, maar nu regent het pijpenstelen. Vervolgens reden we om 17:20 uur naar Bokkie van Heerden, de ‘tante’ en Edwins ‘excuus’ om in Zuid-Afrika te blijven. Ik had Peter inmiddels verteld dat Edwin overwoog een huis te kopen. Peter had geantwoord dat hij ook dan toch zijn plan om voorgoed naar Nederland te komen, zou doorzetten.

Ik heb de afgelopen dagen echt geprobeerd met een open blik naar Edwin te kijken. Hij kan soms zo charmant en aardig zijn dat ik mezelf erop betrap hem bijna te mogen. Maar in een seconde kan hij veranderen en gaat dan over op zijn oude trucjes en manipulaties.

Ons bezoek aan Bokkie ging in het begin prima. We gingen eten in het restaurant, en ik hielp Bokkie (79) - ze loopt heel slecht en is veel te dik - in haar stoel. Alles ging goed tot de koffie kwam, en ik na één slok tegen Peter zei: ‘Nee, die is niet lekker’ en hem vroeg straks thuis Douwe Egberts te zetten. Ik wendde me naar Bokkie, die bevestigde dat de Zuid- Afrikaanse koffie slecht was en we spraken over de groene thee die ik had meegebracht. Ik was me werkelijk niet bewust van enig incident dat ik zou hebben veroorzaakt, en was zelfs opgetogen over alles. Ik vroeg om de chef om hem te complimenteren met de maaltijd, en toen we naar boven naar Bokkie's kamers gingen, sprak ik met wat vrienden van haar, en voor mijn gevoel had ik erg mijn best gedaan om alles soepel te laten verlopen. Geen opstootjes.

Zelfs een discussie met Bokkie, waar ik in terechtkwam toen ik zei dat ik Mandela respecteerde vanwege zijn loyaliteit voor bevriende staatshoofden verliep goed ondanks dat het Bokkie

[pagina 105]
[p. 105]

irriteerde. Ze zei: ‘I cannot stand it seeing that man on tv.’ Ik maakte het zelfs erger door te zeggen dat ik P.W. Botha respecteer omdat hij niet naar de Waarheidscommissie gaat, maar Bokkie bleek zelf helemaal achter de De Klerk te staan. Die deed volgens haar geweldig werk ‘because he is a slippery lawyer’. Ik hield er dan ook snel over op en vroeg hoe ze dacht dat haar ouders vandaag naar de zaken zouden kijken. Ze zei dat haar vader advocaat en aanhanger van Jan Smuts was geweest. Haar vader was op zijn 47ste gestorven. Ik vond dat het allemaal super ging. Ze zei vele malen hoezeer ze het waardeerde dat we gekomen waren, en ik zei: ‘It is our pleasure and we are grateful for your invitation.’

Thuis in Hillbrow dronk ik koffie, ging naar Club 58 en kwam terug om 01:30 uur. Ik wilde gaan slapen, maar speelde eerst even met de poes, en het dier lag weer met haar bek open op mijn schoot. Edwin lachte zich kapot, maar Peter riep plots: ‘You're driving her mad.’ Later bedacht ik me dat dit waarschijnlijk de ruzie van een half uur later had aangejaagd.

Peter begon toen geheel onverwachts een tirade die escaleerde in een scène die ik nooit eerder meemaakte. Hij zei dat ik een oude stervende vrouw van 80 had beledigd, hun lieve tante (het zat me wel dwars dat de foto van Peters moeder bij Bokkie aan de muur hing - wat doet die daar in godsnaam?), door de koffie tweemaal ‘slootwater’ te noemen. Ik weet zeker dat ik dat woord niet heb gebruikt, dus ik ontkende het.

‘Edwin, Bokkie en ik hebben alle drie gehoord dat je slootwater zei, terwijl zij jou heeft uitgenodigd!’

‘Ja,’ zei ik, ‘maar de kok heeft de koffie gezet, dus die zou zich beledigd moeten voelen.’

Peter tierde maar door en door, en Edwin was inmiddels verdwenen. Ik keek met verbijstering toe hoe Peter doldraaide, na een hele avond gedronken te hebben. Peter en Edwin hadden een grote fles rode wijn meegebracht, die tot mijn verbazing leeg was gegaan tijdens het uur dat we bij Bokkie zaten, en nauwelijks door haar of mij was aangeraakt. Bovendien moeten ze in hun appartement ook nog veel gedronken hebben nadat ik om 21:20 uur naar Club 58 was vertrokken. ‘Je was gewaarschuwd,’ zei Peter met een nare blik in zijn ogen, waarschijnlijk doelend op zijn opmerking tijdens dit bezoek geen problemen te veroorzaken.

Toen Peter daar zo stond, schreeuwend, tierend, en buiten zichzelf van woede, dacht ik eerst: hij is een kopie geworden van zijn vader, waar zijn moeder altijd zo bang voor was, maar vervolgens: Peter heeft een delirium van het drinken. Overdag

[pagina 106]
[p. 106]

trillen zijn handen soms, wat me dan choqueert. De laatste keer dat ik dat bij iemand zag was op De Horst, toen ik professor William Fletcher had uitgenodigd daar te logeren toen hij wegens herhaaldelijke dronkenschap van Nijenrode was getrapt, en zich bij ons thuis regelmatig bezoop.Ga naar voetnoot109 Afschuwelijk. Ik zei daarom: ‘Peter, je bent dronken, je moet je schamen om op zo'n toon over zoiets onnozels tegen mij te praten’ Maar hij raasde door: ‘Go to sleep,’ riep hij. Ik probeerde het, maar het ging niet, want hij hield aan. ‘Jij denkt dat je alles kunt zeggen! Why did you complain about the coffee? You are a fake, trying to be nice to Bokkie and then you insult her!’ Ik ging door de grond. ‘Je zette Caroline buiten, en - dat heb ik je maar nooit verteld - je moest een weten hoe dikwijls Ellen mij gebeld heeft.’ Ik dacht: hij weet niets van Ellens hysterie, gekoppeld aan haar fantastische hulp en inzet. Hij heeft haar nog geen anderhalf uur ontmoet.

Wat er nu is gebeurd, na bijna 31 jaar, is te gek voor woorden. Hij riep ook nog dat ik Alzheimer heb omdat ik ontkende het woord ‘slootwater’ te hebben gebruikt. Het zou te gemakkelijk zijn om dit ‘opstootje’ te duiden als resultaat van ophitsen door Edwin, wat best mogelijk is, maar Peter was dronken. Dit incident ligt in het verlengde van waarom ik vorig jaar vertrokken ben met een ruzie. Ik weet niet wat in hem is gevaren, maar dat de alcohol de oorzaak is, is duidelijk. Deze ongelooflijke gebeurtenis is het einde van een periode in mijn leven genaamd ‘Peter’. Hij is veranderd in een dronkaard, die zijn leven totaal heeft vergooid.

Toch verbaasde het me Peter te horen roepen dat Ellen hem meer dan eens gebeld had, en waarschijnlijk benadrukt heeft dit niet tegen mij te zeggen. Het is niet voor niets dat ik al enige tijd geleden tegen Ellen heb gezegd dat ik haar niet volledig meer vertrouw. Op zo'n moment weet ik dan niet precies waarom, maar als gewoonlijk blijkt mijn voorgevoel vaak terecht. Triest, inderdaad erg triest.

Toen ik daarna naar bed ging, kon ik natuurlijk niet slapen. Ik pakte mijn spullen in, verliet het huis om 07:30 uur en nam een taxi naar het vliegveld. End of story.

28 maart 1998

08:30 uur, luchthaven Jan Smuts

Mijn koffer is opgeborgen. Ik keek naar de plek waar ik Peter donderdagavond omhelsde en zei: ‘I am here for you.’.

[pagina 107]
[p. 107]

12:00 uur, wachten op de bus naar Pretoria

Ik heb een kamer gereserveerd in het Holiday Inn in Pretoria. Ik wachtte een uur bij klm om de retourvlucht om te boeken. Het ziet ernaar uit dat ik morgen kan vertrekken. Niets aan te doen, geen compromissen tegen mijn wil meer. Nooit. Wat ik echter nooit zal vergeten is hoeveel werk hij had gemaakt om mijn kamer voor te bereiden, met zelfs een asbak naast het bed (op het tafeltje dat mam voor mij had gekocht in Huis ter Heide). Hij had twee van mijn brieven opgevouwen neergelegd: een van 26 april 1995, waarin ik zei dat ik 1.500 gulden op de bank had staan, met een pinksterbloem uit de polders bij Noord, waar ik naar de tandarts was geweest, en een van 18 november 1997 waarin ik een foto had ingesloten waarop hij naar mij wuifde bij de Randse Afrikaanse Universiteit en hem vertelde hoezeer dat me geroerd had. Dat signaal ontroerde me toen ik mijn slaapkamer binnenliep, maar ik was maar vier nachten in Hillbrow, te kort om er met Peter over te praten. De scène van gisteravond is onacceptabel. Er was totaal geen reden voor alle verwensingen en beschuldigingen.

Ik zal notaris Meijer bellen voor een afspraak om mijn testament te wijzigen. Alles is veranderd, voor altijd. Net als met Eduard na onze reis naar Zuid-Frankrijk. Poslavsky had gelijk: ik zal alleen eindigen - maar dat doe je hoe dan ook - so why not face the music if you can handle it. En dat kan ik. Hoe beter je jezelf kent, hoe minder je met anderen ophebt.

14:30 uur, Holiday Inn

Ik nam de bus en checkte in. Ik ben in een uitstekend humeur ondanks de confrontatie met Peter.

Christo zal me morgen rond de middag ophalen. Ik ga met hem lunchen, en hij zal me daarna afzetten bij het vliegveld. Dat is erg aardig van hem.

Ik informeerde Vic Vernède en Elfra Erasmus dat ik al ga vertrekken.

16:45 uur

Toen ik incheckte, kwam ik Mohammad Noor Al-Dabbas tegen, een politieagent uit Jordanië. Hij zit nu in Angola voor de vn. Hij wilde 300 dollar wisselen, wat hem geweigerd werd. Ik probeerde hem te helpen en riep er de leidinggevende van dienst bij die de 300 dollar wel kon wisselen. Mohammed was zo opgelucht dat hij me uitnodigde voor het diner om 18:30 uur. Voor deze ene keer zei ik geen nee.

Aangezien ik bij Ellen thuis haar man Tom Hoogenboom aan

[pagina 108]
[p. 108]

de telefoon kreeg en Nicolaï ook niet thuis was, belde ik Johan Struwe en vroeg hem Ellen te telefoneren dat ik morgen terugvlieg en 150 geheime documenten meeneem.

21:00 uur, op mijn kamer

Edwin belde om 17:50 uur; ik had vanmorgen een briefje achtergelaten dat ik waarschijnlijk in het Holiday Inn in Pretoria zou zitten: ‘This is Edwin...’ Ik liet hem niet uitpraten en zei: ‘Sorry, goodbye. This time, the scene was too horrific for words or any further shit.’ Ik hou natuurlijk zeer veel van Peter, maar dit was tragisch, onacceptabel en verwoestend. En inderdaad gekoppeld aan een zekere vorm van fake, omdat ik zijn leven en de idiote manier waarop hij ermee omgaat, afkeur. Ja, ik zeg daar niets meer over tegen hem, dus dat brengt een zekere vorm van fake met zich mee. Naast Edwins afschuwelijke egoïsme en egocentrisme staat Peter altijd op de tweede plek.

Mohammad had woord gehouden. Hij was als eerste luitenant met een groep van zes gestationeerd in de rimboe van Angola, en is de leider van de groep. Hij botst er constant met een Bulgaar. Hij heeft een speciale voorkeur voor een Franse marinier, ‘a small guy’. Ze hebben te kampen met voedselproblemen en moeten er de vrede bewaren tussen strijdende kampen. Hij heeft een contract van een jaar. Zijn beste vriend is een jaar geleden door een auto-ongeluk omgekomen in Jordanië. ‘The first time I cried,’ zei hij.

Hij proefde iets van vlees in de sla vooraf, en omdat hij dacht dat het varkensvlees was, ging hij naar het toilet om het uit te spugen. Toen hij terugkwam, riep ik de kok erbij, die uitlegde dat het eend was.

29 maart 1998

05:45 uur, in bed

Ik heb Kaat Verrips een afscheidsbrief geschreven, dat moest gebeuren. Ik heb haar uitgelegd dat ik vanwege onze vriendschap zo lang mogelijk heb gewacht met haar op te roepen als getuige. Ik schreef haar teleurgesteld te zijn dat ze zelfs onder ede de details die ze zondag nog aan Ellen had verteld, niet wilde herhalen. Ik heb haar verzekerd dat ze van mij nooit meer wat zal horen en heb haar en haar zonen alle goeds gewenst. Je houdt niemand over, maar dat is helemaal goed, want het is de realiteit.

De enige manier om te bestaan in deze wereld is om naar waarheid de wonderlijke capriolen die mensen maken op papier vast te leggen. En zo snel mogelijk nadat ze hebben plaatsge-

[pagina 109]
[p. 109]

had, omdat er - al dan niet onder invloed van alcohol (zelf dronk ik in Club 58 drie glazen Spawater op vrijdagavond) - van alles aan wordt toegevoegd en idioot gedrag wordt vergoelijkt. Ja, ik handelde en liet de koffie staan, alsof het slootwater was, maar ik heb die term nooit gebruikt. Wat terecht in Peters gedachten verscheen als de weergave van mijn reactie op de vieze koffie. Maar de verdraaiing van wat er echt gebeurde, was nodig om zijn idioot dronken gedrag te rechtvaardigen. Heel jammer. Maar het zal nu nooit meer hetzelfde zijn tussen Peter en mij, omdat zijn hatelijke minachting en afschuw - in zijn gedrag en ogen - voor mij onuitwisbaar is geworden en lijkt op een gebroken onbetaalbare Chinese vaas die niet hersteld kan worden. Fake, ja, in zoverre dat er in de loop der jaren al de nodige barsten in die vaas waren verschenen, die nu in duizend stukken uiteen is gevallen.

Trees had in haar verslag over Peter en Edwins bezoek aan Tilburg de avonden weggelaten: ‘Dat weten jullie zelf het beste,’ schreef ze. Inderdaad: dat is uitsluitend gereserveerd voor zuippartijen, waardoor Peters handen nu trillen, waardoor zijn huid er nu uitziet zoals die van Edwin, en waardoor hij dik is en ongezond lijkt. En daarom als het warm is constant ware stromen zweet dat van zijn gezicht afgutst, moet afvegen. Ik wil daar geen deel meer van zijn. Ook niet van het gezelschap van broer Hendrik, die minderjarige jongens kust, die alleen naar zijn dump komen omdat hij ze geld en spullen geeft.

Voor het eerst hangen er bordjes in de kamers van het hotel, om geen waardevolle spullen achter te laten. Een teken dat de kaffers het hotel nu runnen.

Ontbijt op de kamer

De blonde, mooie Afrikaner, die hier werkt, is nu bij het buffet. Ik was blij te zien dat hij nog hier is. Hoe kan je een dag anders beginnen dan luisterend naar Horowitz die Liszts bewerking van Ave Maria speelt? Maar ik moest de ontbijtzaal en het terras verlaten vanwege de harde, verschrikkelijke muziek. De blonde Afrikaner zei dat het niet afgezet kon worden op het terras, daarom moest ik uitwijken naar mijn kamer.

Probeer me voor te stellen en in te voelen hoe Peter zich nu voelt. Het lukt me niet. Ik zal zijn agressieve, vreemde blik en hoe hij me met zijn vinger dreigend diskwalificeerde nooit vergeten. ‘I will not allow you to talk in that way to me,’ zei ik hem. En dat doe ik ook niet. Ik heb 31 jaar voor hem gezorgd en dit is niet wat nu gezegd zou moeten worden of zou moeten gebeuren.

[pagina 110]
[p. 110]

Heb veel nagedacht, ook over broer Hendrik en in welke mate hij nog in mijn leven is. In geen enkele.

16:15 uur, luchthaven Jan Smuts

Christo haalde me op. Hij stemde ermee in dat hij naar Binnenlandse Zaken zal gaan om mijn dossier daar op te halen, en dit naar de Westerkade zal sturen. We hadden een lang en serieus gesprek. We lunchten op het terras met zijn zoon Jan-Chris, zijn jongste dochter en een vriendinnetje. Het was allemaal zeer aangenaam.

Chisto zei dat het communiqué van het ministerie van Buitenlandse Zaken van Zuid-Afrika dat vorig jaar september werd uitgebracht waarin men beweerde dat Nederland niets met mijn uitzetting te maken had gehad, niet zuiver was.Ga naar voetnoot110 Hij wist namelijk voor 99,99 procent zeker dat al het geheime materiaal onder Pik Botha vernietigd was; ze konden dit dus niet beweren en daarom was het onethisch dat ze het deden. Christo had daarom een aide-mémoire geschreven, die nooit is beantwoord. Hij begrijpt niet dat Peter of Ellen dit niet hebben gebruikt, want Den Hertog gebruikte het communiqué uit Pretoria wel, maar dat was ten onrechte.

Later had ik nog een serieus gesprek over homoseksualiteit met Marie.

Ik heb nog steeds geen stoel in het klm-vliegtuig van vanavond. Als ik er niet inkom, is het Gods wil dat ik terugga naar Peter en Edwin. Als ik er wel in zit, vertrek ik met een zwaar hart (en een zware geest).

Ik wil nu alweer artikelen naar Peter sturen, maar ik zal nu helaas lange tijd stil moeten blijven.

Christo en Marie reden me naar het vliegveld. Marie zag er gelukkig uit.

Gate 7

Ze hielden de spanning erin. Ik moest me om 18:30 uur melden, als reserve. Zou ik businessclass meemogen? Bij het aanmelden voor de terugreis moest ik 40 rand inleveren, maar dat vond ik prima. Ik checkte mijn koffer in, draaide me om en keek in de ogen van Erik Jurgens en Doris. Ze zeiden ‘Tot straks,’ maar ik heb besloten geen contact te maken.

De klm liet me staan bij de gate. Het vliegtuig zou om 19:15 uur vertrekken. Ik vroeg om 19:13 uur wat er ging gebeuren. De stewardess zei: ‘I did not see you.’

[pagina 111]
[p. 111]

‘What kind of treatment is this,’ zei ik, maar er bleek een jongen van de klm rond te rennen, die bezig was iets te regelen. Even later kwam hij aanrennen. Hij had een stoel voor me kunnen regelen bij Swiss Air. Toen ik naar de douane moest gaan, waar alleen zwarten werkten (vooral vrouwen), kreeg ik een jongen die langzaam was, maar hij bleek nog het snelst van allemaal te zijn. Hij begon een gesprek met de man voor me, dus toen ik aan de beurt was, zei ik: ‘Look at the lines,’ wijzend op de lange rij wachtenden.

‘So what,’ reageerde de zwarte jongen. Toen besloot ik niets meer te zeggen. Toen hij mijn paspoort teruggaf, zei hij: ‘Go.’ Dat heb ik nog nooit gehoord bij het verlaten van dit land. Dat is het nieuwe Zuid-Afrika. Maar ik zit in het vliegtuig en kan naar huis.

Wat een ellende deze reis. Ik was vanaf het begin al zeer terughoudend om te gaan, en niet ten onrechte dus. Ik vlieg nu via Zürich, een plaats die zoveel herinneringen met zich meebrengt aan Theo, die me vaak kwam ophalen.

In het vliegtuig van Swiss Air

Ik ga geen hond vertellen wat er is gebeurd, ook Eduard niet. Het is te triest voor woorden.

30 maart 1998

04:00 uur

Ik heb bijna twee uur bij een deur van het vliegtuig gestaan, waar wat ruimte was, want ik moest uit deze ‘val’. Ik zit in het midden van het vliegtuig, een ware ramp. Ik zie twee zwarte gezichten in een totaal volgeboekte economy class. Ook op het vliegveld was 95 procent van de reizigers - als het niet meer was - blank.

Het venijn van Peter tegen mij zit toch in zijn hoofd, anders was het onder invloed van alcohol niet vrijgekomen. Ik was totaal geschokt, maar reageerde ijskoud - net zoals mijn moeder bij zulke overduidelijke onzin zou doen. Het enige wat in mijn gedrag niet echt is, is dat ik bij Peter en Edwin mijn afschuw verberg over de manier waarop zij hun leven vergooien door niets te doen, en zich vol te gieten met drank. En behalve dat ik Edwin toch wel mag, blijft hij een scheming bitch en ontzettend egoïstisch.

Afdaling naar Zürich

Ik heb mijn lievelingsprélude van Rachmaninov op en huil zachtjes om Peter. Voor het eerst sinds hij me als oud vuil be-

[pagina 112]
[p. 112]

handelde, en me de meest afschuwelijke vernederingen naar mijn hoofd slingerde, voel ik me intriest.

Ik denk dat ik voor één keer kaarsen voor hem ga branden. Het beeld van de Tilburgse heilige stond vrij gevaarlijk op hun boekenkast, vooral omdat de kat rondrent. Ik vroeg of ik er iets aan mocht veranderen, en maakte toen op de op een na hoogste plank een nisje. Ik denk dat ze het wel zo laten. En dan ben ik fake?

Vliegveld Zürich

Het vliegtuig naar Schiphol vertrekt om 07:05 uur; goede aansluiting. Ik zat in dezelfde wachtkamer waar ik broer Theo en Nellie vaak belde om me op te halen.

08:15 uur

Ik zit in een vliegtuig van Crossair: er zijn verse croissants en bosbessenyoghurt. Wat een verschil met klm.

Ik ga ervan uit dat in Amsterdam me nog meer ellende wacht dan gewoonlijk, maar ze zullen me er nooit onder krijgen, nooit, the basterds.

11.00 uur, Schiphol, douane

Een etter van een wijf wilde alles overhoop halen. Ik heb drie sloffen sigaretten bij me, terwijl je er maar een bij je mag hebben. Ze ging de sloffen openmaken om te tellen hoeveel pakjes erin zaten, tot de chef erbij kwam. Het escaleerde gestadig tot ze me ging waarschuwen: ‘Nog één keer,’ en ‘Ik ben een ambtenaar in functie.’ En vervolgens zette ze me in het hok. Even later kwam de plaatselijke baas die zei: ‘Dus u wilt haar geen excuses maken.’

Na nog eens een half uur kwam er een ‘hogere’ dame, een aardig mens, en nee, er waren geen excuses nodig, maar de schade was 106 gulden. De Hollandse mierenneukers. En voor het allemaal geregeld was!

voetnoot95
Redactie: Sigmund Freud, On Psychotherapy in Engelse vertaling gepubliceerd in 1909. Originele tekst gepubliceerd in 1905 als Uber Psychotherapie. Oorspronkelijk een lezing gehouden op 12 december 1904 voor het Wiener medizinisches Doktorenkollegium.
voetnoot96
Cape Times, 20 maart 1998.
voetnoot97
Cape Times, 20 maart 1998.
voetnoot98
When Mandela Goes: The Coming Of South Africa's Second Revolution, Lester Venter, Transworld Publishers, Londen, 1997.
voetnoot99
Cape Argus, 21 maart 1998.
voetnoot100
Zie ook Memoires 1994-B, 11 december 1994.
voetnoot101
Zie Memoires 1996-B.
voetnoot102
The Sunday Independent, 22 maart 1998.
voetnoot103
The Citizen, 24 maart 1998.
voetnoot104
The Citizen, 2 maart 1998.
voetnoot105
The Star, 26 maart 1998.
voetnoot106
Zie bijlage 28.
voetnoot107
Brief d.d. 19 maart 1998.
voetnoot108
Brief van H.J.M. Boukema aan Ellen Pasman, d.d. 23 maart 1998.
voetnoot109
Zie Memoires 1925-1953, pagina 119.
voetnoot110
Zie ook Memoires 1997-B, 13 september 1997, e.v.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over dit hoofdstuk/artikel

landen

  • over Zuid-Afrika


datums

  • 19 maart 1998

  • 20 maart 1998

  • 21 maart 1998

  • 22 maart 1998

  • 23 maart 1998

  • 24 maart 1998

  • 25 maart 1998

  • 26 maart 1998

  • 27 maart 1998

  • 28 maart 1998

  • 29 maart 1998

  • 30 maart 1998