Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Verzameld werk. Deel 1 + 2. Verzamelde gedichten (1996)

Informatie terzijde

Titelpagina van Verzameld werk. Deel 1 + 2. Verzamelde gedichten
Afbeelding van Verzameld werk. Deel 1 + 2. Verzamelde gedichtenToon afbeelding van titelpagina van Verzameld werk. Deel 1 + 2. Verzamelde gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (10.80 MB)

Scans (10.35 MB)

ebook (8.69 MB)

XML (0.49 MB)

tekstbestand






Editeur

Gerrit Borgers



Genre

poëzie

Subgenre

verzameld werk
gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Verzameld werk. Deel 1 + 2. Verzamelde gedichten

(1996)–Paul van Ostaijen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

(Verzameld werk deel 1 + 2)


Vorige Volgende
[pagina 129]
[p. 129]

Februarieaant.

 
Dat is het eerste van de lente in de havenstad: een volle bries van de
 
stroom,
 
zo vol als het gelaat van een boerejongen die in een mondharmonika
 
blaast,
 
een bries die over de stad vaart en even onvermoeid is als die
 
dorpsmuziekant.
 
De wind die de eerste maal dit jaar een zelfstandige vreugde heeft
 
gevonden.
 
Enkel wind te zijn, tomeloos, mateloos, ongebonden.
 
Wind te zijn, te waaien in de boom,
 
in al de bomen. Geen enkele vertoont groen
 
en toch is geen enkele nog winterdood. Tijd van de blijde
 
boodschap,
 
zelfstandige tijd die een eigen leven scheppen gaat:
 
een eigen geboorte, een eigen leven, oogst en dood.
 
Wind te zijn; de kerktorens, de oude heksen, te buigen, te dwingen
 
tot kinderspel.
 
Wind te zijn even dwaas tegenover de jonkvrouwelike katedraal.
 
En zó 'n goddelik genot met de ernst te zwetsen:
 
de hoed van een parlementslid vijftig meter ver te dragen
 
of legendaries akelig te doen achter schilden en uithangborden!
 
 
 
Een grote dag die de kristelijke liefde bezingt in een nog heidense
 
roes.
 
Als gister misschien schijnen bomen even dood. Maar de lucht is de
 
miljonaire trilling van leven daarrond.
 
Geen winteravond meer, doch elk gerucht vergaat in een
 
vreugde-echo.
 
Zo'n dwaas geluk kent een knaap die plots te zwemmen gevat heeft,
 
of fiets te rijden.
 
Er is nog niets tastbaar veranderd. Dat is juist het grote van het genot.
 
Gister: aleksandrijnen over wintermajesteit. En nu:
[pagina 130]
[p. 130]
 
de lach van een volksjongen die van een vlondertje het water
 
invalt, - het goede, warme water, -
 
en daarom lacht.
 
Nergens is er een détailbewijs van de nakende lente. Enkel de
 
algemene adem.
 
De jongen die blaast in een mondharmonika! De wind van de
 
stroom.
 
Over de stad, het land in. De kleine dorpen schommelend. Over de
 
bergen!
 
Broedergroet aan het volk van over de grenzen!
 
De wind van onze haven die al de volkeren verfrist.
 
De muziek van de wind: de bassen onderlijnen door een
 
Internationale!
 
Morgen zullen de mannelike cello's het lied hervatten.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken