Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
De psalmen Davids (1663)

Informatie terzijde

Titelpagina van De psalmen Davids
Afbeelding van De psalmen DavidsToon afbeelding van titelpagina van De psalmen Davids

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (43.96 MB)

ebook (51.48 MB)

XML (0.92 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

liederen/liedjes
bijbel / bijbeltekst(en)


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

De psalmen Davids

(1663)–Aernout van Overbeke–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

Psalm L. Godt wordt ingevoert als gericht houdende over die, die Godt wel uyterlijck dienen met offerhanden, maer de rechte Godtsdienst van Godt te gehoorsamen ende te dancken niet en bewijsen: dien gedreyght, maer den gehoorsamen saligheyt belooft wordt.

Op de wijsen van den 2. 36. 45. en 61 Psalm.



illustratie

 
DE Godt der Goon roept in 't gericht
 
's Aerdtrijcks alderwijdste palen,
 
Van daer des morgens 't Sonnelicht
 
Rijst, en 's avonds weer gaet dalen,
[pagina 145]
[p. 145]


illustratie

 
Hy straelt uyt Zion van sijn Troon
 
En blinckt soo heerlijck, dat al 't schoon
 
Niet in 't minst by hem kan halen.
 
 
 
2.   Hy komt te spreecken in 't gericht,
 
Vuur dat alles kan verslinden
 
Gaet voor sijn Godd'lijck aengesicht,
 
Rondsom hoort men storm en winden:
 
Hy roept den Hemel en de aerdt
 
By een, op dat al 't volck vergaert
 
Sich ten Oordeel-plaets laet vinden.
 
 
 
3.   Versamelt my die geen terstondt
 
(Roept hy) die mijn wil recht weten,
 
Die nimmer hebben mijn verbondt
 
Door haer offeren vergeten.
 
Den Hemel geeft getuygenis
 
Van sijn rechtvaerdigheyt, hy is
 
Selver op den stoel geseten. Selah.
 
 
 
4.   Hoor Israël ick ben uw' Godt,
 
'k Sal niet straffen uwe landen
 
Dat ghy te weynigh vee bracht tot
 
Mijn Outer om te branden;
 
Ick wil geen varr' uyt uwe stal,
 
Ick wil niet dat men Bocken sal
 
Slachten tot de offerhanden.
 
 
 
5.   De wilde beesten in het woudt,
 
Soo veel duysent vreemde dieren,
[pagina 146]
[p. 146]
 
Al wat sich in de bosschen houdt,
 
Snelle Vogels die daer swieren
 
Met hare wiecken door de locht
 
Die hebb' ick selver opgebrocht,
 
Alles staet in mijn bestieren.
 
 
 
6.   Of meent ghy als ick honger lee,
 
Dat ick 't u souw' komen klagen?
 
Of dat ick voor my broodt of vee
 
Souw van uwe handen vragen?
 
De aerd' is mijn met al haer goet;
 
In Stiere-vleesch en Bocken-bloet
 
En hebb' ick geen behagen.
 
 
 
7.   Danckoffer van gerechtigheyt
 
Is mijn eenighste begeeren:
 
Voldoet het geen ghy hebt geseyt,
 
Komt u weer tot my bekeeren;
 
Roept my dan in uw' droefheyt aen,
 
Ick sal u van uw' quael ontslaen,
 
Ghy daer tegen sult my eeren.
 
 
 
8.   Maer tot de Quaden seyt de Heer,
 
Waer toe spreeckt ghy met uw' monden
 
Van mijne Wetten even seer
 
Daer uw hert is valsch van gronde?
 
Dewijl ghy de kastijding haet,
 
Dewijle ghy mijn Woordt versmaet
 
En verwerpt all' mijn verbonden.
 
 
 
9.   Soo haest wanneer ghy siet een dief
 
Stracks wilt ghy sijn zy bekleeden
 
En met hem gaen, ghy krijght haer lief
 
Die den echt te buyten treden:
 
't Is valsch al wat uw' tonge praet,
[pagina 147]
[p. 147]
 
Vw' mondt en koppelt niet als quaet,
 
En bemint de dobbelheden.
 
 
 
10.   Vw' eygen Broeder lastert ghy,
 
En om dat ick toe blijf kijcken
 
En stil swijgh op uw' schelmery,
 
Wilt ghy my by u gelijcken:
 
Ick sal optellen al de schult
 
Die ghy gemaeckt hebt, en ghy sult
 
Mijne straffen niet ontwijcken.
 
 
 
11.   Let hier op ghy die my verlaet
 
En mijn name niet wilt prijsen,
 
Eer dat ghy sonder hulp vergaet
 
Als mijn gramschap is aen 't rijsen:
 
Wie my danckoffert, doet my eer,
 
Wie oprecht leeft dien sal de Heer
 
Altoos heyl en hulp bewijsen. 8. Gloria.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken