Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Princeliicke deuiisen (1615)

Informatie terzijde

Titelpagina van Princeliicke deuiisen
Afbeelding van Princeliicke deuiisenToon afbeelding van titelpagina van Princeliicke deuiisen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.62 MB)

ebook (32.08 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Princeliicke deuiisen

(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 57]
[p. 57]

XIX. Fortitudo eius Thodum tenuit.

 
Die Rhodus heeft bevvaert met sijne vromicheyt,
 
Verdient dat sijnen naem gedurich wert verbreydt.


illustratie
F.E.R.T.


 
Noch swaert, noch speer, noch schilt, noch eenich vast gebouw,
 
Hoe wel daer menich man in set al sijn betrouw,
 
En can een dapper helt niet seer voor wapen strecken:
 
Maer sijn voorouders deugt sal meest sijn deugt verwecken.
[pagina 58]
[p. 58]
 
Het eel Savoysche bloet behoudt Ameet in d'oog,
 
Om hem te volgen nae, is allen hun gepoog.
 
Die Rhodes door sijn moet en vroomheyt cost gehouwen,
 
Laet in dees Ridders hert deugts ijver noint vercouwen.

Anders.

 
Den rechten Adel is, deugt om deugts-wil te plegen:
 
Maer daer nae volgen sij die sulck een voorganck cregen,
 
Van hun voorouders eel, dat heur alleen de schaemt
 
Verwect, en port te doen het geen dat heur betaemt.
 
Den slechsten Adel is, die geen deught meer en kennen,
 
Maer heur in hoochmoet trots gedurichlijck gewennen,
 
En dencken, Wat hoeve ick iet swaerlix aen te gaen?
 
Mijn ouders hebben doch genoech voor mij gedaen.

DE Orden oft Ridderschap van de Annonciade oft Heylige Bootschap, in het vreedsaem geslacht van Savoyen, is eerst ingestelt geweest van den Grave Ameet den Groenen (in't Fransch Vert) den vijfden van dien naem. Ende hij stelde voor Wapen oft Devise van de voorseyde Orden een gouden Keten oft Halsbant, met vier letteren door malcanderen ghevlochten met minnestricken: onder de welcke was hangende een gouden beelt vande Bootschap die den Heyligen Engel aende maget Maria dede. Met dese vier letteren, te weten F.E.R.T. (beteeckenende de vier boven-gestelde woorden, Fortitudo eius Rhodum tenuit, dat is, Sijn vromicheyt heeft Rhodes behouden) sijn naecomelingen altijt vermaent worden, dat sij behooren gedurichlijck te onderhouden ende naer te volgen de deuchden oft ridderlicke daden van desen vromen Heere Ameet, den eersten Grave van Savoyen; den welcken over Zee treckende tegen de Ongeloovige, de orden oft Ridderschap van Rhodes sulcke

[pagina 59]
[p. 59]

diensten dede, voor Acre, dat hij bedienende het ampt van Groot-Meester, van de gantsche Ridderschap versocht was om de Wapen van de selue Ridderschap voor de sijne (oft ten minsten bij de sijne) te voeren, ende sijne naecomelingen int Graefschap (tegenwoordichlijck Hertochdom) van Savoyen nae te laten: ende dat in gedenckenis dat hij de voorseyde Christene Ridders door sijne cloeckmoedicheyt ende vromicheyt verlost hadde ende bevrijt van de tyrannije ende felheyt der Vijanden des Geloofs. Aldus dan desen Groenen Grave, als instelder van dese Orden, noemende sich seluen hooft ende opper-heer van de selue, beriep insgelijcx ende verkoos tot hem noch viertien edele Ridders, daer hij den vijftiende toe was: ende een iegelijck van dien begaefde hij met eenen gouden halsbant, met de boven-gestelde Devise van vierde letteren F.E.R.T. De namen van de welcke eerste Ridders van dese orden, tot hun gedachtenis, ende eeuwige vermaning, hier onder gestelt zijn: te weten,

 

Den Groenen Grave, hooft ende opperste des ordens.

Ameet Grave van Geneve.

Antonis Heere van Beaujeu.

Huyg van Challon, Heere van Arlay.

Ameet van Geneve.

Ian van Vienne, Amirael van Vranckrijck.

Willem van Grandzon.

Willem van Calamon.

Roeland van Veyssy Bourbonnois.

Steven, bastaert van Baume.

Iasper van Monmeur.

[pagina 60]
[p. 60]

Barle van Foras.

Themard van Menchon.

Ameet Bonnard.

Ritsart Musard, Engelschman.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken