Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Princeliicke deuiisen (1615)

Informatie terzijde

Titelpagina van Princeliicke deuiisen
Afbeelding van Princeliicke deuiisenToon afbeelding van titelpagina van Princeliicke deuiisen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.62 MB)

ebook (32.08 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Princeliicke deuiisen

(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 158]
[p. 158]

LXVI. Cedo nulli.

 
In deuchts besitt en ben ick noch de beste niet ghelijck;
 
In deuchdes min, en goeden wil, ick niemant niet en vvijck.


illustratie

 
Den mensch, hoe slecht hij is, wilt selden iemant wijcken:
 
Den Laet denct dat den Prins oft Vorst is sijns gelijken:
 
Iae seyt, Ick ben Godts beeld: hoe ick dan meerder wijck,
 
Hoe ick min Godlick ben, en Gode min ghelijck.
 
Voorwaer den wil is goet, als ghij in goede daden
 
V meerder, iae ghelijck, te vinden zijt beladen:
 
Maer om iet quaets te doen, ist reden dat ghij mijt,
 
En dat ghij in de zund altijt de minste zijt.
[pagina 159]
[p. 159]
 
De doot wijckt niemant niet. Een mensch die daer op denct,
 
En sal oock wijcken niet, tzij wat hem lett oft crenct:
 
Maer sal des deuchdes padt gedurichlick betreden,
 
En nimmermeer aensien des werelts cracht oft reden:
 
Sal segghen, ick en wijck voor niemant die nu leeft,
 
En vliede alleen tot Godt, die mij ghenade gheeft:
 
Ick weet, mijns levens endt is mij begin van leven:
 
Des wil ick mij van 't goet om quaets wil niet begheven.

TErminus, een van de Goden der Romeynen, daer Titus Livius van schrijft, die den God Iuppiter self niet wijcken en woude, wiert van Erasmus van Rotterdam als voor een Devijs gehouden: om het welcke, een minrebroeder, ghenaemt Carvayalus, hem verweet ende op-leyde, dat hij sulcke Devijs ghenomen hadde, wt groote vermetelheyt oft verwaentheyt, al oft hij sich selven soo veel liet duncken, dat hij niemanden in wetenschap eenichsins iet wilde toegheven. Hoe wel nochtans dat dese Devijs seer wel verstaen mach worden vande Doot, die het laetste eyndt van allen is, ende den wtganck oft wtterste besluyt van alle menschen, iae eenen pael daer niemant voorbij en mach. Ende sulx is oock de antwoordt die Erasmus, tot den voorseyden Carvayal gheschreven heeft.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken