Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Princeliicke deuiisen (1615)

Informatie terzijde

Titelpagina van Princeliicke deuiisen
Afbeelding van Princeliicke deuiisenToon afbeelding van titelpagina van Princeliicke deuiisen

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (26.62 MB)

ebook (32.08 MB)

XML (0.54 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

emblematiek
vertaling: Frans / Nederlands


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Princeliicke deuiisen

(1615)–Claude Paradin, Gabriel Simeon–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

CXCIII. Solatur conscientia de finis.

 
Wel hem die sijn gemoet, en goet voornemen troost:
 
Want dickwijls keert de kans, als sij is op heur boost.


illustratie

 
Al wil de cans niet met, in oorlog oft in vreden,
 
Nochtans en sal een helt niet wijcken van de reden:
[pagina 417]
[p. 417]
 
Het geen wel is begost, neemt somwijl een quaet endt:
 
Den quaeden heeft gheluck, den goeden wordt gheschendt.
 
Maer dat den goeden quelt, dat is Gods goet-behagen:
 
Den quaeden gunt hij goet, om hem daer nae te plagen.
 
Den quaden straft sich self met ongerust gemoet;
 
En denckt, nu ic quaet ben, waerom geschiet mij goet?
 
Den goeden troost sich self; en en seydt heel onbeladen,
 
Mijn hert is vrij van quaet, al ben ick nu verraden.

BY den blaeuwen climmenden Leeuw, met de woorden, Solatur conscientia & finis, woude den Prins van Melfes te kennen geven, dat al was hij arm ende wt sijn lant ende ghebiet verdreven; nochtans suyver en vrij van gemoet leefde: wel wetende dat hij in alle sijn dingen naer het behooren ghehandelt, ende het geen hij schuldich was te doen, gedaen had op alle plaetsen: ende dat hij daerom een vaste hope had in de bermherticheyt Godts, om nae sijn doot salich te wesen.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken