Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het recht ontkleed (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het recht ontkleed
Afbeelding van Het recht ontkleedToon afbeelding van titelpagina van Het recht ontkleed

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (7.36 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het recht ontkleed

(1966)–François Pauwels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 39]
[p. 39]

V

De natuur laat zich op den duur niet verschalken. De attractie van het normale contact werd allengs onweerstaanbaar en... de gelegenheid bood zich aan.

Het was een gewoon hoertje, maar ze zag er niet naar uit. Nog heel jong en eenvoudig gekleed. Ze was 'n beetje aan de magere kant, waardoor ze maagdelijk leek en ongerept. Maar wanneer haar wat grote mond met de gave witte tanden lachte, werd ze een geheel ander wezen. De indruk die ze dan maakte, gaf haar een onverwacht overwicht dat bij Guido nieuwsgierigheid wekte. Een nieuwsgierigheid waarmee ze wel raad wist. Op zijn brutaal-aanmatigende vragen bleef een volledig antwoord altijd achterwege. Ze liet wel doorschemeren waartoe ze bereid en in staat was, maar ze handhaafde een geheimzinnigheid die meer deed verwachten dan ze in uitzicht stelde. Eigenlijk was deze tactiek in harmonie met haar uiterlijke verschijning. Wanneer ze het bovenlijfje met de smalle schouders rechtte, tekenden zich haar kleine maar welgevormde borsten af, waardoor zijn verlangen steeg naar de rest die wel overeenkomstig zou wezen. Vandaar dat zijn toezegging haar te bezoeken

[pagina 40]
[p. 40]

op dit vertrouwen was gevestigd. Zelf drong ze er helemaal niet op aan, maar liefst 's middags tussen twee en vijf, want ze had een vaste vriend en die kwam altijd tegen de etensklok.

Wel zou ze het erg op prijs stellen als hij zelf voor een drankje wilde zorgen...

Op een mistige dag besloot Guido aan zijn voornemen gevolg te geven. Hij hield van de mist. Niet alleen de huizen en de gebouwen kregen een ander aanschijn maar ook de mensen. Voor die leek hij op een maskerade. Ze werden schaduwen van zichzelf, onherkenbaar en daarom juist aantrekkelijker. Ook de conventie was van ze afgenomen. De vrouwen keken vrijmoediger. Ze waren in de mist niet te herkennen en met enkele stappen verdwenen ze uit het gezichtsveld der passanten. Ook de mannen waagden meer. Wanneer hun begroeting geen succes had, losten ze zich op in de laaghangende nevel, om het elders opnieuw te proberen.

Guido had enkele malen een blauwtje gelopen, toen hij zich zijn belofte aan Hennie herinnerde. Drommels, een uitgelezen dag om haar een bezoek te brengen!... Niemand kon hem binnen of weg zien gaan. Zou hij een bloempje voor haar meebrengen? Voor die romantiek haalde hij z'n neus op. Een vrouw die je betaalt, voor die breng je geen bloemen mee! Wel besloot hij een condoom aan te schaffen, waardoor zijn gezondheid niet in gevaar kwam. Daarna begon het zoeken naar de straat die ze

[pagina 41]
[p. 41]

hem had opgegeven. De naambordjes waren niet te lezen. Hij vroeg het aan een voorbijganger die hem terecht hielp, waaruit bleek dat hij in de buurt was. Had ze hem niet gesproken over de kerk in wier onmiddellijke nabijheid ze woonde. Daar zag hij de donkere torenspits en als ter verwelkoming daverden er drie bronzen slagen door de mist.

Hij aarzelde toen hij voor Hennies deur arriveerde. Nog even keek hij scherp naar rechts en links en toen alles veilig leek, drukte hij manhaftig op de bel. Er kwam een lichte voetstap de trap af. Het luikje in de deur week op een kiertje en toen Hennie hem herkende, werd de deur behoedzaam opengemaakt. Lachend hield ze haar wijsvinger voor de mond.

‘Zachtjes!... Denk aan de buren!...’

Als een inbreker sloop Guido de hoge trap op. Hij trachtte haar nog even in de kuit te knijpen, maar ze trok haar peignoir dichter om zich heen.

‘Schei nou uit met die flauwe kul!... We zijn er zó!...’

Het zag er in haar kamer gezellig uit en wat Guido bijzonder opviel, was dat alles keurig was onderhouden.

Hij zakte in een der gemakkelijke stoelen neer en keek belangstellend om zich heen. In de aangrenzende kamer ontdekte hij het lits-jumeaux. Zag er eveneens keurig uit met het rozekleurige overdek en op ieder nachtkastje een schemerlampje van dezelfde kleur.

[pagina 42]
[p. 42]

Juist het welverzorgde van de gehele etage deed zijn overmoed slinken. Het belette hem al te rechtstreeks op zijn doel af te stevenen. Toen herinnerde hij zich ‘het drankje’ vergeten te hebben. Een slecht debuut! Hennie scheen zijn verlegenheid in de gaten te hebben.

Nu, ja, zó waren ze wel meer! Over dat bruggetje zou ze hem wel heen helpen. Als ie maar ‘poen’ had!...

Bij wijze van afleiding vroeg hij: ‘Heb je geen radio?...’

‘Zeker om heibel met de buren te krijgen. Die kunnen me zo al dood kijken!...’

‘Daar zie je veel te lief voor uit!...’ lachte Guido. Met een vlug gebaar sloeg ze haar peignoir open. Guido constateerde dat het erg meeviel. Toch ontstond weer een stilte. Pijnigend voor Guido omdat hij de fles vergeten had en voor haar omdat hij z'n portemonnaie misschien thuis gelaten kon hebben. Dat begreep Guido. Hij haalde z'n portemonnaie voor de dag en zwaaide er triomfantelijk mede.

‘Je zult niks te kort komen, hoor!...’

Hennie was tevreden. Ze gleed bij Guido op schoot en begon hem technisch knap af te zoenen. Hij werd er niet eens wild van. Volgens Guido moest je dat op het juiste moment doen en het vertonen van z'n portemonnaie behoorde daar zeker niet toe. Daar vrouwen fijngevoeliger zijn dan mannen liet ze zich van zijn schoot glijden en haastte zich naar de

[pagina 43]
[p. 43]

muurkast, waaruit ze een fles en glazen te voorschijn toverde.

‘Houd je van port of... liever sherry?...’

Ze schonk de glazen vol.

Toen ze weer ging zitten, sloeg ze de benen over elkaar, waardoor Guido een onbelemmerd uitzicht kreeg op een stel lang niet magere dijen.

Na een paar glazen te hebben gedronken, nam Hennie de leiding.

‘Vind je het goed dat ik hierachter even m'n werkpakkie aantrek?... Als ik klaar ben, geef ik wel een seintje!...’

Ze huppelde weg, waarbij ze ervoor zorgde dat haar ranke figuurtje de vereiste balancerende beweging maakte.

Guido schonk zich nog gauw een glas port in en zat toen wat onzeker te wachten op het afgesproken sein.

Volgens hem duurde dat nogal lang. Hij hoorde het geluid van stromend water, het herhaalde geblaas van wat waarschijnlijk de aspirateur op een fles parfum was en ten slotte het dichtschuiven van de overgordijnen.

Al deze voorbereidingen brachten Guido in verlegenheid. Als ze nu maar wat zei dat de toenadering gemakkelijk maakte, maar iedere directe invitatie bleef achterwege.

Langzaam begon hij z'n jas en vest los te knopen en hing beide netjes over de rugleuning van een stoel.

[pagina 44]
[p. 44]

Pas bij het uittrekken van zijn onderbroek klonk het afgesproken fluitsignaal en tegelijk zag hij Hennies ontblote bovenlijf naar hem toegewend en daarboven de breed lachende mond met de witte tanden. Een ogenblik werd hij overrompeld door het aantrekkelijk schouwspel en was hij liefst dadelijk naast haar gekropen onder de frisse lakens, maar hij was nog in gevecht met een van z'n sokophouders en dat duel bracht de bezinning die in zulke momenten noodlottig kan worden.

Hij wuifde haar toe met een overmoedig gebaar, maar begreep tevens dat nu het ogenblik was gekomen zich te harnassen tegen het risico dat aan dergelijke avontuurtjes verbonden is. Alvorens dus tot de aanval over te gaan, toverde hij het condoom te voorschijn, waarvan het gebruik hem in de praktijk onbekend was. Tijdens zijn pogingen om zich met dit ambtsgewaad te tooien, keek Hennie zegevierend toe en de mislukkig deed haar in een ongeveinsde schaterlach uitbarsten. Guido versaagde niet. Het kleine, vliesdunne apparaat bleek een hardnekkige tegenstander. Opnieuw trachtte hij het aan zijn doel te laten beantwoorden, maar het definitieve succes bleef uit.

‘Wil ik je even helpen?...’ vroeg Hennie, blijkbaar vertrouwend op haar meerdere routine.

Guido lachte ook, maar meer van de zenuwen. Hoe hij ook prutste, er kwam steeds een ogenblik dat hij van voren af aan moest beginnen. Hennie geeuwde.

[pagina 45]
[p. 45]

Dat bracht hem de genadeslag. Het zweet stond op zijn voorhoofd en wat erger was, ten slotte voelde hij de manlijke kracht van zich wijken. Zelfs Hennie zag geen kans meer daadwerkelijke hulp te bieden. Onder die omstandigheden bleef er voor Guido geen andere redding dan een overhaaste vlucht. Zonder enige verdere explicatie schoot hij z'n kleren aan, deponeerde het verschuldigde op het nachtkastje en verliet in ijltempo het toneel, waar hij zo'n smadelijke nederlaag had geleden.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken