Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het recht ontkleed (1966)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het recht ontkleed
Afbeelding van Het recht ontkleedToon afbeelding van titelpagina van Het recht ontkleed

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.06 MB)

Scans (7.36 MB)

XML (0.23 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

roman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het recht ontkleed

(1966)–François Pauwels–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 157]
[p. 157]

XXX

Mr. Guido Severus was altijd een beetje jaloers op de gevangenen aan wie hij mededeelde dat het Hof onmiddellijke invrijheidstelling had bevolen. Hij las de overwegingen van het arrest onbewogen en langzaam voor. Je zou zo zeggen met tegenzin. Pas bij het verlossende slot richtte hij zich direct tot de gedetineerde, keek hem streng en bestraffend aan en liet dan de vrijheid op hem los. Maar zijn kleine spiedende ogen in het ambtelijk strakke masker observeerden de man nauwkeurig. Niet uit vreugde, alleen uit nieuwsgierigheid. Als de bevrijdende woorden tot ze doordrongen, reageerden ze meestal verschillend. Sommigen draaiden zich zonder meer om naar de publieke tribune en dan verscheen er een overwinnende glimlach op hun ontspannen aanschijn, anderen begonnen te snotteren, maar van allen ging een onverwachte vleug van de herwonnen vrijheid uit. De wereld behoorde weer aan ze toe. De kroeg, de ‘jongens’, daar konden ze vanavond weer het glas pakken, het mokkel dat voor ze tippelde, bracht weer centen en lol en een enkele kon nauwelijks 't herwonnen geluk omvatten weer herenigd te worden met zijn gezin, vrouw en kinderen.

[pagina 158]
[p. 158]

Mr. Severus keek hen aan met een onpersoonlijke aandacht van een fotolens. Bij een douw van enkele maanden was het anders. Dan voelde hij een bepaalde satisfactie. Vooral als een vrijspraak door het Hof werd ongedaan gemaakt. Het recht, de jurisprudentie zegevierden. Het college had van zijn superioriteit blijk gegeven en, op de achtergrond, een maatschappelijk belang was gediend. Toch wist Guido maar al te goed wat vrijheid betekende.

Een kostelijke likeur bestemd voor ingewijden. Bij voorkeur te genieten in het verborgene.

De gevangenis kende hij natuurlijk niet. Hij was er nog nooit geweest. Wat gaat een rechter de executie aan!... Maar hij begreep toch wel dat je zo'n poort uitkomt, al of niet door vriendin of familieleden opgewacht, als een herboren mens.

Zo gevoelde hij zich wanneer hij z'n traditionele reisjes naar 't Haagje en andere steden ondernam, met al de genoegens daaraan verbonden. Zeker, het huwelijk was een aangelegenheid die menigmaal in flagrante strijd is met de menselijke natuur. Maar het betekende tevens aanzien, respect voor de maatschappelijke verhoudingen en vooral het ‘home’, het huis waar je je huisjasje kon aanschieten en je pantoffeltjes gereed stonden.

Maar je verlangens gingen vaak de andere kant uit. Hoewel hij de pensioengerechtigde leeftijd naderde, was hij nog lang niet uitgeleefd. Daartegen kende hij maar één remedie: ‘het uitje’!... Hij lispelde dat

[pagina 159]
[p. 159]

geheimzinnige woord met een precieus toegespitste mond. Wie had er niet eens een ‘uitje’?...

Hij wilde geen namen noemen, maar collega die en die hield er een vriendinnetje op na...

Over advocaten maar niet te spreken!... Die ondeugende knapen ontvingen de knapste echtscheidingsdametjes op hun kantoor en... het zijn sterke benen die de weelde dragen! Alleen, gevaar moest er niet bij komen!... In de eerste plaats aan je gezondheid denken! Bij Elise bestond dit risico niet. Die beschouwde alle seksualiteit als een amusement voor de mindere man. Samen naar een receptie, een tentoonstelling, desnoods een toneelvoorstelling, dat was voor haar het huwelijk zoals het behoorde te zijn. En dan natuurlijk veel samen gezellig kletsen. In het bijzonder kritiek op vrouwen van collega's en hun burgerlijke tekortkomingen. Guido luisterde er maar met een half oor naar, maar toch deed het hem goed. Ze had zo'n gedistingeerd accent en ze begrepen elkaar met een knipoogje. Werk je daarbij hard en vervul je met ere een hoge, eervolle positie, dan komt je waarachtig wel een ‘uitje’ toe! Daarbij hield hij zich streng aan één leefregel: geen vaste ‘verhouding’!... Je kon beter een bankbiljetje meer neertellen dan dat zo'n juffrouw aanspraken begon te maken. Het ‘incognito’ verhoogde de charme.

Wanneer hij alleen in het gezellige Haagje, het Brussel van het noorden, flaneerde, kon niemand in hem de vice-president van een hoog rechterlijk col-

[pagina 160]
[p. 160]

lege vermoeden. Met een verfijnde techniek en weinig uiterlijk vertoon wist hij zich tot een aantrekkelijke gentleman om te toveren. De rand van zijn moderne vilthoed van voren wat neergeslagen, een zijden foulard sierlijk en losjes om de hals geknoopt, zijn losse, jeugdige stap trokken de aandacht van menig aardig deerntje. En dan zijn betoverende glimlach... Die zou niemand uit de rechtszaal herkennen. Die noodde tot een gezamenlijke borrel, een etentje in een niet te druk maar eerste klas restaurant en soms tooide hij zijn knoopsgat, waaruit hij de ridderorde in z'n buitenzak had gefrommeld, met een anjer die hem op een voorname feestganger deed lijken. Van het jonge goed moest hij niets hebben. Dat kende hij uit de rechtspraktijk. Zestien, zeventien jaar, op straat met rood-geschminkte lipjes, bijgetekende wenkbrauwen, een modieuze coiffure, maar als getuige voor de groene tafel de verleide onschuld, nauwelijks verstaanbaar en zo uit moeders' werkkeukentje weggelopen.

Rubens die had 't 'm gedaan! Weelderige vormen, zo tussen de dertig en veertig, met een bezielde derrière waarin het een genoegen was te knijpen. En niet tè zacht! Als ze verontwaardigd piepten, raakte Guido pas in z'n element.

Natuurlijk betekende niet iedere ontmoeting een succes. Niet iedere visser had z'n snoer maar uit te zwaaien om een stevige baars op te halen. Ook het blauwtje had z'n bekoring. Het droeg weer iets

[pagina 161]
[p. 161]

bij tot de vervolmaking van het technisch procédé. Een streng uitziende schone diende je met het even heffen van de hoed aan te spreken, de inviterend stappende met een luchtige kwinkslag over het weer. Er waren er ook die bijna in de gedistingeerde afdeling thuishoorden. Een aarzelend maar toch beheerst excuus deed soms wonderen...

Wat daar nu voor de etalage van een damesmodezaak stond te kijken, zag er wel bijzonder appétissant uit! Flink uit de kluiten gewassen, weelderige vormen en vooral een goudblonde haardos die z'n vereerde Rubens onmiddellijk naar het palet zou hebben doen grijpen.

Hij posteerde zich op een gepaste afstand naast haar en bewonderde zwijgend een japonnetje dat, gezien het cachet van de zaak, niet als te duur mocht worden aangemerkt. Toch leek het hem een geschikt aanknopingspunt hierover een bescheiden opmerking te plaatsen.

Twee donkere, van Echt tintelende ogen lachten hem vrijmoedig toe.

‘Wat goed is, is duur!...’

‘Dat ben ik volkomen met u eens!...’ antwoordde Guido en in het wederzijds ongedwongen gesprekje dat hierover ontstond, Eet hij duidelijk doorschemeren dat dit voor hem indien het een schone vrouw betrof, geen al te groot bezwaar betekende.

‘Voelt u iets voor een gezamenlijk borreltje?...’ liet hij erop volgen met dezelfde innemende glimlach

[pagina 162]
[p. 162]

waarmee hij een naïeve verdachte een strikvraag pleegde te stellen.

Het antwoord was niet afwijzend en naast elkaar dribbelden ze door de drukke en feestelijk verlichte winkelstraat.

Als bij toeval raakte zijn hand haar niet door haar corset of anderszins geprangde bips. Sjonge, dat was wat!... Als de rest tot dezelfde kwaliteit behoorde dan opende ‘het uitje’ zonnige perspectieven.

Toen ze tegenover elkaar in een schemerachtig hoekje van de ‘Splendide’ zaten - de sherry was niet royaal geschonken, maar van een kwaliteit die de deftige bar eer aandeed - begon Guido met een informatief verhoor dat maar een matig succes opleverde. Ze was een gescheiden vrouw zonder kinderen, haar man was een deugniet die met allerlei andere vrouwen aanpapte en onder die omstandigheden gaf ze er de voorkeur aan zelf haar brood te verdienen.

Guido knikte begrijpend, zelfs meewarig.

Wat ze dan eigenlijk deed voor de kost?... Hierop antwoordde ze alleen met een glimlach, voldoende om hem te doen begrijpen dat ze zoals men dat noemt in ‘het leven’ was. Hij lachte bevrijdend. Alhoewel hij Elise had meegedeeld dat hij de laatste trein misschien niet meer zou kunnen halen, opende zich thans de gelegenheid op een gezellig avondje met behoud van de tijdige terugkeer in zijn comfortabel huis.

‘Wat een wijfie!...’ juichte het in hem. Die was

[pagina 163]
[p. 163]

vast niet lang ‘op de vlakte’!... Ze kon nog echt blozen, want toen hij haar een onomwonden compliment maakte over haar welgevulde blouse knoopte ze het bovenste knoopje dicht en kreeg een charmant kleurtje. Trouwens de blik uit haar donkere kijkers had niet het arrogante en berekenende van de beroepsvrouw. Ja, ja, zo kwamen die verwaarloosde en bedrogen huisvrouwtjes tot prostitutie!... Maar hij wist ook dat ze soms, later, nog een goed huwelijk deden en voor geen geintjes meer te vinden waren. Deze maakte daarop ongetwijfeld een goede kans, want ze wist zich als een dame te gedragen, sprak beschaafd en nam van andere mannen niet de minste notitie. Hoe oud was ze?...

‘Raad eens!...’ lachte ze met een gebit waaraan de tandarts naar alle waarschijnlijkheid nog geen stuiver had verdiend.

‘Zo omstreeks... dertig’, waagde Guido.

‘Ver bent u er niet van af!... Oud hè?...’

Guido was kennelijk ingenomen met haar oprechtheid. De meesten doen er altijd te veel af. Hij maakte een dramatisch gebaar.

‘Ik kon je vader wezen...’

‘Dat vind ik helemaal niet erg!... Ik houd van oudere mannen...’

De wederzijdse stemming was prima. Er kwam ook nog een volgende sherry aan te pas en Guido begon de spijskaart ernstig te bestuderen.

De prijzen vielen niet mee, maar de erfenis van oom

[pagina 164]
[p. 164]

Felix en de tantièmes der commissariaten, maakten geen enkele bezuiniging noodzakelijk. Overigens precies waar hij van hield: geen machtige tournedos of vette coteletten, maar uitgezochte ‘snacks’, waardoor je niet opgeblazen werd - een beletsel voor de ‘liefde’! - en het bouquet van 'n goede fles tot z'n volle recht kwam.

Ze klonken en dronken, terwijl de hoofs glimlachende Hongaarse violist zich bescheiden achter Hélène - noem me maar Leentje - posteerde en con sordino een strelende melodie ten gehore bracht. Toen de ‘hors d'oeuvres à la Splendide’ ter tafel kwamen en de ober de ‘Veuve Cliquot’ deed knallen, boog Guido zich tot haar en vroeg overmoedig.

‘Heb je het goed bij me, Leen?...’

Bij wijze van instemming voelde hij hoe ze onder het smetteloze damast van de tafel hem ietwat hoog boven de knie in z'n been kneep.

Het gesprek werd hoe langer hoe vertrouwelijker. Zelfs seksuele toespelingen kwamen ter sprake. Guido lanceerde ze als ‘hors d'oeuvres’ zijnerzijds, voorzichtig, behoedzaam, de fijnproever die de oester eerst op de tong balanceert alvorens haar naar binnen te doen glijden. Hélène luisterde met welbehagen en uit enkele antwoorden bleek hem dat ze zekere, nu niet bepaald kuise fantasieën bijzonder op prijs stelde.

Guido had in z'n hart al lang afstand gedaan van de laatste trein. Dit ‘uitje’ was te veelbelovend om

[pagina 165]
[p. 165]

het tot een vluchtig avontuurtje te beperken. Een goed hotel met zo mogelijk gescheiden kamers en... communicatie...

Hélène ging vlot op zijn voorstel in.

‘Une nuit de débauche!...’

Guido was verwonderd over haar zij het niet vlekkeloos uitgesproken Frans.

Een nacht van losbandigheid... Hoe kwam ze eraan?... Was ze toch misschien van behoorlijke familie, of haar gewezen man?...

Hij streelde haar welverzorgde hand. Aan de wijsvinger prijkte een ring met een fraaie iets te grote robijn.

‘Weet jij een gezellig hotelletje... waar we niet te veel in de gaten lopen?...’

Ze bekeek hem triomfantelijk.

‘Maak je daarover maar geen zorgen!... Ik heb een eigen flat...’


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken