Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

VIII. Hooftstuk.
Van de Mildadigheit der Jooden voor de Armen; en voor de dierlyke Schepselen.

Ga naar margenoot+ Al hoewel de Jooden de versmading en de verongelyking meer dan andere volkeren onderhevig zyn; dat 'er weinig ryken onder hun gevonden worden, en dat die geenen die het zyn, niets bezitten 't geen men rykdommen noemen kanGa naar voetnoot*; nochtans komen deeze weinige ryken, de nooddruft der Armen, die in groot getal zyn, zeer wel te hulp, en onderhouden hen ten allen tyde en by alle gelegenheden; zulks men niet ontkennen kan, dat de Jooden een groot medelyden met de Armen hebben.

In de groote Steden, gaan de Armen 's daags voor den Sabbat of andere hooge Feestdagen, by de ryken, en den geenen die hun een weinig geneegen zyn; als dan geeft hun een ieder nadat hy van vermogen is. Wat meer is, de ParnassimGa naar voetnoot(f) of Memunim, die daar voor aangestelt zyn, bezorgen hun weekelyks eenig geldt, en vooral den schaamachtigen armen, of weduwen en gebrekkelyken, die niet by hun komen konnen. Van het geldt der Armbossen, en 't geen men wegens de Kerkdiensten en plegtigheden geniet, gelyk reeds in 't vierde Hoofdtstuk gezegt is, maakt men een spaarkist om daar uit de Armen te voeden.

Wanneer het word vereischt een ongemeene mildadigheit te bewyzen, 't zy aan een arme ingezetene, of aan een vreemdeling; als om een dochter te laaten huwelyken, een slaaf te doen lossen, of iets diergelyks, laaten de verzorgers van de Synagoge den Voorzanger voor de vergadering omgaan, zeggende, en noemende dien hy aanspreekt, Godt zegene N. die zoo veel voor zodanig een Aalmoes geeven zal. Als dit op den Sabbat geschiedt, wanneer de Jooden geen geldt handelen mogen, verplicht zich een ieder met zyn woordt aan den Voorzanger zoo veel te geeven, en deeze belofte word NedavaGa naar voetnoot(g) genoemt, die men ook in de volgende week voldoet. Wanneer deeze mildadigheden vergadert zyn, geeft men ze aan de Armen, aan wien men die hadde toegelegt.

In eenige groote steeden zyn ook verscheiden genootschappen die groote mildaadigheit oeffenen, waar van eenige zorg voor de zieken draagen, en om de dooden te begraaven. Men noemt gemeenlyk de genoodschappen die de Aalmoezen verzaamelen Ghemilud Hassadim, en deeze Aalmoezen wordenGa naar voetnoot(h) Zedaca geheeten; deeze die de slaven lossen noemt men Pidion Seuvim, en die de Dochters uit huwelyken Hassibetuloth. Veele andere zyn 'er, min of meer naar de veelheit der Jooden, die in ieder Stadt gevonden worden.

Indien een arme hoogdringend benoodigtGa naar margenoot+ is, en zodanig dat die het vermogen der

[pagina 36]
[p. 36]

geener van de Stadt van zyn verblyf te boven gaat, vervoegt hy zich by de voornaamste Rabbynen, die hem eenGa naar voetnoot(a) van hun geteekent getuig-schrift, behelzende: Dat den vertoonder een eerlyk en behoeftig man is, en dat men hen verzoekt, hem de behulpzaame handt te bieden. Op vertooning van dit geschrift ter plaatse, alwaar Jooden gevonden worden, 't zy kasteel, landthoeve, of eenige andere plaatsen, word hy 'er een of twee dagen geherbergt en onderhouden; en in 't weder vertrekken, geeft men hem noch eenig geldt. In ieder Stadt waar hy doorreist, laat hy zich een nieuw getuigschrift geeven, of hy laat het eerste onder teekenen, waar mede hy naar de Synagoge gaat, wegens de Parnassim, of de genootschappen, alwaar die geenen zyn die het vermogen hebben hem te gedoogen; en hy ontfangt dan zyn benoodigt onderhoudt, zodanig als reeds beschreeven is.

Van allerwegen alwaar Jooden gevondenGa naar margenoot+ worden, zendenze jaarlyks Aalmoezen naar Jeruzalem, tot onderhoudt der Armen aldaar woonende, en die voor 't wel zyn van het gemeen bidden. Ook zenden ze iets naar andere plaatsen van Judea, als Joppe, Tiberias, en Hebron, alwaar het graf van de Patriarchen Abraham, Isaak, Jacob en hunne vrouwen is. Behalven deeze openbaare aalmoezen, geeft een ieder in 't byzonder, zoo veel hy wil, en van zyn vermogen is.

 

Zy gelooven ook dat het wel gedaan is,Ga naar margenoot+ Aalmoezen allerlei elendigen te geeven, schoon ze zelfs geen Jooden zyn, noch in hunne Stadt woonachtig: nademaal dit eene minzaame mildaadigheit is, die zich over een ieder zonder onderscheid moet uitbreiden, en waar van mede de Rabbynen uitdrukkelyk gewag maaken.

 

Door eene zelfde uitwerking van medelyden, plaagenze noch handelen geene Dieren quaad, en wachten zich wel van die wreedelyk te doen sterven; want zy merkenze aan als Schepselen Godts, volgens de woorden van Psalm 145. vers 9 De Heere is aan allen goedt, en zyne barmhertigheden zyn over alle zyne werken.



illustratie

margenoot+
Der Jooden mildadigheit omtrent hunne Armen.
voetnoot*
Dit is van de Hoogduitsche Jooden te verstaan.
voetnoot(f)
Die geenen die zyn voorgestelt, om bezorgt te zyn wat de welgeregeltheit aangaat.
voetnoot(g)
Mildadigheit betekenende.
voetnoot(h)
Gerechtigheit, dus noemen de Jooden een Aalmoes, overeenkomende met Matheus 6: vers 1.
margenoot+
Hoe de Jooden de hoogdringen de Armoede te hulp komen.
voetnoot(a)
Deeze soorten van Brieven zyn mede lang onder de Christenen in gebruik geweest.
margenoot+
Aalmoezen naar Jerusalem gezonden.
margenoot+
En aan alle onderscheiden volkeren uit gedeelt.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken