Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

II. Hoofdtstuk.
Hoe de vrouw d'Echtscheiding kan ondergaan, en hoe men den geenen straft die een Dochter verleidt. Van der Vrouwen Tydt haarer Maandstonden en haare Kraamlegging.

⁺ EEn jonge dochter onder de tien jaaren^(a) 't zy dat ze een vader heeft of niet, indien ze weduwe word, nadat ze met bewilliging van des mans moeder en zyne broeders is getrouwt, en in deezen man geen behagen heeft, kanze den band des huwelyk breeken, tot datze den ouderdom van twaalf jaaren en een dag bereikt heeft, 't welk de tydt is die tot de hoedanigheit van vrouw vereischt word. Genoeg is 't voor haar te zeggen dat ze hem voor haaren man niet begeert, waarvan men dan twee getuigen neemt, die deeze weigering aantekenen. Met dit geschrift kan zy zich ontrouwen, en weder met een ander in 't huwelyk treeden.

⁺ Indien iemandt door geweldt of anderzins een dochter verleid, en haar onteert heeft, word hy door den Rechter gedwongen, wanneer 'er de dochters vader in bewilligt, haar ten vrouwe te neemen, zonder ooit van haar te konnen scheiden, overeenkomende met het geen Deuteronomium 22. word gezegt. Of men noodzaakt hem met geldt vergoeding van eer te geeven, wegens de beleediging.

⁺ Zodraa een vrouw merkt dat het haar na der gewoone wyze der vrouwen gaat, is zy verpligt haaren man daarvan te verwittigen, die zich dan van haar scheid, en niet beslaapt Hy mag haar niets geeven, noch iets van haare handt ontfangen, noch zelfs by haar zitten, noch uit een schotel met haar eeten, noch uit het zelfde glas drinken.

Wanneer dit gebrek ten einde van vyf dagen of meer ophoud, (want indien 't langer duurt, moet hy het einde afwachten) alsdan verandert de vrouw van lywaat, legt schoone laakens in 't bedt, en zeven dagen nadat zy zich verschoont heeft, besnoeit zy haare nagels en zuivertze. Vervolgens wascht en kemt zy zich, en gaat naar het badt, 't welk noodzaakelyk uit stroom- of regenwater moet bestaan, 't welk door geen man mag behandelt worden. Het bad water moet ten minsten⁺ drie elleboogs lengte hoog staan, en 't badt een bequaame breette hebben: anders waare het niet goed geacht. Wanneer 'er geen gelegentheit om te baden is, gaat de vrouw naar een fontein of rivier, de zee of een put. Het word vereischt dat de vrouw zich geheel naakt baden moet, zonder dat 'er eenig lidt haars lichaams ongeraakt van 't water blyft, en indien zy een ring aan den vinger had, waar tusschen het water niet komen kon, zou haare bading vruchteloos zyn, en zy zou moeten de ring afleggen en zich andermaal baden. Wanneer dan een vrouw het badt gebruikt, is 'er eene andere vrouw die wel acht geeft dat haar het water overal bedekt. Waarna zy t'huis gekomen wederom haar verblyf by haaren man neemt, ingevalle het haar niet weder naar de wyze der vrouwen gaat.⁺

Wanneer een vrouw in 't kraambedt legt, moetze mede van haaren man afgezondert zyn. Indienze een knechtje heeft gebaart, duurt dit zeven weeken, en drie maanden wegons eene dochter. Op eenige plaatsen neemt men den tydt niet zoo lang. Zeven dagen voor dat deeze tydt vervult is, verandertze van lywaat, en gaat in't badt, gelyk reeds is aangeweezen; en als zy deeze gewoonte heeft voldaan, mag zy weder in 's mans gemeenschap leeven.

+ Hoedanig een minderjarige dochter getrouwt zynde, den bandt des huwelyks breeken mag.

(a) De Jooden huwelyken dikmaals zeer jong hunne kinderen uit, schoon het huwelyk niet voltrokken word, dan zy de nodige ouderdom bereikt hebben; en van dusdanige huwelyken is 't, waar van hier gesproken word.

+ Een onteerde dochter word door trouw of afkooping van geldt weder in haar eer herstelt.

+ Hoe de vrouwen verplicht zyn haare mannen van haare maandstonde te verwittigen.

+ En met welk een omzichtigheit zy zich baden moeten eer de gemeenschap der mannen weder toe gelaaten zy.

+ Wat men by 't kraam leggen der vrouwen moet waar neemen.