Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

IV. Hoofdtstuk.
Van der Jooden Verleiders en valsche Messiassen.

Ga naar margenoot+ DEeze stoffe is wydluftig. Wy zullen die door alle de verledene eeuwen niet volgen.Ga naar voetnoot* Hakem zal een der geenen zyn, waarvan wy hier willen gewag maaken. Hy wilde dat men hem aanzag, niet alleen als een ingeeving van Godt op de wyze als de aloude Profeten te bezitten: maar zelfs als onmiddelyk in hem vereenigt met eene aller naauste vereeniging die onmogelyk te genieten zy. Men wil, dat hy, van de Sarazenen vervolgt, om zich met gewelt van hun te ontslaan, zich in een vat vol van Sterkwater worpGa naar voetnoot(a), denkende dat 'er zyn lichaam t'eenemaal in verteeren zoude, en dat men dan na zyne doodt gelooven zou, 't geen hy in zyn leven had willen doen gelooven maar 't ongeluk wilde voor den Verleider, dat men zyn hoofdthair in 't SterkwaterGa naar voetnoot(b) vond. Men kan 'er mede byvoegen, dat men 'er ook zyn vet gevonden heeft; naardien het Sterkwater dit niet ontbindt.

De beruchte Sedekias, een Joodsche Arts, waarvan de Historischryvers vertellen, dat hy het Hof van Lodewyk den Zachtmoedigen wilde diets maaken, hooiwagens met paerden en voerman in te zwelgen. Wat moet men niet al een voorraad van goed gesloof hebben, om dit te gelooven!

In den jaare 1138. deed zich in PersiëGa naar voetnoot† een Verleider op, die veel Jooden aan zyn snoer kreeg, en hem voor den Messias erkenden. Het wissellot van deezen bedrieger duurde niet lang, gelyk mede niet van een Arabier, die in 't jaar 1167. zich voor den Voorloper van den Messias uitgaf. Hy trok veel volks tot zich, en had gelyk de voorigen het zelfde lot, geen ander voordeel den Jooden toebrengende, dan de straffe van hunne verleiding te gevoelen.

Een andere Joodsche Verleider werd in den jaare 1199. in Moravië door die van zynen Landaart gevolgt. Hy roemde een kunst te bezitten zich voor 's menschen oogen, wanneer het hem luste, onzichtbaar te maaken. De Jooden leverden hem zelfs over, beducht door de bedryging die men hun by diergelyke gelegenheit

[pagina 89]
[p. 89]

deed.Ga naar voetnoot(a) Hy die zich Eldavid noemde, werd door zyn Schoonbroeder gedood, nadat hy in Persië tot in 't jaar 1200. den opstant der Jooden berokkent had.

De beruchte Sabathai TzeviGa naar voetnoot(b) was een der listigste bedriegers die ooit het Jodendom heeft uitgelevert. Hy begon in 't jaar 1666. zyne rol te spelen. Deeze valsche Messias verbond zich met een zekeren Levi, die zich inbeelde en voorgaf de Profeet Elias te zyn. Een gedeelte van het Joodsche volk met hem ingenomen, vleide zich met de hoope van hunne Wetten en Godtsdienst door deezen Verleider weer herstelt te zien; maar zy vonden grooter tegenstribbeling dan zy zich verbeeld hadden. De Jooden van Smirna weigerden hem te erkennen, en bragten 't zoo verre dat ze Tzevi ter dood verweezen. De Bedrieger vond een middel het vonnis te ontzenuwen, en zich van de vreesachtigheit van eenigen en de dwaasheit van anderen bevoordeelende, veerstoute hy zich de tytel van Koning der Koningen Israëls aan te neemen. Nochtans werd hy dwaas genoeg zich in de handen zyner Vyanden te vertrouwen; want nadat hy in de gebeden de naam van Keizer der Ottomannen had uitgewischt, en onder zyne voornaamste onderdaanen de Waardigheden van het nieuw Koningryk Israël verdeelt, scheepte hy zich naar Konstantinopolen in, alwaar de Grooten Heer hem liet by de kop vatten, en eenigen tydt daarna het hoofdt afslaan, schoon den Verleider was Mahometaans geworden. Hy was echter van veele deugden begaaft. Hy betoonde zich kuisch en nederig te zyn en zyne redeneeringen waren hartroerende, zynde tot de eerbaarheit geneegen.

Een zekeren Daniel, gelykzaam uit de asse van deezen valschen Messias gebooren, quam in den jaare 1703.Ga naar voetnoot(c) opborrelen, houdende staande dat Tzevi niet dood, maar zich waarlyk verborgen hield, en eerlang te voorschyn komen zou. Deeze uitzinnigheit stelde hem in staat als een uitmuntend man aangezien te worden. Eenige woorden uitspreekende, wist hy zich met zodanig eene snelte op te rechten, dat men zou gezegt hebben dat hem een meer dan menschelyke kracht opbeurde; en door een geheim, 't welk den geenen niet onbekent is die de gezichtkunde verstaat, vertoonde hy een vuurbol, die van plaats veranderde en de beweeging van den Bedrieger volgde, tot dat de verlichtende bol verdween, nadat die eenige tydt op zyne borst had gerust. Wat het gevolg van deezen Bedrieger is geweest weet men niet, dan dat hy uit Smirna gebannen wierd.

margenoot+
Welke Verleiders nu en dan als Messiassen zich hebben opgeworpen, en hoe hunne bedriegery vervolgens is ontdekt.
voetnoot*
[De Verleider Hakem, was Burca toegenaamt, en van Joodsche afkomst. Hy liet zich voorstaan een voorzeggende Geest te bezitten van de aloude Profeten ontleent; dreef de zielverwisseling en leerde dat Godt een menschelyke gedaante had aangenomen, zich vermommende in de gedaante van Adam; dat hy sedert den Profeten verscheenen was, en eindelyk deeze kracht op hem was nedergedaalt. Met dit spoorloos gevoelen kreeg hy nochtans veele Christenen en Afgodendienaars aan zyn snoer, wien hy beval zich in 't wit te kleeden om hun van de Sekten van Aly te onderscheiden, die in 't zwart gekleedt gingen. In den Oorlog een oog verlooren hebbende, dekte hy zyn gezicht met een van goudt gemaakte gryns; en om dit gebrek te verbloemen, gaven zyne Leerlingen voor, dat hy dit in navolging van Moses deed; duchtende de mensschen te verblinden door de kracht en majesteit van zyn gezicht. Abulfaragus noemt deeze Verleider Almokanneus; en wil dat hy zich ten laatsten op een brandende houtmyt worp waar in hy t'eenemaal verteerde; want, naardien hy zyne Leerlingen wysgemaakt had op een zeekeren tydt weder te zullen verschynen, haalde hy hen door deezen vond over, dat ze zyn bedrog niet merkten; maar noch lang in die verwachting bleeven. Basnage Hist. des Juifs. Abulf. pag. 146.]
voetnoot(a)
In den Jaare 779.
voetnoot(b)
Empedocles tracht ons omtrent de zelfde zaak diets te maaken. Hy worp zich in de vlammen van den Berg Etna, op dat na dus snellyk verdweenen zynde, men zich inbeelden zouden, dat hy een Godt was geworden: maar zyne schoenen, die hy achterliet, of door de kracht van 't vuur aan de boorden van den Vulkaan waren opgeworpen, ondekte de buitensporigheit van deezen Verleider. Deeze twee vertellingen komen met elkander wel overeen; en mogelyk zyn 't beide niet dan verdichtzelen: want die van Empedocles is zeer oudt.
voetnoot†
[In Persië stond deezen valschen Joodschen Messias El David op; in de magt van den Persiaansche Vorst vervallen, verzocht men hem een teeken van zyn vermogen te toonen; waar op den Verleider antwoordde, dat men hem het hoofdt zoude afslaan, waar na hy eerlang weder leeven zoude: welke list hy bedacht, om de wreede straf, waar mede men hem dreigde, te ontgaan. Dit vindt men in een brief aangeteekent die Rambam word toegeëigent. De Jooden moesten toen voortaan, uit haat tegen hunnen Verleider in Persië een onverdraaglyke schatting opbrengen, en veele verdrukkingen ondergaan. Basnage, Hist. des Juifs.
voetnoot(a)
Zie Basnage Hist. des Juifs L. 9. C. 11.
voetnoot(b)
Zie Joh. Lendt de Pseudo Messiis.
voetnoot(c)
Zie Basnage Hist. des Juifs L. 9. C. 27.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken