Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1 (1727)

Informatie terzijde

Titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1
Afbeelding van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1Toon afbeelding van titelpagina van Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (13.63 MB)

XML (2.16 MB)

tekstbestand






Vertaler

Abraham Moubach



Genre

non-fictie

Subgenre

non-fictie/sociologie
vertaling: Frans / Nederlands


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Naaukeurige beschryving der uitwendige godtsdienst-plichten, kerk-zeden en gewoontens van alle volkeren der waereldt. Deel 1

(1727)–Bernard Picart–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende

XV. Hoofdtstuk.
Van den Goddelyken Dienst of de Kanoniale Kerkgebeden.

Ga naar margenoot+ Voor dat we tot de beschryving van de Pausselyke Kapel, en die van de Plechtigheden der Mis overgaan, moetenwe vooraf den Lezer den Goddelyken Dienst te beschryven voorstelen.

Deeze Dienst bestaatGa naar voetnoot(h) in gebeden en

[pagina 261]
[p. 261]

heilige leezingenGa naar voetnoot(a) door de Kerke ingestelt, om dagelyks en op zekere uuren door de Kerkelyken te worden geleezen. Men heeft aan deezen Dienst den naam van Kanoniale Kerkgebeden gegeeven, nademaal die door de inzetting der Kerke geordent is, die niet alle de uuren om de zelve te oeffenen heeft voorgeschreeven, maar alle de omstandigheden die men in acht te neemen heeft. Nochtans zynze in alle de Kerken niet eveneens. Deeze Dienst word mede den Brevier-Dienst genoemt, wegens een oud woordt, 't welk eenige gelooven ingestelt te zyn, toen men den Dienst verkorte: vermits die eertyds veel langer was.

De Kerkelyken tot den opbouw der Christenen aangestelt, is hun eerste verplichting zich te voegen, in 't opzeggen uit hunner Brevier of Getyboeken, te weeten, Godt voor de Kerk te bidden, Godtsdienstiglyk de Goddelyke Diensten op te zingen, om den yver van Godtvruchtigheit in der Christen Ziele op te wekken en geestelyke vertroostingen aan hunne aanvertrouwelingen te geeven. Indien zy in deeze Heilige plichten bezig zyn, volgt noodzaakelyk dat zy zich aan geene geslepenheden der Staatkunde en Zaaken van Staat overgeeven, die den mensch van Godt aftrekken, en tot een ongebonden Hoveling maaken. Het Brevier boek komt niet overeen met de aangenaame Hoflykheden, die de Kerkelyken voor een gedeelte hunner vermaakelykheden dikmaals wenschen te bezitten, als zy zich aan de Juffers opofferen.

De Dienst moet volgens Orde der aloude Kerke staande geschieden: men knield niet dan op dagen van boete. Die geen die de Plechtigheden der Kerke beschreeven hebben, zeggenGa naar voetnoot(b) dat de kniebuiging treurigheit en verslagenheit beteekent: maar overeendstaan vreugde en opheffing van den Geest tot Godt. Deeze gestalte wyst mede de opstanding aan, 't welk het onderwerp van 't Christen geloove is.

Ga naar margenoot+ De DienstGa naar voetnoot(c) bestaat in zeven uuren, rekenende de VroegmettenGa naar voetnoot(d) en 't LofGa naar voetnoot(e) voor een, en agt uuren verdeeling. In de eerste Eeuwen der Kerke had men niet dan zes verdeelingen, die voor den dag de Derde, Zesde em Negende,Ga naar voetnoot(f) voor den nacht de Avondt Gebeden, die van middernacht en deeze van 's morgens. Nu heeft men die in zeven of agt verdeelt. De Vroegmetten voor den nacht, het Lof voor het aanbreeken van den dag, de Eerste, Derde, Zesde, Negende voor den Dag, de Vesper voor den Avondt en deGa naar voetnoot* Lofzangen voor 't aankomen van den Nacht. Die geenen die over deeze Kerkgewoonten geschreeven hebben, willen, dat Vroegmetten verbeelden 't geen in den Nacht van 't lyden onzes Heilandts voorviel, en dat het Lof de Dankzegging ter eere der Opstanding van Jesus Christus verordent is. De Eerste is tot achtgeeving over de verontwaardigende mishandeling, die den Heilandt in 't huis van Kajefas te lyden had. De Dienst van de Derde is voornamentlyk ingestelt, om Godt te danken wegens de Heiliging der Kerke door den H. Geest. De Zesde eert de kruiziging van onzen Heilandt. De Negende is wegens de verborgenheit van zyne Doodt, die op dit uur voorviel. De Vesper eert zyne toekomste, die volgens 't gezang der Kerke, op den Avondt der Waereldt geschieden zal. De uur der Lofzangen is ingestelt om Godt zyne bescherming geduurend den nacht af te smeeken, gelyk men hem op de Eerste uure die voor den dag afgebeden heeft. Het waare uur om de Vroegmetten te bidden, is des nachts. De Dankzegging of het Lof, 't welk men gelykzaam de Vroegmetten ingelyft heeft, word met het opkomen van den Dageraat gezegt. Deeze twee Diensten hebben den gemeenen naam van Vroegmetten aangenomen, die op 't eindigen van den nacht worden verricht. De uur van Eerste is zoodraa de Zon opgaat, waarom die de Eerste word genoemt, vermits de alouden de Dag met Zonnen opgang reekenden en in twaalf uuren verdeelden, die onevenmaatig waren, nadat men de Dagen langer of korter bevond; insgelyks was de Derde het derde uur van den Dag, en quam overeen met de negende uur der evennachten; De Zesde was op het zesde uur van den Dag en altoos des middags; de Negende, op het negende uur, of omtrent ten drie uuren na den middag; de Vesper was des Avonds en het Lof na Zonnenondergang. Op deezen

[pagina 262]
[p. 262]

aangeweezen tydt nam men dan de DienstenGa naar voetnoot(a) waar.

Ga naar margenoot+ Niet alleen vonden zich de Kerkelyken die onder de gewyde Orden stonden: maar insgelyksGa naar voetnoot(b) de Monniken en Kloosterzusters, nevens alle die eenige Ampten bezaten, verplicht deezen Dienst waar te neemen. Alle die hier in nalaatig waren, bedreeven een doodelyke zonde, en moesten de inkomsten hunner Kerkelyke Bedieningen weder uitkeeren, byaldien zy geen andere bedieningen afhankelyk van deeze Kerkelyke Bedieningen hadden, ten waare datGa naar voetnoot(c) de verschoonelyke beletzelen de leedigheit deezer Euangelische werken rechtvaerdigden; Maar een behendig Priester verstaat zeer wel de paalen van zynen plicht, en wikkelt zich uit de doodelyke zonde door omwegen, waarvan de vroome zielen onkundig zyn.

Deeze Dienst moet in de Kerk voor het H: Sakrament geschieden, of in een Bidplaatse of elders anders daar toe geschikt. De aandacht, of de toeëigening t'eenemaal met hart en ziel overeenkomende, is ten hoogsten noodzaakelyk dat die deeze Dienst verzelt, zulks men den Oeffenaar niet verwyten kan; dat hy Godt alleen met de lippen eert. Dus is 't de eer van een Priester of Geestelyke, gelykzaam als een Wet, deezen Dienst ter bestemder uuren te doen, om zynen post af te leggen en zich in zyne gebeden niet te verbysteren; overzulks hy met eene oplettenheit toone 't geen zynen plicht voor Godt en de Waereldt vereischt. De boeken die dit onderwerp verhandelen, moeten zich over de aandacht die de leezing verzellen moet, of de opzegging van 't gestelde Getyboek uitstrekken. Zy verklaaren de verscheidene soorten van aandacht die men in de opzegging hebben kan, en veele andere dingen den Kerspelpriesters en Geestelyken noodig, die dikmaals gelegenheit vinden, dezelve zoo min als zy konnen, te bezigen.

margenoot+
Van welk een gebruik de Kanoniale Kerkgebeden of den Brevier-Dienst is.
voetnoot(h)
Zie het Roomsch Kerkgewoonte Boek van Alet.
voetnoot(a)
Men meent voorbelden van Canoniale Kerkgebeden in de H: Schrift te vinden, te weeten: De Vroegmetten of Morgengebeden in den 118den. of volgens de Hebreeuwen 119den. Psalm; de eerste Canoniale uuren in den 92sten. Psalm; de derde, in de Hand: der Apost: Hoofdtst. 2. De zesde, Hoofdtst. 10. van 't zelfde Boek, en de negende, Hoofdtst. 3. De Vesper of Avondt-dienst in des Zaligmakers Avondtmaal enz. De Canonial euuren moeten zekerlyk uit het Jodendom oorspronkelyk zyn. De Heidenen haden mede hunne Morgendiensten. De Egiptenaars gingen hunne Goden 's morgen begroeten. Zy hadden eerste, tweede en derde gety-uuren, die wy eerste, derde en zesde noemen enz. Du Choul de la Relig. des Anciens.
voetnoot(b)
Zie het Roomsch Kerkgewoonte Boek van Alet.
margenoot+
Hoedanig de Dienst van getyden worden afgehandelt.
voetnoot(c)
Ibid.
voetnoot(d)
Matines.
voetnoot(e)
Laudes.
voetnoot(f)
Tierce, Sexte, Nones.
voetnoot*
Complies.
voetnoot(a)
Behalven den Vesperdienst, die, geduurende de Vaste voor 't middagmaal gezegt werd, overzulks die geen die het Vasten niet konden onderhouden, zoo door de Kerk tot op de gewoone Vesper uuren geordent was, wierd des Winters, te weeten, van Allerheiligen tot Paasche, de Vesper ten twee uuren gezongen, en op andere tyden ten drie uuren. Na de Vesper moesten de Kerspelpriesters of hunne Noothulpen onderwyzing doen: indien dit niet na de Vermaning van de Mis was geschied. Warrop het Avondt-gebedt volgen moest.
margenoot+
En wie die verplicht zyn waar te neemen.
voetnoot(b)
Zie het Roomsch Kerkgewoonte Boek van Alet.
voetnoot(c)
Gelyk 'er verschciden toevallen konnen zyn door ziektens veroorzaakt; by voorbeeldt: het verlies of de toevallige gebrekkelykheit van 't gezicht: Maar zoo men onderstelt dat een deezer Euangelische uitvoerders het zelve door eenige klaarblykelyke ongeregeltheit verlooren had, of dat het zich ongemeen verzwakt vond, vervattende met te zeer driftigheit de liefde handelingen der Catalonische Cordelieren zoo fraai door la Fontaine afgeschildert. Een zodanige Uitvoerder, zoude hy niet genoeg overtuigende redenen konnen bybrengen, om zyn onvermogen tot verschooning voor te wenden? De Kerspelpriester, zou die, gelyk deeze der Bigarrures van den Heere des Accors, de grootste letteren van 't Getyboek niet konnen leezen, schoon hy noch de kleinste merktekenen der dobbelsteenen onderscheiden kan? 't zoude ons verschoonbaarder dan het eerste toeschynen.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken