Geschiedenis van België. Deel 4
(1925)–Henri Pirenne– Auteursrecht onbekendDe staatkundige en godsdienstige omwenteling. De regeering van Albertus en Isabella. Het Spaansch stelsel tot den vrede van Munster (1648)
Henri Pirenne, Geschiedenis van België. Deel 4. De staatkundige en godsdienstige omwenteling. De regeering van Albertus en Isabella. Het Spaansch stelsel tot den vrede van Munster (1648). Samenwerkende Volksdrukkerij, Gent 1925
-
gebruikt exemplaar
exemplaar universiteitsbibliotheek Groningen, signatuur: RB 1430 (4)
algemene opmerkingen
Dit bestand biedt, behoudens een aantal hierna te noemen ingrepen, een diplomatische weergave van Geschiedenis van België. Deel 4. De staatkundige en godsdienstige omwenteling. De regeering van Albertus en Isabella. Het Spaansch stelsel tot den vrede van Munster (1648) van Henri Pirenne uit 1925. Het werk is vertaald door Richard Delbecq. Het gehele werk bestaat uit 7 delen.
redactionele ingrepen
p. 19: noot ‘(3)’ heeft in het origineel in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale editie is de nootverwijzing alsnog geplaatst.
p. 166: noot ‘(3)’ heeft in het origineel in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale editie is de nootverwijzing onderaan de pagina geplaatst.
p. 221: noot ‘(1)’ en ‘(2)’ hebben in het origineel in de lopende tekst geen nootverwijzing. In deze digitale editie zijn deze notenverwijzingen onderaan de pagina geplaatst.
p. 331: de kop ‘Inleiding’ is tussen vierkante haken toegevoegd.
Bij de omzetting van de gebruikte bron naar deze publicatie in de dbnl is een aantal delen van de tekst niet overgenomen. Hieronder volgen de tekstgedeelten die wel in het origineel voorkomen maar hier uit de lopende tekst zijn weggelaten. Ook de blanco pagina's (p. II, IV, VIII, 2, 96, 98, 208, 210, 330, 468 en 484) zijn niet opgenomen in de lopende tekst.
[pagina I]
GESCHIEDENIS VAN BELGIË
De staatkundige en godsdienstige omwenteling
De regeering van Albertus en Isabella
Het Spaansch stelsel tot den vrede van Munster (1648)
[pagina III]
GESCHIEDENIS VAN BELGIË DOOR H. PIRENNE
Hoogleeraar aan de Hoogeschool van Gent
IV
De staatkundige en godsdienstige omwenteling
De regeering van Albertus en Isabella
Het Spaansch stelsel tot den vrede van Munster (1648)
VERTAALD DOOR Richard DELBECQ
GENT SAMENWERKENDE VOLKSDRUKKERIJ,
HOOGPOORT, 29
1925
[pagina 485]
INHOUD
Een woord van den Uitgever | blz. V | |
Voorrede | VII |
EERSTE BOEK | |||
HET SPAANSCH STELSEL | |||
HOOFDSTUK I | |||
De hertog van Alva | |||
I. | - Het plan van Philips II in 1567, 3. - De hertog van Alva, 5. - Zijn leger, 7. - Vertrek van Margareta van Parma, 8. - De aanhoudingen. De Raad der Beroerten, 9. - De Boschgeuzen, 11. - De prins van Oranje in Duitschland, 12. - De eerste veldtocht van 1568. De slag vóór Heiligerlee. Halsrechting van Egmond en Hoorn, 13. - De veldtocht van den prins van Oranje, 14. | ||
II. | - Politiek van den hertog van Alva na zijne zegepraal, 15. - Katholieke hervormingen, 17. - Vestiging van het absolutisme, 19. - De nieuwe lasten van den 10n en den 100n penning, 21. - Hunne economische gevolgen, 23. - De wederstand des lands, 24. | ||
III. | - De prins van Oranje en de Fransche Calvinisten, 26. - De Watergeuzen, 28. - Inneming van Brielle, 29. - Opstand van Holland en Zeeland, 29. - Inneming van Bergen door Lodewijk van Nassau, 32. - De Bartholomeusnacht redt den hertog van Alva, 33. | ||
HOOFDSTUK II | |||
De strijd tegen de muiters tot de Pacificatie van Gent | |||
I. | - De prins van Oranje in Holland, 34. - Zijne politiek der ‘generaliteit’, 35. - Zijne verdraagzaamheid, 36. - Zijne |
[pagina 486]
hulpmiddelen, 37. - Zijne populariteit, 39. - Zijne omgeving, 40. | ||
II. | - Veldtocht van den hertog van Alva in het Noorden. Plundering van Mechelen, 40. - Het beleg vóór Haarlem, 42. - Hardnekkigheid der muiters. Mislukking des hertogs, 44. - Zijn vertrek, 44. - Gevolgen zijner politiek, 46. | |
III. | - Houding van Philips II tegenover de Nederlanden, 47. - Don Lodewijk de Requesens, landvoogd, 48. - De militaire toestand, 51. - De slag van Mookerheide. Muiterij der Spanjaards, 52. - De Algemeene Vergiffenis, 53. - Misnoegdheid der katholieke provinciën, 53. - Invloed van den prins van Oranje, 55. - De Bijeenkomsten te Breda, 57. - Hervatting van de krijgsverrichtingen. Beleg vóór Zierikzee, 59. - Dood van Requesens, 60. | |
HOOFDSTUK III | ||
De Pacificatie van Gent | ||
I. | - De Raad van State gelast zich met het waarnemen der regeering, 61. - Zijne betrekkingen met Philips II, 62. - Zwarigheden van den toestand, 63. - Tusschenkomst der Staten van Brabant, 64. - Aanwijzing van don Juan van Oostenrijk als landvoogd, 65. - Muiterij der Spaansche troepen, 66. - Algemeene verbittering, 66. - De Spanjaards trekken zich samen te Antwerpen, 67. - Invloed van deze gebeurtenissen op de inzichten van den prins van Oranje, 68. - De antimonarchalen, 69. - De patriotten, 71. - Voorspoed van de Orangistische propagande, 72. - Aanhouding van den Raad van State, 73. - Bijeenroeping van de Staten-Generaal door de Staten van Brabant, 74. | |
II. | - De Staten-Generaal in 1576, 75. - Katholiek en koningsgezind, vragen zij het vertrek der Spanjaards, 76. - Zij richten een nationaal leger in, 77. - De ‘Spaansche furie’ te Antwerpen, 78. - Sluiten der Pacificatie van Gent, 79. - Ontleding en eigenschap van dat verdrag, 80. - Zijne voordeelen met het oog op de politiek van den prins van Oranje, 82. | |
HOOFDSTUK IV | ||
Don Juan | ||
I. | - Don Juan van Oostenrijk, 83. - Onvereenigbaarheid van zijne persoonlijke inzichten met de hem opgedragen zending, 84. - Zijne eerste onderhandelingen met den Raad van State en met de Staten-Generaal, 86. - Optreden van |
[pagina 487]
den hertog van Anjou, 88. - Orangisten en Katholieken, 89. - De eerste Unie van Brussel, 89. - Het Edict van Marche, 90. - Vertrek der Spaansche troepen, 91. | ||
II. | - Onzekerheid van den toestand, 91. - Don Juan als landvoogd aanvaard, 93. - Misnoegdheid en kuiperijen der Orangisten, 93. - Verrassing van Namen door Don Juan, 95. | |
TWEEDE BOEK | ||
DE GODSDIENSTOORLOG | ||
HOOFDSTUK I | ||
De Orangistische politiek | ||
I. | - Plannen van den prins van Oranje na don Juan's vertrek naar Namen, 99. - Zijne agenten te Brussel, 100. - Houding der patriotten, 101. - De XVIII van Brussel, 102. - Machteloosheid der Staten-Generaal, 102. - Aankomst van den prins van Oranje te Brussel, 103. - Strijdlustige neiging der patriotten, 103. - De prins van Oranje verdacht aan de katholieken, 105. - De Calvinisten steken het hoofd op, 106. - Aankomst van aartshertog Mathias, 107. - Aanhouding van den hertog van Aarschot, 108. - Toestand van Mathias tegenover de Staten-Generaal en den prins van Oranje, 110. - Strijdigheid tusschen de Staten-Generaal en de patriotten, 112. - De prins van Oranje luitenant-generaal van aartshertog Mathias, 113. | |
II. | - Terugkomst der Spaansche troepen, 114. - Het leger der Staten, 115. - De slag vóór Gembloers, 115. - Verstrooiing van de troepen der Staten. Vorderingen van don Juan, 116. | |
III. | - Houding der vreemde mogendheden, 117. - Elisabeth van Engeland beveelt den paltsgraaf Jan-Casimir aan de Staten aan, 118. - Tusschenkomst van den hertog van Anjou. Dezes betrekkingen met den graaf van Lalaing en met den prins van Oranje, 119. - Verdrag van de Staten-Generaal met Anjou, 122. - Don Juan's dood, 123. | |
HOOFDSTUK II | ||
De Godsdienstvrede | ||
I. | - De politieke toestand begunstigt de vorderingen van het protestantisme, 124. - Gent valt in de macht der Calvinisten, 127. - Gent's staatkundige en militaire inrichting, 128. - Vlaanderen aan de Gentenaars onderwerpen, 130. |
[pagina 488]
II. | - Politiek van verdraagzaamheid van den prins van Oranje, 130. - Voorstel van een religievrede, 132. - Zijn karakter, 133. - Het wordt bestreden door de Calvinisten, 134. | |
HOOFDSTUK III | ||
De verzoening der Waalsche provinciën met Spanje | ||
I. | - De houding der Walen is niet door nationale oorzaken te verklaren, 136. - Zij is uitsluitend door godsdienstige beschouwingen ingegeven, 137. - Het protestantisme in de Waalsche provinciën na 1567, 138. - De partij der patriotten, 139. - Houding van de geestelijkheid en van den adel, 140. - Johannisten en protestanten, 141. - De Waalsche protestanten in betrekking met de Gentenaars, 142. | |
II. | - De hoofden der Waalsche troepen na den slag bij Gembloers, 143. - Valentijn de Pardieu, 145. - De partij der ‘Malcontenten’, 145. - Montigny en de Gentenaars, 146. - Ontwerp van een katholiek verbond, 147. - Val der Waalsche protestanten, 148. - Tusschenkomst van den hertog van Anjou, 149. - De Unie van Atrecht, 150. | |
III. | - De Unie van Utrecht, 150. - Ontbinding der ‘generaliteit’, 151. - De Waalsche provinciën onderhandelen met Farnese, 152. - Montigny's afvalligheid, 153. - De vrede van Atrecht, 154. - Zijn politiek en godsdienstig karakter, 155. - Het congres te Keulen, 156. - Bepaalde breuk tusschen protestanten en katholieken, 157. | |
HOOFDSTUK IV | ||
De verscheuring der Nederlanden | ||
I. | - Mislukking van de Orangistische politiek van verdraagzaamheid en nationale eendracht, 158. - Machteloosheid der ‘generaliteit’, 159. - Herstel der koninklijke regeering in Zuid-België, 160. - De Calvinistische overheersching in de steden van Vlaanderen en Brabant, 162. - Confessioneele partijen en maatschappelijke partijen, 163. - De Calvinistische democratiën in de steden, 164. | |
II. | - Nieuwe houding van den prins van Oranje, 165. - Hij breekt met de katholieken af, 167. - Zijn hoofd op prijs gesteld door Philips II, 167. - Zijne ‘apologie’, 167. - Zijne onderhandelingen met den hertog van Anjou, 169. - Het verdrag van Le Plessis, 173. - Ontslag van aartshertog Mathias, 174. - Vervallenverklaring van Philips II, 175. | |
III. | - Alexander Farnese, 176. - Zijne politiek, 178. - Terugkomst en vertrek van Margareta van Parma, 179. - Far- |
[pagina 489]
nese en de verzoenden, 180. - De inneming van Doornijk, 181. - De capitulatie dezer stad is het uitgangspunt eener nieuwe houding tegenover de protestanten, 181. - Aankomst van den hertog van Anjou te Antwerpen, 182. - Zijn verraad, zijn vertrek, 183. - Terugkomst van het Spaansch leger in de Nederlanden, 184. - Krijgsverrichtingen van Farnese in Vlaanderen, 185. - Capitulatie van Gent, 187. - Houding der Vereenigde-Provinciën, 188. - Het beleg vóór Antwerpen, 189. - Capitulatie van Brussel, 190. - Capitulatie van Antwerpen, 192. | ||
IV. | - Farnese en de Vereenigde-Provinciën. Militaire sterkte dezer laatsten, 198. - Farnese's aanvalsplan, 194. - Farnese op den Rijn en de Maas, 195. - Krijgsbeleid van Maurits van Nassau, 196. - De onverwinbare Armada, 197. - Hervatting der krijgsverrichtingen tegen de Vereenigde-Provinciën, 198. - Ondernemingen tegen Frankrijk, 199. - Zegepralen der Vereenigde-Provinciën, 200. - Farnese's tegenslagen, 201. - Farnese's dood, 202. - Beoordeeling der politiek van Philips II, 202. | |
V. | - De graaf van Fuentes, 204. - Aartshertog Ernst, 205. - Mislukking van Philips' inzichten op Frankrijk, 206. - België door Hendrik IV aangevallen, 207. | |
DERDE BOEK | ||
DE KATHOLIEKE RESTAURATIE VAN DE AANKOMST VAN AARTSHERTOG ALBERTUS TOT DEN VREDE VAN MUNSTER | ||
HOOFDSTUK I | ||
De afstand van de Nederlanden | ||
I. | - Aartshertog Albertus, 211. - Geluk en tegenspoed, 213. - De vrede van Vervins, 214. - Hendrik IV en de Vereenigde-Provinciën, 215. | |
II. | - Onrust van Philips II, 215. - Vroegere ontwerpen van afstand der Nederlanden, 216. - De afstand in 1591, 217. - Zijne eigenschappen, 218. - Gestemdheid der aartshertogen, 220. - Gestemdheid des lands, 220. - De Staten-Generaal van 1598, 221. - Vertrek van Albertus en dood van Philips II, 222. |
[pagina 490]
HOOFDSTUK II | ||
De regeering der aartshertogen | ||
I. | - Aankomst der aartshertogen, 223. - Aartshertogin Isabella, 224. - Eerste regeeringsmaatregelen, 225. - Houding der Vereenigde-Provinciën, 226. - De Staten-Generaal van 1600, 227. - Oneenigheid tusschen dezen en de vorsten 228. | |
II. | - Inval van Maurits van Nassau, 231. - De slag bij Nieuwpoort, 232. - Afbreking van de vredesonderhandelingen, 233. - Miskrediet van Albertus in Spanje, 234. - Het beleg vóór Oostende, 235. - Aankomst van Ambrosius Spinola, 236. - Onderworpenheid der aartshertogen aan Spanje, 237. - Spinola's krijgsverrichtingen, 238. - Het Twaalfjarig Bestand, 239. | |
III. | - Hoofdzakelijk katholiek karakter der aartshertogen, 241. - Hunne betrekkingen met de Engelsche katholieken, 243. - De aartshertogen en Hendrik IV, 245. - De twist van Gulik, 246. - Het einde van het bestand, 247. - Albertus' dood, 247. | |
HOOFDSTUK III | ||
Tot Isabella's dood | ||
I. | - Isabella, landvoogdes der Nederlanden, 248. - Zegepralen, 250. - De Vereenigde-Provinciën steunen zich op Frankrijk. Verlies van 's-Hertogenbosch, 251. - Vertrek van Spinola. De veldtocht in de Veluwe, 251. - Verlies van Maastricht, 253. | |
II. | - Verspaansching der regeering, 254. - De kardinaal de La Cueva, 255. - Misnoegdheid des lands, 256. - De markies van Aytona, 258. - Protest der Staten van Artesië, 259. - Gestemdheid des adels, 259. - Gestemdheid der geestelijkheid, 260. - Maria dei Medici en Gaston van Orléans te Brussel, 261. - Verraad van graaf van den Bergh, 263. - Mislukken der samenzwering, 264. - De Staten-Generaal van 1632, 265. - Onderhandelingen met de Vereenigde-Provinciën, 267. - Machteloosheid der Staten-Generaal, 268. |
[pagina 491]
HOOFDSTUK IV | ||
Tot den vrede van Munster | ||
I. | - Isabella's dood, 270. - De politieke toestand in 1633, 271. - Tusschenkomst van Frankrijk, 272. - De kardinaal-infant, 273. - Inzichten van Frankrijk en van de Vereenigde-Provinciën, 274. - De overweldiging van België, 275. - Dezer mislukking, 276. - Zegepralen en nederlagen van den kardinaal-infant, 277. - Verlies van Atrecht, 278. - Don Francisco de Melo, 279. - Algemeene misnoegdheid, 280 - Vorderingen van den vijand, 281. - Aartshertog Leopold, 282. - Vredelievende gestemdheid der Vereenigde-Provinciën, 284. - De vrede van Munster, 285. | |
HOOFDSTUK V | ||
Het Land van Luik | ||
I. | - Betrekkingen van de geschiedenis van Luik tot die der naburige gewesten, 289. - De oprichting der kreitsen scheidt Luik van den Bourgondischen Staat, 290. - De stichting der nieuwe bisdommen werkt in denzelfden zin, 291. - Politiek van Philips II tegenover Luik, 292. - Geeraard van Groesbeek, 293. - De beteugeling der ketterij in het prinsdom, 294. - Het Calvinisme in het Land van Luik, 295. - Mislukking der Calvinisten, 297. - Onverschilligheid der Luiksche geestelijkheid, 298. - Verzet des lands tegen den bisschop, 299. - Economische voorspoed van de hoofdstad en van het land, 300. - Het gegemeentewezen te Luik, 302. - De Luiker democratie, 304. - De politiek van onzijdigheid, 306. | |
II. | - Ernst van Beieren, 307. - Zijne politiek, 310. - Hervormingen op godsdienstig gebied, 311. - Ernst van Beieren en de hoofdstad, 313. - Zijne toegevingen aan de democratie, 314. | |
III. | - Ferdinand van Beieren, 315. - Het verkiezingsreglement van 1613 en zijne gevolgen, 316. - Tusschenkomst van Frankrijk en van de Vereenigde-Provinciën, 317. - De hoofdstad tegenover den bisschop, 318. - Beeckman en La Ruelle, 319. - Invloed van de inneming van Maastricht op de gebeurtenissen, 320. - Ontwaking van het protestantisme, 321. - De Chiroux en de Grignoux, 322. - Moord op La Ruelle, 323. - De vrede van Tongeren, 325. |
[pagina 492]
- Nieuwe oneenigheid tusschen den bisschop en de hoofdstad, 326. - Onderwerping van Luik, 327. - Het nieuwe stelsel, 328. | ||
VIERDE BOEK | ||
DE BESCHAVING IN DE KATHOLIEKE NEDERLANDEN | ||
Inleiding, 331. | ||
HOOFDSTUK I | ||
De Godsdiensttoestand | ||
I. | - Snel verval van het protestantisme na de zegepralen van Farnese, 336. - De uitwijkelingen, 338. - Invloed van het Twaalfjarig Bestand op den toestand der protestanten, 339. - Verdwijning van het protestantisme, 340. - Maatregelen tegen de ketterij, 342. - Geen bloedige beteugeling meer, doch inrichting van een bekeeringsstelsel, 343. - Toestand der afvalligen in de XVIIe eeuw, 345. | |
II. | - Philips II en de katholieke hervorming, 346. - De nieuwe bisdommen, 347. - Moeilijkheden in hunne inrichting, 348. - Stichting der hoogeschool te Dowaai, 349. - Afkondiging van het Concilie van Trente in de Nederlanden, 350. - Gebrekkige uitvoering der katholieke hervormingen, 352. - Ontreddering der Kerk op het einde der XVIe eeuw, 353. - Beweging tot herstelling, van Farnese's regeering af, 354. - Hare voltooiing onder de regeering der aartshertogen, 354. - Herstelling der katholieke tucht, 355. - Het onderwijs, 356. - De liefdadigheid, 358. | |
III. | - Overwegende invloed der Jezuïeten, 358. - Nederzetting van het Gezelschap van Jezus in België, 359. - Vijandschap die het ontmoet, 360. - Zijne eerste vorderingen, 362. - Zijn toestand onder Requesens, 363. - Zijne vervolging door de Calvinisten, 364. - Zijne begunstiging door Farnese en de aartshertogen, 365. - Inrichting van het Gezelschap, 366. - Zijn onderwijs, 367. - Zijn invloed op het godsdienstig leven, 368. - Zijne zendingen, 370. - Zijn maatschappelijke invloed, 371. - Zijn monarchaal loyalisme, 372. - Zijne vijanden, 373. - Zijn gezag op verstandelijk gebied, 374. | |
IV. | - Vermenigvuldiging der geestelijke orden in de XVIIe eeuw, 375. - Hare bescherming door het hof en door den adel, |
[pagina 493]
376. - De vreemde kloosters, 377. - Het vraagstuk der doode hand, 378. - De misbruiken, 379. - De godsdienstige rol der aartshertogen, 381. - Godsdienstzin des lands, 382. | ||
HOOFDSTUK II | ||
De Staatkundige inrichting | ||
I. | - Contrast der instellingen in België en in de Vereenigde-Provinciën, 384. - Vorderingen van het monarchaal gezag, 386. - Machteloosheid des lands om ze te beletten, 387. - De koning en het land, 388. - Vestiging van het nieuw stelsel, 388. - Wat van de politieke zelfstandigheid overblijft onder de aartshertogen, 389. - Overheersching van Spanje, 390. - De Secretaris van State en van oorlog 392. - Het leger, 393. - Behoud der Bestuursraden, 394. - Overwicht van den Privaten Raad, 395. - Tekstsamenvatting en wetgeving, 396. - De financiën, 398. - De bestendige bede, 399. - De ‘licentes’, 400. - Wanorde in de financiën, 401. | |
II. | - Einde der Staten-Generaal, 401. - Duurzaamheid en belangrijkheid der zelfstandigheid in de provinciën, 402. - Brabant, 403. - Henegouw, 404. - De stadhouders der provinciën, 405. - Makheid der provinciale Staten, 405. | |
HOOFDSTUK III | ||
De economische en de maatschappelijke toestand | ||
I. | - Kommer in het land op het einde der XVIe eeuw, 407. - Het platteland, 408. - De steden, 408. - De Waalsche provinciën, 409. - Heilzame invloed van het Twaalfjarig Bestand, 410. - Verval van Antwerpen, 411. - De sluiting der Schelde en der havens, 412. - Het economisch verval is te wijten aan de politiek der Vereenigde-Provinciën, 413. - Noodlottig gevolg van de ontstentenis eener marine, 414. - Ondoeltreffende afbreking van den handel met de rebellen, 415. - Door Spanje getroffen maatregelen tot opbeuring van den Belgischen handel, 416. | |
II. | - Wedergeboorte der nijverheid in de XVIIe eeuw, 417. - Hare oorzaken, 417. - De verschillende nijverheidstakken des lands, 418. - De ambachten, 419. - Verval van het gildestelsel, 420. - Het kapitalisme beheerscht de voortbrenging voor den uitvoer, 422. - De saai- en de lijnwaadweverij, 424. - De metaalnijverheid en de steenkolen, 426. |
[pagina 494]
- De verbeteringen in de nijverheid, 428. - Nieuwe nijverheidstakken, 429. - Economische politiek der regeering, 428. - Ongunstige toestanden voor den uitvoer, 430. - De landbouw, 432. | ||
III. | - Het bevolkingscijfer in de XVIIe eeuw, 433. - Het groeit vooral aan op den buiten, 434. - Maatschappelijk overwicht van den adel, 436. - Nieuwe opnemingen in den adelstand, 437. - De nieuwe adel, 438. - De adel, steun van maatschappelijke en politieke orde, 439. - De burgerij, 440. - Het proletariaat, 440. - Nieuwe instellingen van weldadigheid, 440. - De Bergen van Barmhartigheid, 441. | |
HOOFDSTUK IV | ||
De verstandelijke beweging | ||
I. | - Verdwijning van den geest der Renaissance, 444. - Toezicht over het geestesleven door de Kerk en door den Staat, 445. - Toestand der hoogescholen, 446. - Justus Lipsius, 447. - Verval van het hooger onderwijs, 448. - De censuur, 449. - De aartshertogen, beschermers van kunsten en wetenschappen, 449. - Invloed der Jezuïeten, 450. - Verval der wereldsche literatuur, 451. - Toestand der rederijkerskamers, 452. - De Vlaamsche letteren, 454. - Verspreiding van het gebruik van het Fransch, 455. - De Fransche letteren, 458. | |
II. | - De geest der Renaissance leeft voort in de kunst, 459. - Jan Molanus, 460. - De barokstijl, 462. - Invloed der Jezuïeten, 463. - Rubens, 465. | |
Alphabetisch Register | blz. 469 |