Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Geschiedenis van België. Deel 4 (1925)

Informatie terzijde

Titelpagina van Geschiedenis van België. Deel 4
Afbeelding van Geschiedenis van België. Deel 4Toon afbeelding van titelpagina van Geschiedenis van België. Deel 4

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (2.30 MB)

ebook (3.17 MB)

XML (1.10 MB)

tekstbestand






Vertaler

Richard Delbecq



Genre

non-fictie

Subgenre

vertaling
non-fictie/geschiedenis-archeologie


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Geschiedenis van België. Deel 4

(1925)–Henri Pirenne–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

De staatkundige en godsdienstige omwenteling. De regeering van Albertus en Isabella. Het Spaansch stelsel tot den vrede van Munster (1648)


Vorige Volgende
[pagina V]
[p. V]

Voorrede

Bij het bewerken van dit boekdeel, was ik tamelijk verlegen. Ik stond, inderdaad, eerst vóór het meest bestudeerde, en vervolgens vóór het meest verwaarloosde deel onzer geschiedenis. Voor de omwenteling der XVIe eeuw maakte de overmaat der uitgegeven teksten en der moderne werken mijn taak schier zoo moeilijk als hun schaarschheid voor het volgend tijdvak. Eenerzijds mocht ik niet te zeer uitweiden over bijzonderheden en, anderzijds, moest ik trachten de leemten eener waarlijk al te onbeduidende documenteering aan te vullen. De lezer zal de uitslag van een zeer lastigen arbeid waardeeren. Hoe hij daarover ook oordeele, toch zal hij, hoop ik, de rechtzinnigheid en de goede trouw van mijn streven erkennen.

Evenals in de vorige deelen van dit werk, betrachtte ik vooral, het nationaal leven te onderzoeken en te verklaren. Mijn aandacht ging veel meer naar de veranderingen van de partijen, van de staatkundige theorieën, van de godsdienstige gedachten, van de instellingen, van de economische verschijnselen en van de maatschappelijke verhouding, dan naar de oorlogen en naar de diplomatie. Omtrent deze laatsten, trad ik maar in bijzonderheden voor het tijdvak, dat het land daaraan rechtstreeks deel nam, wil zeggen voor het tijdvak tusschen den dood van Requesens en dien van don Juan. Vóór en na hetzelve, worden zij geleid door Spanje en derhalve volstond het mij, de hoofdtrekken te schetsen van de achtereenvolgende gebeurtenissen, waarin België slechts een lijdelijke rol speelt. En dan nog moest ik mij bepalen bij haar betrekkingen met onze geschiedenis.

[pagina VI]
[p. VI]

De scheiding van de Nederlanden in twee afzonderlijke Staten, in 1579, deed de veldtochten van Farnese, van Spinola en van hun opvolgers tegen de Republiek der Vereenigde Provinciën schier heel en al buiten mijn onderwerp vallen; het spreekt derhalve van zelf, dat ik dan nog minder te gewagen had van de tusschenkomst der Spaansche legers in Frankrijk en in Rijnland. Leiddraden om zich terug te vinden in den warboel van oorlogen en onderhandelingen worden verstrekt door tal van voortreffelijke werken, waaronder ik het genoegen heb, met erkentelijkheid te vermelden: Geschiedenis van het Nederlandsche Volk, van P.-J. Blok, Histoire de l'Allemagne à l'époque de la Contre-Réforme et de la Guerre de Trente Ans, van Maurice Ritter, La République des Provinces-Unies, la France et les Pays-Bas Espagnols, van A. Waddington, La Rivalité de l'Espagne aux Pays-Bas de 1635 à 1700, van H. Lonchray, Alexandre Farnèse, van P. Féa en Ambroise Spinola van A. Rodriguez-Villa.

De monarchale herstelling en vooral de katholieke herstelling, die met Alexander Farnese beginnen en onder Albertus en Isabella voltrokken worden, werden nog niet behandeld. En toch verdienen deze onderwerpen alleszins een naarstige studie, want die beide groote feiten verklaren vele der eigenschappen, welke België tot hiertoe bewaarde. Schier altijd moest ik steunen op mijn eigen krachten voor het ontwikkelen van een tijdvak, dat zulken grondigen invloed op onze geschiedenis oefende. Ongetwijfeld bood het onlangs verschenen werk van V. Brants: Albert et Isabelle, mij een kostbare hulp. Doch schrijver raakt slechts een gedeelte aan van het onderwerp dat ik behandelen moest. En de uitgegeven bronnen zijn zoo ontoereikend, dat ik, voor tal van punten, genoopt was, de archieven te doorsnuffelen. In die omstandigheden laat het zich begrijpen, dat het tafereel, dat ik van den toestand des lands gedurende de regeering der aartshertogen en tot den vrede van Munster schetste, tamelijk onvolledig is. In der waarheid, kan het slechts voor een eerste proeve doorgaan. Doch ik zal den tijd noch de moeite betreuren welke het mij kostte, zoo dit eenige werkers aanspoort, hun navorschingen te richten

[pagina VII]
[p. VII]

naar een zoo slecht gekend, en toch zoo belangwekkend tijdvak.

Nogmaals mocht ik mij verheugen in de talrijke blijken van welwillendheid, welke mijn werk verwekte. Ik ben den Heer H. Vander Linden, hoogleeraar der Universiteit van Luik, de mededeeling verschuldigd van de briefwisseling van des Traos, en den Heer Ch. Hirschauer, lid van de ‘Ecole française’, te Rome, van die van J. Sarrasin.

Onuitgegeven bescheiden of zeer nuttige inlichtingen werden mij verstrekt door den betreurden Ch. Duvivier, alsmede door de Heeren J. Cuvelier en E. Fairon, archivarissen aan het Rijksarchief te Brussel en te Luik, Th. Gobert, provinciaal archivaris te Luik, A. Fayen, gehecht aan het Belgisch Geschiedkundig Instituut te Rome, G. de Boer, te Amsterdam, G. Cohen, te Parijs en R. Häpke, te Berlijn. Ten slotte geliefde het mijne vrienden, de Heeren P. Thomas en F. Arnheim, de proef van dit boekdeel te lezen en mij verbeteringen aan te wijzen, waarover ik hun erkentelijk dank zeg.

 

Gent, 23 Juni 1911.

H. Pirenne.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken

Over het gehele werk

titels

  • Geschiedenis van België (7 delen)


auteurs

  • Richard Delbecq


plaatsen

  • over Gent


landen

  • over Spanje

  • over Oostenrijk

  • over Duitsland

  • over Frankrijk

  • over Groot-Brittannië (en Noord-Ierland)

  • over Italië