Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Het land, in brieven (1792)

Informatie terzijde

Titelpagina van Het land, in brieven
Afbeelding van Het land, in brievenToon afbeelding van titelpagina van Het land, in brieven

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

Scans (10.85 MB)

ebook (3.25 MB)

XML (0.39 MB)

tekstbestand






Genre

proza

Subgenre

briefroman


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Het land, in brieven

(1792)–Elisabeth Maria Post–rechtenstatus Auteursrechtvrij

Vorige Volgende
[pagina 265]
[p. 265]

XLIII. Eufrozyne aan Emilia.

Den 2 Sept.

17-

 

Neen mijn lieve Emilia! nog ben ik niet aan het stadsleven gewoon; om daar ooit weder regt gelukkig te zijn, moet ik vergeten kunnen, dat er een oord is, daar de natuur genoten wordt, daar hare voorschriften gevolgt worden, en daar een deel van mijn hart gebleven is. Altijd beminde ik het buitenleven: altijd vond ik bij deszelfs kort genot, waartoe mij mijne omstandigheden slechts vrijheid gaven, een zeker onuitdrukbaar vermaak, dat mij meer dan het stadsgewoel voldeed, maar dit vermaak was bedwelmd, en verward. Gij, mijne Emilia! hebt dat gevoel ontwikkeld; het was in uwe armen, op uw gelukkig Zorgenvrij, dat ik gewaar wierd, waarom ik het beminde, waarom ik de natuur schoon vond. - O! gelukkige dagen! och kon ik ze nog herroepen! dagelijks worden mij de koele onverschil-

[pagina 266]
[p. 266]

lige, en onnatuurelijke gesprekken, en de lastige plegtigheden, aan mijne gebonden levenswijs verknogt, ondraaglijker. Meer dan eens stelde ik reeds mijne lieve moeder voor, om een landgoed, niet ver van 't uwe, tot ons zomerverblijf te zoeken: daar zou Elize ook dikwils bij mij wezen; en als gij dan in dat deugdzaam meisje ook eene vriendin vondt, zouden wij een drievoudig onverbrekelijk snoer uitmaken. Maar de volvoering van mijn plan is zo onwaarschijnelijk, als u mijn verhaal zijn zou, dat ik eene Dame in de Maan had zien wandelen; het een, nog ander kan ooit anders, dan in mijne verbeelding bestaan. - Want er is eene volmaakte antipathie tusschen de neigingen van mijne bedaagde, aan haare gewoontens verbondene moeder, en mijne, uit natuur, liefde en zugt tot vrijheid geboorene, verlangens. Van de wandelingen rondom de stad maak ik dikwils gebruik met mijne Elize. Maar, ô! die gehate schijnwelvoeglijkheid beneemt ons alle die veraangenamende vrijheden en onschuldige genoegens, waartoe de natuur ons nodigt, en die er de ziel van uitmaken. Vergeefs spreidt zij voor ons de dikgezwollen mos; vergeefs vormt zij de peinslustvoedende afgelegen bosjes; eenzame wandelingen en stille rustplaatsen, zijn aan een meisje ontzegt, dat lastertongen ontzien wil; slaafsche banden, die mij meer drukken na dat ik de vrijheid kende!

Dikwils spreek ik met Elize van uw karakter en

[pagina 267]
[p. 267]

levenswijs, en het genoegen tekent zig dan in een sterker blos op hare zagtgekleurde wangen. Zij bemint u reeds hartelijk; - zij heeft uwe nodiging voor een volgend jaar blijmoedig aangenomen; mijn hart luikt op, als ik in uwen lof bezig ben. Och Emilia! zijt meer een dagelijks meisje, dan zal ik meer getroost zijn in uwe afwezenheid. - Maar neen: blijf altijd Emilia, op dat ik het door u word. De lieve, ‘vergeet mij niet,’ is eindelijk, niettegenstaande mijne aanhoudende zorg, verdord. - Nog zoo bewaar ik het, en het verdorde bloempje herinnert mij den grond die het voordbragt, en alle de genoegens, die ik daar smaakte; doch die, helaas, niet duurzamer waren, dan dit teder bloempje.

Over eenigen tijd is mijn moeders voornemen met mij naar.... te reizen; daar woont de zuster van haar hart: - doch de dag is onbepaald.

Hoe schoon tekent gij mij uwe gedachten in den korenoogst, en in uw nachttooneel! - och was ik er nog getuige van! - Uwe verhalen bevallen mij nu nog veel meer dan te voren: de herinnering helpt nu mijne verbeelding, en ik ben bijna in uwe tegenwoordigheid. Ga dan voord, mijn beste! het hart te verkwikken van uwe

 

Eufrozyne.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken