Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Die navolginghe Christi (1958)

Informatie terzijde

Titelpagina van Die navolginghe Christi
Afbeelding van Die navolginghe ChristiToon afbeelding van titelpagina van Die navolginghe Christi

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.73 MB)

Scans (10.56 MB)

ebook (2.90 MB)

XML (0.33 MB)

tekstbestand






Editeur

A. van Elslander



Genre

proza

Subgenre

non-fictie/theologie
limburg


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Die navolginghe Christi

(1958)–Jan Pelgrum Pullen–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
Regelnummers proza verbergen
[pagina 13]
[p. 13]

Hoe ghij Christum volgen sult in ootmoedicheijt.
Dat iij capitel.

1Christum moet ghij oock naeuolgen in ootmoedicheijt ende 2die moet ghij van Hem leren, Hij sprack: ‘leert van 3Mij, want ick ootmoedich ende sachtmoedich van hertten 4ben. Wat is in Christo anders geweest van begin dat Hij 5hier mit ons was tot dat Hij van ons scheijden, dan oot- 6moedicheijt: besiet Sijn geburt, Sijn leuen, Sijn steruen 7ende al dat in Hem was, dat en was anders niet dan ootmoe- 8dicheijt. Hij was als een dienstknecht onder Sijn Apostelen 9ende onder alle menschen. Sijn werck en was niets niet dan 10ootmoedicheijt. Hij was altijt gesoncken in al dat Hij ded. 11Hij was ootmoedich in alles ende dede altijt ootmoedige 12wercken ende ootmoedighe wijsen ende sprack ootmoedige 13woorden; in alle Sijn leuen, in alle Sijn woorden, in alle Sijn 14habijt en was anders niets niet dan ootmoedicheijt, Hij was 15als een wormken op deser erden. Siet, dit moet ghij van 16Christo leren, hebt ghij dit niet geleert, soe en hebt ghij noch 17niets niet geleert. Want die en heeft niet geleert, die Christum 18niet en heeft geleert. Cristus is die ootmoedicheijt, den gront 19der ootmoedicheijt. Ghij en weet Christum niet, noch ghij en 20kent Christum niet, hebt ghij die ootmoedicheijt niet. Die 21ootmoedicheijt en hebt ghij niet, soe ghij noch wat hebt oft 22behout, oft dat ghij iet sueckt, meijnt dit oft dat, dat in 23Christo niet en was. Otmoedicheijt en hebt ghij niet, soe ghij 24niet gescheijden en sijt van v seluen, dat ghij niet sijt, ende 25dat ghij scheijt van v eijgen meijning ende van uwen eijghen 26wil.

27Een ootmoedich mensch die volcht Christum in alles ende 28hij scheijt van hem seluer, want hij siet in hem seluen, noch 29hij en vijnt in hem seluen niet dat goet is. Een mensch die 30Christum eens te recht aensiet, hoe Hij hier mit ons was in 31alle Sijn leuen ende lijden, hij vijnt hem onwerdich een 32mensch te sijn ende dat hij onwerdich is in alle dat geen dat 33Godt hem geeft ende gegeuen heeft. Dat is seker, saech den 34mensch Christum eens aen, als Hij stont voor die richters in 35Sijnder Passien, als Hij hinck aen den Chruijs ende als Hij 36laech inder cribben, hij soude hem moeten verootmoedigen 37ende sincken ende versinken onder alle creaturen, ende hij

[pagina 14]
[p. 14]

38soude hem lichttelijck ouergeuen tot alle ootmoedighe ver- 39smaden wercken, jae, tot alle versmaetheijt ende dat hij 40anders niet begeren soude dan versmaetheijt te lijden ende 41te wercken. Wat was in Christo anders dan al dat versmaet 42wart? Christus was soe ootmoedich, soe cleijn, soe versmaet 43in Sijnder Passie, dat die Jueden eenen moordenaer verge- 44lijckten mit Hem, jae, vercoren eenen moorder voor Hem, 45een moorder wert werdiger geacht dan Christus, den Soon 46vanden Hemelschen Vader. Siet, soe was Hij niet alleen 47ootmoedich in Hem seluen ende verniet, Hij was niet inden 48oogen der menschen, Hij wart van haer verootmoedicht, 49verniet, als die niet geweest en waer ende die onwerdich 50des leuens waer. Hij waert in alles vernedert, verworpen ende 51verniet van die wijsen ende hoochgeleerden van deser werelt. 52Wat was Sijn Passie, Sijn steruen anders dan ootmoedicheijt. 53Ende wat sachmen in Hem oock anders, wat hoorde men 54oock anders van Christo Jesu dan ootmoedicheijt. Het was al 55ootmoedich dat men sach ende dat men hoorde in Christo 56Jesu. Ist dat ghij dit aensiet, wat wilt ghij oft wat cunt ghij 57anders gewercken dan ootmoedicheijt van buijten ende van 58binnen. Wat sult ghij oock anders willen beginnen oft 59minnen dan ootmoedicheijt ende daer in willen volherden. 60Cristus Jesus, Onse Heer, die begost Sijn leuen in ootmoe- 61dicheijt ende als Hijt begon, soe heeft Hijt oock voleijnt. 62Cristus was altijt in ootmoedicheijt ende daerom wort die 63oock genoemt die duecht Christi; die ootmoedicheijt.

64Dit is een hoge, wonderlijke ende een godtlijke dueht, 65die wt Godt is ende in Godt is ende Godt in haer, want Godt 66is den gront der ootmoedicheijt. Het is een verborgen duecht 67die van wenich menschen bekent is ende bekent wort. Die tot 68Godt willen comen ende in Godt, die moeten mit dese duecht 69daer comen, want dat is seker, niemant compt tot Godt, hij 70en sij ootmoedich.

71Wie eens aensiet hoe Christus Hem verootmoedicht heeft 72om die menschen in al, ouer al, ende den menschen gedient 73heeft in alle ootmoedicheijt, ende soe hij hem dan oock seluer 74aensiet, soe bevijnt hij in hem seluen dat hij hem seluen wel 75mach verootmoedighen, vercleijnen ende vernieten, ver- 76smaden ende begeren van allen versmaet ende verniet te 77werden. Ende hier wt compt dat den mensch, die dit bekent,

[pagina 15]
[p. 15]

78blijft in sijn ootmoedicheijt, in sijn cleijnheijt, ende dat hij 79hem seluen veracht ende niet en acht in al dat hij doet, dat 80hij spreeckt, dat hij weet, dat hij heeft ende al dat hij doet 81ende weet, dat het anders niet en is dan geckheijt. Ende soe 82blijft hij bij hem seluen, in hem seluen, dat hij niet wt en loop 83noch hier noch daer, noch bij die ende die, noch dat hij nie- 84mant leren noch straffen en wil, hij bevijnt dan dat hij hier in 85seluer onschuldich in sij; ende hij vreest oock van hem seluen, 86dat hij hier in niet blijuen en soude in ootmoedicheijt.

87Siet, kan den mensch hier toe gecomen ende soe geblijuen 88in ootmoedicheijt, soe is hij godtlijck ende hij can veel 89wercken bij Godt mit sijn ootmoedicheijt ende hij gaet alle 90dingen in ende door gottelijck ende hij blijft hier in godtlijck.

91Dit is die duecht die Maria die Moeder Godts soe hooch in 92Godt verheuen heeft, dese duecht heeft haer godtlijck ge- 93mackt. Dese duecht was in haer soe groot, soe wonderlijck, 94soe godtlijck, dat die niet te begrijpen en was; ende al dat alle 95leeraers van haer ootmoedicheijt geschreuen hebben, dat en is 96al niet bij dat geen als dese duecht in haer was. Dese oot- 97moedicheijt was soe groot als Godt was, want Godt was in 98haer, mit haer, ende daerom was dese duecht Godt seluer in 99haer. Dan in haer begrijp ende wtwercken, daer was dat 100creatuer; alsoe was sij oock. Dan daer sij begrepen was, daer 101was sij godtlijck; ende dat was haer ootmoedicheijt. Als 102sij voor Godt stont, dan versinckten sij haer in ootmoedich- 103eijt, ende hoe sij meer versunck, hoe sij hoger int godtlijck 104Wesen begrepen wart ende daer weselijck wart; dit was haer 105wesen ende hier in hadt sij haer wesen weselijck, hier wt be- 106wees sij Godt den Heer sulken groten eer ende werdicheijt, 107dat sij daer in verhochden ende daer mit verblijden alle 108hemelsche geesten, jae, die Heijlige Drieuuldicheijt, ende hoe 109wel sij hier in meer werckten dan alle creaturen inden Hemel 110ende op der erden, noch was haer dat cleijn bij dat geen dat sij 111Godt schuldich was. Sij en cost Godt nummer meer wer- 112dicheijt genoch bewijsen. Sij stont altijt tot Sijnen dienst, in 113werdicheijt ende dat mit die aldermeeste ootmoedicheijt. 114Sij was altijt cleijn, ootmoedich, in al, ouer al, ende ginck 115Cristo hier in het naest. Ende daerin was sij het hoochste 116mit Jesu Cristo ende was daer mit in Christo ende daer mit 117bleef sij mit Christo ende alsoe hadt sij die ewicheijt ende

[pagina 16]
[p. 16]

118was godtlijck inder tijt. Want hier in wart sij ende was sij 119in Godt begrepen ende was een mit Godt. Sij was haer seluen 120ontsuncken duer die ootmoedicheijt in Godt ende daer was 121sij ontwesent in Godt, niet nae haer geschapenheijt, dan nae 123haren wesen, daer sij in Godt begrepen was ende daer had sij 124een leuen mit Godt ende alsoe was sij godtlijck ende alsoe 125werckten sij godtlijck. In allen haeren wercken, in allen haeren woorden ende wijsen die sij pleechden, verhief sij haer in 126Godt mit minnen in der minnen wesen; ende alsoe oock in al 127haer doen versunck sij door die ootmoedicheijt in Godt. Ende 128soe was haer werck ende soe bleef haer werck in Godt wese- 129lijck ende haer hogen was inder minnen ende haer versincken 130in ootmoedicheijt ende dat was algelijck in Godt ende dat 131was al Godt. Hoe sij hooger verheuen was, hoe sij meer haer 132geschapenheijt versunck, ende hoe sij dat meer versunck, 133hoe sij hooger in Godt was. Sij versunck haer oft sij ver- 134hoochden haer, sij was altijt in Godt, ende in Godt was haer 135versinken ende hoogen, ende dat was daerom in haer gelijck 136hooch ende godtlijck, als verclaert is int boecxken van dat 137leuen Maria die Moeder Godts. Siet, alsus sult ghij die Moe- 138der des Heeren, jae, Christum volgen in die ootmoedicheijt 139ende sult v altijt setten in nederheijt ende en sult niet aflaten, 140ghij sijt dan int nederste gesuncken ende versuncken tot dat 141ghij hebt die ootmoedicheijt weselijck ende dat die v wesen is.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken