Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Gedichten (1906)

Informatie terzijde

Titelpagina van Gedichten
Afbeelding van GedichtenToon afbeelding van titelpagina van Gedichten

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (1.08 MB)

Scans (10.77 MB)

ebook (3.28 MB)

XML (0.42 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Gedichten

(1906)–Hilda Ram–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 269]
[p. 269]

Moederliefde

 
Waar is het hart, zoo kil, dat nooit voor U ontgloeide?
 
Waar is de dichterharp, die nooit U heeft gegroet,
 
Voor U in geestdrift niet van klanken overvloeide
 
Als hemelklanken teer en zoet?
 
 
 
O reine moedermin! van 't goddelijke schoone
 
Der eeuwge liefde zijt slechts gij een zuivre straal:
 
Gij enkel draagt op aard der reine liefde krone
 
En blinkt in ongeschonden praal.
 
 
 
Geen baatzucht wekt u op, geen dorst naar laag genieten
 
Geeft kracht en voedsel aan uw alverterend vuur;
 
Geen weerzien durft u aan, geen mismoed, geen verdrieten;
 
Ellende maakt uw taak meer duur
 
 
 
Geen lange marteldood schrikt af uw zelfverzaken,
 
Geen offer bleek nog ooit voor uwe kracht te zwaar:
 
Verloochning is de vlam die immer u doet blaken
 
U voedt en u verteert te gaar.
 
 
[pagina 270]
[p. 270]
 
Want ja, waar nog haar vrucht haar oog niet mocht verblijden,
 
Hebt gij tot een heldin de zwakke vrouw gemaakt:
 
‘Red, red mijn kind!’ zoo bidt en smeekte ze in 't vlijmendst lijden
 
Wijl 't eigen leven zij verzaakt!
 
 
 
Niets dempt op aarde uw macht: ge bloeit in 't ijzig Noorden;
 
Waar plant en dier vergaat, redt gij het menschenkind,
 
Geen vorst, hoe guur en wreed, zal 't aan uw boezem moorden,
 
Waar 't zachte levenswarmte vindt.
 
 
 
En waar de zonne brandt, waar Hagar, wreed verstooten,
 
Ter neer zinkt, afgemat, redt gij haar Ismaël:
 
Haar eigen schaduw zal beschutten, onverdroten,
 
Den lievling voor den gloed, hoe fel!
 
 
 
En wie, wie buiten U, zal bij het galghout waken?
 
Wie overwinnen smart en zwakte en vrees en schand?
 
Wie bij den Lijder staan, schoon allen hem verzaken,
 
Niet één zijne eeden blijft gestand?

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken